As soon as you’re born word je gedefinieerd. ‘Men’ deelt je in in groepen, gewichten, lengtes, strontkleur, pipikaka, haargroei, liggen als een big of rechtop lopen als een homo sapiens, ‘men’ deelt je in in types, categorieën, soorten. Blijf vooral niet liggen als een big, dan loopt het verkeerd met je af. Leer heel gauw lopen en praten en schrijven. Lezen is niet zo belangrijk. Voetballen, vechten, al de andere onzin die we allemaal kennen. Ik ben nu ingedeeld, en niet voor de eerste keer, bij de ‘depressieven’. Vroeger waren wij de romantici, die meestal aan tbc leden, nu is het een psychisch probleem. Waar het op neerkomt is dat we anders zijn. We moeten ‘geneesmiddelen’ nemen om hetzelfde te worden als de rest. Vroeger zong ik mee met The Kinks, ‘I’m not like everybody else’, maar dat doe je niet meer op mijn leeftijd. Je luistert, bereidwillig, alsof je meespeelt in een eenvoudig spel. Mens Erger Je Niet, of iets dergelijks uit lang vervlogen tijden. De dokter zegt, ik zou het maar eens proberen met antidepressiva. Goed, dat probeer je dan, hoewel je eigenlijk op voorhand al weet dat je niet ‘depressief’ bent, omdat je die categorie niet aanvaardt, en dat bijgevolg dat geneesmiddel niet zal genezen. Sindsdien – twee of drie jaar geleden, misschien wel langer – heb ik al tientallen antidepressiva geprobeerd. Negentig procent wekte braakneigingen op, of deed me naar het toilet snellen om echt te kotsen. Trek had ik niet meer. Of ik at de hele tijd zoete koekjes, tot ik tien kilo zwaarder was geworden en dacht, nu is het genoeg geweest. Ik verdraag geen antidepressiva, net zoals ik geen antibiotica verdraag. Antibiotica zijn tegen het leven, antidepressiva tegen melancholie. Melancholie is een sterke kracht in je – je kan en mag die niet onderdrukken. Het is beter om er naar te luisteren. Melancholie kan je net redden van de middelmatigheid, het ongeluk, de zelfmoord. Melancholie is als zodanig al het medicijn.
Toch wilde ik naar mijn werk kunnen gaan, zijn als de anderen, mijn collega’s, mijn kennissen, sommige van mijn vrienden. Om die reden nam ik het enige middel waar ik niet van moest kotsen: Fluoxetine, beter bekend als Prozac. De eerste weken voel je niets, daarna ontstaat een soort van euforie, je denkt dat je veel meer aan kan dan je kunt. Maar daardoor put je je reserves uit, en al snel word je moe. Van wat ben ik nu toch zo moe, denk je eerst. Je legt niet meteen het verband. Maar een mens denkt na en legt al snel wel verbanden. Je bent moe omdat je je reserves gebruikt voor taken die niet van tel zijn in je leven – in het leven dat je waarachtig wilt leven. Je put je uit om geld te verdienen. Om de leugen in stand te houden. Welke leugen? De leugen van de welvaart in het Westen. Bij ons is het allemaal veel beter. Vreemd is ook dat je van Fluoxetine heel veel zin krijgt in alcohol, in mijn geval in Duvel. Zo word je geleidelijk in plaats van iemand die aan een ‘depressie’ lijdt een ‘alcoholicus’: je moet elke dag je twee Duvels hebben, bovenop je Prozac.
Vanavond was er geen drank in huis. Ik begaf me door de sneeuw naar een nachtwinkel, net voorbij het Constant Vanden Stockstadium. Onderweg snelden tientallen gedachten door mijn hoofd. Waarom houd ik niet van voetbal? Waarom ben ik geen supporter van Anderlecht? Ik herinnerde mij een match in Barcelona, we waren uitgenodigd door de burgemeester, ereplaatsen – maar het was de koudste nacht van mijn leven en zelden heb ik er zo naar verlangd dat de tijd heel snel voorbij zou gaan, ondanks de schoonheid van het spel, het enthousiasme van de vrienden, het extreme groen van het gras, de schoonheid van de voetballers… Eens in de nachtwinkel wist ik niet goed meer wat ik moest hebben. De kou en de sneeuw hadden mij gegeven wat ik nodig had. Waarom dan nog Duvels, waarom nog medicijnen?
Wat je nodig hebt zijn je vrienden, je geliefden, je broer, de wereld om je heen, de echte wereld, niet die op televisie. Je wilt omhelsd worden, gestreeld, gekust. Degenen die om je geven mogen de geur van je gevangenschap ruiken, want hoelang zit je al niet in een kooi? Geen enkele pil, geen enkele pils, geen enkele Duvel zal de tralies buigen of breken. Je moet gewoon het slot openen met je sleutel.
Foto: Martin Pulaski, zelfportret met Bettye Lavette t-shirt.