FALEN, HOPEN, DROMEN

Foto: Martin Pulaski, 2014

Facebook herinnert me eraan dat ik het op 20 maart 2009 leuk vond dat Karin Rieder Hanssen het leuk vindt als mensen haar links leuk vinden. Karin Rieder Hanssen antwoordde daarop zo: hahahahahahiiihihihhahahoohoohohohaahaaa! Het maakt duidelijk dat we toen vrienden waren, niet close maar toch, en dat we nog hartelijk konden lachen. Nu zijn we al enkele jaren geen vrienden meer. Wat een pandemie met een mens zoals kan doen. Niets is meer zoals het was voor die noodlottige maand maart 2020. Op 21 maart 2020 stelden we vast dat in Lombardije al 27.206 mensen besmet waren met het covid-virus. 3.456 doden moesten er dringend worden begraven.

Nu is het oorlog in Oekraïne. Hoe lang zal die nog aanslepen? Wat kunnen we ertegen doen? Wat kunnen we hoe dan ook doen? Wachten op het begin van de lente? Op straat komen en betogen tegen allerlei onrechtvaardigheden? Gedichten schrijven? Naar concerten gaan? Van elkaar houden?

Ja, wat kunnen we doen? Ons met elkaar verzoenen, misschien? Onze fouten en vergissingen met de mantel der liefde bedekken. Ik heb Karen Hanssen nooit de rug toegekeerd. Wel heb ik gedaan wat in het Engels zo mooi the right thing wordt genoemd. Of dat neem ik toch aan. Ik vreesde samenzweringen – en de theorieën daaromtrent die toen de ronde deden en vooral uit het Amerika van Trump afkomstig waren. Ik vreesde een zwarte golf, een ruk naar extreemrechts. Ik vreesde de manipulatie van extreemrechtse populisten. Ik voelde aan dat de angst voor en de woede tegen de wetenschap en de geneeskunde gevaarlijk waren voor de democratische samenleving. Al was ik – uit ervaring – maar al te goed op de hoogte van het falen van wetenschap en geneeskunde. Al wist ik dat winst en woeker de leidende principes waren en nog steeds zijn.

Het belangrijkste was echter dat we er zoveel mogelijk voor elkaar waren en dat we elkaar steunden. Dat we kritisch waren maar erkenden dat we niet altijd gelijk hadden. Dat de waarheid op elk ogenblik al achterhaald is. Ik wens Karen Rieder Hanssen en alle kritische mensen en alle twijfelaars en alle zonderlingen en alle gewone mensen (wie zijn dat?) een zo gelukkig mogelijk leven. Ik geloof in het principe hoop. Ik hoop dat aan die vreselijke oorlog in Oekraïne snel een einde komt. You may say I’m a dreamer, but I’m not the only one.

DE KUNST VAN DICHTERS EN SOLDATEN


Weggedoken ligt hij voor het raam op wacht,
Zijn gedachtestroom een licht fontein.
Ontwaakt daarna met wat vroege vogels
En soldaten donkerblauw van jullie dood.
Zij die blauwe bessen eten. Hun gezang
Looft voldoening en grootse vernielkunst.

Altijd tot de vale tanden gewapend.
Hun kleine handen grijpen glazen vol gin
Rum wodka jenever, plaatselijke varianten.
Altijd blinkt het koper van knopen en bugels.

Eensgezind lijken zij soms, soldaten en dichters,
Als uit naburige gehuchten vertrokken.
Hun halzen lelieblank scharlaken aardedonker,
De weerloos kloppende aders van hun geslacht.
Hun ogen chagrijnig, venijnig, van heimwee
En zilveren liefdesverdriet hun donkere tranen.

In het vaderland van waar hij aanging
Graasden in de regengroene prairie buffels
Berustend onder de aanvang van de zon.
Alom warme boeren en buitenlui onderdanig
Aan de wetten van nieuwe blanke wapens.
In de illusie van God en Maria vol Genade.

Van in het begin al kende hij het pad
Over het vlakke land eerst en de Delta
En dan weer de weg omhoog van de denker
Die ook altijd omlaaggaat als hij klimt.

De dichter die fietsend om zich heen kijkt
Naar de gewassen en zo de pedalen verliest
En toch overeind blijft, niet eens wankelt,
Door de ziel van de buffels beschermd.

Bij valavond treedt de rust in. Hij bedaart.
Klaar voor geluid en gerucht in cafés bars.
Voor de vredige lobby’s van chique hotels
Waar hij in zetels thee drinkt en Martini Dry
En toekijkt hoe Magdalena met rode lippen
Zich van haar warmste kleren ontdoet.

De laatste uren licht draaien moedwillig traag
Omdat hij dan toe is aan slakkengang.
Vergeten zijn nu prairiehond en antilope.
De schemeruren blijven nog wat zijn element
Voor de nacht begint van vrees en beven,
Of wat geprevel van warrige schietgebeden.

De nacht valt dan voor dichters en soldaten
Die de kunst verstaan bloedsporen te wissen
Met woorden in brieven aan ware geliefden
En slijm van de dood zonder snik door te slikken.

Maar neen, niet hun wrangste tranen:
Dat zijn hun broodkruimels, hun sporen.
Om diep in het holst van de donkerste nacht
De landweg naar huis terug te vinden.
Waar hij al opgetogen voor het raam zit of ligt
Wachtend op echo’s van hanen, aandenkens,
En enkele beelden verzint voor deze ballade.

KLEINE BEVRIJDINGEN EN SCHADUWEN VAN DE DOOD

Foto: Martin Pulaski, maart 2022

Het voorlopig laatste en 62ste hoofdstuk van Nachten aan de Kant (ook wel eens Antwerpse Nachten genoemd) verscheen hier op mijn blog op 15 april, nu ruim zeven maanden geleden. ‘Tamelijk onbetamelijk gedrag’ kwam maar moeizaam tot stand. Mogelijk was ik moe, of had ik een aanval van zwaarmoedigheid, of waren er te veel zorgen en beslommeringen in verband met ziekte, woononzekerheid en oorlog in Europa. Mogelijk hield de lichte weerzin om door te gaan met het project verband met de inhoud van die episode en vooral van wat nog zou komen en nu moest geschreven worden. Als je partner, zij die in mijn kroniek Senga wordt genoemd, ook al is zij daar “a walking contradiction partly truth and partly fiction”[1], aan een levensbedreigende ziekte lijdt is het moeilijk om over een doodservaring te schrijven die destijds echt wel hevig was, maar bedekt met een laag van veertig jaar euforie, ellende en levenswijsheid niet veel meer dan een intense angstaanval lijkt geweest te zijn. Ik moest erover schrijven, ik kon er niet over schrijven.

In diezelfde periode vierden we een kleine bevrijding. Covid-19 leek op zijn einde te lopen; na meer dan twee jaar konden we weer buitenkomen, vrienden ontmoeten, een reis maken. Wat had schrijven te betekenen als je ook kon leven? Al gauw stelde ik vast dat het leven voor mij niets was als ik niet kon schrijven. En ik kon niet schrijven, of toch niet veel meer dan wat feiten in potlood in mijn dagboek en elke maand een playlist voor mijn radioprogramma Zéro de conduite.

Hoogste tijd om opnieuw de echte vrijheid op te zoeken, die van mijn spreekwoordelijke schrijfcel. In Berlijn vorig jaar las ik een provocerende slogan van de grondlegger van het lettrisme, Isidore Isou: ne travaillez jamais. Als jongeman zou ik die woorden toegejuicht hebben; nu weet ik wel beter. Als je niet kunt werken heb je geen echt leven. Ik bedoel dan wel een soort van werken waarin je jezelf herkent, werken dat mogelijk moeizaam gaat maar toch ook altijd speels is. Je maakt iets in het zweet uws aanschijns maar doet dat spelenderwijs.

Enkele dagen geleden heb ik het werk aan Nachten aan de Kant kunnen hervatten. Vandaag, morgen of overmorgen mag je hier hoofdstuk 63 en 64 verwachten. En daarna de volgende episodes. Ik wil met deze reeks doorgaan tot ik de rand van de afgrond bereik. Dat zal ergens in 1982 of begin 1983 zijn. Van 1982 tot ongeveer 1988 zwierf ik, zonder herder of heer en het ontbrak me aan ongeveer alles behalve vriendschap, liefde en haat, door de Vallei van de Schaduw van de Dood. Daar valt niet veel over te vertellen, denk ik. En in weerwil van die grote woorden was het leven toen toch nog een stuk aangenamer dan nu, nu de aftakeling elke dag voelbaar en zichtbaar is. In je hart, in de spiegel en in de hele wereld. Mogelijk klink ik nu te pessimistisch en vergeet ik de jongeren die alles, maar dan ook alles, beter gaan maken.

[1] Kris Kristofferson, The Pilgrim, Chapter 33

TUSSEN DE BEDRIJVEN

Hoe hij er vanaf de zijlijn op toekijkt.
Voorovergebogen in een regisseursstoel,
Stille herder, met secure gebaren.
Helder zijn ooghoek in het morgenlicht.

Wat neemt hij waar? Op zijn linkerhand
Vlekjes groen uit een er-was-eens-natuur.
Op zijn rechter blauwe schaduw van dode strijders,
Jonge jongens op Omaha Beach.

Ook vandaag weer dwarrelen bladeren neer
Terwijl snelle parkieten alom hun gang gaan
Alsof ze alle tijd van de wereld gegund is.
Aan zijn blik onttrekken zich warmere tinten.

Tussen de bedrijven* voegt hij zich bij de parade
Alsof zijn levensloop ervan afhangt.
Op het trottoir ontwaart hij een passante*
Met bevallige tred naar een echt leven elders.

Herinner jij je zijn avonturen? Verre van
Ridderroman, weinig glansrijks om na te vertellen,
Keer op keer weer dat zelfde trivial pursuit.
Niet één paragraaf ondeugende onschuld.

In zijn vertrek sluit hij, gewonde ridder, zich op
Met een zucht zo diep als het Baikalmeer.
Een echo van schoten en ultimatums.
Groene en blauwe spikkels, meer niet.

