DONKERE NACHT VAN DE ZIEL (REDUX)

P1020998.JPG

Je zit in een kroeg en drinkt halflauw bier en wacht op iemand die je niet kent. Iemand om mee te praten. Je vroegere vrienden, als je die al had, en collega’s, noemden je een eenzaat, “ iemand die nog eens aan eenzaamheid ten onder zal gaan”. Heeft het belang? Je hebt je buik vol van grote woorden. Je zit te wachten op iemand, op om het even wie, man, vrouw of dier, om over het leven te praten, over alles wat je hebt beleefd, over de wind, de zee, de dakpannen die net niet op je hoofd vielen, over films van Claude Chabrol – en de andere de regisseurs die zoveel valsspelende mensen, tricheurs, hebben uitgekleed tot op hun diepste huidlaag.

Met je gezelschap, dat tegen wil en dank is komen opdagen, praat je niet over je eenzaamheid, over elkaars alleen zijn. Alsof dat een misdrijf is. Je praat evenmin over verlangens. Hoe je naar je vrouw verlangt, die nu ergens ademhaalt, je weet niet eens waar. In een bed, in een bos? In haar eigen donkere nacht van de ziel? Hoe je haar in je armen wilt houden en tegen je zweterige borst aandrukken. Haar borsten zullen ook wel zweterig zijn, denk je, terwijl je met je toevallige vriend over ‘La Femme Infidèle’ praat. Stéphane Audran. Haar tepels niet zo hard als in de winter, minder opwindend, maar haar geur zou je kunnen bedwelmen als de beste parfum uit Grasse. Dat weet je zo, ook al heb je haar geur nooit zo opgesnoven in deze lucht, in dit licht, in deze eenzaamheid.

Je praat en je kijkt naar de sterren en je wilt haar stem horen. Ver weg en dichtbij. Je volgt het gesprek niet langer. Mensen vertrekken. Het café raakt leeg. Stoelen worden op tafels geplaatst. Ik ben Phaedra, zegt een barmeisje. Wist je dat dan niet? Oh, ben jij Phaedra, zeg jij. Je bent heel erg mooi, Phaedra, maar ik moet dringend plassen, zeg je. De sterren nog altijd aan de hemel. Een stinkend toilet waar mannen de hele nacht hebben gepist. Later aan een tafel buiten bij jonge mensen uit het Pajottenland, feestvierders die je niet kent. Een scène die aan ‘A Streetcar Named Desire’ doet denken. Maar ik ben Blanche niet. Een wat zielige scene: “we mogen die arme Pulaski hier toch niet alleen achter laten. Stel dat hij weer wordt overvallen of zo”.

Op weg naar huis denk je aan gouden dagen, flitsen, flarden, fragmenten, niets is uitgewist, en denk je aan je geliefde, die je spoedig weer in je armen zal houden en die je veel meer troost zal bieden dan om het even welke onbekende. Dan om het even welke bekende. Maar nog enkele uren, nog enkele dagen moet je in je hoofd de noordenwind trotseren, en het gewauwel van kranten en televisie. Nog enkele dagen moet je het volhouden in de donkere nacht van je ziel.

16-7-2010 / 25-11-2015

P1020760.JPG

Foto’s: Martin Pulaski, 2009

CASIMIR PULASKI DAY

Martin Pulaski is de naam voor een ‘vrijer’ ego, voor iemand die kan schrijven als een strijder, voor iemand die minder belast is door mislukking en verleden. Ik heb de familienaam, zoals ik hier al eerder meedeelde, uit David Lynch’ Twin Peaks. In de eerste afleveringen van de serie komt een Ronette Pulaski voor, een meisje dat samen met Laura Palmer in donkere avonturen is verwikkeld. Ze wordt in tegenstelling tot Laura Palmer niet vermoord, maar wel zwaar toegetakeld; in de serie zie je gelukkig alleen maar de resultaten van het geweld, die zijn al erg genoeg. Ronette Pulaski is duidelijk een slachtoffer. Waarom heb ik die familienaam dan gekozen? Als een vorm van masochisme? Misschien. Hij klopt alvast niet bij het imago van een strijdend schrijver, wel bij dat van een loser. The king of the losers, zoals Danny & Dusty zingen.

