ZERO DE CONDUITE: CHINA

Marc Riboud (detail)

Zéro de conduite is een muziekprogramma waarin songs uit de popcultuur met zachte hand in het keurslijf van thema’s worden ingerijgd. Woekerende chaos wordt met liefde en toewijding overzichtelijk gemaakt. Alle zogeheten populaire genres komen aan bod, al ligt de nadruk op Angelsaksische folk, blues, country, soul en rock-‘n-roll. Onbevooroordeelde muziekliefhebbers noemen het allemaal pop. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds kan je ernaar luisteren op Radio Centraal 106.7 fm en streaming. Meer informatie over de zender en zijn medewerkers en programma’s vind je hier. Het motto van deze aflevering is: Seems like you’re always dreaming / Your mind is wandering far away / Thinking ‘bout your boy in China / A junkie on the China Sea.

Rebecca Pan

Voor vanavond koos ik songs over China. Waarom China? Een beetje onredelijk, toch? Een te hoge dosis hybris geslikt? Alvast geen chinese rock, zo ver krijg je me niet, zelfs niet om een radioprogramma in mekaar te knutselen. [1] Kijk maar wat er met the Ramones en the Heartbreakers is gebeurd, met dat gechinees van hen. Doe mij maar appelsienen en thee die helemaal uit dat zelfde verre China komen. Legendarische Leonard Cohen is oké en Suzanne is dat ook, maar ken je dat boek The Three Banners of China van Marc Riboud? Uitgegeven door Joh. Enschedé en zonen N.V. in Haarlem in 1966. Dat is China zoals het in die tijd bijna niemand buiten China kon zien. Geweldige fotograaf, lid van Magnum. Marc Riboud is 93 geworden. Maar ik dwaal af.

China is inderdaad ver van mijn bed. Tenzij mijn Chinese nachtbruid Sue me komt opzoeken. Voor mij is het een concept, een abstractie. Iets helemaal anders dan de emotioneel geladen programma’s die ik meestal maak. Natuurlijk koos ik ook vandaag muziek die ik ken, popmuziek dus, het soort songs dat met die algemene noemer kan worden aangeduid. Echte Chinese muziek ken ik niet en ik ben te oud en te zeer de gewillige gevangene van oude gewoontes en gebruiken, iemand die maar moeilijk een overwoekerd pad of een holle weg inslaat, om me daar nog in te verdiepen. En als ik het alsnog zou doen is het op dit ogenblik toch wat te laat.

Overigens is dit al de tweede keer dat China aan bod komt. Vorige maand viel de uitzending gedeeltelijk in het water, mogelijk omdat ik me op nog geen steenworp van de Atlantische Oceaan bevond. Op 4 februari verbleven we in Valle Gran Rey, een dorp op het eiland La Gomera. Om zes uur plaatselijke tijd zette ik Radio Centraal op om even te luisteren of alles naar wens verliep. En ja, hoor, dacht ik. China begon stipt op tijd. De ontvangst was zelfs beter dan in Brussel. Alleen was het in België toen al zeven uur. Toen ik dat besefte werd ik opeens helemaal duizelig. Maar dat kan ook aan het woestijnstof gelegen hebben. Zeker niet aan chinese rock, maar dat weet je al, dat ik daar geen liefhebber van ben.

Ongeveer alles komt uit China. Ik kocht een nieuwe leesbril en toen ik thuiskwam zag ik dat hij in China was gemaakt. In kleine Portugese stadjes ga ik op zondag graag in van die bizarre Chinese winkels rondhangen. In een Chinese bazaar aan de Kantstrasse in Berlijn heb ik op een keer talloze nutteloze spullen gekocht en daarna bij een Chinees wat verderop in dezelfde straat een groot glas Chinees bier gedronken om die prullaria symbolisch door te spoelen. Ik droeg een T-shirt met een afbeelding erop van Neil Youngs Harvest. Harvest doet me vaak aan van die Chinese affiches uit de tijd van de culturele revolutie denken. In de jaren ’70 versierden wij daarmee de wanden van ons appartement. Wat waren we naïef. We dachten nog dat Lenin de maatschappij ten goede had veranderd. Later, omstreeks 1979, heb ik een poster van hem verbrand. No more heroes. Mijn bewondering voor Saint-Just heeft wat langer stand gehouden. De vraag is of die nutteloze Chinese spullen, wel mooi eigenlijk, mee zullen gaan als wij verhuizen. Als wij verhuizen. Niet naar China, niet naar Rusland, niet naar Kuopio in Finland; we denken aan het minder verre Gent.

Opgedragen aan alle vrouwen van de wereld en in het bijzonder aan de Chinese.

Veel luisterplezier.

Marc Riboud (detail)

China My China – Brian Eno ft. The Simplistics – Taking Tiger Mountain By Strategy – Brian Eno – Island, 1974

Hong Kong Garden – Siouxsie & The Banshees – Single / Once Upon A Time – McKay/Morris/Sioux/Severin – Polydor, 1978

Chairman Mao – Robert Wyatt – Mid-Eighties – Charlie Haden – Stampa Alternativa, 1987

Chinese Cafe/Unchained Melody – Joni Mitchell – Wild Things Run Fast – Joni Mitchell/Hy Zaret/Alex North Geffen, 1982

Bengawan Solo – Rebecca Pan – In The Mood For Love (Original Soundtrack From The Motion Picture) – Various – Virgin, 2000

Peking Saint – Cat Power – Moon Pix – Cat Power/Chan Marshall – Matador, 1998

Chinese Translation – M. Ward – Post-War – M. Ward – Matador, 2006

So Cold In China – Leo Kottke – Circle ‘round The Sun – Leo Kottke – Symposium Music, 1970

Countess From Hong Kong (Demo) – The Velvet Underground – Peel Slowly And See (Box) – John Cale – Polydor, 1994

China Bird – Patti Smith – Gung Ho – Oliver Ray – Arista, 2000

7 Chinese Bros. – R.E.M. – Reckoning – William T. Berry/Peter L. Buck/Mike Mills/J. Michael Stipe –            I.R.S. Records, 1984

Mao Reminisces About His Days In Southern China – Camper Van Beethoven – Telephone Free Landslide Victory – Camper Van Beethoven – Independent Project Records, 1985

Hong Kong Blues – Hoagy Carmichael – Hoagy Carmichael Sings Hoagy Carmichael – Hoagy Carmichael – MCA Coral, 1975

Yue Er Wan Zhao Jiu Zhou – Chiu Wai Ping – In The Mood For Love (Original Soundtrack From The Motion Picture) – Yan Kuan – Virgin, 2000

China Girl – David Bowie – Let’s Dance – David Bowie/Iggy Pop – EMI, 1983

Old China – John Cale and Bob Neuwirth – Last Day on Earth – John Cale/Bob Neuwirth – MCA 1994

China Sea – John Cale – Helen Of Troy – John Cale – Island, 1975

Chinese White – Incredible String Band – The 5000 Spirits Or The Layers Of The Onion – Mike Heron – Elektra, 1967

Upstairs By A Chinese Lamp – Laura Nyro – Christmas And The Beads Of Sweat – Laura Nyro – Columbia, 1970

The King Of China’s Daughter – Natalie Merchant – Leave Your Sleep – Anonymous – Nonesuch, 2010

Chinese Satellite – Phoebe Bridgers – Punisher – Phoebe Bridgers/Conor Oberst/Marshall Vore – Dead Oceans, 2020

Woody And Dutch On The Slow Train To Peking – Rickie Lee Jones – Pirates – David Kallish/Rickie Lee Jones – Warner Brothers, 1981

Yellow Man – Harry Nilsson – Nilsson Sings Newman – Randy Newman – RCA, 1970

Doctor Wu – Steely Dan – Katy Lied – Donald Fagen/Walter Becker – ABC Records, 1975

Shoot Out In Chinatown – The Band – Cahoots – Robbie Robertson – Capitol, 1971

China Doll – Grateful Dead – From The Mars Hotel – Jerry Garcia/Robert Hunter – Grateful Dead Records, 1974

Chinatown – John Prine – Pink Cadillac – John Prine – Asylum, 1979

China Pig – Captain Beefheart & The Magic Band – Trout Mask Replica –  Don Van Vliet – Straight, 1969

Chinese Rock – The Ramones – End Of The Century – Ramones -Sire, 1980

Chinese Radiation – Pere Ubu – The Modern Dance – Pere Ubu – Blank Records, 1978

Dr Wu – Minutemen – Double Nickels On The Dime – Donald Fagen/Walter Becker – SST, 1984

Hong Kong – Screamin’ Jay Hawkins – Cow Fingers And Mosquito Pie – J.Hawkins/I. Nahan – Epic, 1991

Chinese Checkers – Booker T. & The MG’s – The Very Best Of Booker T. & The MG’s – Booker T. Jones/Steve Cropper/Al Jackson, Jr./Lewis Steinberg – Rhino, 1994

Ling Ting Tong – Otis Williams and the Charms – Otis Williams & The Charms 1953-1962 M. Goodwin – Hoo Doo Records, 2016

Samenstelling en research: Martin Pulaski (op zoek naar een medewerker voor de techniek).