Niet langer denkt hij aan zijn spookrijders,
De paljassen en clowns die hem zo kwelden.
Er is geen levende ziel in aantocht of aftocht.
Rustig kan hij zijn hele dramaturgie deleten.

*“”The library’s always the nicest room in the house,” she quoted, and ran her eyes along the books. “The mirror of the soul” books were. The Faerie Queene and Kinglake’s Crimea; Keats and the Kreutzer Sonata. There they were, reflecting. What? What remedy was there for her at her age—the age of the century, thirty-nine—in books? Book-shy she was, like the rest of her generation; and gun-shy too. Yet as a person with a raging tooth runs her eye in a chemist shop over green bottles with gilt scrolls on them lest one of them may contain a cure, she considered: Keats and Shelley; Yeats and Donne. Or perhaps not a poem; a life. The life of Garibaldi. The life of Lord Palmerston. Or perhaps not a person’s life; a county’s. The Antiquities of Durham; The Proceedings of the Archæological Society of Nottingham. Or not a life at all, but science—Eddington, Darwin, or Jeans.”
Virginia Woolf, Between the Acts, 1941

*“avec sa jambe de statue”, A une passante, Charles Baudelaire

Foto’s: Martin Pulaski

ZERO DE CONDUITE: OVER AARDE

Zéro de conduite is een muziekprogramma waarin songs uit de popcultuur met zachte hand in het keurslijf van thema’s worden ingerijgd. Woekerende chaos wordt met liefde en toewijding overzichtelijk gemaakt. Alle zogeheten populaire genres komen aan bod, al ligt de nadruk op Angelsaksische folk, blues, country, soul en rock-‘n-roll. Onbevooroordeelde muziekliefhebbers noemen het allemaal pop. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds kan je ernaar luisteren op Radio Centraal 106.7 fm en streaming. Meer informatie over de zender en zijn medewerkers en programma’s vind je hier. Het motto van deze aflevering is: Late in the heavens / That are already bought / Sleeps a red planet / In the galaxy of a lion’s thoughts.

In memoriam Jerry Lee Lewis en Pierre Soulages

In deze aflevering verlaten we de innerlijke ruimte: we gaan naar buiten. Hier is de aarde, onze blauwe en groene en beschadigde planeet. Meer dan ooit in de geschiedenis vraagt zij onze aandacht.

De zon werpt licht op landen en landschappen. Op het gras en de rozen en de platanen. De dagen staan ons toe te werken, te denken, te rekenen, te beminnen. Soepele dagen, die we zo graag indelen in wiskundige eenheden, terwijl de tijd vliegt. Waar is de nacht gebleven? Alle straten, alle paden, alle holle wegen zijn verlicht. Alle streng bewaakte parken zijn verlicht. Moeilijk om van onder de dennen, van tussen de rotsen de sterren te zien. Zelfs de lumineuze wolken onttrekken zich aan het oog. Maar we spannen ons in om toch iets te ontwaren. We luisteren. Niet naar ons hart, maar naar de ziel van wat ons omgeeft. Op een bergtop neemt de helderheid toe. In de valleien branden vuren. Angstig zoeken overblijvende dieren een schuilplaats in de schaduw van olmen, paardenkastanjes en beuken. Alsof ook zij bang zijn geworden stromen rivieren donker naar de zee. Hun water is tegelijk woest en moe. De hele aarde kreunt onder ons afval.
Altijd is er een groter vuur mogelijk. Altijd weer sluiten naties hun grenzen, om oorlog te kunnen voeren en zo vijandelijke steden, dorpen, gehuchten en wat overblijft van de wouden te verwoesten. Vijanden. Zijn niet alle naties elkaars vijanden? Is niet elke mens stilaan een vijand geworden van wat deze aarde doet bewegen? Met de rug naar de onzichtbare sterren gekeerd en daardoor blind voor zichzelf en zijn liefde? Zou alleen een goede superman ons nog kunnen redden? Of is dat alleen maar een droom uit Hollywood? Desondanks veel luisterplezier. Muziek kan helpen…

Planets – Bill Callahan – YTI⅃AƎЯ – Bill Callahan – 6:11

Mornin’ Glory – Iris DeMent – Sing The Delta – Iris DeMent – 4:47

The Morning Light – Ron Sexsmith – Forever Endeavour – Ron Sexsmith – 2:53

Friday Night – Beth Orton – Weather Alive – Beth Orton – 5:34

Where Did The Night Go – Gil Scott-Heron – I’m New Here – Gil Scott-Heron – 1:14

Air – Talking Heads – Fear Of Music – Talking Heads – 3:34

Fractured Air (Tornado Watch) – Calexico – Carried To Dust – Joey Burns – 3:15

Blue Clouds – Mercury Rev – The Late Great Daniel Johnston: Discovered Covers – Daniel Johnston – 4:43

Mountain In The Clouds – Miroslav Vitouš – Infinite Search – Miroslav Vitouš – 1:52

Falling Down a Mountain – Tindersticks – Falling Down A Mountain – Stuart A. Staples – 6:32

Adouagh Chegren (At The Top Of The Mountain) – Bombino – Deran – Abdallah Oumbadougou – 5:01

High On The Mountain – Joan Shelley – Like The River Loves The Sea – Joan Shelley  – 3:49

Summer Dream – Bonny Light Horsemen – Rolling Golden Holy – Bonny Light Horseman – 5:20

Into The Woods – My Morning Jacket – Z – Jim James – 5:21

The Black Oak – Emily Jane White – Ode to Sentience – Emily Jane White – 3:03

Fire Of Unknown Origin – Patti Smith Group – Wave – Patti Smith, Lenny Kaye – 2:09

The Fire – Television – Adventure – Tom Verlaine – 5:57

Blue River – Eric Andersen – Blue River – Eric Andersen – 4:46

By The Rivers Dark – Leonard Cohen – Ten New Songs – Leonard Cohen/Sharon Robinson – 5:21

The Sea Calls – Richard Hawley – Lady’s Bridge – Richard Hawley – 5:54

Last Lion Of Albion – Neko Case – Hell-On – Neko Case – 3:38

The Eagle And Me – Van Dyke Parks – Song Cycle – Arlen/Harburg – 2:30

Animal Farm – The Kinks – The Kinks Are The Village Green Preservation Society – Ray Davies – 3:01

All The Things [Alternate Version] – The Byrds – (Untitled) / (Unissued) – Roger McGuinn/Jacques Levy – 4:58

Fantastic Voyage – David Bowie – Lodger – David Bowie/Brian Eno – 2:59

Icarus Or Blériot – Brian Eno – Foreverandevernomore – Brian Eno – 4:24

Orange Crush – R.E.M. – Green –  R.E.M. – 3:52

Waitin’ For A Superman (Mokran Mix) – The Flaming Lips – Soft Bulletin – The Flaming Lips – 4:20


Samenstelling, research en foto’s: Martin Pulaski

20 SEPTEMBER 2009

Ik herinner mij de autovrije zondagen van meer dan tien jaar geleden. We dachten, onnadenkend, in relatieve vrijheid te leven. Oorlogen leken stilaan af te lopen. We schreven gedichten over de liefde. ‘Cynthia, liefde van mij heeft jou overdreven geprezen; blozen moet ik om mijn lied dat jou verhief tot een ster.’ Hope Sandoval was de echte blauwe engel. Op mijn ouders na leefde zowat iedereen nog. Koesterde ik illusies? Dacht ik niet dat geleidelijk aan alles beter zou gaan, al was er altijd het vooruitzicht van de dood? Die we met een kwinkslag en een glas wijn aan de kant konden schuiven. Niets om je nu al zorgen over te maken.
In 2009 maakte ik me weinig zorgen, al was ik toen ook al wel boos op gebouwen en op wie ze bouwde. Als ze lelijk waren dan toch, en dat waren ze maar al te vaak. De autoloze zondagen in Brussel leken er zomaar te zijn, niet omdat het moest. Op koude dagen was het in onze kamers warm en lazen we daar gedichten van Federico Garcia Lorca en van de toen nog onschuldige Lucebert. Het was de beste tijd. Wisten we veel dat de slechtste tijd in een oogwenk al zou aanbreken. Wat valt er nog te redden? En dan nog: wie zal het doen?

Foto’s: Martin Pulaski, Brussel, 20 september 2009

ZERO DE CONDUITE: EEN WANDELING IN HET PARK

Serralves, Porto. 11 november 2012


Zéro de conduite is een muziekprogramma waarin songs uit de popcultuur in het keurslijf van thema’s worden ingerijgd. Woekerende chaos wordt met liefde en toewijding overzichtelijk gemaakt. Alle zogeheten populaire genres komen aan bod, al ligt de nadruk op Angelsaksische folk, blues, country, soul en rock-‘n-roll. Onbevooroordeelde muziekliefhebbers noemen het allemaal pop. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds kan je ernaar luisteren op Radio Centraal 106.7 fm en streaming. Meer informatie over de zender en zijn medewerkers en programma’s vind je hier. Het motto van deze aflevering is: It’s just a rumour that was spread around town / Somebody said that someone got filled in / For saying that people get killed in / The result of this shipbuilding / With all the will in the world / Diving for dear life.

