KANSAS CITY, KANSAS

Little Willie Littlefield en Peewee Crayton

Bij ons is het alweer een magnifieke herfstdag en toch wil ik zomaar opeens graag ergens in Zweden of Noorwegen zijn. Zelfs in het laat 19de-eeuwse Rusland, voor de revolutie en de oorlogen. Ja, zowaar onderduiken wil ik in een of ander naargeestig stuk van Tsjechov, Strindberg of Ibsen, of in een ziel-zoekende film van Bergman. Donker, dat wel, maar de personages lijken nooit te zullen sterven en als ze al hoesten is het eerder kuchen, heel lichtjes, met een fijn zakdoekje voor de mond. Ook al gaat het over de dood en het eeuwige zwijgen, iets wat Franse filosofen onbekend is, toch blijft het enigszins lichtvoetig en luchtig, als slaapkamers die net zijn schoongemaakt, met de hoofdkussens opgeschud en weer zoals dat hoort in hun witte zijden slopen op hun plaats gelegd.

Ondertussen zitten aan een toog in het eeuwige Kansas City, Kansas uitgelaten venten hun whisky te drinken. Het moet in een bar zijn op de hoek van 12th Street & Vine. In hun glazen whiskey met een e maar ze noemen het goedje gaarne Kansas City Wine. Ze hebben bloeddoorlopen ogen en leven niet veel langer dan een vlinder, een mus die van het stadsbestuur gif wordt toegediend. Op de jukebox niets dan liedjes over lust en ongenoegen. They got a crazy way of loving. In dat Kansas City van Jerry Leiber en Mike Stoller zou ik nu ook wel eens een kamer willen vinden. Zou de Reno Club, waar Charlie Parker werd uitgejouwd nog bestaan? Zou Gene Clarks Kansas City Southern nog rijden, zou je zijn eenzaam en ver weg gefluit nog ergens kunnen horen?

Ach jongen, wat maakt het uit. Het zit allemaal in je hoofd en nergens anders. Maak je maar niet druk. Je zit in je kamer en straks is er vis en witte wijn.

HOOCHIEKOOCHIE: TERUG NAAR LOUISIANA

new orleans, september 1992 2.jpg

Zéro de conduite is een POPprogramma op Radio Centraal in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 ’s avonds. Een muzikaal evenement voor allen en voor niemand. Behoed je voor namaak. Stem af op 106.7 FM.
Je kunt Zéro via streaming beluisteren. Hier vind je meer informatie over de radio.

So I drifted down to New Orleans
Where I happened to be employed
Workin’ for a while on a fishin’ boat
Right outside of Delacroix
But all the while I was alone
The past was close behind
I seen a lot of women
But she never escaped my mind, and I just grew
Tangled up in blue

Bob Dylan

Vandaag – buiten is het koud en grijs – krijg je van ons een muzikaal verslag van onze tweede imaginaire reis naar het zuiden van de VS. In januari stopten we in Memphis, Tennessee en in Alabama en Georgia. Dit keer gaan we naar Louisiana en vooral naar New Orleans. De vorige keer dat we daar als ingebeelde reizigers verbleven was kort na de verwoestende orkaan Katrina, eind augustus 2005. In werkelijkheid waren we in wat de stad van de zorgeloosheid wordt genoemd, the big easy, in september 1992. Herinneringen komen nu naar boven aan de Mississippi, de French Quarter, Lasalle Hotel aan Canal Street, een bar in Decatur street waar we de fantastische Eddie Bo ontmoeten, trips naar de bayous, naar de Plantations, Charles Street, Pleasant Street, de legendarische club Tipitina’s, crawfish en gumbo, Congo Square* en Louis Armstrong Park. De hitte, de geur van kruiden en bloesems, exotische vogels, Audubon Park. Maar goed, de herinneringen aan dat verblijf staan elders geboekstaafd, nu is het tijd voor een gumbo van heerlijke muziek.

Veel luisterplezier!

eddie bo.jpeg

Way Back Home – Junior Walker & The All Stars – Moody Jr. (Motown)
Southern Accents – Johnny Cash – American Recordings II: Unchained
Saturday Night In Oak Grove Louisiana – Tony Joe White – Homemade Ice-Cream
Louisiana Blues – Muddy Waters – Screamin’ And Cryin’
Down South Blues – Dock Boggs – His Folkways Years 1963-1968
Jambalaya (On The Bayou) – Hank Williams – Let’s Turn Back The Years
Down Along The Bayou Country – Ricky Nelson – Rick Sings Nelson
City Of New Orleans – Willie Nelson – City Of New Orleans
Theme from Southern Comfort – Ry Cooder – Music by Ry Cooder – Ry Cooder
Southern Nights – Allen Toussaint – Southern Nights
Louisiana 1927 – Randy Newman – Good Old Boy
Walking To New Orleans – Fats Domino – Greatest Hits
When The Saints Go Marching In – Eddie Bo – Our New Orleans: A Benefit Album (2005)
Mardi Gras in New Orleans – Professor Longhair – No Buts, No Maybes. Hot in New Orleans!. The 1949-1957 Recordings
Ay-Tete Fee AKA Eh! Petitte Fille – Clifton Chenier – Creole Kings Of New Orleans
Allons A Lafayette – Joe Falcon & Cleoma Breaux – J’ai Été Au Bal
Les Flammes D’Enfer – The Balfa Brothers – The Balfa Brothers Play More Traditional Cajun Music
I Passed In Front Of Your Door – D.L. Menard – No Matter Where You At, There You Are
I’m A Fool To Care – Art Neville – Creole Kings Of New Orleans
Jockamo AKA Iko-Iko – Larry Williams – Creole Kings Of New Orleans