[1] Goed knutselen, bricoler in het Frans, is een kunst. “De knutselaar is een amateur die ad hoc en met de heterogene en niet-gespecialiseerde hulpmiddelen uit zijn omgeving een brede reeks praktische klussen probeert te verrichten. Lévi-Strauss gebruikt deze beelden in een bespreking van hoe culturen, primitieve of meer moderne, de werkelijkheid begrijpen en symboliseren. Enigszins zoals de knutselaar maakt de mythe creatief gebruik van voorhanden zijnde kennis, die steeds heterogeen en beperkt is, om daarmee een omvattende verklaring te construeren.”

In memoriam Tom Verlaine, Wayne Shorter, David Lindley.

KONINGSCOBRA

El Greco, De hemelvaart van Maria, detail

Eerst is er de geschiedenis van de mestkever en de slang, zei ik. Je moet met iets beginnen. De slang is een lager dier dan de mestkever, niet? Of kun je de onschuldige dieren niet indelen in hogere en lagere soorten? Van zulke vragen lig je uren wakker. Of ook nog: hoe is een gesprek met een vriend of vriendin mogelijk als je je als een zombie voelt en niet eens weet wat een zombie is? Je zag er ooit eens een in een film, maar dat volstaat niet.

Monica vroeg me wat er met mijn literaire nalatenschap zou gebeuren, zei ik. Heb je daarover al nagedacht, vroeg ze. Nee, zei ik. Al was dat niet helemaal waar. Ik had er wel al over nagedacht, maar niet diep en zonder vervolgens enige beslissing te nemen. Monica en ik zaten in een Japans theehuis aan de Vlaamsesteenweg, zei ik. Of was het de Dansaertstraat? Zou het nog bestaan? Welke thee dronken we ook alweer? Monica’s vraag had me in verlegenheid gebracht. Ik vroeg me af of zij zelf al over mijn literaire nalatenschap had nagedacht. Maar ik zei niets. Ik moet er dringend werk van maken, dacht ik. Er moet toch iets mee gebeuren. Stel dat om een of andere reden mijn bezittingen in beslag worden genomen en vernietigd. Vanwege een revolutie, ik zeg maar wat. Want ik ben geen revolutionair. Ik herinnerde me dat Rainer Maria Rilke’s bezittingen in Parijs aan het begin van de eerste wereldoorlog werden geconfisqueerd. Hij was niet eens een Duitser, was in Praag geboren. Een Bohemer. Mijn ouders, die zelf binnenschippers waren, liepen niet hoog op met Bohemers. Rilke’s vader was een ambtenaar bij de spoorwegen. Mij wilden de spoorwegen niet, of ik moest mijn haren laten knippen. Had ik je al over Monica verteld?

Op weg naar hier, zoals altijd met de bus, liet mijn ratio het even afweten, zei ik. Ik ergerde me aan de vele gesluierde vrouwen. Hoe kunnen zij zo vijandig zijn aan het zonlicht? Net op deze eerste mooie dag van het jaar? Welke god kan dat eisen? En dan bekeek ik een van die vrouwen wat aandachtiger, zei ik, en zag opvallende gelijkenissen met een vrouwengezicht van El Greco.

Ik zie mevrouw X. weer voor me zitten. Haar aantrekkelijke witte benen zwart geschoeid op een voetbankje. Ze is een hele tijd weggeweest uit mijn gedachten en bijgevolg ook uit de zetel tegenover me. Dat ik niet kan schrijven over wat er werkelijk in me omgaat, zei ik. Over mijn demonen. Af en toe in een brief, dat wel. Dat doe je om je verdriet en je pijn te delen, om ze aan de andere door te geven. Het is enigszins egoïstisch, narcistisch. Maar wat kun je anders doen? Weet je dat?

Ik wees haar erop dat ik toch ook in het zwart gekleed ging. Ondanks de zon. Ik had de stellige indruk dat ze dat nu pas zag. Ze bekeek me taxerend, zonder enige schaamte over die vrijpostigheid. In geen enkele taxonomie kunnen koningscobra’s op een lager niveau staan dan welke kevers dan ook, zei ik. Het is weer eens tijd, zei ze. Volgende week kunnen we voort praten over je zwarte kleren. Volgende week ben ik in het wit, zei ik. Dat herinner ik me nog. De dagen zijn van water, soms helder, soms troebel. Ik bezit geen foto van mevrouw X. Ik geloof niet dat ik ooit zal vergeten hoe ze daar tegenover me zat. Het geluid van haar hakken op de parketvloer. Ik mis haar. Ik mis haar niet.

ZERO DE CONDUITE: VROUWEN

meisje-rug

Vanavond maken we in Zéro de conduite plaats voor het rijk der vrouw. Het is niet de eerste keer dat in dit radioprogramma aandacht wordt besteed aan meisjes en vrouwen. Zo zijn er al meerdere afleveringen geweest waarin uitsluitend zangeressen aan bod kwamen en ik herinner me ook nog een mooie uitzending over ‘girls’. Er bestaan natuurlijk miljoenen songs over meisjes en vrouwen, wellicht omdat er nog altijd meer mannelijke dan vrouwelijke songschrijvers rondlopen. Dat maakt een selectie moeilijk, maar een mens moet hard zijn in dit leven. Toch is voor iemand die graag vrouwen ziet, en ik bedoel nu niet François Truffaut, elke keuze een goede keuze.

Het is me opgevallen hoeveel uitstekende songs the Velvet Underground – meer bepaald Lou Reed – aan vrouwen heeft gewijd. Vandaar de kleine tribute aan de beste band ooit, zij het via de omweg van covers. Want de originele versies heeft iedereen al duizenden keren gehoord.

  • Little Sadie – Mark Lanegan – I’ll Take Care Of You
  • That Bird Has A Broken Wing…   – Sun Kil Moon   (2012) –  Among The Leaves
  • Polly Come Home – Robert Plant & Alison Krauss – Raising Sand
  • Lonely Girl – Emmylou Harris – Hard Bargain
  • Beauty Mark – Charlotte Gainsbourg – 5:55
  • Naked If I Want To – Cat Power – The Covers Record
  • Brand New Kind Of Actress – Jason Isbel – Sirens Of The Ditch
  • Rich Wife Full Of Happiness – Bonnie “Prince” Billy – Ease Down The Road
  • Sweet Jane – Cowboy Junkies – Studio.
  • Pale Blue Eyes – R.E.M. – Dead Letter Office
  • Candy Says (Closet Mix) –  The Velvet Underground – Velvet Underground 3
  • Femme Fatale – Big Star – Third/Sister Lovers
  • For Emma – Bon Iver – For Emma, Forever Ago
  • Orphan Girl – Gillian Welch – Revival
  • Marie – Townes Van Zandt – No Deeper Blue
  • The Girl With The Long Brown Hair – John Hartford – The Love Album/Housing Project
  • Please, Mrs. Henry – Bob Dylan & The Band – The Basement Tapes
  • The Girl With No Name  – The Byrds – Younger Than Yesterday
  • Little Girl – Syndicate Of Sound – Chartbusters USA
  • Marie Douceur (Paint in black) – Marie Laforet – Pop A Paris Vol.5
  • Little Olive – The Electric Prunes – I Had Too Much To Dream (Last Night)
  • Lovely Rita – The Beatles – Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band
  • Fancy – The Kinks – Face To Face
  • Pretty Ballerina – Left Banke – There’s Gonna Be A Storm: The Complete Recordings 1966-1969     
  • The Girl From Cincinnati – Bobbie Gentry – Chickasaw County Child: The Artistry Of Bobbie Gentry
  • Disney Girls (1957) – The Beach Boys –  Surf’s Up
  • Day Time Girl – Bee Gees – Horizontal
  • Foolish Little Girl – The Cookies   –  Dimension Dolls, Beyond The Valley:Girls Will Be Girls
  • Mama’s Little Girl – Reperata And The Delrons – The Best Of Reperata And The Delrons     
  • Lovable Girl – James Carr – The Complete Goldwax Singles, Volume 2 1966-1967
  • Foxy Lady – Jimi Hendrix – Are You Experienced?
  • Mama Roux – Dr. John – Gris-Gris
  • Mixed Up, Shook Up Girl – Mink Deville – Cabretta
  • Beauty Queen – Roxy Music – For Your Pleasure
  • Maria’s Little Elbows – Sparklehorse – Good Morning Spider

 

Research & Presentatie: Martin Pulaski

Ω

Oorspronkelijk gepubliceerd op 3-11-2012.