In de memoires van producer Jerry Wexler, Rhythm and the Blues: A Life in American Music, las ik een anekdote over de Dixie Flyers, een groepje zwarte en blanke soulmuzikanten dat in het stadje Pulaski in Tennessee aankomt. Om de spanning wat op te voeren voegt Jerry Wexler eraan toe dat in dat oord de Ku Klux Klan werd opgericht. Gevolg: gemengde gevoelens bij de band, of wat dacht je. Dat deed mij wel even schrikken. Stel je voor dat ‘mijn lezers’ zouden denken dat ik de naam Pulaski om die reden had gekozen. Ik ben dan maar wat gaan googelen (Google bestond nog niet lang). Het verhaal over de KKK klopte. Overigens is het stadje genoemd naar een Poolse generaal Pulaski, die de Amerikanen bijgestaan heeft in hun onafhankelijkheidsstrijd tegen de Britten. Elke jaar wordt er een Pulaski Day Parade gehouden. Het stadje doet er ongetwijfeld alles voor om van zijn kwalijk imago uit het verleden af te geraken. Inmiddels is als ik me niet vergis Pulaski Day een feestdag voor de hele Poolse gemeenschap in de Verenigde Staten.

Waar Martin vandaan komt weet ik niet, het is waarschijnlijk gewoon een vervorming van mijn voornaam, Matthias. Ik heb lang geleden ook wel een goede vriend gehad die Martin heette, maar iedereen noemde hem Tinke. Ik heb bovendien enkele ‘helden’ die Martin heten: Martin Scorsese, Martin Heidegger en vooral Martin Luther King.Om mijn schuldgevoel helemaal weg te nemen is er de schitterende song Casimir Pulaski Day van Sufjan Stevens.

OFFICER PULASKI

chris penn,eddie pulaski,fuck,doodsbrief,dood,officer pulaski,familie,games

“Carl Johnson: Any last requests?
Officer Eddie Pulaski: Yeah… can I fuck your sister?
Carl Johnson: You an asshole to the end. Punk motherfucker.
[kills Pulaski]”

Dit is een stukje dialoog uit een videogame ‘Grand Theft Auto: San Andreas’. Ik weet hoegenaamd niets over videogames. Gelukkig is er imdb.com. Daar heb ik gevonden dat de stem van Officer Pulaski ontleend is aan de onlangs overleden acteur Chris Penn. Ik had dus eigenlijk naar zijn begrafenis moeten gaan, maar ik heb geen doodsbrief gekregen.

Trivia:
Pulaski is voiced by Chris Penn.
It’s not a coincidence that Eddie Pulaski looks a lot like his Voice Actor
Pulaski drives a white colored Buffalo in which the license plate says “PULASKI”.

 

Foto: mijn halfbroer, Eddie Pulaski

 

CASIMIR PULASKI

casimir pulaski 2

Ter opheldering wat informatie over een verre voorouder van Martin Pulaski. Je mag ook gerust de nieuwe cd van Sufjan Stevens opleggen, de track ‘Casimir Pulaski Day’.

Casimir Pulaski belongs to that select group of heroes, including the Marquis de Lafayefte, Thomas Paine, Giuseppe Garibaldi, and Pulaski’s fellow countryman, Thaddeus Kosciuszko, who opposed tyranny not only in their homelands, but wherever they found it. We especially honor Pulaski because he paid the ultimate price, having sustained a mortal wound while fighting for American independence at the battle of Savannah in 1779. Today he remains a symbol of the ideal of valiant resistance to oppression everywhere in the world.