Johnny Jenkins - Front.jpg

New Orleans – Gary U.S. Bonds – Golden Age Of American Rock & Roll – Vol 4
Fortune Teller – Benny Spellman – Rolling with the Punches – The Allen Toussaint Songbook
Witchcraft – Elvis Presley – The Big Beat: The Dave Bartholomew Songbook
Weed Head Woman – Champion Jack Dupree – New Orleans Barrelhouse Boogie
New Orleans Jail – Rod Bernard – Swamp Rock`N`Roller
Every Night About This Time – The World Famous Upsetters Featuring Little Richard – The Big Beat: The Dave Bartholomew Songbook
Crescent City Bounce – Archibald – Good Rockin’ Tonight: New Orleans Rhythm and Blues
Good Jax Boogie – Dave Bartholomew – Good Rockin’ Tonight: New Orleans Rhythm and Blues
Land Of 1000 Dances – Chris Kenner – Atlantic Rhythm & Blues Vol 5 (1961-1965)
Ride Your Pony – The Meters – Rolling with the Punches – The Allen Toussaint Songbook
Black Widow Spider – Dr. John – Babylon
Blind Bats And Swamp Rats – Johnny Jenkins – Ton-Ton Macoute!
Brother Blood – Neville Brothers – Brother’s Keeper
There Must Be A Better World Somewhere – Irma Thomas – Till The Night Is Gone: A Tribute To Doc Pomus
Lake Charles – Lucinda Williams – Car Wheels On A Gravel Road
Leaving Louisiana – Emmylou Harris – Quarter Moon In a Ten Cent Town

dr_john-babylon1.jpg

Research & presentatie: Martin Pulaski
Afbeeldingen: Professor Longhair; Decatur Street, New Orleans; Eddie Bo; Johnny Jenkins; Dr. John alias Mac Rebennack.

*It was not until 1817 that the mayor of New Orleans issued a city ordinance that restricted any kind of gathering of enslaved Africans to the one location of Congo Square. They were allowed to gather in the “Place des Nègres”, “Place Publique”, later “Circus Square” or informally “Place Congo” at the “back of town” (across Rampart Street from the French Quarter), where the enslaved would set up a market, sing, dance, and play music. This singing, dancing and playing started as a byproduct of the original market during the French reign. At the time the enslaved could purchase their freedom and could freely buy and sell goods in the square in order to raise money to escape slavery. (Wikipedia)

 

SLIPPIN’ AND SLIDIN’: REST IN PEACE EDDIE BO

Het volgende schreef ik in september 1992, na een eerste bezoek aan de Verenigde Staten, en heel in het bijzonder aan de stad van mijn muzikale dromen, New Orleans.

“Voor we naar de Storyville club gaan, eten we vlug iets bij Frank’s, een onopvallend Italiaans eethuisje. Zeker zo goed als het cajun-eten en zeer goedkoop. In Storyville, aan Decatur St. treedt vanavond Eddie Bo op. Ik kan het haast niet geloven. Een maand geleden hebben we Eddie Bo in Brussel aan het werk gezien voor een uitverkochte AB en nu gaat de man zijn ding doen voor welgeteld zeven aanwezigen. Vijf daarvan zitten aan de bar, de andere twee, wij dus, aan een tafeltje. Na een tijdje is er een achtste, die in de deuropening postvat. Hij draagt een zwart alpinopetje en heeft een grijze baard. “Dat is Eddie Bo”, zegt Laura. Dat is inderdaad Eddie Bo. Hij lijkt het helemaal niet erg te vinden dat hier zo weinig volk is. Er is een voorprogramma : een blanke blueszanger met een lange baard à la ZZ Top die luistert naar de naam Coco Robicheaux. Ik geloof dat de ‘echte’ Coco Robicheaux een legendarische figuur is in New Orleans. Tijdens de weinig opvallende set van deze man probeer ik voldoende moed te vergaren om naar de Eddie Bo toe te stappen, die nu aan de bar staat. Na een drietal Corona’s (Laura drinkt Amaretto) durf ik het aan. Ik vertel hem dat ik uit Brussel kom, dat ik van zijn concert in de AB heb genoten. “All the way from Brussels, to see me,” roept hij uit, “man, ain’t that something!” Ik stel hem een aantal vragen over de muziekscene in New Orleans, over Johnny Adams, of die toch niet wat te zeer crooner uithangt, over Willy Deville, over Doctor John en vooral over Little Richard. Ik vraag Eddie Bo of hij ‘Slippin’ and slidin’ werkelijk heeft geschreven. “Jazeker,” zegt hij. Eigenlijk is dat niet helemaal waar. Eddie Bo’s nummer heet ‘I’m Wise’. Dat heeft model gestaan voor ‘Slippin’ and Slidin”. Het beste wat Eddie Bo ooit heeft gemaakt is ‘Check Mr. Popeye’. Eddie Bo zegt me dat we zeker eens naar Tipitina’s moeten gaan. We moeten daarvoor de tram nemen in Magazine Street. En maandag moeten we naar Louis Armstrong Park komen.

