Gemiste kansen, gemiste ontmoetingen. Wat had er niet allemaal kunnen gebeuren op de trein Berchem-Brussel en terug, elke werkdag van november 1988 tot juli 1991? Ik dacht dat het een lange periode was, maar als ik die data nu zie staan, is het eigenlijk maar kort geweest. Zo schreef ik ooit een gedicht voor een voorbijgangster, die ik bijna elke ochtend tegenkwam op weg naar het station van Berchem, het was een vrij jong meisje, met veel zwart rond de ogen. Ze keek me altijd recht in de ogen, wat toch wel ongewoon is, en wat mij soms kippenvel deed krijgen. Ik heb haar het gedicht nooit durven geven. Ik weet ook niet waar het is. Het zal wel een bijzonder slecht gedicht geweest zijn, een beetje in de stijl van Baudelaire’s ‘A une passante’.
Een andere zaak is dat ik tijdens die treinritten honderden boeken heb gelezen, waaronder ‘De man zonder eigenschappen’ van Robert Musil. Heb ik dan wel iets gemist?