Bij de samenstelling van deze aflevering van Zéro de conduite stelde ik me voor dat ik in een mooi park wandelde, Hampstead Heath in Londen bijvoorbeeld, en dat de gedachten, dagdromen en invallen die er tijdens die wandeling in mijn hoofd zouden opkomen begeleid zouden worden door songs. Of dat ze mijn gedachtestroom – zeker in het geval van gepieker over armoede, ziekte en dood – zouden doorbreken. Van welke liedjes ik in mijn denkbeeldig park tijdens mijn fantasmagorische wandeling graag wilde horen maakte ik een lijst: liedjes voor een wandeling in het park. Het is geen platonische lijst geworden met daarin de absoluut allermooiste liederen voor zo’n promenade; dat zou onmogelijk geweest zijn. Niemand kan vrijblijvende lijsten maken. We leven in onze eigen tijd en worden of we het nu willen of niet op elk ogenblik beïnvloed door wat ons omgeeft. Een uitgesproken inspiratiebron was een interview met de begenadigde bass explorer Danny Thompson – uit Battersea, waar het romantische Battersea Park met de London Peace Pagoda is gelegen – in het maandblad Mojo. Danny Thompson is 83 maar zijn geest (brain) is nog 18, zegt hij. Hij speelde contrabas bij talloze legendarische muzikanten en bands, waaronder John Martyn, Pentangle, Tim Buckley, Nick Drake, Richard Thompson, Incredible String Band, Paul Weller en Kate Bush. Op die manier zijn er nogal wat nummers waarop Danny Thompson de contrabas hanteert in de lijst binnengeslopen. Met dank aan interviewer Tom Doyle. De meeste songs voor deze wandeling mogen met enige ironie easy listening worden genoemd, al zijn ze dat soms op een wat perverse manier. En er is natuurlijk op de achtergrond – die soms voorgrond wordt – de oorlog. Vandaar de traditional Oh Death, Elvis Costello’s en Clive Langer’s Shipbuilding, Jeff Tweedy’s War on War en zelfs All The Neon Lights Are Blue van de o zo miskende zanger en componist Mickey Newbury. Tim Buckley’s The Earth Is Broken (live in Londen) spreekt dan weer boekdelen over wat wij met de aarde hebben gedaan. Dat stel je zelfs vast als je in het allermooiste park je zorgen probeert te vergeten, luisterend naar het gekwinkeleer van de vogels of plots oog in oog staand met een prerafaëlitische engel. Wandelend in een park kun je verlangen naar een andere wandeling in een ander park, of in een paradijselijke tuin, zoals die van Serralves in Porto. Wat in deze pastorale aflevering zeker niet mocht ontbreken is Walk in the Park van Victoria Legrand en Alex Scally, beter bekend als Beach House.

Veel luisterplezier.

Opgedragen aan Danny Thompson. Long may you run.

Hampstead Heath, Londen. 25 juni 2014

The Earth Is Broken – Tim Buckley – Dream Letter: Live In London 1968 – Tim Buckley

Summer Dress – Ryley Walker – Primrose Green – Ryley Walker

Absinthe – Beth Orton – Comfort Of Strangers – Beth Orton

Sleeping Me Awake – James Elkington – Ever-Roving Eye – James Elkington

Summer Heat – Bert Jansch – When The Circus Comes To Town – Bert Jansch

Lord Franklin – Pentangle – Cruel Sister – Trad. arr. B.Jansch/J.Renbourn/D.Thompson/T.Cox/J.McShee

In A Crowd – The Modern Jazz Quartet – The Sheriff – John Lewis

Solid Air – John Martyn – Solid Air – John Martyn

River Man – Nick Drake – Five Leaves Left – Nick Drake

Os Dias São À Noite – Madredeus – O Paraíso – Pedro Ayres Magalhães

Shipbuilding – Robert Wyatt – Panic – Elvis Costello/Clive Langer

In Florida – Jake Xerxes Fussell – Good And Green Again – Jake Xerxes Fussell

The Mad Hatter’s Song – Incredible String Band – The 5000 Spirits Or The Layers Of The Onion – Robin Williamson

Alabama Bound – The Charlatans – The Amazing Charlatans – Traditional

Oh Death – Kaleidoscope – Side Trips – John William Reedy

All The Neon Lights Are Blue – Mickey Newbury – Blue To This Day – Mickey Newbury

Journey in Satchindananda – The Third Mind – The Third Mind – Alice Coltrane

Never Learn Not To Love – The Beach Boys – 20/20 – Dennis Wilson/Charles Manson

Sylvia Said [1995 Remix] – John Cale – Fear – John Cale

In My Other World – Julee Cruise – The Voice Of Love – Julee Cruise/Louis Tucci

Walk In The Park – Beach House – Teen Dream – Alex Scally/Victoria Legrand

Constellation – Calexico – El Mirador – Joey Burns

Mount Airy Hill (Way Gone) – Kurt Vile – (watch my moves) – Kurt Vile

Listen To Me – Micah P Hinson – All Dressed Up And Smelling Of Strangers – Charles Hardin/Norman Petty

Surfin’ USA – The Jesus And Mary Chain – Darklands [Disc 2] – Chuck Berry/Brian Wilson

Little Honda – Yo La Tengo – I Can Hear The Heart Beating As One – Mike Love/Brian Wilson

War On War – Low – Wilco Covered – Tweedy

End of the Season – The Kinks – Something Else by the Kinks – Ray Davies

Edie Sedgwick – Turn The Whole World On Just For A Moment… – Ciao! Manhattan – Edie Sedgwick

Hampstead Heath, London. 25 juni 2014


Research, samenstelling en foto’s: Martin Pulaski

ZERO DE CONDUITE: BLOED

Grave, Julie Ducorneau

Zéro de conduite is in essentie een muziekprogramma waarin songs uit de popcultuur in het keurslijf van thema’s worden ‘geperst’. Woekerende chaos wordt enigszins overzichtelijk gemaakt. Alle zogeheten populaire genres komen aan bod, al ligt de nadruk op Amerikaanse folk, blues, country en rock-‘n-roll. Sommige muziekliefhebbers noemen het allemaal pop. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds kan je ernaar luisteren op Radio Centraal 106.7 fm en streaming. Meer informatie over de zender en zijn medewerkers en programma’s vind je hier.
Het motto van deze aflevering is
You bit your lover in the bed, / Come here I`ll break your lousy head / Our nation must be saved and freed / You been accused of murder, how do you plead?

I Spit On Your Grave, Meir Zarchi

Op 10 april begint de Goede Week. Voor wie het nog niet of niet meer zou weten: dan worden het lijden, sterven en de verrijzenis van Jezus herdacht. Ik heb altijd meer interesse gehad voor de wederopstanding dan voor het lijden en sterven maar in deze tragische tijd kan ik niet aan de dood voorbijgaan. Aan gewonde en stervende mensen en dieren, aan bloed. Hoewel we er liever niet aan denken of naar kijken is het er altijd. Bloed. Vaak wordt deze vloeistof in één adem met zweet en tranen genoemd. In elk tijdperk, in elk leven, in elk gezin, in elke woning wordt er gebloed. Elke dag vloeit her en der bloed. Op sommige dagen en in sommige periodes – zoals nu – is de hoeveelheid bloedverlies groter dan anders. (We kunnen ons het volume ervan zelfs niet meer voorstellen.) Dan zijn we triest en bang en voelen we ons hulpeloos. We zoeken naar middelen om het bloeden te stelpen maar vinden er geen. Het lijkt erop dat sommige bloedingen vanzelf moeten ophouden. Hopen en bidden en en beven veranderen niets aan deze situatie. Het is een schaakspel dat niemand kan winnen. Ook de koning en de koningin hebben gapende wonden. Al begrijp ik dat zelfs gebeden die niet worden verhoord toch troost kunnen bieden, vooral als ze in delicate tempels, kerken, synagogen en moskeeën worden gezongen of in stilte uitgesproken. Eveneens begrijp ik dat kunst, ook die waarin bloedige taferelen worden afgebeeld, het Martelaarschap van de heilige Agatha door Giovanni Batistta Tiepolo bijvoorbeeld, of Saturnus verslindt zijn zoon door Francisco de Goya, ons kunnen helpen de ogen te sluiten voor het afschuwelijke, voor de horror. Zelfs bloederige horrorfilms als Trouble Every Day van Claire Denis, Grave (Raw) van Julie Ducorneau en La reine Margot van Patrice Chéreau kunnen ons afleiden van wat ginds, niet zo heel ver van hier, gaande is. Misschien kunnen ook deze 31 bloederige songs dat?

Ondanks alles veel luisterplezier en dat er gauw vrede mag komen.

Trouble Every Day, Claire Denis

The Blood – The Zion Travelers – Down By The River – L.C. Cohen

I Know His Blood Can Make Me Whole – Blind Willie Johnson – The Complete Blind Willie Johnson – Blind Willie Johnson

I’ve Got Blood In My Eyes For You – Mississippi Sheiks – Honey Babe Let The Deal Go Down: The Best Of Mississippi Sheiks – L. Carter

Bloodshot Eyes – Wynonie Harris – King R&B Box Set Vol. 1 – Penny Hall

Blood Is Redder Than Wine – Little Willie Littlefield – Going Back To Kay Cee – Leiber/Stoller

Lust Of The Blood – Jerry Lee Lewis – Theme Time Radio Hour, Show 80: Blood – Jack Good/Ray Pohlman/William Shakespeare

Bleeding All Over The Place (Alternate Mix) – Randy Newman – Guilty: 30 Years Of Randy Newman – Randy Newman/Goethe/Milton

It’s About Blood – Steve Earle & The Dukes – Ghosts Of West Virginia – Steve Earle

Pay In Blood – Bob Dylan – Tempest – Bob Dylan

Let it Bleed – The Rolling Stones – Let It Bleed – Mick Jagger/Keith Richards

Hot Blood – Lucinda Williams – Sweet Old World – Lucinda Williams

Blood, Sweat and Murder – Nick Cave & Warren Ellis ft. Scott Biram – Hell Or High Water (OST) – Scott Biram

Sleeping In Blood City – The Gun Club – Miami – Jeffrey Lee Pierce

Heroin – The Velvet Underground – The Velvet Underground & Nico 45th Anniversary [ Deluxe Edition Vol.1] – Lou Reed

Blood – Tindersticks – Tindersticks – Alistair McAuley/David Boulter/Dickon Hinchliffe/Mark Colwill/Neil Fraser/Stuart A. Staples/Tindersticks

Blood Never Lies – Thurston Moore – Demolished Thoughts – Thurston Moore

Taste Of Blood – Mazzy Star – She Hangs Brightly – David Roback

Drawn To The Blood – Sufjan Stevens – Carrie & Lowell – Sufjan Stevens

Black Arrow, Bleeding Heart – Whiskeytown – Faithless Street – Steve Grothman/Caitlin Cary/Eric Gilmore/Phil Wandscher