ZERO DE CONDUITE: GIRLS! GIRLS! GIRLS!

GIRLS

De eerste zaterdag van de maand: dat betekent tussen zes en acht straks Zéro de conduite op Radio Centraal, 106.7 FM. Het thema van de show hangt wat mij betreft een beetje samen met de lente: meisjesnamen, vrouwennamen. Veel meer valt er niet over te zeggen. Alleen dit: het programma draag ik op aan alle vrouwen. Ik hoop dat zij er veel plezier aan beleven.

Mona – The Story Of Bo Diddley – Bo Diddley

Rosalyn – The Pretty Things – The Pretty Things

Nadine (Is It You?) –  Hail Hail Rock ‘n’ Roll – Chuck Berry

Betty Lou Got A New Pair Of Shoes – Golden Age Of American Rock & Roll – Bobby Freeman

That’s My Litlle Suzie – Golden Age Of American Rock & Roll – Richie Valens

Suzie Q – The Works – The Everly Brothers

Hello Mary Lou – Rick Is 21 – Ricky Nelson

Barbara-Ann – The Doo Wop Box Vol. 4 – The Regents

Marie Marie – Testament: The Complete Slash Recordings – The Blasters

Anselma – Just Another Band From East L.A.: A Collection – Los Lobos

Eloise (Hang On In There) – Soul Of A Bell – William Bell

To Claudia On Thursday – Begin – The Millennium

Candy – Dr. Byrds & Mr. Hyde – The Byrds

Suzanne – To Love Somebody – Nina Simone

So Long, Marianne – The Essential Leonard Cohen – Leonard Cohen

Fancy – Face To Face – The Kinks

The Wind Cries Mary – Are You Experienced? – Jimi Hendrix Experience

Mary Anne With The Shaky Hand – The Who Sell Out – The Who

A Rose For Emily – Odessey And Oracle – The Zombies

Walk Away Renee – There’s Gonna Be A Storm: The Complete Recordings – Left Banke

Dear Prudence – White Album – The Beatles

O, Dana – Third / Sister Lovers – Big Star

Candy Says – Peel Slowly And See – The Velvet Underground

My Maria – Helen Of Troy – John Cale

Ann – The Stooges – The Stooges

Sheena Is A Punk Rocker – Rocket To Russia – The Ramones

Kimberly – Horses – Patti Smith

Louise – Woodsmoke And Oranges – Paul Siebel

Corrina, Corinna – The Freewheelin’ Bob Dylan – Bob Dylan

Loretta – Flying Shoes – Townes Van Zandt

Lucinda – 12 Songs – Randy Newman

Martha – Closing Time – Tom Waits

Carmelita – Warren Zevon – Warren Zevon

Amy – Heartbreaker – Ryan Adams

If You See Natalie – Blinking Lights And Other Revelations – Eels

Suzanne – Bavarian Fruit Bread – Hope Sandoval & The Warm Inventions

Agnes, Queen Of Sorrow – Hope EP – Palace Music

Just Ask Melanie – Jackie Brown Soundtrack – Dialogue

Φ

Je kunt Radio Centraal live beluisteren op 106.7 FM of online via deze weg.
Samenstelling: Martin Pulaski
Presentatie en techniek: Sofie Sap & Martin Pulaski

 

RIJKE MAANDEN

 

edetc

De voorbije maanden zou ik rijke maanden durven noemen, zoals de velden en boomgaarden waar ik met de trein voorbijreed en de door volle maan verlichte straten van de steden waar ik verbleef. Wij slingerden elkaar geen verwijten naar het hoofd. Zelf sliep ik weinig, imsonia, maar bleef er toch rustig bij. Op een vreedzame manier bekogelden wij elkaar met rijke lijstjes – ze gingen de halve wereld rond. Deels wilden we elkaar tonen wie we waren, deels wilden we dat de anderen zouden worden zoals wij, en wij zoals hen. Ook wilden we bewijzen dat we niet de eersten de besten waren, dat we niet zomaar konden worden vervangen, in weerwil van het adagium dat iedereen vervangbaar is.

Dat is gewoonweg niet waar. Je bent onvervangbaar. Niet omdat je Marcel Proust, Virginia Woolf, Herodotus, Céline of Thomas Hardy hebt gelezen; Bob Dylan, Bach, Joy Divison, Bessie Smith, Bill Evans of Ornette Coleman hebt beluisterd. Niet omdat je de hele nacht extatisch rock & roll heb gedanst (terwijl dat muziekgenre al lang niet meer bestaat). Niet omdat je van Wong Kar Wai, Wim Wenders, Nicholas Ray, Ingmar Bergman of Antonioni houdt. Niet omdat je in Waterloo was, aan de Grand Canyon of in Timboektoe. Niet omdat je whisky, tequila, porto, absint of Orval hebt gedronken. Nee, daarom niet, maar om al deze redenen samen – en vele andere – die je tot een uitzonderlijke enkeling maken. Iemand die een eigen project heeft en iets aanvangt met wat hij op zijn weg ontmoet, met wat hem in de schoot wordt geworpen. En jou, en jou.

Zonder in details te willen treden waren de voorbije maanden voor mezelf rijke maanden. Ik heb nauwelijks iets geschreven, wat nochtans het essentiële is van wat mij onvervangbaar zou moeten maken. Of dat werkelijk zo is laat ik in het midden. Hierboven heb ik het over de kunst van het combineren gehad, en eerder deze maand schreef ik over het schervenbestaan. Ook als je niet schrijft, als je niets doet, draag je bij aan de wereld.

Ik heb door Italië gereisd, vooral Umbrië en het altijd zinderende Rome. Musea heb ik er nauwelijks bezocht; ik heb er gewandeld, gegeten, gedronken, het leven gevierd. In Brussel zag ik een mooie tentoonstelling van het werk van Sophie Calle (waar ik al eerder over schreef). Ik had bovendien het genoegen kennis te maken met nieuwe vrienden, ongetwijfeld voor wat mij nog rest van mijn leven. Vriendinnen eigenlijk, uitzonderlijke vrouwen. Waarom vrouwen? Wellicht omdat ik zelf nogal vrouwelijk ben. Ik ben geen macho, niet competitief, spreek niet luid, streef niet naar een belangrijke positie in de maatschappij (dat laatste is niet echt vrouwelijk meer; bestaan het echt vrouwelijke en het echt mannelijke wel? Is het ook wat dat betreft niet een combinatie?). Ik zie graag vrouwen, letterlijk en figuurlijk, ben graag in hun gezelschap, vind het fijn met hen, met jullie, te converseren – bijna een van jullie te zijn. Ook al ben ik tevreden met mijn huwelijk ben ik toch ook altijd verliefd. Sommigen schrikken daar voor terug, wellicht omdat dan plots de man in mij naar boven komt. Dat spijt me, maar zonder die verliefdheid, zonder die eros zou ik niet lang leven. Eros is wat mij, als ik uiteengevallen ben, weer in elkaar steekt, zoals een mechanieker een oude Bugatti. Eros vuurt mij aan en helpt mij, soms, de woorden vinden die ik niet zoek. Degene die ik zoek zijn de bekende, versleten, degene die ik niet nodig heb. Eros probeert mijn scherven weer aan elkaar te lijmen. Wat niet lukt, maar het is wel – tijdelijk – een groot genoegen.

