
And do I love you my oh my
Yeah, river deep, mountain high
If I lost you would I cry
Oh how I love you baby, baby, baby, baby
Toen ik 16 was, in 1966, betekende Tina Turner alles voor mij. In de jaren kort daarvoor hadden the Rolling Stones en Bob Dylan met enkele volstrekt opwindende singles mijn kijk op de wereld en mijn eigen leven veranderd. Ik zal niet ontkennen dat films als Shane en boeken als De Graaf van Monte Cristo en de verhalen van Edgar Allen Poe dat ook al hadden gedaan. Maar op een zwoele zomerdag in een kleine roeiboot in Bocholt op de Zuid-Willemsvaart, die de Maas met de Schelde verbindt, hoorde ik uit mijn kleine transistorradio de gigantische sound van River Deep-Mountain High ten hemel stijgen. De stem van Tina Turner, aangevuurd door het genie van Phil Spector, die overweldigende wall of sound, met een echo diep als de Stille Oceaan, hoog als Mount Elbert in Colorado, raakte mij tot in elke vezel van mijn lichaam en ziel, die meer één werden dan dat ooit was voorgevallen in een van de vele Heilige Missen die ik in mijn kinderjaren, toen ik diepgelovig was, had bijgewoond. Ik was nu een missionaris van Tina Turner geworden. Meteen voelde ik ook aan wat seks werkelijk was, hoe uitzinnig verschroeiend en allesomvattend. River Deep-Mountain High heeft mij toen op die drie minuten en vijfentwintig seconden voor altijd betoverd. Over het vervolg van mijn liefdesgeschiedenis met Tina Turner zwijg ik in alle mij bekende en onbekende toonaarden.