Bloody Hands – Mark Olson & Gary Louris – Ready for the Flood – Mark Olson/Gary Louris

Flesh And Blood – Johnny Cash – Man In Black: The Very Best Of Johnny Cash – Johnny Cash

Are You Washed In The Blood – The Louvin Brothers – Nearer My God To Thee – Traditional

Blood Red Bird – Smog – Red Apple Falls – Bill Callahan

O Haupt voll Blut und Wunden (Matthäus Passion) – De Nederlandse Bachvereniging, Jos Van Veldhoven – Johan Sebastian Bach

Jesus’ Blood Never Failed Me Yet – Gavin Bryars with Tom Waits- Jesus’ Blood Never Failed Me Yet – Bryars

Blood of Tin – Lydia Lunch – Queen Of Siam – Lydia Lunch

Romeo Is Bleeding – Tom Waits – Blue Valentine – Tom Waits

Desert Blood – Albert Ayler – The Last Album – Mary Parks

Five Nights Of Bleeding – Poet & The Roots – Dread Beat An’ Blood – Linton Kwesi Johnson

Blood And Fire – Niney The Observer – Trojan Explosion – Winston Holness

Brother Blood – Neville Brothers – Brother’s Keeper – Charles Neville/Ron Cuccia

La reine Margot, Patrice Chereau

Samenstelling en research: Martin Pulaski

ANTIGONE/SUNSHINE SUPERMAN, ZOMER 1968

Ik was de andere, hij die achttien zou worden.
De jongens in het grijs noemden mij Kleurentelevisie.
Voor een handvol kenners was ik Mister Pitiful.
Ik was een naïeve, bange, moedige jongen.
Ik was een zoon, geen dochter.
Ik was een ongeschoolde dichter.
Ik had regenbogen als schoenzolen.
Ik wist niet wie of wat ik was.
Was ik dan geen man, geen Bo Diddley?

Ik zou voor een commissie verschijnen.
Ik zou in een studio Antigone spelen.
Een stukje Antigone, niet het hele stuk.
Ik moest een meisje worden.
Een meisje in de gebrandmerkte huid van een vrouw.
Eerste huid, tweede huid, derde huid.
Wie zou het meisje zijn en wie de jongen?
Alleen ik lag daar wakker van, dacht ik.

De wereldlingen sliepen in bronzen dromen.
Hoorden zij hun onheilspellende klokken luiden?
Onderdanen op zoek naar hun begeerte.
In hun spiegels was er weinig aan de hand.
Er was gretigheid, er werd goed geld verdiend.
In dorpen en steden sliepen zij voldaan en voldoende.
De tijdgenoten, de ouders, de vaders en moeders.
Zij die uit de oorlog kwamen en de oude wetten spelden.

Ik was achttien, bitter, en wist weinig, niets.
Ik wist niet dat ik een antieke Griekse worden zou
Die appelsienen van de bomen plukt.
Die in de dromen van haar donkere slaap
Haar dode broer met lauweren kroont.
Ik at geen appelsienen, laurier was louter woord.
Ik was niet meer dan een naam, een voornaam.
Een titel op een briefomslag.
Niet meer dan een geur in moeders keuken.
Waar ik mijn Grieks meisje lange brieven schreef
Over hoe we in grotten zouden dansen bij een zachter vuur.
Ik was Sunshine Superman, wisten jullie dat niet?
Naar de overzijde zouden we gaan, schreef ik haar in het blauw.
Naar de overzijde, waar wonderlijke asters bloeien.

Nee, zei ik, ik word geen man, ik word geen vrouw.
Zo viel ik in een even donkere slaap waarin ik dichter werd.
Ik vluchtte naar de vruchtdragende bomen.
In de boomgaard onder de appelbomen wachtte ik af.
Ik vluchtte naar het zoetere water.
Daar aan dat zachte water ging ik zitten wachten.
Ging ik de as van mannen en vrouwen,
Ging ik de as van tijd en ruimte uit mijn ogen wassen
Tot de wereld genezen zijn zou van zijn absurde wonden.

Tongeren, mei 1968


De eerste versie van dit autobiografische en mythologische gedicht lijkt te zijn ontstaan op 24 april 2008, al vermoed ik dat er eerdere versies waren, maar zeker ben ik daar niet van. Sommige gedichten zijn nooit af. Of is niets ooit helemaal voltooid? De titel was toen ‘Ongetwijfeld Antigone (in 1968)’. Op 10 september 2017 publiceerde ik hier een nieuwe versie met als titel ‘Een jongen in de huid van Antigone’. Ik had het gedicht toen meer helderheid gegeven, eenvoudiger gemaakt. Mogelijk wilde ik de autobiografische aspecten ervan meer benadrukken.
De versie van vandaag heeft als basis het gedicht van 2008. Ik kreeg het gisteren toevallig onder ogen en was er weer een keer niet helemaal tevreden mee. Er ontbrak kleur, levendigheid, beweging aan. Het was te abstract. Ik heb er enkele autobiografische toetsen aan toegevoegd en het meer historische en politieke achtergrond gegeven. Ik heb het zowel aan de tijd (1968) onttrokken als er, door enkele culturele referenties, meer in ondergedompeld. Van de donkere slaap van Antigone heb ik tegelijk die van de dichter gemaakt. Het Griekse meisje naar wie ik in 1968 brieven op luchtpostpapier schreef, heette Helena en woonde in Istanbul. Ze was een Turkse onderdaan. Ik heb nooit geweten wat er met haar is gebeurd en zal dat ook nooit weten. Als zij sterft zal ik haar niet begraven en als ik sterf zal zij mij niet begraven. Alleen met de dood komt de voltooiing.

ZERO DE CONDUITE: MARK LANEGANS JUKEBOX

Zéro de conduite is een themaprogramma gewijd aan pop/cultuur in songs op Radio Centraal (106.7 FM) in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds. Het motto van deze aflevering isSome jack of diamonds kicked her heart around / Did they know they were walking on holy ground? / Almost called it a day so many times / Didn’t know what it felt like to be alive.
Je kan dit programma via streaming beluisteren. (En hier vind je meer informatie over Radio Centraal en andere excentrieke en wispelturige collega’s radiomakers).

Vanavond geen songs over oorlog en evenmin over vrede, al is vrede het enige waar wij – die de aarde nauwelijks hebben beroerd en de zon nauwelijks hebben gezien – op dit ogenblik naar verlangen. Vanavond draait alles rond Mark Lanegan, die op 22 februari in het Ierse stadje Killarney plots overleed. (Dat ‘Kill’ in de plaatsnaam valt mij nu pas op.) Tot de oorlog uitbrak werd er veel meer over Mark Lanegan geschreven, en vaak met liefde, dan ik had durven te verwachten. De waanzin van de tiran Poetin en het agressieve, militaristische antwoord daarop van veel Europese en Amerikaanse politici, zetten een punt achter deze mooie treurnis. Opgeblazen kortzichtigheid, opportunisme en winstbejag alom. Er wordt over oorlog gepraat alsof het drinkwater is. Wie van hen denkt aan onze acht miljard soortgenoten en aan de talloze dieren en planten die de aarde bewonen?
Zelf schreef ik ook over de voortreffelijke zanger en songschrijver. Ik verwijs naar die tekst in plaats van hier een nieuwe inleiding te schrijven. De songs die aan bod komen zijn in de eerste plaats die van hemzelf en van een aantal van zijn samenwerkingsverbanden (Soulsavers, Isobel Campbell, the Gutter Twins, Duke Garwood), met daarnaast werk van muzikanten, componisten en zangers die hij bewonderde, die voorbeelden voor hem waren. Je ziet de namen hieronder staan. Mogelijk was Jeffrey Lee Pierce voor Lanegan de muzikale held bij uitstek. Hij was echter niet de enige: de zanger uit Ellensburg in de staat Washington had een ruime blik en een open oor. Zijn coverplaten I’ll Take Care Of You (1999) en Imitations (2013) horen bij de allerbeste op dat gebied. Zijn interpretatie van klassieke pop- en folksongs moet niet onderdoen voor de manier waarop Elvis Presley, Billie Holiday, Otis Redding en Frank Sinatra dat deden. Toch heb ik er de voorkeur aan gegeven om van die liedjes de originele versies te draaien, niet omdat ze beter zijn, maar om het mij niet te gemakkelijk te maken. Wie I’ll Take Care Of You niet in zijn/haar bezit heeft raad ik aan om meteen naar de platenwinkel te lopen of te fietsen en dat sublieme meesterwerk aan te schaffen. Hopelijk is het in voorraad.

Ondanks alles veel luisterplezier!