P1000993 (2)

Toch heb ik niet alleen twee fijne vrouwen beter leren kennen: in Berlijn maakte ik kennis met een andere zielsverwant, een Duitse Texaan. Tijdens warme Berlijnse nachten praatten we over reizen, soulmuziek, vrouwen, Hongaren, tequila, mezcal en andere geneugten des levens. Dronken werden we van Tsjechisch bier en wodka. Berlijn drong bij mij langs elke porie naar binnen (dat doet het altijd – het is de stad waar ik het liefst verblijf). In mijn hotel maakte ik kennis met een zwarte familie die alle kleuren van de regenboog had en over heel de wereld verspreid leefde: nu waren ze bij elkaar voor een huwelijk van een ‘ver’ familielid. Ik was welkom aan hun tafel en samen dronken we wijn tot net voor de zon opging. Deze mensen zal ik nooit meer ontmoeten, ze zijn met te veel, te verspreid, te rhizomatisch. De Texaan – hij lijkt op Harry Dean Stanton -zal ik zeker nog weerzien. Alleen al om hem te horen vertellen over zijn oude vrienden Nick Cave en Blixa Bargeld. Nick Cave woonde bij hem in ten tijde van The Birthday Party. Hij schreef er, onder invloed van alle mogelijk drugs, ‘And the Ass Saw the Angel’.

1 (2)

En zo ging ik de afgelopen maanden op en neer, ging ik weg en keerde ik weer. Zat ik de gek uit te hangen in de Daringman of een ander Brussels café en treurde ik om de dood van Willy Deville, Michael Jackson en de anderen die nu voorgoed begraven liggen in de zomer van 2009. Ook wat de dood aangaat was het een rijke tijd. Maar de dood is niet het einde, het is het begin, niet in de wederopstanding, daar geloof ik allemaal niet in, maar in dit leven zelf. De verwezenlijkingen van de doden, hun nu stille woorden, hun versteende daden, komen in een nieuw daglicht en inspireren zo nieuwe, jonge mensen, degenen die deze planeet zullen koesteren en in stand houden. Ik hoop dat ze niet vergeten dat ze veel redenen hebben om boos te zijn en te blijven. Ik hoop dat ze de tegenstellingen waaruit de wereld en waaruit wij bestaan nooit uit het oog verliezen.

Maar ook als mijn hoop nergens op slaat waren het rijke maanden.

Ω

Foto’s: Martin Pulaski, Berlijn, juli 2009, Jelena, Mari & Ed; Katja Stonewood in Brussel, Renée Verheyen in Brussel.

SCHERVEN


oorlog2

Je leven bestaat uit een bepaalde hoeveelheid scherven. Elke dag komen er wat bij, scherven; na een zekere tijd probeer je ze niet eens meer aan elkaar te lijmen. Omdat de scherven meer betekenen dan het geheel dat ze eventueel zouden kunnen vormen. Het is niet alleen je leven. De hele wereld is verbrokkeld, verbrijzeld, in stukjes uiteengevallen. Is het onlangs gebeurd, of is het altijd zo geweest? Dat weet je niet. De evolutieleer zegt dat er een bepaald systeem in ons systeem zit, dat we niet echt scherven zijn, maar schakels, onderdelen van een groter geheel dat voortdurend in beweging is, en waarvan elk onderdeel in zekere zin ‘strijd’ levert met alle andere onderdelen. Dat was een gedachte die Heraclitus een paar duizend jaar geleden al kende: de oorlog als oorsprong. De oorlog als strijd bekeken, niet als berekende en berekenende strategie.

Maar met scherven is het anders gesteld. Er kan een oorlog hebben gewoed, en dan heb je ongetwijfeld veel kleine stukjes, het resultaat van schermutselingen, van geweld, van onduidelijke woede en vernietingsverlangen. Wat in zulk geval overblijft zijn dode dieren, mensen, vernielde woningen en velden die voor vele jaren onvruchtbaar zijn. De liefde brengt de vijanden weer bijeen, schept nieuw leven, herstelt sommige wonden. Maar de liefde lijmt de scherven niet aan elkaar. Scherven zijn er voor altijd. Je leest bijvoorbeeld een boek van Joseph Roth, ‘De Radetzkymars’ of ‘De biecht van een moordenaar’. En wat je leest zijn scherven van een verleden, van een opvoeding, van een voorbijgestreefde cultuur, een cultuur die verbrijzeld is door de menselijke tijd, de mode, de nieuwe gewoontes en vooral de verlangens die hetzelfde zijn als altijd maar een nieuwe gedaante hebben aangenomen. Je kent de metamorfosen, die van de oude Grieken, die van Kafka, die van de hedendaagse kunst. ‘Last Tango In Paris’ is een geschiedenis van metamorfosen, de werken van Gerhard Richter, van Bob Dylan, van Cat Power. Cat Powers ‘I Can’t Get No Satisfaction’ is een perfecte metamorfose. Het is een scherf van de zeer bekende song van the Rolling Stones. Op dezelfde manier vinden sommige dichters scherfwoorden bij Hölderlin, Celan, Heidegger, Sofokles, Rimbaud en andere voorlopers. Scherven waarmee je je aders kunt opensnijden en bloeden, gewoon op een grasveld, of als een Romein in een bad, zodat het geen pijn doet. Is er iets mooiers dan een plas bloedrood bloed op een grasveld?

De scherven zijn vooral levensscherven, die ons aanzetten om naar elkaar toe te gaan, en indien ze niet te lijmen vallen, wat kennelijk niet mogelijk is, toch te zien of we niet een beetje in elkaar passen. Dat we scherven zijn maakt dat we elkaar gaan verkennen en erkennen. Dat we inzien, we zijn anders, maar ergens is er een mogelijkheid om in elkaar te passen, alleen zijn we zo erg door elkaar geschud, dat het moeilijk is geworden om te zien waar de breuklijnen zijn, en waar de natuurlijke grenzen (en natuurlijke grenzen zijn geen grenzen). Overigens heb ik sinds mijn zestiende jaar nooit in grenzen geloofd, wellicht eerder al, maar daarvan ben ik niet zeker van – ik ging ervan uit dat de wereld een geheel was, en later dacht ik zelfs dat er een gefundeerde orde was voor het hele universum, maar dat zal een te utopisch verlangen zijn geweest. Voorlopig hoor ik geen gefluister uit de kosmos.

Als we dood zijn, zeggen de mensen, groeit er gras op onze buik. En in dat opzicht geloof ik de mensen. Het is een mooie ecologische uitspraak, ervan uitgaande dat je lichaam niet geheel vergiftigd is door chemische stoffen. Op elke buik groeit wat gras, maar net zo goed zullen familieleden wat scherven komen brengen, of ze nu gelovig zijn in dit of dat of in helemaal niets. Op je graf komt altijd een scherf, of meerdere scherven. Dat is toch mooi?

Neem nu een film, de allermooiste die je kent, ‘La Notte’, of ‘Lost In Translation’ of ‘La maman et la putain’, of ‘Paths Of Glory’ – het zijn stuk voor stuk combinaties van scherven. Ik heb het – tussen haakjes – altijd vreemd gevonden dat meestal vrouwen de films in stukjes knippen en weer aan elkaar plakken (met de rotzooi eruit), de vrouwen die bewezen hebben dat zij het sterkste zijn, in de ‘menselijke’ struggle for life – in dit avontuur waarvan wij de afloop niet kennen. De vrouwen bouwen de wereld op die wij nu nog niet kennen. Misschien komen zij van een ander sterrenstelsel, of behoren zij ertoe, krijgen zij van daaruit hun opdracht, om ons te redden, om echte mensen van ons te maken – want mannen kunnen dat niet. Mannen kunnen veel, maar wat ze niet kunnen is de wereld redden en de mensen laten overleven. Zij hebben er geen idee van wat de natuur is, en hoe het met de maan en sterren zit. Zij kunnen geen films knippen, tenzij het films zouden zijn die pijn doen aan de ogen. Vrouwen kunnen dat. Vrouwen hebben een idee van het scherfzijn van hun mannen, van hun kinderen en van zichzelf.