Het optreden van Eddie Bo is echt heel bezield. Zijn pianospel is vrij beperkt, maar het gaat om het ritme. Zijn stem klinkt warm. Hij overloopt ongeveer zijn volledige repertoire : ‘Slippin’ and Slidin”, ‘Land Of 1000 dances’, ‘Big Chief’, ‘Check Mr. Popeye’. Af en toe draagt hij een nummer aan ons op. Dat gaat dan van “this song is for Martin and Laura, who came all the way from Brussels to see me… enzovoorts.” In sommige songs wordt zelfs opeens naar Brussel verwezen. Eddie Bo heeft een pot op zijn piano staan. Daar moeten de aanwezigen geld in stoppen. Dat is iets typisch voor hier. De pot staat jammer genoeg een beetje in de weg. Je ziet de muzikant bijna niet zitten. Eddie Bo heeft zich in de jaren ’80 een tijdje teruggetrokken uit de muziek. Tijdens die periode heeft hij zijn brood verdiend als timmerman. Men heeft hem ook vaak door Broad Street zien lopen waar hij religieuze pamfletten uitdeelde aan de voorbijgangers. Ik denk dat die fase nu voorbij is. Maar ik heb het hem niet gevraagd. Ik heb hem zelfs niet gevraagd of hij nog altijd een moslim is. De man interesseert mij alleen maar voor zijn muziek. En daar is hij nog altijd goed in.”

Nu is Eddie Bo, echte naam Edwin Joseph Bocage, dood, op 79-jarige leeftijd gestorven na een hartaanval. Rest in peace, Eddie, and check mister Popeye!

IN MEMORIAM JERRY WEXLER EN ISAAC HAYES

In het voorwoord van Jerry Wexlers autobiografie, ‘Rhythm and the Blues – A Life in American Music’ schrijft David Ritz het volgende:

“At seventy-five, Wexler is still a holy terror. He runs around like an impatient kid, shopping for baby white eggplants at distant farm stands, booking acts for the local jazz association, talking on the Phone to musician pals, celebrating the latest Hank Crawford or T-Bone Walker reissues, making Benny Goodman tapes for his butcher, dominating the dinner conversation with war stories of song pluggers and smash records. His eyes twinkle; his fingers nervously smooth over his white beard. The mind is racing. Compulsive, cunning, extravagantly verbal, he stays two beats ahead. His rapid-fire speech blends a promotor’s hype with a scholar’s precision, his lexicon a mixture of the mean streets and the graduate library.”

Na Jerry Wexler tientallen keren gezien en gehoord te hebben in documentaires over de geschiedenis van rock, blues, rhythm and blues en soul geloof ik dat elk woord hierboven waar is. Jerry Wexler was een universum, ik respecteerde hem, hield van hem als van een ideale vader. Jerry Wexler heeft misschien meer gedaan voor de populaire muziek dan wie ook. Wie Jerry Wexler niet kent beveel ik het hierboven vermelde boek aan. Wie hem wel kent weet wat ik bedoel en hoe ik me voel.

Of misschien toch niet. Jerry Wexler is dood, maar heeft een buitengewoon ‘rijk’ leven geleid. Bovendien is hij 91 geworden; dat moet volstaan. Echt treuren doe ik daarom niet. Ik ben eerder in een feestelijke stemming en denk dankbaar terug aan alle muziek die ik door Jerry Wexler heb leren kennen. Let the good times roll!

Tegelijk neem ik ook afscheid van Isaac Hayes. Met uitzondering van ‘Shaft’ deed zijn muziek me niet zoveel. Maar natuurlijk heeft hij onvergetelijke songs geschreven voor Sam & Dave, waarschijnlijk het allerbeste soulduo ooit. Rust in vrede, Isaac Hayes, in je blote torso en met je gouden kettingen om je nek! Als ik nog eens in New York ben ga ik zeker weer langs bij Café Reggio en zal ik daar aan je denken. Je was nog te jong om nu al te sterven.