The Gun Club, Miami
  1. One Way Street – Mark Lanegan – Field Songs – Mark Lanegan – 4:19
  2. Pill Hill Serenade – Mark Lanegan – Field Songs – Mark Lanegan/Mike Johnson – 3:27
  3. Can’t Catch The Train – Soulsavers – Broken – Ian Glover/Rich Machin/Mark Lanegan – 3:34
  4. Carry Home – The Gun Club – Miami – Jeffrey Lee Pierce – 3:12
  5. Kingdoms Of Rain – Mark Lanegan – Whiskey For The Holy Ghost – Mark Lanegan – 3:24
  6. Last One In The World – Mark Lanegan – Scraps At Midnight – Mark Lanegan/Mike Johnson – 4:24
  7. Sometimes – Pearl Jam – No Code – Eddie Vedder – 2:41
  8. Polly – Nirvana – Nevermind – Kurt Cobain  – 2:57
  9. Blues Run The Game – Jackson C. Frank – Blues Run The Game – Jackson C. Frank – 3:34
  10. Some Misunderstanding – Gene Clark – No Other – Gene Clark – 8:10
  11. Man In The Long Black Coat – Bob Dylan – Oh Mercy – B. Dylan – 4:35
  12. Strange Religion – Mark Lanegan – Bubblegum – Mark Lanegan – 4:08
  13. Free To Walk – Isobel Campbell & Mark Lanegan – We Are Only Riders – Jeffrey Lee Pierce – 2:54
  14. Lonely Street – Patsy Cline – Sweet Dreams: Her Complete Decca Masters (1960-1963) – Stevenson/ Belew /Sowder – 2:34
  15. Ba-De-Da – Fred Neil – The Many Sides Of Fred Neil – Fred Neil – 3:38
  16. Little Sadie – John Renbourn – Faro Annie – Trad. – 3:19
  17. Snake Song – Townes Van Zandt – Flyin’ Shoes – Townes Van Zandt – 2:37
  18. Constant Waiting – Mark Lanegan – We Are Only Riders – Jeffrey Lee Pierce – 3:41
  19. Cripple Creek – Skip Spence – Oar – Skip Spence – 2:16
  20. Brompton Oratory – Nick Cave & The Bad Seeds – The Boatman’s Call – Nick Cave – 4:07
  21. I’m Not The Loving Kind – John Cale – Slow Dazzle – John Cale – 3:08
  22. The False Husband – Isobel Campbell & Mark Lanegan – Ballad Of The Broken Seas – Isobel Campbell – 3:54
  23. Wedding Dress – Mark Lanegan – Bubblegum – Mark Lanegan – 3:08
  24. Bete Noire – The Gutter Twins – Saturnalia –  Mark Lanegan – 3:51
  25. Like Little Willie John – Mark Lanegan – Bubblegum – Mark Lanegan – 3:53
  26. No More In Life – Little Willie John – The King Sessions 1958-1960 – Bill Doggett/Regina Adams/Ace Adams – 2:36
  27. I’ll Take Care of You – Bobby “Blue” Bland – Two Steps From The Blues – Brook Benton – 2:26
  28. Red Balloon – The Small Faces – The Autumn Stone – Tim Hardin – 4:17
  29. Shiloh Town – Tim Hardin – Simple Songs Of Freedom: The Tim Hardin Collection – T. Hardin – 3:12
  30. Needle Of Death – Bert Jansch – Bert Jansch – Bert Jansch – 3:21
  31. In The Pines – Lead Belly – Smithsonian Folkways: American Roots Collection – Arranged by H. Ledbetter – 2:10
  32. You Will Miss Me When I Burn – Palace Brothers – Days In The Wake – Will Oldham/Palace Brothers – 3:19
  33. Death Rides A White Horse – Mark Lanegan & Duke Garwood – Black Pudding – Mark Lanegan/Duke Garwood – 3:59
  34. She Done Too Much – Mark Lanegan – Field Songs – Mark Lanegan – 1:29
  35. Dollar Bill – Screaming Trees – Sweet Oblivion – Lanegan/Conner – 4:35

Samenstelling en research: Martin Pulaski

ZERO DE CONDUITE: VAN GEBOORTE TOT DOOD

Nanci Griffith, 2004. Foto: Julie Jacobson.

Zéro de conduite is een themaprogramma gewijd aan pop/cultuur op Radio Centraal in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds. Verruim je geest en stem af op Radio Centraal 106.7 fm. Waarom zou je hem blijven vernauwen? Het motto van deze show is Blood spilled out from the hole in your heart / Over the strings of your guitar / The worn down places in the wood / That once made you feel so good.
Je kan dit programma via streaming beluisteren. (En hier vind je meer informatie over Radio Centraal en andere excentrieke en wispelturige collega’s radiomakers).

Voor vanavond selecteerde ik een reeks songs die uitzonderlijke momenten in het leven als onderwerp hebben. Dat gaat van geboorte tot dood, met daartussenin de kinder- en adolescentietijd, school, verliefdheid, rebellie, geweld en oorlog, huwelijk, conflict en echtscheiding, alcoholisme, gevangenis, herinneringen en epifanieën, ouderdom en – onrechtstreeks – de troost van kunst (waaronder deze songs zelf), religie en filosofie. Vreemd genoeg zag ik achteraf, toen het al te laat was, dat ik werken en reizen niet had opgenomen in mijn overzicht van belangrijke levensmomenten. Mogelijk omdat ik nooit echt graag heb gewerkt om in mijn levensonderhoud te voorzien? André Breton wist al dat het echte leven elders was (dan op de werkplek).
Met veel tegenzin heb ik een groot aantal mooie en relevante songs moeten weglaten. Ik noem er enkele: My Old School, Steely Dan; From Hank to Hendrix, Neil Young; Starting a New Life, Van Morrison; Young and Innocent Days, the Kinks; L’enfance (The Double Life Of Veronique), Zbigniew Preisner; Death of a Salesman, Low; Teenage Lobotomy, the Ramones; A Life (1895 – 1915), Mark Hollis; Life and Times on the Beach, David Kauffman & Eric Caboor; Rehab, Amy Winehouse; Country Death Song, Violent Femmes; Just Like Tom Thumb’s Blues en Boots of Spanish Leather, Bob Dylan; Life Will Pass You By, Kaleidoscope en The Last Rose of Summer van Tom Waits.
Maar ook ver weg van de graanetende mensen moet je keuzes maken. En gedane zaken nemen geen keer.

Deze aflevering van Zéro de conduite draag ik op aan Nanci Griffith, Don Everly, Charlie Watts en de vrouwen en kinderen van Afghanistan.

Veel luisterplezier.

Born Under A Bad Sign  – Albert King – The Very Best Of Albert King – William Bell/Booker T. Jones

Child Of Mine – Carole King – Writer – Carole King

My Only Child – Nico – Desertshore – Nico

Whenever A Teenager Cries – The Jeans – Laurie Records Story Vol 3  – Ernie Maresca

I’m Not Angry – The Everly Brothers – The Golden Hits Of The Everly Brothers – Jimmy Howard

School Day (Ring Ring Goes The Bell)  – Chuck Berry – Gold: Chuck Berry – Chuck Berry

The Biggest Night Of Her Life – Harpers Bizarre – Anything Goes – Randy Newman

Sugar Mountain – Neil Young – Decade  – Neil Young

Love At The Five & Dime – Nanci Griffith – The Last Of The True Believers – Nanci Griffith

Pictures Of Lily – The Who – Thirty Years Of Maximum R&B – Pete Townshend

Me And Julio Down By The Schoolyard – Paul Simon – Paul Simon – Paul Simon

Teenage Kicks – The Undertones – An Anthology – John O’Neill

Spanish Bombs – The Clash – London Calling – Joe Strummer/Mick Jones

Children Of The Revolution – Kirsty MacColl – Electric Landlady – Kirsty MacColl

In Germany Before The War – Randy Newman – Little Criminals – Randy Newman

There Is A War – Leonard Cohen – New Skin For The Old Ceremony – Leonard Cohen

Seasons Come, Seasons Go – Bobbie Gentry – The Girl From Chickasaw County: The Complete Capitol Masters  – Bobbie Gentry

Charlie Watts

Single Girl, Married Girl – The Carter Family – Can the Circle Be Unbroken – A. P. Carter

Old Wedding Song – Muzsikás – Blues For Transylvania – Arranged by Sándor Csoóri

Wedding Dress – Pentangle – Reflection [2017 Remaster] – Traditional arranged by Jakcie McShee/Bert Jansch/John Renbourn/Danny Thompson/Terry Cox

Suspicious Minds – Elvis Presley – From Elvis In Memphis – Mark James

D-I-V-O-R-C-E – Tammy Wynette – D-I-V-O-R-C-E – Bobby Braddock/Curly Putman

Prison Grove – Warren Zevon – The Wind – Zevon/Calderon

Cattle And Cane – The Go-Betweens – 1978 – 1990 – Robert Forster/Grant McLennan

Goin’ Back – The Byrds – The Notorious Byrd Brothers – Carole King/Gerry Goffin

I’ll Remember – The Kinks – Face To Face – Ray Davies

Summer’s Almost Gone – The Doors – Waiting For The Sun – The Doors

Thirty Summers – Cowboy Junkies – The Caution Horses – Michael Timmins

Drunken Angel – Lucinda Williams – Car Wheels On A Gravel Road – Lucinda Williams

Where Will I Be – Emmylou Harris – Wrecking Ball – Daniel Lanois

Will The Wolf Survive? – Los Lobos – How Will The Wolf Survive? – David Hidalgo/Louie Perez

100 Years Ago – The Rolling Stones – Goats Head Soup – Mick Jagger/Keith Richards

‘Til I Die – The Beach Boys – Surf’s Up – Brian Wilson

Death Is Not the End – Bob Dylan – Down In The Groove (Remastered) – Bob Dylan

Death Of Queen Jane – Bascom Lamar Lunsford – Ballads, Banjo Tunes, And Sacred Songs Of Western North Carolina – Arranged By Bascom Lamar Lunsford


Don Everly


Samenstelling en research: Martin Pulaski

LIEFDE, GEEN OORLOG

Op facebook wordt – al enkele jaren, geloof ik – een spel gespeeld. Een van de vele. Je wordt verzocht om een foto te posten uit een film die je op de een of andere manier nogal geraakt heeft. Ik vermoed dat niet wordt bedoeld: de films die je voorkeur genieten, die je de allerbeste vond die je ooit gezien hebt. Voor een keer vind ik zo’n facebookspelletje boeiend. Misschien ook wel omdat ik in een homo ludens-periode ben. Ik besef opnieuw dat we zonder het spel en het speelse gedoemde creaturen zijn.
Omdat het vandaag wapenstilstand is wil ik er nog aan toevoegen dat oorlog geen spel is. Als je toch oorlog wilt spelen, mannen, speel dan stratego. Of lees Vom Kriege van Carl von Clausewitz en beperk je tot de theorie en zie die als een spel. Leg de wapens neer. Vechten gaat zo gauw vervelen.