Mensen zijn gek op scherven, scherven geschiedenis, scherven van borden tijdens een huwelijksritueel, scherven van een kapotgeslagen 78-toerenplaat, scherven van het glas in de voorruit van een snelle wagen. Mensen erven zulke verlangens, transformeren ze, maken er iets nieuws mee, in sommige gevallen verwerven ze dank zij scherven weelde of aanzien, maar allen sterven ze. Dat is het uiteindelijke scherfzijn: de dood, die niemand kent en elkeen met elkaar deelt, zonder het te weten. Een scherf, een splinter in je ziel. En dan sterf je, en dan vallen al je scherven in scherven uiteen.

Ω

Foto: Martin Pulaski, Sporen

DO YOU REALIZE THAT EVERYONE YOU KNOW SOMEDAY WILL DIE?

in the light

Heb je dat ook, dat je met het gevoel zit dat je niets meer weet? Dat je geen inzicht meer hebt, niets meer begrijpt. De wereld, alles wat bestaat, is opeens een gewriemel van ondoordringbare ‘dingen’, een immens moeras van particulariteiten, een chaos. Er is geen helderheid, je kunt niets onderbrengen in categorieën. Niets is verwant met iets anders. Wat is een mens? Wat is een gevoel? Wat is een emotie? Muziek is een grillige opeenvolging van zinloze klanken. Troebel water, een donkere zon, de weg naar de toekomst is de weg naar het verleden, de weg omhoog is de weg omlaag. Alles ontstaat en vergaat tegelijkertijd.

Is dit misschien een ervaring van de waanzin, een korte psychotische aanval? Is het een gevolg van te lang alleen zijn? Ik zit hier maar, soms lig ik even in de canapé. Ik zet een plaatje op: vervelend. Er is weer iemand dood. Je zou een in memoriam moeten schrijven. Maar waarom? Je praat met niemand. De muziek is afgelopen. Het is stil, af en toe het doffe lawaai van een voorbijrijdende auto. Je zou naar honderd voorstellingen kunnen gaan. Films, concerten, toneelstukken, vernissages. Brussel, Antwerpen, Gent, veel andere plaatsen. Maar je blijft op je stoel zitten. Of je doet een dutje in de canapé. Dan ontwaak je en weet je niet meer of het dag is of nacht. Je bent je zeer scherp bewust van de tijd. Het einde nadert. Vorige week kreeg je nog de tranen in de ogen toen je Wayne Coyne hoorde: “Do you realize that everyone you know someday will die?” De mooiste song van The Flaming Lips. En nu je je die tranen herinnert, herleeft er iets in je. Alsof verdriet je innerlijk verwarmt. Maar al die doden, hoe leef je daar mee? Je vrienden die uit het leven stapten, anderen die stierven van ongeluk, van waanzin. De muzikanten die je zag optreden en er nu niet meer zijn. Zoals Townes Van Zandt, met wie je graag bevriend was geweest. Je had meermaals met hem kunnen praten, of naar de kroegen gaan, maar je was te schuchter. Misschien nog een geluk dat je niet samen met Townes hebt zitten drinken. Anders zou je de herinnering nog veel pijnlijker zijn. Je herinnert je de vele nachten in Antwerpse cafés, pratend met Renée, een mooie, lieve vrouw, die veel las. Nu is ze al lang dood. Ashes to ashes, dust to dust. Elke keer als je een glas Porto drinkt, denk je aan haar. En je ouders, je grootmoeder, je tantes en ooms. Ludwig, je schoonbroer, geveld door kanker. Zou Evan Dando nog leven? Een gevoelige man, met een hemelse stem en onvergetelijke melodieën. The outdoor type. Nee, toch niet. En Hope Sandoval? De droomvrouw, maar maar altijd in het donker. Waar is ze? Waarom laat ze niets meer van zich horen? Ja, jongen, nog maar eens aan verwarring ten prooi. Terwijl om je heen de menselijke werkelijkheid uiteen lijkt te spatten, zit je op je stoel en ben je in de ban van het blauw.

Maar elke dag omstreeks middernacht begin je aan je oefeningen: schaduwboksen, gewichten heffen, push ups. Je voelt je sterker worden. Jou zal de dood niet zo vlug te grazen nemen. Ja, sterkere spieren, vaster vlees. Maar wat doe je met de wereld, met de mensen, waar je niets meer van begrijpt? Met je stilte? Me je afzondering? Wat te doen? Wat in hemelsnaam te doen?

Op de achtergrond, nee, op voorgrond klinkt nu opeens Myriam Makeba’s stem, Pata Pata. Every friday and saturday night it’s pata pata time!

Ω

Foto: Martin Pulaski, zelfportret.

NAAR PARAMARIBO

Na lang aarzelen besliste ik om toch maar een Duvel te drinken. Ik moest die avond naar het ziekenhuis en wist dat ik na tien uur niet meer uit bed zou kunnen. Ja, om halfzeven ’s morgens, dat gelukkig nog wel. Zo weinig mogelijk drinken, had ik me ingeprent. Maar het mooie weer, de terrasjes… Het centrum van Brussel op zijn mooist. Overal zaten toeristen en jonge mensen sterk Belgisch bier te drinken, alsof het voor hen een dagelijks gebruik was.

We gingen aan een tafeltje zitten in de PP, helemaal alleen op het terras. Alleen omdat de zon niet tot daar reikte. Waar de zon scheen zaten talloze meisjes in bloei.

Laura was voor het werk naar Gent geweest. Ze vertelde me een paar ditjes en datjes, over universiteiten, over collega’s, hoe goed ze met hen kan opschieten.

“Een collega van me vertrekt binnenkort naar…”

Op dat ogenblik schoot de naam Paramaribo me te binnen.

“Paramaribo”, zei ze.

Tussen mijn gedacht en haar uitgesproken ‘Paramaribo’ was geen tijd verlopen. Haar ‘Paramaribo’ en dat van mij vielen volkomen samen.

Al gauw zouden we weer afscheid moeten nemen, zou ik alleen in mijn hospitaalbed liggen, mijn lichaam aangesloten op een machine.

Vandaag heb ik nog wat vrouwen gekocht. Maar degene die ik echt wil bezitten is onbetaalbaar. Het schrijven zit me vandaag trouwens niet in het bloed. En geld regenen doet het ook al niet. Wat een man die ouder wordt niet allemaal moet meemaken!

TOTALE UITVERKOOP VAN VROUWEN

sodom-and-gomorrah-1962-

Gisteren heeft Agata mij gekocht voor 571 dollar. Ik heb Valerie en Agata gekocht voor respectievelijk 640 en 571 dollar. Moet ik er mij zorgen over maken dat ik nog steeds te koop ben? Zo, al vrouwen kopend, verlies ik mezelf in de dagen en de wereld en hoef ik niet aan mezelf toe te komen, daar waar alle raadselen sluimeren.

Ja en ik heb toch ook nog iets moois gelezen over stemmingswisselingen in Prousts ‘Sodom en Gomorra’, een passage die ik maar eens zal citeren:

“Wie heeft dit feit niet waargenomen bij vrouwen, en zelfs mannen, begiftigd met een opmerkelijk verstand, maar lijdend aan nervositeit? Als zij gelukkig, rustig, voldaan over hun omgeving zijn, worden zij bewonderd om hun onschatbare gaven; door hun mond spreekt, letterlijk, de waarheid. Een migraine, een lichte aantasting van hun eigenliefde volstaat om alles te veranderen. Het lumineuze verstand, vinnig, verkrampt en benepen, weerspiegelt alleen nog een geïrriteerd, argwanend, ijdel ik, dat het nodige doet om onaangenaam te worden gevonden.”

En nu begeef ik me weer naar de markt, om te zien wie er vandaag te koop is.

DE VROUWEN VAN MIJN DROMEN

Foto: Martin Pulaski

Ik heb er deze voormiddag twee uur over gedaan om te douchen, nagels te knippen, haren te wassen, etcetera. Ik voelde me erg vuil door een droom die ik had. (De meeste lezers lezen niet graag dromen. Maar dromen maken een belangrijk deel uit van het leven, ze vormen er de ondergrond van, en ze kunnen veel dingen die je niet goed begrijpt verduidelijken. Dromen liggen aan de basis van veel kunst en literatuur. Ik denk aan Coleridge, Kafka, Dalí, Syd Barrett, David Lynch. Ik vertel hier een droom omdat ik op dit ogenblik wel moet.)

