In westelijke richting. Foto:Martin Pulaski
Je went redelijk snel aan de traagheid van het leven op een klein eiland. Ongeveer alles staat in het teken van de zon en de oceaan. Omstreeks negen uur of wat later verschijnt de zon boven de Tequergenche in het Oosten, om ongeveer half zeven gaat ze weer onder achter de bocht van Punta La Calera en het naaktstrand Playa del Inglés. (Tien jaar geleden of langer ging je daar graag een uur per dag in de zon liggen niksen, lezen in de zon heb je nooit gekund.) De uren daartussen verdwijnen in het oneindige van de Atlantische Oceaan. Je geniet van een eenvoudig ontbijt terwijl de zon je lichaam verwarmt. Je drinkt voldoende koffie omdat het ontwaken ook trager verloopt. Voor de middag zit je wat muziek te beluisteren, waarna je een wandeling maakt naar La Calera, Vueltas, of naar het Westen (maar in die richting raak je niet ver).
Al gauw is het weer tijd om te eten. Een salade, lekkere sardines of inktvis, een Dorada Especial (of twee). Daarna lees je wat in een van de vier boeken die je hebt meegebracht; Mojo en Uncut heb je al uitgelezen. Vandaag ben je aan The New Yorker begonnen. Het nieuws in De Standaard Online geeft je weinig zin om naar België terug te keren. Zoveel drukte om niets.
Terwijl je dit zit te schrijven (en op de promenade een ‘zwerver’ wat willekeurige akkoorden op zijn gitaar zit te spelen) zoek je een paar dingen op over La Gomera. Toevallig ontdek je dat Tim Hart hier in Valle Gran Rey tot aan zijn dood in 2009 woonde. Tim Hart was – samen met Maddy Prior – oprichter en bezieler van de populaire Britse folkgroep Steeleye Span. Je hebt enkele weken geleden hun hele oeuvre voor een habbekrats aangeschaft. Vreemd dat je de vorige keren dat je hier verbleef nooit iets vernomen hebt over deze vrij beroemde inwoner van dit dorp. De muzikant is op eenenzestigjarige leeftijd gestorven ten gevolge van longkanker. Jij bent nu ook eenenzestig en maakt je zorgen over je eigen mogelijk nakende einde. Hoewel je, voor zover je weet, geen longkanker hebt. Maar die aanhoudende hoest dan?
Je zit dus ook wat te schrijven en op internet te lezen – er is nu al een paar dagen uitstekende verbinding. Na zonsondergang drink je een glas cava en wordt er beslist in welk restaurant er vis met mojo wordt gegeten. Het is geen moeilijke knoop om door te hakken: veel restaurants zijn hier niet, en nergens is het menu uitgebreid. De meeste avonden zitten muzikanten van hier heerlijk te spelen en zingen in Casa Maria, een blauw huis waar je nu op uitkijkt. Hun stijl lijkt op die van Buena Vista Social Club. Als je die stemmen en die snareninstrumenten hoort voel je je gelukkig. Misschien niet de hele tijd, maar toch even. Ten minste een lied lang. Ja, ja, je went hier snel aan de traagheid van het leven. Is dat wat de meeste mensen genieten noemen?
(De straatmuzikanten hebben ‘It’s All Over Now, Baby Blue’ ingezet. Tijd om dit hoofdstuk af te sluiten.)