De poster hierboven is die van een film die me nauw aan het hart ligt: In The Mood For Love van Wong Kar-Wai met Tony Leung Chiu-Wai en Maggie Cheung.
(Het lied dat Maggie Cheung zingt komt uit een andere mooie film: Clean van Olivier Assayas. Helemaal in de stijl van Mazzy Star, wat niet mag verbazen als je weet dat het een productie is van David Roback.)

VAN DE WREEDHEID EN DE TROOST

puinvrouwen 1

Een van de weinige lezers van hoochiekoochie die af en toe nog commentaar geeft (het is ooit anders geweest) vond mijn beschouwingen van enkele dagen geleden over De roverbruidegom en Friedrich II wreed. Wat zeker het geval is. Waarom schrijf ik soms zulke naargeestige teksten? Het zou kunnen dat ik mezelf, en zo ook mijn lezers, gerust wil stellen. Dat de wrede wereld waar we nu in leven nog wel meevalt, dat de menselijke werkelijkheid vroeger veel erger, veel gruwelijker was.
Omdat ik zelf vond dat zoveel bloedvergieten in het echte leven (geschiedenis) en zoveel gruwelijks in een sprookje (verbeelding) nogal ver ging heb ik er op het einde het droomstukje in conversatievorm aan toegevoegd. Ik houd niet van horror in film en literatuur, al zijn er enkele uitzonderingen, waaronder The Shining van Stanley Kubrick en Sisters van Brian De Palma, en wil mij ook niet aan dat genre wagen. Maar bij het herlezen van mijn tekst vond ik de dialoog van de prins van Homburg en zijn geliefde Natalie een beetje artificieel. Die hele droomscène was er met de haren bijgesleept. Heinrich von Kleist komt wel vaker op de proppen als ik hem niet echt nodig heb. Je zou hem een obsessie kunnen noemen. Nu is hij mijn kroniek binnengeslopen omdat ik net een Italiaanse filmversie van zijn geniaal stuk had gezien, Il principe di Homburg van Marco Bellocchio, waarin de romantische droomwereld van Kleist en zijn personages waarheidsgetrouw wordt geëvoceerd. Een paar dagen eerder had ik voor het eerst de heel bijzondere film Deutschland, bleiche Mutter van Helma Sanders-Brahms gezien. Het toeval wil dat deze enigszins miskende regisseuse debuteerde met een biografie van Heinrich von Kleist én zijn verhaal Das Erdbeben in Chili verfilmde. Dat had ik als Kleist-bewonderaar moeten weten, maar ik wist het niet. Ik vond het vooral een mooi toeval. Twee films gekocht in Berlijn, allebei met een Kleist-connectie. Terwijl ik dit jaar niet eens zijn graf aan de Wannsee ben gaan bezoeken.
Maar je laten leiden door het toeval is niet altijd wenselijk. Als je ziek bent laat je je toch ook niet door het toeval leiden om de juiste arts te vinden? Je zou een tekst als een soort van ziekte kunnen beschouwen. Die heeft de juiste geneeswijze nodig, in dit geval is dat het einde. Er moet over nagedacht worden, gewikt en gewogen, gekozen.

homburg 3

Het einde behoorde de bomen van het volkspark in Friedrichshain toe. De meeste bomen daar zijn recent, de overgrote meerderheid werd tijdens de tweede wereldoorlog verwoest. Wat overbleef werd opgestookt tijdens de barkoude winters na de oorlog. Hetzelfde lot ondergingen de bomen van Tiergarten en andere Berlijnse parken en bossen. De dappere Trümmerfrauen [1] is het allang vergeven dat ze niet wilden doodvriezen. Ze stonden voor ongeveer alles alleen, hun mannen waren gedood aan het front of in krijgsgevangenschap afgevoerd.
De torens en bunkers die zich in het park bevonden werden opgeblazen, de gaten met puin gevuld en met aarde toegedekt. Het zijn nu heuvels, geschiedenisbergjes noem ik ze. Om eerlijk te zijn lijken de bomen helemaal niet op die van het bos dat ik me bij De Roverbruidegom voorstel. Maar zoals zoveel in Berlijn groeien ze op bloed doordrenkte grond. Als ik de geschiedenis laat rusten herinneren de heuvels mij vooral aan wat in de Maasvallei ‘de kip’ werd genoemd, de heuvels aan weerszijden van de Zuid-Willemsvaart, waar ik als kind zo vaak heb gespeeld en gedroomd. Ik was een romanticus lang voor ik wist wat dat woord betekende. Hele zomerdagen zat ik daar in de bomen met mijn pennenmes figuren te snijden uit boomschors en boeken van Alexandre Dumas en Victor Hugo te lezen. Zo reis ik in mijn gedachten van een eerder gruwelijke omgeving naar het pastorale landschap van mijn kinderjaren en vind ik tegelijk troost voor de verschrikkingen van deze tijd.

monte cristo dumas

[1] De puinruimsters worden ook getoond in Deutschland, bleiche Mutter. Helma Sanders-Brahms gebruikte voor haar film échte actualiteitsbeelden.

Afbeeldingen: Trümmerfrauen (puinruimsters); Il principe di Homburg van Marco Bellocchio; De graaf van Monte Cristo van Alexandre Dumas, een kopie van de uitgave die ik in een boom in Neerharen las.

ENKELE NOTITIES BIJ ‘THE VIETNAM WAR’

Als puntje bij paaltje komt zwijgen de slechtere mensen. Je hoort ze niet. Ze spreken niet. Hebben ze niets geweten of hebben ze alleen maar geen geweten?
Alleen de goede mensen praten. De betere.
De mensen met een geweten, degenen die na reflectie tot inkeer gekomen zijn.

Waar zijn de woorden van de wapenfabrikanten? Hoor je ze? De woorden van de presidenten, senatoren, generaals (wastemoreland noemden we de oorlogsmisdadiger generaal Westmoreland), van de politie-oversten die de bevelen gaven? Van degenen die ‘onze jongens’ een afschuwelijke dood instuurden. Van degenen die ‘onze studenten’ lieten vermoorden. Van de rechters die de monsters van My Lai weigerden te straffen. Van degenen die honderden duizenden Vietnamezen lieten uitroeien alleen maar omdat ze, net zo goed als de Amerikanen en de rest van de wereld, naar vrijheid snakten. Naar vrijheid en een beter leven voor zichzelf en meer nog voor hun kinderen.

Ω

Notities na het zien van de de twaalfdelige serie ‘The Vietnam War’.
“Producenten Ken Burns en Lynn Novick werkten tien jaar aan de reeks en laten tachtig getuigen van alle betrokken partijen aan het woord: Amerikaanse veteranen, en militairen en burgers uit Noord- en Zuid-Vietnam. De focus ligt daarbij eerder op gewone mensen die de oorlog van dichtbij hebben meegemaakt, dan op experts en historici.” (Canvas)

AARDBEIENJAM EN BITTER: MIJN FIFTIES

mitzietc.jpg

Als ik er iets mee ga doen, met die notities, dan zal het in muzikale zin zijn. Hoe ben ik doorheen mijn jaren tot de muziek gekomen waar ik nu van houd, of waarvoor ik nog uit mijn zetel kom om een of andere geluidsdrager in gang te zetten, voldoende luid, zonder enige rekening te houden met de buren, zodat ik er al bij al nog enig plezier aan kan beleven?

Dat was de opdracht. Dit is het eerste deel van de jaren vijftig. Meer sociologie dan musicologie, maar zo zoet als aardbeienjam en zo bitter als een of ander Italiaans digestief drankje.

De jaren vijftig waren voor mij, zoals voor de meeste kinderen in het Westen, zowel een tijd van intens, bijna paradijselijk geluk als van allesdoordringende angst. De vreselijkste en meest mensonterende oorlog ooit was voorbij, alles in West-Europa veranderde razendsnel, maar diezelfde oorlog wierp nog een donkere schaduw op het dagelijks leven van mijn ouders, mijn familie, ons land, Europa en het grootste deel van de wereld. De wonden waren niet geheeld, de herinneringen aan de verschrikkelijke gebeurtenissen (bombardementen, ‘vliegende bommen’, nazi-uniformen, bunkers, prikkeldraad, gevangenschap) waren nog levendig. Het ergste, wat ons allen tekent, is me pas later verteld, maar niet veel later.

Over die tijd, hoe ik hem beleefde, heb ik al té vaak geschreven; ik wil niet in herhaling vallen. Ik wil me aan mijn voornemen houden: mijn muzikale ontwikkeling beschrijven. En daarmee bedoel ik geenszins dat ik ooit een muzikant ben geweest: ik weet nauwelijks iets van muziek, kan geen enkel instrument bespelen, zing vals, kan geen noten lezen… noem maar op. In deze nieuwe notities heb ik het niet over spelen, maar over mijn passionele liefde voor muziek, die van emotionele aard is, zoals bijna alles in mijn leven. Van in het begin al ben ik gevoelig, romantisch, sentimenteel, om niet te zeggen hypersensitief. Mijn wereld is een kleine wereld, een wereld van verwondering, nieuwsgierigheid, verlangen en angst om verlaten te worden, allemaal karaktertrekken waar je in zekere zin mee geboren wordt, of die in je kindertijd ontstaan en tot rijping komen.

Tot mijn achtste, het jaar van expo 58, heb ik op een kleine aak geleefd, zo’n schip van veertig meter dat vrachten vervoert van de ene streek naar de andere, met mijn ouders en mijn broer. Ik had weinig contact met andere kinderen, nog minder met grote mensen. Ik weet nog altijd niet waar die schrik vandaan komt, maar ik was voor iedereen bang, met uitzondering van mijn moeder. Mijn broer was intern op een schippersschool in Brugge, mijn moeders familie woonde in Antwerpen, die van mijn vader in Neerharen en Lanaken. Ik was altijd aan boord, als baby, kleuter, kleine cowboy, Jan zonder vrees en fan van Elvis Presley en Bobbejaan Schoepen.