Ik bevond me in een stadje waar een zeer chaotisch festival gaande was. Lang na middernacht, nadat ik gedronken en gerookt had in groezelige bars, moest ik een slaapplaats vinden. Na lang zoeken, door modder en vuilnis ploeterend, vond ik een aantal bouwvallige barakken, met rood- en blauwgeverfde deuren. Ik opende een deur. Daarbinnen lag op een oude, stinkende matras een zeer bevallige vrouw, die ik tevoren al begeerd had. (Het was de vrouw van mijn dromen). Nu wenkte ze me naar binnen. Ik moest dicht tegen haar aan komen liggen, om het warm te krijgen. Maar eerst moest ik me wassen – en dringend plassen. Daar ik nergens een badkamer of wc vond, ging ik van lieverlede vuil en met volle blaas terug naar die mooie vrouw, maar ik de vond deur van haar hok niet meer.
Een andere vrouw had me uitgenodigd om bij haar thuis te komen slapen, daar was een bed en alles wat ik maar wenste, maar ik was niet op haar voorstel ingegaan; nochtans was die vrouw even verleidelijk als de eerste. Ik herinner me dat ze beiden zeer licht, niet zwaarder dan donsdekens waren. Een ex-collega gaf me Southern Comfort te drinken en wilde me heftig kussen, maar dat wilde ik niet, want zag ze dan niet dat ik mijn hart had verpand aan die bevallige vrouw nummer 1?
Ik werd vaak wakker tijdens de droom, maar ik beval mezelf verder te dromen, omdat ik wilde weten hoe hij afliep, alsof ik naar een film zat te kijken, en ik droomde verder en verder. Een miereneter met cactussen begroeid, kruiste mijn weg. Ik zag hoe hij zichzelf opat en vroeg me af hoe dat mogelijk was. Het beest was zo aardig dat ik het wilde aaien, maar door de stekels kon ik dat niet. Op het einde, na vele omzwervingen, was ik alleen. Ik had geen duidelijke keuze gemaakt. Ik had al mijn kansen verspeeld.

MEISJES

MEISJES

Ik hoorde deze middag ‘In My Life’ op de radio, dat mooie lied van the Beatles met die lichtjes melancholische tekst van John Lennon. Al luisterend dacht ik aan bijzondere momenten, fijne ontmoetingen, verliefdheden, liefdes, vriendschappen en huwelijken in mijn eigen leven. Aangezien ik echter te moe ben om daar nu allemaal over te schrijven, plak ik hierboven deze collage van een aantal ‘meisjes’ die ik graag zie, graag gezien heb en nog graag zal zien. Als compensatie. En misschien om mij later het moment te herinneren dat ik In My Life op de radio hoorde en hierbij deze dagdroom had.

VERGETEN VROUWEN III

sofie

Gillian Welch maakte samen met haar compañero David Rawlings 4 uitstekende cd’s: Revival, Hell Among The Yearlings, Time (The Revelator) en Soul Journey. Die laatste plaat kwam uit op 3 juni 2003, vier jaar geleden, wat meteen de reden is waarom zij uit mijn geheugen was verdwenen. Flauw excuus! Aan Gillian Welch heb ik het te danken dat ik bevriend ben geraakt met Sofie Sap uit Oostende, een grote fan van miss Welch.

Foto: Sofie in Oostende, Martin Pulaski.

VERGETEN VROUWEN II

loureednico

Nico alias Christa Päffgen, zangeres bij the Velvet Underground. Een van haar mooiste songs is ‘My Only Child’, terug te vinden op de elpee Desertshore, een productie van John Cale. Ze was tevens fotomodel en filmactrice, onder meer in La Dolce Vita van Fellini en Chelsea Girls van Andy Warhol.

Ik weet dat ik in herhaling val, maar dat is omdat ik boete moet doen. En “in de herhaling toont zich de meester”.

Foto: Lou Reed & Nico, circa 1966. Fotograaf onbekend.

 

VERGETEN VROUWEN

amalia rodriguez

Die top-50 van uitverkoren vrouwenstemmen was bij nader inzien geen goed idee. Kan schrijven uit ergernis ooit wel een goed idee zijn? Zo is die lijst er inderdaad gekomen: als een spontane uiting van ergernis na het (gedeeltelijk) beluisteren van een radioprogramma op radio 1, “vrouwen die er toe doen”, en meer nog na het lezen van de volledige lijst op de website van diezelfde radio. Ik heb dan in zeven haasten mijn eigen lijst gemaakt, rechtstreeks uit het geheugen puttend. Nu is het geheugen niet helemaal betrouwbaar, zeker dat van mij niet en het is dat nog minder na een nacht slecht slapen. Een nacht goed slapen is een mooie droom die ik al heel lang koester. Waarom heb ik ervoor gekozen om alleen maar pop-, country-, blues- en soulzangeressen in de lijst te zetten? Omdat radio 1 dat ook had gedaan? Er is zoveel meer muziek, er zijn zoveel meer stemmen. Waarom die afwijzing van klassiek geschoolde stemmen? Waarom zoveel Engelstalige zangeressen? Allemaal vragen waarop ik geen bevredigend antwoord kan geven. Bovendien vergat ik een aantal van mijn favoriete Engelstalige vrouwenstemmen, met name Nico, met de meesterwerken Chelsea Girl, Desertshore en The Marble Index op haar palmares, en Neko Case, van onder meer Fox Confessor Brings the Flood. Maar op de lijst ontbreken even goed Vashti Bunyan, Marianne Faithfull, Kim Gordon, Julee Cruise (verbluffend in Twin Peaks), Kristin Hersh, Merry Clayton, Aimée Mann, Marissa Nadler, Eleni Mandel, Elis Regina, Misia, Mariza, Cesaria Evora, Elizabeth Schwarzkopf, Christa Ludwig, Maria Callas, Catherine Bott, Solveig Kringelborn, Dawn Upshaw, Ute Lemper, Lotte Lenya, Lydia Mendoza, Amalia Rodriguez (hoe kon ik haar vergeten!), Dagmar Krause, Marta Sebestyén, أم كلثوم of Oum Kalsoum, Cheika Remitti, Janet Baker, Andrea Kast, Kiri Te Kanawa, Montserrat Caballé, Barbara Hendricks, Cecilia Bartoli, Beverly Sills, Katia Ricciarelli, Joan Rodgers, Peggy Lee, Darlene Love en duizend en een andere zangeressen, sterren, diva’s, nachtegalen (en onterecht onbekenden).

Foto: Amalia Rodrigues poster, foto Martin Pulaski

 

VIER VROUWENPORTRETTEN

vrouwen,fotografen,fotografie,annumi,roweun,estrella,strange me,flickr
Eiikii, Untitled

Ik zwerf al sinds juni 2005 rond op de flickr-website. Je treft er zeer diverse foto’s aan, van wazige familiesnapshots tot diepzinnige, technisch perfecte kunstfoto’s. En alles daartussen. Op flickr is de verbeelding aan de macht. Je vindt er geen big brothers, wel heel gewone mensen en zeer vreemde vogels.
Elk plekje van onze planeet zal al wel miljoenen keren gefotografeerd zijn; iedereen met een digitaal fototoestel zal wel honderden, zoniet duizenden foto’s op zijn harde schijf hebben staan. Het is met andere woorden onbegonnen werk om alle foto’s die op flickr worden gepubliceerd aandachtig te bekijken, laat staan te bestuderen. Je kunt je alleen maar door het toeval laten leiden, denk ik, je laten aanspreken door wat er voor jou uitspringt, door wat je emotioneel of intellectueel treft of door wat je verbeelding op het spel zet. Zulke foto’s zijn, wat mij betreft, altijd het werk van eigenzinnige mensen. Tijdens dat anderhalf jaar op flickr heb ik de evolutie van heel wat fotografen / kunstenaars gevolgd. Telkens weer ging mijn aandacht naar het werk van vier vrouwelijke fotografen. Zowel sterke als zwakke vrouwen, uniek, veelzeggend, elk van hen een (micro)kosmos. Ik heb het over Gabriela Iacob, Agata Lenczewska-Madsen, Cristina Regadas en *Estrella (Louise).

