ZONDER DE KLEUREN VAN VERONIQUE

La double vie de Véronique

Elke dag is nu een dag van verlies. Keer op keer, minuut na minuut, laat je iets weg. Op weg van de keuken naar de eetkamer had je nog een of ander voorwerp in je handen, nu sta je voor het raam en kijkt naar een schaarse passant. Je handen zijn leeg. Je elimineert. Uit je zo al onsamenhangend vertoog laat je bijkomstige, maar soms ook cruciale woorden weg.

Al lange tijd voel je je onvruchtbaar en mogelijk daardoor ongeliefd. Hoe kun je dan liefhebben? Je voelt je schuldig omdat je nalatig bent. Maar wat laat je na? Vandaag is het anders. Het moet veranderen, denk je. Maar het verandert niet. Je herhaalt wat je gisteren al herhaalde. Behalve datgene wat je wegliet, dat herhaal je niet langer. Je herhaalt hoe langer hoe minder. Je wordt er bijna feilloos in, in het weglaten uit de herhaling. Je weet niet meer wat je weglaat. Het is foetsie.

Soberheid is een deugd, maar weglaten is verliezen. Schrijven is schrappen, zegt de schrijver die van zichzelf denk dat hij wijs is. Maar elk woord dat hij schrapt is een aanslag op een vermogen. Het wordt al gauw een boek dat in rook opgaat. Een bibliotheek gevuld met miljoenen kostbare alexandrijnen. Je wint niet aan soberheid maar aan verdorring, een cactus in de woestijn. Hoe lang houd je die droogte vol? Hoe lang kun je blijven ademhalen in een onttoverde wereld?

Ik ben het niet kwijt, zeg je. Het is nog niet allemaal verloren. Nu vind ik het even niet, maar straks is het er weer. Ja, het is waar, vandaag heb ik gefaald. Maar wie zegt dat ik morgen nogmaals zal falen? Wie zegt dat er niets nieuws meer opborrelt, zoet water uit barre grond? De kleuren zien er flets uit, maar wie is er zeker van dat ze morgen niet weer oplichten als in een zeldzame droom, dat ze je meteen binnenvoeren in de wereld van Krzysztof Kieślowski? Dat je morgen de kleuren ziet zoals Véronique ze ziet. En het is waar, de muziek inspireert je vandaag niet, wat je hoort zijn betekenisloze klanken. Waar is de emotie? De ontroering. Maar morgen dan? Hoor je dan niet nog een keer de stem van Weronika zoals je die de allereerste keer hoorde, in 1991 moet dat geweest zijn. Dat is al een hele tijd geleden, dat wel. Maar toch: er is die zee van mogelijkheden, en zelfs al is dat een metafoor, het is niet niets.

Samen met het verlies voel je dat je bloed kouder wordt, al heb je geen koorts. Goede wijn behoeft geen krans, maar toch verliest hij met het ouder worden zijn bouquet. Hoe kan dat? Wie had ooit gedacht dat het in je leven de verkeerde richting zou uitgaan? Dat de genadeloze pijl tenslotte zijn doel bereikt. Toen je jong was, gisteren nog, wilde je zo graag ouder worden. Ouder en wijzer en ervaren. Iemand die weet wat existentie betekent. Voor wie het leven van de bijen, het Assyrische spijkerschrift en de twaalf ringen van Saturnus hun diepste geheimen hebben prijsgegeven. Zag je in de donkere ogen van die oudere man dan niet het mysterie van een nooit verwezenlijkt plan? Dat het ook voor hem bij het plan bleef en dat hij de verwezenlijking ervan voor zich zou blijven uitschuiven? Zoals jij nu zegt, veel gaat verloren, maar veel blijft nog over, en er is nog tijd, er is nog tijd, er is nog tijd. Zou je je niet beter afkeren van je idealen, van je smachten naar een lauwerkrans? Vergeet het zegevieren.