Mijn ouders waren niet bepaald muzikaal. Moeder had een mooie mandoline, die ze als jong meisje had bespeeld, vertelde ze me soms, maar ik geloof niet dat ze er, eens volwassen, ooit op gespeeld heeft. Mijn vader bezat een gele accordeon, het merk ben ik vergeten, waar hij één liedje op kon spelen, ‘J’attendrai’, meen ik mij te herinneren. Dat speelde hij zo vaak dat ik al gauw geeuwerig werd van Franse liederen en van valse musette in het bijzonder. Echter, als ik nu zulke deuntjes hoor smelt mijn hart en zie ik meteen mijn vader voor me als een soort van Jean Gabin met Arletty in zijn armen. Hij kon mooi fluiten, wat mij altijd weer ontroerde. Fluiten, roken, de blik in zijn ogen, verhalen over de oorlog, over zijn krijgsgevangenschap en zijn kleine heldendaden in het verzet. Vreemd genoeg was er in vaders verhalen meer fascinatie voor de vijand dan voor de vriend. Ik heb hem nooit iets horen vertellen over de Engelsen, Canadezen en Amerikanen, maar wel over de Duitsers en de Oostenrijkers. Vooral over de Oostenrijke boerendochters kon hij urenlang doorgaan; hij was een jaar lang krijgsgevangene geweest niet ver van Innsbrück. Mijn fascinatie voor alles wat Midden-Europees is komt van hem, denk ik nu, van wat hij vertelde aan andere schippers op lange zomeravonden, als er licht bier werd gedronken en veel gelachen. De vrouwen bevestigden wat werd gezegd, hun schaars commentaar leek op een modern Grieks koor, zonder drama, zonder tragische implicaties. Later zag ik zulke situaties terug in films van Rainer Werner Fassbinder, de regisseur die deze periode het best in beeld heeft gebracht. En hoe het zo ver gekomen is zie je in zijn ‘Berlin Alexanderplatz’, een van de grootste films van de twintigste eeuw, met een geweldige, bijzonder sentimentele soundtrack. En in ‘Heimat’, van Edgar Reitz. Kijk, hier heb je al mijn gehechtheid aan Duitsland, maar het is in mijn ogen net dat Duitsland dat de nazi’s wilden uitroeien, waar ze – en dat is de tragedie – gedeeltelijk in geslaagd zijn.

Wij hadden zo’n grote lampenradio aan boord, met korte, midden- en lange golf. Voor mij was die radio een andere wereld, magisch, mysterieus, onbereikbaar. De namen van de zenders alleen al waren toverformules, Beograd, Hilversum, Moskwa, Istanbul, Belgrado, Luxembourg, Beromünster… Onder meer Sam Shepard, John Cale en Van Morrison hebben daar ontroerend over geschreven en gecomponeerd. Luister maar eens naar John Cales ‘Risé, Sam and Rimsky-Korsakov’, op tekst van Sam Shepard, een man in wie ik me vanwege die emotionele kwaliteiten herken. Risé, de toenmalige vrouw van John Cale, reciteert de tekst en het timbre en de kleur van haar stem doen me altijd weer terugdenken aan mijn kinderjaren, toen de radio een boodschapper van een ander sterrenstelsel voor me was.

De radio was voor mij als kind vooral een taal- geluidsfenomeen. Ik luisterde vaak, vooral als het donker was, naar de vreemde klanken die uit de luidspreker kwamen als je aan de zenderknop draaide. Het waren klanken uit die vreemde wereld ergens in het verleden verdwenen, maar eveneens uit de toekomst opdoemend en voor mij als kind en nu nog altijd verwant aan de wetenschap, die in de verte een geheim was dat moest worden ontsluierd. Sindsdien is er wat dat betreft weinig veranderd. Hoeveel we ook mogen weten over DNA, kanker en de big bang. De flarden gesproken woord die ik hoorde, in onverstaanbare talen, meestal waren het vrouwenstemmen, gaven me zin om in de radio te kruipen en op zoek te gaan naar de mysterieuze steden en landen van waar die klanken de ruimte in werden gestuurd. Meestal was er op de achtergrond het rumoer van de wind op het water, de Schelde, de Maas, het Albertkanaal, het gedaver van de scheepsmotor en de chaotische geluiden van de activiteiten in de havens waar we aanmeerden en het schip werd gelost en geladen.

Maar hoe kwam ik dan in aanraking met rock & roll en hoe is het zo ver gekomen dat ik nu naar concerten van Emmylou Harris en the Flaming Lips ga? Daar moet ik nog wat over nadenken, de volgende dagen lees je er meer over. Ik weet wel al zeker dat ik het over vonken zal hebben. En spatten. De poëzie van Meister Eckhart en de schilderijen van Jackson Pollock.

vader1.jpg

Autobiografie in foto’s: jaren vijftig. Boven: Mitzi, Brigitte, Henriette en ik op de achtergrond. Onder: Mijn vader (rechts) en een vriend.

HET THEATER IN DE TWINTIGSTE EEUW

Ik lees een bijzonder boeiend werk van Alain Badiou over de twintigste eeuw. Hij stelt onder meer dat de vorige eeuw die “van het toneel als kunst” is. “De twintigste eeuw heeft het begrip regie uitgevonden. Hij verandert het denken over de voorstelling zelf in kunst. Copeau, Stanislavski, Meyerhold, Craig, Appia, Jouvet, Brecht, vervolgens Vilar, Vitez, Wilson en vele anderen hebben dat wat slechts de opbouw van de voorstelling was in kunst veranderd. Zij hebben een type kunstenaar doen verschijnen op wie noch de kunst van de schrijver noch die van de vertolker van toepassing is, maar die in het denken en in de ruimte een bemiddeling tussen beide tot stand brengt. Een regisseur is een denker over de voostelling als zodanig, hij steunt een zeer complexe bemiddeling over de verhoudingen tussen de tekst, het spel, de ruimte en het publiek.”

Zelf denk ik nog aan belangrijke theatermakers als Peter Brook, Christoph Marthaler, en Heiner Müller en dichter bij ons Jan Decorte, Anne Teresa De Keersmaeker, Lucas Van Der Vorst, Sam Bogaerts, Guy Cassiers, en vele anderen. In hun werk bevestigen zij de stelling van Alain Badiou. Welk belang het toneel in de 21ste eeuw zal hebben is voor mij nog niet duidelijk maar het is zeker interessant om hier in de nabije toekomst stil bij te staan.

Overigens is de twintigste eeuw, zoals iedereen weet, niet alleen de eeuw van het toneel maar vooral van de oorlog. Ook daarover vertelt Badiou in zijn boek interessante dingen. Onder meer over de slechte en de goede oorlog. De goede oorlog zou dan een eind moeten maken aan alle slechte oorlogen en het rijk van de vrede stichten. Dat is uiteraard een illusie gebleken.

 

HET ZELF EN MIJN POPULAIRE MUZIEK

cof

In verband met mijn vorige twee stukjes, niet veel meer dan lijsten eigenlijk, en de interessante commentaren daarop wil ik een aantal dingen verduidelijken.

Richard Rorty wijdt in ’Contingentie, ironie en solidariteit’ een hoofdstuk aan wat hij noemt de contingentie van het zelf. Ik wil hier niet de hele argumentatie herhalen; Nietzsche en Freud zijn wat dit betreft zijn belangrijkste inspiratiebronnen. Hij sluit het hoofdstuk af met deze woorden:

“We zullen de bewuste behoefte van de sterke dichter om te demonstreren dat hij geen kopie of replica is zien als louter een speciale vorm van een onbewuste behoefte om te leren leven met de onzichtbare afdruk die het toeval hem heeft gegeven, om voor zichzelf een zelf te maken door het opnieuw te beschrijven van die afdruk in bewoordingen die, misschien slechts marginaal, de zijne zijn.”

Ik haal dit hier aan omdat ik evenmin aanneem dat wij onszelf hebben gemaakt, noch dat we alles wat we op dit ogenblik boeiend, interessant, mooi vinden, zelf hebben gekozen. Dat is gewoonweg niet zo. Wat wellicht wel mogelijk is, is dat we met wat het toeval ons heeft gegeven een nieuwe combinatie maken en indien mogelijk en wenselijk ‘ons zelf’ heruitvinden.

Om wat ik wil verduidelijken heb ik een jaar nodig, want er komt zoveel bij kijken dat ik er op zijn minst een boek aan zou moeten wijden. Maar ik zal het kort proberen te houden. En daarna zien we dan wel weer.

Ik ben opgegroeid, eerst op een binnenvaartschip, later in internaten en oubollige scholen in een nog grotendeels godvrezend Limburg. Mijn ouders waren zoals dat wordt genoemd eenvoudige mensen. Ze hadden niet eens de basisschool kunnen beëindigen. Toch sprak en schreef mijn moeder voortreffelijk Frans en was ze geïnteresseerd in boeken. Zij heeft me leren lezen toen ik vijf was. Toen ik nog jong was kon mijn vader heel goed en boeiend vertellen. Dat had hij tijdens de oorlog geleerd, in krijgsgevangenschap en daarna in het verzet. Beiden hielden van eenvoudige liedjes, ik herinner me vooral ‘J’attendrais’ (het enige liedje dat mijn vader op zijn mooie gele accordeon kon spelen), Dalida, Mario Lanza, Edith Piaf, Bobbejaan Schoepen, en zo meer. Zulke liedjes, minderwaardig dan chansons, hoorde je ook wel op de radio. Al dat brave en sentimentele gekweel heeft mijn jonge oortjes geteisterd en gevleid. Wat ik mij er nu nog van herinner is de sfeer, het gevoel – iets zachts, fluweligs, eigenschappen die David Lynch in ‘Blue Velvet’ binnenstebuiten keert. Zo was toevallig een basis gelegd voor mijn latere muzikale smaak. Sentimenteel vermaak, tranerig gekweel. Ik bedoel dit geenszins negatief. Op  de lagere school werden zulke schlagers afkeurend straatliedjes genoemd. Vreemd, want ze waren zo onschuldig. Hoewel ze bij Fassbinder iets zeer subversiefs krijgen. Maar Fassbinder kende ik toen natuurlijk nog niet. De man had zelfs nog geen films gemaakt.