Gabriela Iacob ’s artiestennaam op flickr was een hele tijd ‘strange me’, nu noemt ze zich bescheiden ***************. Deze vrouw is zo uniek en fascinerend dat ze me zelf veel zin geeft om ook *************** te worden. Dat is natuurlijk uitgesloten. Ik heb haar talent niet, en ik ken haar wereld niet.
In haar werk vind ik geen sporen van het gewone, dagelijkse leven, van de rompslomp en de dagelijkse zinloze bedrijvigheid van de mensen. Gabriela Iacob schept haar eigen wereld van kleuren, geuren, bloemen, huid, ogen, haar eigen erotisch-mysterieuze verbeelding. Het is een sublieme, zeer muzikale wereld die teruggrijpt naar oude scheppingsmythen en zicht geeft op een nieuwe, eenzame wereld. Haar beelden rijmen op de gelukzalige droefheid van Tim Buckley en Hope Sandoval.

vrouwen,fotografen,fotografie,annumi,roweun,estrella,strange me,flickr
Gabriela Iacob, Untitled

Agata Lenczewska-Madsen ‘s belangstelling voor het ongewone in het gewone werkt aanstekelijk. Haar beelden sporen je aan tot verwondering. Haar manier om naar de wereld en naar zichzelf te kijken lijkt wel een gezonde ziekte. Iedereen wil op die manier wel ziek worden, denk ik.
Nooit velt deze fotografe een oordeel, ze is nieuwsgierig, ze stelt vragen aan de dingen. Haar foto’s zijn mogelijke antwoorden op die vragen. Er is altijd schoonheid in haar werk aanwezig, maar ook droefheid, melancholie, onzekerheid, het plezier van het vlees en de geest. Je treft bij haar ook eenvoudig plezier aan. Ze is ernstig, maar net zo goed zit ze vol gekkigheid. Agata Lenczewska-Madsen noemde zich al Annukka en Annumi. Wat zal het morgen zijn? Op weg naar haar foto’s weet je nooit wat je te wachten staat. Ik vind het heerlijk door haar verbeelding te worden verrast.

vrouwen,fotografen,fotografie,annumi,roweun,estrella,strange me,flickr
Agata Lenczewski-Madsen

Cristina Regadas (alias Roweun alias Eiikii) is een genereuze kunstenares. Haar ogen dansen als sterren. Het zijn de kostbaarste edelstenen die je ooit zag. Die zelfde ogen tonen ons een wereld van droeve schoonheid en schone droefheid, een wereld waar we niets van afweten, zelfs al zouden we onszelf voorliegen dat we bijzonder intelligent zijn. Cristina Regadas toont ons in haar foto’s ook haar eigen veelzijdige schoonheid. Neen, ze toont die niet, ze schenkt ons die schoonheid. Als je ooit één van haar zelfportretten hebt gezien is het heel moeilijk om de straat op te gaan en niet teleurgesteld te worden door wat en wie je om je heen ziet. Cristina Regadas is ieders perfecte zus. Ze is ieders perfecte geliefde. Ze is een grote artieste met een nog groter hart. Wat heeft ze prachtige lippen!

vrouwen,fotografen,fotografie,annumi,roweun,estrella,strange me,flickr
Eiikii, Untitled

*Estrella (Louise), die haar familienaam niet bekendmaakt, is niet zomaar een fotograaf. Ze is een artieste en een ontdekkingsreizigster. Ze toont ons een wereld die we allemaal kennen en die ons toebehoort, maar de meesten onder ons herinneren er zich niets meer van. Estrella herinnert zich nog alles haarscherp. Elk detail. Elke bloem, elke pop, elke schaduw, elke krakende trap. Op haar ontdekkingsreizen zwerft ze in alle richtingen, zonder ooit verloren te lopen. Ze vindt sporen van het onbekende, nieuwe verhalen van mysterie en verbeelding (denk aan Edgar Allen Poe, en meer nog, aan Lewis Carroll), maakt er nieuwe combinaties mee en toont die vervolgens aan ons. Opeens stellen we vast dat de droom nog niet gedaan is. We zijn nog steeds spelende kinderen.
Haar werk ziet er onschuldig, speels en zeer mooi uit, maar onder de vloed van die beelden is er iets angstaanjagends aan de gang, alsof een tragedie wordt verwacht. Het is een synthese van verbeelding en realiteit, van verleden, heden en toekomst.Kunst als schild tegen de brute realiteit? Daar ben ik niet zo zeker van, omdat de realiteit altijd in Estrella’s foto’s aanwezig is. Haar foto’s zijn een vorm van combinatiekunst. De combinatie van het werkelijke en het onwerkelijke, van angst en verlangen, van zekerheid en verwondering.

Voetnoot: inmiddels werken de links naar de flickrprofielen niet meer. Maar met wat zoeken op google is het niet echt moeilijk om werk van deze blijvend interessante kunstenaars terug te vinden.

DROMEN VAN VROUWEN

girls! girls! girls!

“Im just a gift to the women of this world
Im just a gift to the women of this world
Responsibility sits so hard on my shoulder
Like a good wine, I’m better as I grow older, and now
I’m just a gift to the women of this world
I’m just a gift to the women of this world
I’m just a gift to the women of this world
It’s hard to settle for second best
After you’ve had me, you know that you’ve had the best
And now you know that
I’m just a gift to the women of this world”

Lou Reed, A Gift

Dit is een tekstfragment van een song uit de uitstekende elpee Coney Island Baby. Het zou me niet verbazen als Lou Reed dit nog meende ook. Ik citeer dit hier als een variatie op het thema uit mijn vorige notitie. De collage hierboven is er weer een andere variatie op.

Foto (collage): Martin Pulaski

 

AVONTUREN MET VROUWEN

50464576_7edc2b9364_o

De vele andere vrouwen in mijn leven waar ik nooit avonturen mee had… Avonturen. Ja, dan moeten we elkaar eerst begrijpen. Waarover hebben we het als we zeggen: avonturen? In de context van het gesprek met Laura vorige zaterdag in de taxi zal het woord wel een seksuele connotatie hebben. Het spreekt vanzelf dat je met vrouwen (en met mannen) ook heel andere en misschien wel boeiendere avonturen kunt hebben dank seksuele. Maar in die taxi ging het echt wel over avonturen van seksuele aard. Niet-avonturen moet ik zeggen. Zal ik wat namen noemen? Dat doe ik toch zo graag. Het noemen van een naam, hem proeven op mijn tong, zijn geur ruiken, mij laten meeslepen door de associaties die hij oproept, is al een avontuur op zich. Sommige namen van vrouwen met wie ik geen avonturen heb gehad ben ik vergeten. Ze zijn verdwenen in de tijd, samen met de rook om mijn hoofd. De vriendin van G., uit Zonhoven. Gabriella. Maria M. (het zusje van Eva), we zaten zo vaak samen op café, Angèle…

Ik zie dat het tijd is voor een afspraak. Ik moet mijn mijmering hier afbreken. Maar ik beloof dat ik erop terug zal komen. Nog een fijne avond, beste lezer.

Foto: Queen Of the Jungle, Martin Pulaski, 2005

CECILIA EN DE UITVINDING VAN MOREL

Uit mijn tekst van gisteren over twee strippers uit ‘Nachtschade’ – een stripteasevoorstelling van Victoria in het Kaaitheater – is wegens een mij onbekende, waarschijnlijk technische reden een heel stuk weggevallen. Op die manier heeft onder meer de verwijzing naar Adolfo Bioy Casares op het einde van mijn relaas geen enkele zin. Ik heb de originele versie niet meer, daarom zal ik proberen wat ik gisteren schreef hier te reconstrueren. Maar mijn geheugen is niet meer wat het geweest is.
De schaars geklede Cecilia vertelde me dat ze uit Buenos Aires kwam. Dat is de stad van Borges, mijn favoriete schrijver, merkte ik enthousiast op. (Ik heb veel favoriete schrijvers.) Is hij niet erg moeilijk, vroeg Cecilia. Helemaal niet, zei ik. Borges neemt thema’s uit de wereldliteratuur, van Walter Scott, of Chesterton of Shakespeare of zo – vooral Britse schrijvers – en maakt op basis daarvan een spannend verhaal. De verrader is zo een van die thema’s. Ik ben wel het nichtje van Adolfo Bioy Casares, viel de stripteaseuse mij in de rede. Bioy Casares, zei ik, dat was de vriend van Borges. Ja, dat weet ik, zei ze. Ze hebben samen verhalen geschreven. Bioy Casares noemde zich dan Bustos Domecq. Morels uitvinding van Bioy Casares is een van mijn uitverkoren liefdesgeschiedenissen, zei ik. Die uitvinding uit de titel is een prachtige ‘machine’, die het hoofdpersonage het eeuwige leven schenkt. Cecilia legt me haar familieverwantschap uit, het is een verhaal van nichtjes, neefjes, tantes, ooms en grootgrondbezitters. Helemaal duidelijk wordt het mij niet, maar wat geeft het. Ik krijg al meteen zin om naar Argentinië te gaan. Maar dan is het tijd om afscheid te nemen. Cecilia geeft me nog een heerlijk zachte zoen, maar dat schreef ik al eerder.
In de taxi naar huis vertelde ik Laura over de vele andere vrouwen in mijn leven waar ik nooit avonturen mee had. Of ze mij geloofde weet ik niet zeker, maar ik denk het wel. Ze weet dat ik niet goed kan liegen.

