HET KUNSTWERK VAN ZIDANE

Voetbal zegt me weinig, bijna niets. Maar het geeft me wel een kick als ik supporters in zoveel verschillende kleuren gehuld, en met vlaggen wapperend, en toeterend en juichend over de Brusselse lanen zie paraderen. Bevallige meisjes uit Ecuador, Brazilië, Portugal, die uit raampjes van opgesmukte auto’s hangen en welluidend glimlachen. Patriottisme in ludieke verpakking lijkt dan opeens ongevaarlijk geworden. Er zijn er zoveel en er zijn zoveel verschillen tussen hen dat ze uiteindelijk in elkaar opgaan en één worden. Zolang het sportief patriottisme geen nationalisme wordt en de supporters elkaar niet brutaal te lijf gaan is er niets aan de hand. Integendeel, het is dan een feest. Voorlopig heb ik nog geen geweld gezien, alleen plezier. De verliezers schijnen binnen te blijven. Wat me ook vrolijk maakt zijn de vele vlaggen aan de gevels. Dat geeft met het opwindende gevoel dat ik niet in Brussel woon, maar overal tegelijk, in een wereld die ten gevolge van ik weet niet wat, het één-al is geworden. Ik mag er niet te lang bij stil staan, want dan herinner ik me weer de markt en het spektakel. Ik sta er dan ook niet lang bij stil.
Omdat voetbal me weinig zegt heb ik nog geen enkele match gezien. Gisteravond dan opeens een flits van Frankrijk tegen Spanje. Zidane maakte een doelpunt. Die beweging bezat een sublieme schoonheid. Het was waarschijnlijk sport, maar het was ook tijdloze kunst, performance, wiskunde, abstractie. Helaas kan ik zaterdag niet kijken als Frankrijk tegen Brazilië speelt. Laat voetbal me dan toch niet onverschillig?