Betekent één enkele sequoia niet meer dan zo’n ideaal van je? Om nu nog een Cherokee te worden is het te laat. Om middernacht vertrekt de laatste trein naar Het Barre Land. Doe wat je moet doen en doe het goed. Omhels een boom, zoals Véronique.

TIEN DAGEN DIE MIJN WERELD DEDEN WANKELEN (6)

2016-10-27-avignon-lyon 034

Dag 3: 4 november 2016 (avond/flashbacks)

“De woorden barbaar en barbarij zijn kwaadaardige en gewaagde woorden en ik durf ze niet zonder uitleg vooraf te gebruiken: en als het waar is dat de Grieken de tongval van uitheemse volken aanduidden als gekwaak en daar dus dezelfde uitdrukking voor gebruikten als voor kikkers, dan zijn barbaren kwakers – zinloos en lelijk gebrabbel. Gebrek aan esthetische opvoeding.”*

4 november 1800.Thomas Jefferson, een wijnkenner, wordt tot 3de president van de Verenigde Staten verkozen. De Amerikanen beschouwen Jefferson als de geestelijke vader van de Verenigde Staten. Hij ontwierp de grondslagen van hun natie: alle mensen zijn gelijk geschapen, volkssoevereiniteit, het recht op verzet tegen de overheid wanneer die zich zelf niet aan de wet zou houden, en het natuurlijke recht op individuele vrijheid, leven en het nastreven van geluk (the pursuit of happiness). Deze basiswaarden had hij voor een deel opgedaan uit geschriften van de Britse Verlichtingsfilosoof John Locke, bij wie hij het principe ‘natuurrecht’ vond. Spinoza was daarbij ook een inspiratiebron. Maar wacht even. Voor Jefferson waren de Indianen (‘native Americans’) kennelijk niet ‘gelijk geschapen’. Jefferson was een van de bedenkers van de Indian Removal Act. Zijn eerste stappen om de Indian Removal Act te promoten zette hij tussen 1776 en 1779, toen hij adviseerde om de Cherokee en de Shawnee van hun grondgebied te verdrijven naar het gebied ten westen van de Mississippi. Was de uitroeiing van de Indianen geen genocide? Amerikanen blijven daar nogal stil over (er zijn uitzonderingen). Heel lang geleden, toen ik nog niet kritisch denken kon, heeft Hollywood geprobeerd mij in te prenten dat zij wilden waren, geen echte mensen, eerder barbaren. En is daar sindsdien veel veranderd? Wie lag vorige nacht wakker van Standing Rock? Een handvol neo-hippies, kunstenaars en muzikanten, dat wel. Waaronder Maria McKee, de fantastische zangeres die korte tijd veel succes had maar nu al lang zo goed als onzichtbaar is geworden, with no secrets to conceal.

4 november 1918. In Duitsland begint de Novemberrevolutie. Eind oktober plande de marineleiding eigenmachtig om de Duitse vloot tegen de Britse Royal Navy ten strijde te laten trekken. Ook al kon Duitsland de oorlog niet meer winnen, moest de vloot ten minste in een heldhaftige laatste slag ondergaan. De betrokken zeelui en mariniers zagen het echter niet zitten dat ze zich voor een verloren oorlog nog moesten opofferen: ze verzetten zich tegen dit plan en kwamen in opstand. Om hen te vertegenwoordigen kozen ze raden, de Arbeiter- und Soldatenräte. Deze beweging begon op 4 november in Kiel, Wilhelmshaven en andere havensteden en zette zich door in vele Noord-Duitse en later ook Zuid-Duitse steden. In Beieren werd zelfs de koning afgezet en de linkse sociaaldemocraat Kurt Eisner riep op 7 november in München een socialistische republiek uit.

4 november 1948. T.S Eliot, een van mijn uitverkoren dichters, won de Nobelprijs literatuur. Dat was nog eens wat anders dan die Bob Dylan van nu. Een echte dichter! En vooral: hij zou tijdens een banket met vertegenwoordigers van de upperclass, bankiers en andere dieven, kortom: de nieuwe rijken, niet uit de toon vallen.
“With a bald spot in the middle of my hair —
(They will say: “How his hair is growing thin!”)
My morning coat, my collar mounting firmly to the chin,
My necktie rich and modest, but asserted by a simple pin —
(They will say: “But how his arms and legs are thin!”)”
Maar laten we aannemen dat deze verzen niet autobiografisch zijn, de titel van het gedicht is immers ‘The Love Song of J. Alfred Prufrock’.