morels-uitvinding

 

DE HERFST VAN DE MOOIE VROUWEN

Omstreeks 2.20 uur ben ik uiteindelijk, na veel getreuzel en gedoe, mijn stem gaan uitbrengen. Ik had eerst goed de folder met de instructies gelezen, zodat ik niets verkeerd zou doen. In het stembureau, een zaaltje van het Anderlechtse voetbalstadion, werd ik vriendelijk bejegend, ondanks of dankzij het rode westernhemd dat ik voor de gelegenheid had aangetrokken. Ik had dat ook al aan bij het concert van Ryan Adams, vorige donderdag. Hiermee is bewezen dat het kledingstuk geschikt is voor zeer uiteenlopende gelegenheden, waarvoor mijn dank aan een winkeltje in Budapest dat Voodoobilly heet. Als je een winkel al kunt bedanken?

Dat ik geen identiteitskaart bezat werd als de normaalste zaak van de wereld beschouwd. Wellicht heeft de helft van het Anderlechtse kiespubliek geen identiteitskaart. Op elke hoek staan dieven op de uitkijk. Het kleinood is zeer in trek, meer dan vlijmscherpe messen en fonkelende diamanten. Heden ten dage wisselen mensen graag van identiteit. Zo’n kaart is dan een noodzakelijk attribuut. Maar dat allemaal terzijde.
Ik moest de brief waarin zwart op wit en in kleur te lezen viel wie ik ben even afstaan en mocht me dan naar het stemhokje begeven. Meteen gingen mijn gedachten naar mijn oude vriend Guillaume Bijl, die ooit op een van zijn tentoonstellingen stemhokjes van over heel de wereld bijeenbracht. In mijn eigen stemhokje probeerde ik het scherm aan de praat te krijgen met mijn rechterwijsvinger, zonder enig resultaat. Ik wilde al mijn beklag gaan doen, maar dan herinnerde ik mij gelukkig weer het foldertje: je moest gebruik maken van een elektronisch potlood! Zo heb ik toch geen gek figuur geslagen. Ik had op voorhand de namen en de nummers van de lokale politici op mijn linkerhand geschreven, een beetje in navolging van de protagonist uit Christoper Nolans Memento (met mijn geheugen gaat het ook niet altijd even goed; stel dat ik in een vlaag van vroegtijdige dementie met mijn potlood een cirkel zwart zou hebben gemaakt naast de naam van zo’n vermaledijde blokker!, maar het is waar, dan moet je het al heel erg zitten hebben).

Ik heb mijn handen al een paar keer gewassen. Voor het eten, na het eten. Ja, tijdens het weekend nemen wij de Spaanse gewoonte aan van om drie uur te lunchen. Voor het plassen, na het plassen, enzovoort enzoverder. Maar het zal wel inkt van goed kwaliteit zijn want de namen en de nummers staan nog altijd goed leesbaar op mijn linkerhandpalm. Ik zal ze even overschrijven voor de nieuwsgierigen onder u:

9. Elke
21. Hilde
27. Kristel
30. Leila
38. Despina
45. Fadila

U ziet het, of u ziet het niet: het zijn allemaal vrouwen, drie Nederlandstalige, drie Franstalige, mijn stem netjes verdeeld over twee van onze taalgemeenschappen. De Franstalige dames hebben echter exotische namen, ze zullen wellicht van vreemde origine zijn. Mooi zo! Perfect! Hoe exotischer België wordt, hoe beter. Voor de rest zijn ze even Belgisch als u en ik. Wie weet trouwens wat de essentie van het Belg zijn is? want ik weet het niet hoor. Lange tenen, grote oren, kaalhoofdigheid, vroegtijdige dementie? Water uit het kraantje? Jean-Claude Vandamme? Guillaume Bijl? Tom Boonen? Paul-Henri Spaak? Zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan, ik ben heel goed in opsommen en vragen stellen.

Ik ben tevreden over de stem die ik heb uitgebracht. Stem? Het zijn zes stemmen, zoals in de goede oude tijd, toen het aantal stemmen dat je kon uitbrengen rechtevenredig was met je rijkdom. En terwijl jij als man ging stemmen voor tientallen andere mannen bleef moeder de vrouw lekker thuis om wafels te bakken. Of niet soms? We mogen daarom niet klagen: we zijn er sindsdien enorm op vooruitgegaan. En toch klagen we en willen we dat de dingen veranderen. Wat willen we dat verandert? Op de terugweg kwamen we onze huisdokter tegen. We bleven even praten. Denk je dat er nu iets zal veranderen, vroeg hij. Ik vroeg me af aan wat hij dacht dat er zonodig moest veranderen. Laten we het hopen, antwoordde mijn levensgezellin. Wat bedoelde zij daar eigenlijk mee? Hoe beter wij elkaar kennen, hoe slechter wij elkaar kennen. Dat is een feit. Niemand kent niemand. Misschien moeten we dat eens proberen te veranderen.

Van die zes vrouwen voor wie ik heb gestemd is Despina de mooiste. Toevallig heeft ze ook de mooiste naam. Ik hoop dat ik haar ooit leer kennen. Ik hoop van u hetzelfde.

DE ZWARTE JURKJES VAN PISA EN LUCCA

inge tinneke sabina

In Lucca was ik soms alleen, soms niet. Zolang ik niet alleen was, voelde ik me tevreden, er scheen mij weinig te ontbreken. De klaterende stemmen van mijn vriendinnen vulden de leegte die in mij was achtergebleven na de traumatische ervaring in de Brusselse zaterdagnacht. Meer had ik op zulke ogenblikken niet nodig.
Als ik alleen was zwierf ik lusteloos – waar ik niets negatiefs mee bedoel – en doelloos door de hete straten en steegjes van Lucca en nam geluiden, geuren, kleuren in mij op. Zowat alles wat ik waarnam bood troost en hielp me vergeten waar ik vandaan kwam. Af en toe ging ik aan een tafeltje zitten met een koffie of een glas witte wijn en keek ik naar de voorbijgangers. Toeristen, autochtonen, de meesten schaars gekleed vanwege de hittgegolf. Ik stelde vast dat ik vrouwen in eenvoudige zwarte jurkjes het aantrekkelijkst vond. Zwarte halflange haren, donkere ogen. Ach, ik zie ook graag vrouwen in witte jurken met blonde haren! Maar die fijne zwarte jurkjes hebben iets, ik weet niet goed wat. Ik zal er eens diep over moeten nadenken. Ik moet dat ‘iets’ kunnen bepalen.

De eerste avond in hotel La Luna zette ik de televisie aan. Ik zag Bill Murray een douche nemen. Ik had die dag zelf al een viertal keer onder de douche gestaan. Het was Lost In Translation, in het Italiaans gedubt. Een bizarre ervaring. Men was wel zo consequent geweest om de Japanse dialogen niet te vertalen. Daarna zag ik wat bommen neervallen op Libanon. Wilde ik dat wel zien? Ik denk dat ik vooral wilde ontsnappen. Overigens wil ik dat nog steeds. Om twee uur die nacht ontwaakte ik uit een vreemde wereld, met de oortjes van mijn iPod nog in. Hope Sandoval had me al na één lied in slaap gewiegd. Hope Sandoval met een zwart jurkje aan.

Foto: mijn reisgezellinen