vaderenmoeder

Toevallig had ik niet alleen ouders maar ook nog een zes jaar oudere broer, die al gauw in de ban raakte van de muziek van de duivel: rock and roll. Ik was zes toen ik Elvis Presley ontdekte, en met Elvis Presley alle Verenigde Staten. Dat had ik aan mijn opstandige broer te danken. Een nozem, zo werd luidkeels gefluisterd. Het zou nooit goed komen met hem. En dan die rock and roll, dat vreselijk lawaai. Elvis, Fats Domino, Little Richard, Wanda Jackson en Brenda Lee. Al begreep ik niets van de seksualiteit van die nieuwe muziekcultuur, toch was ik er van in de ban. Ik hield ook veel van de twist, bij ons bekend geworden dankzij Chubby Checker, die veel braver was dan Hank Ballard, de man die de twist had ‘uitgevonden’. Er ontstond een hele nieuwe cultuur van rock and roll, expo 58, broodroosters, milkshakes, honden die Laïka werden genoemd, jukeboxen, elke maand een andere dansrage, ‘scoobidoo’ en ‘hoola hoop’. Toen Elvis naar het leger moest, Chuck Berry in de gevangenis zat en Little Richard een predikant was geworden, was het einde van de rock and roll in zicht. Brylcreemkoppen als Fabian, Bobby Vee en Frankie Avalon werden nu populair. Bij ons had je vele Franse sterretjes die Amerikaanse songs in het Frans vertaalden, onder meer Johnny Hallyday en Richard Anthony.

Vanaf mijn twaalfde beschouwde ik mezelf als een volwassene. Ik droeg een lange broek en had een polshorloge. Af en toe rookte ik stiekem een sigaret van het merk Peter Stuyvesant. Met mijn ouders en broer mocht ik zaterdags mee naar de ‘dancings’, de Orchidee en de Congo Bar. Ik kreeg dan repen chocolade of dronk Coca Cola. In een van die dansgelegenheden hoorde ik ‘Twist And Shout’ van The Beatles. Dat het een nummer van de zwarte Isley Brothers was, heb ik pas veel later ontdekt, en zelfs dat is niet de originele versie. Maar ‘Twist And Shout’ van the Beatles! Dat was mijn Damascus. De adrenaline als elektrische stroom door mijn jonge lijf. Die overrompelende stemmen, vooral die van John Lennon. Dit was niet langer de muziek van mijn broer, dit was mijn muziek.

broco fiets 2

Een van de volgende dagen ging ik naar de plaatselijke platenzaak (ze verkochten er vooral stofzuigers en radio’s) en vond er de single ‘She Loves You’. Dat nummer heb ik wel duizend keer gedraaid. Ik veranderde mijn haarstijl, ging me anders kleden. Vooral de schoenen waren belangrijk. Nog wat later hoorde ik op onze transistorradio ‘Tell Me’ van the Rolling Stones. Dat was het! De heilige graal. Dat geluid, dat ritme, die gitaren, die stem gingen voor mij nog veel verder dan die liedjes van The Beatles. Hoe dat kwam kan ik niet verklaren, maar ik werd er veel dieper door geraakt. Ik kan het alleen maar euforie noemen. Zo begon mijn zelf zich af te tekenen door wat ik toevallig hoorde, en waaruit ik dan een keuze maakte. Zo werd mijn toekomst voor een groot deel bepaald. In 1965 gaf Bob Dylan met ‘Like A Rolling Stone’ mij volledige zekerheid dat ik had gevonden wat van mij was.

Daardoor luister ik nu nog steeds naar Engelstalige, vaak op blues gebaseerde muziek, vooral rock & roll en alles wat daar mee verwant is, of eraan is vooraf gegaan, zoals blues, rhythm and blues en country. En daardoor heb ik weinig affiniteit met klassieke muziek of muziek uit Azië, Afrika en de Slavische landen. Soms hoor ik iets in een film, zoals in het meesterwerk ‘De Muziekkamer’ van Satyajit Ray, en word ik diep ontroerd. Maar daarna grijp ik toch weer terug naar Bob Dylan of Lucinda Williams.

Over de crisis van de rock en de Westerse populaire muziek wil ik het in een volgend stukje hebben. Ik zal daarin mijn ‘liefde’ voor de Amerikaanse cultuur en subculteren onder de loep nemen.

 

DE KOM

Een atoombom ontplofte in de omgeving van ‘Brussel’. De vrouw en ikzelf waren ongedeerd. Het beeld van de paddenstoel die langzaam opsteeg, nu al triomfantelijk boven de velden en de boomgaarden van het Pajottenland hing, bracht me geheel van streek. “Laten we vluchten!”, riep ik uit. “Laten we rennen zo hard als we kunnen. Laten we op z’n minst toch de metro nemen in de tegenovergestelde richting van de rookzuil.”
Mijn voorstel viel in een diepe kloof van stilte. Een verlossende reactie kwam er niet. We waren als verlamd, en toch werd ook wat stilletjes gelachen, ergens in de schaduw van een kleerkast.

De paddenstoelwolk ging overhellen, verplaatste zich schuin en dreigend, roodgrijs, in onze richting. Een man ging buiten kijken of het al regende. Toen hij weer binnen kwam vroeg ik hem naar de stand van zaken. Hij antwoordde bevestigend noch ontkennend. Er bleef mij nog de hoop ‘het huis’ hermetisch te kunnen afsluiten, dan zouden we toch, in zekere zin, beschut zijn tegen de radioactieve regen en allerhande giftige gassen.

Even later kwam de vrouw binnen met een porseleinen kom waarin ze, naar ze beweerde, radioactief water uit de hemel had opgevangen. Ze ging zitten, waarbij haar jurk wat openviel, en plaatste de kom in haar schoot. Ze viste er een heel aantal volstrekt identieke voorwerpen uit, die mij onbekend en nutteloos voorkwamen. Dat vissen deed ze zonder haar handen onder te dompelen in het water; ze maakte gebruik van een lange, metalen haak, die nu een roestige kleur had.
De kom in de schoot van de vrouw kreeg een onverklaarbare aantrekkingskracht op me, wat me dichter naar haar toe dreef. Alsof mijn armen en handen over een eigen vrije wil beschikten, strekten ze zich uit in de richting van de kom, met daarin het raadselachtige water.
Enkele druppels van de vloeistof raakten mijn vingers, die meteen werden verschroeid. Vooral duim en wijsvinger waren aangetast, ernstig verbrand zelfs. Het duurde niet lang eer ze helemaal waren verschrompeld. Ik vreesde dat deze vorm van besmetting, van degeneratie, zich over heel mijn lichaam zou uitzaaien.

ALS DE GODEN ZWIJGEN MOETEN WIJ DE VREDE STICHTEN

Elke keer als je uit je bed komt ’s morgens (of op een ander moment van de dag) stap je in een vreemde, chaotische wereld. Wetenschappers en filosofen hebben er logica en orde proberen aan op te leggen, maar je kan je alleen maar afvragen of ze daar enigszins in zijn geslaagd. Ze hebben zich vaak volledig ingezet, elk voor hun project, vaak in dialoog met andere wetenschappers en filosofen, maar de wereld is een chaos gebleven. Ook de wetgeving, waarover zo lang is nagedacht, door zoveel deskundigen, stelt weinig voor. Iemand stapt ’s morgens uit zijn bed, koopt een geweer en kogels, rijdt naar een school, en schiet er een tiental kinderen neer. Waarom? Hoe kan dat gebeuren? Waarom zijn er geweren? Hoe komt het dat je zomaar kogels kunt kopen? Hoe komt het dat mensen liever wapens hanteren dan muziekinstrumenten? Omdat het gemakkelijker is een mens te doden dan een lied te spelen? Waarom verandert een land van kameraden, zoals Joegoslavië, van de weeromstuit in een land van aartsvijanden? (Ik weet dat ik simplificeer, maar toch komt het daar op neer.) Wat is een vaderland? Moet je dat vaderland – de democratie, de vrijheid van meningsuiting, enzovoort – toch verdedigen, ook als je geweten bezwaren aantekent tegen het gebruik van wapens? Of moet je je familie en vrienden laten vermoorden, verkrachten en folteren door de vijand? Waarom is er überhaupt een vijand? Waarom ben ik zo boos op het Vlaams Blok? Waarom zijn Vlaams Blokkers zo boos op meisjes met hoofddoekjes op en bepaalde mannen met baarden. Weet jij het? Heb jij antwoorden? Waarom is er iets en niet niets?

Geef me water, geef me brood, geef me liefde, anders ga ik dood. Ik droomde de vorige nacht van tedere omhelzingen. Ik zwierf door Istanbul met twee van de mooiste meisjes van de wereld. Ik zag slangenbezweerders, grote diamanten, vervallen paleizen. Ik liep op een houten brug over een overstroomd kerkhof, waar tientallen lijken lagen te rotten. De tweede wereldoorlog heeft aan 25 miljoen inwoners van de Sovjet-Unie het leven gekost. Vijf miljoen Duitsers zijn omgekomen. Om maar iets te zeggen. Ik houd van Duitsland. Maar tijdens de tweede wereldoorlog was de mof de vijand van mijn vader. Mijn vader heeft tegen de Duitsers gevochten. Zij hebben hem gevangen genomen en op een boerderij in Oostenrijk doen werken. Daarna kwamen de Amerikanen chocolade uitdelen. Ik ontwaakte met hun rock & roll. Nog steeds luister ik bijna uitsluitend naar Amerikaanse muziek. Veel Texaanse blues, country en soul. T-Bone Walker, Janis Joplin, Townes Van Zandt. In Texas wonen bijzonder veel immigranten uit Duitsland afkomstig. Doug Sahm, veel te jong gestorven, een van mijn geliefde muzikanten, had Duitse wortels. Zie je, ik kom altijd bij de muziek terecht. Zo ben ik. Maar ik ben ook anders. Ik ben met zovelen. Probeer dat maar eens uit te leggen. Je est un autre. Et maintenant?