4 november 1956.  Sovjettroepen trekken Hongarije binnen om de Hongaarse opstand die op 23 oktober begon, de kop in te drukken. Duizenden komen om, meer raken gewond en bijna een kwart miljoen mensen verlaten het land. Ik herinner me Mitzi, de moeder van mijn uitverkoren vriendinnetje, Henrietta P. Mitzi was een Hongaarse, aan haar keukentafel proefde ik voor het eerst paprika en goelasj. Uit haar mond hoorde ik voor het eerst het woord poesta en zo kwam ik ertoe van wilde paarden te gaan dromen. Zo werd Budapest later een van mijn uitverkoren steden. Maar dat is allemaal voorbij. Wie reist er nog af naar een land waar een fascist de scepter zwaait? Overigens is dat niets nieuws. Ooit hadden daar de Pijlkruisers (Nyilaskeresztes Párt – Hungarista Mozgalom) het voor het zeggen, een fascistische bende. Hun tegenstanders, communisten, joden werden aan de Donau langs achteren in het hoofd geschoten en vielen vervolgens voorover in de Donau. Ik kan me voorstellen dat er bij die opstandelingen van 1956 nogal wat van die Pijlkruisers betrokken waren. Maar rechtvaardigt dat de inval van de het Sovjetleger?

2016-11-20-thuis 022.JPG

4 november 1958. Kroning van Paus Johannes XXIII in Rome. Toen was ik een katholieke jongen, die elke dag naar de mis ging. Ik hield van onze Paus. Hij was de beste mens van de wereld. Was hij wel een gewone sterveling? Hij was de plaatsvervanger van god. Alles wat hij zei was waar. Hij kon zich niet vergissen. En zelf vergiste ik me zo vaak. Soms denk ik dat mijn hele leven een aaneenschakeling van vergissingen is. (“Once a Catholic, always a Catholic”, schrijft Bruce Springsteen in zijn autobiografie ‘Born To Run’.)

4 november 1995. Na een vredesdemonstratie te hebben bijgewoond, wordt in Tel Aviv premier Yitzchak Rabin dodelijk gewond door een extreemrechtse Israëlische schutter. Onlangs in Avignon zag ik een tentoonstelling over die aanslag. Van de Israëlische filmregisseur/beeldkunstenaar Amos Gitai. “Can there be a naive modern art? It seemed to me that without the naivete still found among children and old people and, to some extent, in ourselves, the work of art would be flawed. I tried to correct that flaw.” (Amos Gitai)

4 november 1995. Ook in 1995 overleed op 70-jarige leeftijd Gilles Deleuze. Het verlangen is geen tekort, maar een productieve kracht. Deleuze maakt een eind aan zijn leven door uit het raam van zijn appartement te springen. Ik herinner me mijn worsteling in 1974 met ‘L’anti-Oedipe’ (van Gilles Deleuze en Félix Guattari). Ik herinner me zijn extreem lange nagels. Ik herinner me mijn experimentele – volgens mijn toenmalige beste vriend Jos ‘onleesbare’ – teksten ‘Anastasis’ en ‘Stasis’ – en nu moet ik huilen omdat een andere goede vriend, Paul Rigaumont, die mij aanmoedigde in mijn experimenten, mij vlak voor zijn dood, vorig jaar, schreef dat hij van mij geleerd had grenzen te overschrijden in schilderkunst en literatuur en zijn eigen weg te gaan.

paul rigaumont.jpg

Afbeeldingen: A. in Avignon; Paul Rigaumont leest voor uit zijn Anekdota.

*Nietzsche, Nagelaten fragmenten 1, 19 [313]