THAT TEENAGE FEELING: NEKO CASE

Gisteren in de AB Club heb ik nog eens een popconcert meegemaakt dat me werkelijk heeft kunnen ontroeren. Niet dat alles wat ik de voorbije maanden heb gezien/gehoord me onverschillig heeft gelaten. Matthew Houck’s Phosphorescent, Rosanne Cash in de Roma en Low in het Koninklijk Circus waren bijvoorbeeld uitstekend. Maar wat ik gisteravond hoorde kwam uit de ziel en ging naar de ziel. Alleszins naar die duivelse & ziekelijke ziel van mij. Na een lange periode van bijna passief, cerebraal muziek ondergaan heb ik weer echte emoties gevoeld en heb ik zelfs nog een paar keer gedanst (op ‘Hold On, Hold On’, ‘That Teenage Feeling’ en vooral op de prachtige cover van ‘The Train From Kansas City’ van mijn geliefde Shangri-Las).  En wat een verrukkelijke cover van Harry Nilsson’s ‘Don’t Forget Me’ was dat! En dan die onmetelijke Canadese ruimte in haar zo pure sirenenstem en in de melancholische tonen van John Rauhouse’s pedal steel.

Ik heb het over Neko Case. Maar dat wist je waarschijnlijk al.

 

2009: BESTE POP

Dit is mijn keuze van de veertig beste langspeelplaten (vinyl of cd) die in 2009 zijn verschenen en die ik zelf bezit en meermaals heb beluisterd. Omdat ik weiger te downloaden en de kleine platenwinkels een voor een een stille dood sterven is het moeilijk om alles te vinden wat je zoekt. Dat is een verklaring voor de afwezigheid van onder meer David Rawlings. Ik heb inmiddels zeer veel lijsten gezien en vind dat vooral de plaat van Elvis Costello zeer wordt onderschat. Het is een van zijn allerbeste. De kerstplaat van Bob Dylan staat hier niet in, hoewel ze erg leuk is. Wat vooral opvalt is dat mij geen zwarte muziek is opgevallen, terwijl ik toch een soul- en bluesliefhebber ben. Het zal toeval zijn. Of komt het doordat ik massa’s oude soulplaten koop en die veel mooier zijn dat wat er nu in dat genre wordt gemaakt?

1.      NEKO CASE / MIDDLE CYCLONE

2.      HOPE SANDOVAL & THE WARM INVENTIONS / THROUGH THE DEVIL SOFTLY

3.      RICHARD HAWLEY / TRUELOVE’S GUTTER

4.      THE LOW ANTHEM / OH MY GOD, CHARLIE DARWIN

5.      ELVIS COSTELLO / SECRET, PROFANE AND SUGARCANE

6.      ALELA DIANE – TO BE STILL

7.      RICHMOND FONTAINE / WE USED TO THINK THE FREEWAY SOUNDED LIKE A RIVER

8.      ANDREW BIRD / NOBLE BEAST

9.      MONSTERS OF FOLK

10.  WILCO / WILCO (THE ALBUM)

11.  LEVON HELM / ELECTRIC DIRT

12.  THE DUKE AND THE KING / NOTHING GOLD CAN STAY

13.  VOLCANO CHOIR / UNMAP

14.  GREAT LAKE SWIMMERS / LOST CHANNELS

15.  ANIMAL COLLECTIVE / MERRIWEATHER POST PAVILLION

16.  BOB DYLAN / TOGETHER THROUGH LIFE

17.  EELS / HOMBRE LOBO

18.  THE FELICE BROTHERS / YONDER IS THE CLOCK

19.  CALIFONE / ALL MY FRIENDS ARE FUNERAL SINGERS

20.  M. WARD / HOLD TIME

21.  VETIVER / TIGHT KNIT

22.  SONIC YOUTH / THE ETERNAL

23.  DRIVE-BY TRUCKERS / THE FINE PRINT

24.  YO LA TENGO / POPULAR SONGS

25.  STEVE EARLE / TOWNES

26.  BONNIE ‘PRINCE’ BILLY / BEWARE

27.  SOUL SAVERS / BROKEN

28.  BILL CALLAHAN / SOMETIMES I WISH WE WERE AN EAGLE

29.  JOHN FOGERTY – THE BLUE RIDGE RANGERS / RIDES AGAIN

30.  BUDDY AND JULIE MILLER / WRITTEN IN CHALK

31.  NEIL YOUNG / FORK IN THE ROAD

32.  MARISSA NADLER / LITTLE HELLS

33.  MISIA / RUAS

34.  PJ HARVEY & JOHN PARISH / A WOMAN A MAN WALKED BY

35.  IRON AND WINE / AROUND THE WELL

36.  JUSTIN TOWNES EARLE / MIDNIGHT AT THE MOVIES

37.  THE LEMONHEADS / VARSHONS

38.  BRUCE SPRINGSTEEN / WORKING ON A DREAM

39.  GRIZZLY BEAR / VECKATIMEST

40.  THE GOURDS / HAYMAKER!

LOF VOOR EIGENZINNIGHEID

In de Standaard las ik een intelligente, jubelende bespreking van het optreden van Neko Case in de Botanique vorige zondag. Het artikel van Peter Vantyghem is een hart onder de riem voor allen die van eigenzinnige kunstenaars houden, van mannen en vrouwen die hun eigen weg gaan en (daardoor) weinig bijval vinden bij het grote publiek en in de massamedia, wat voor deze outsiders wellicht een geluk is. Bedankt, Peter Vantyghem. Ik wil je graag even citeren:
“Ze is ook nog maar in kleine kring bekend. Country geniet in Vlaanderen sowieso weinig bijval en Case pakt die Amerikaanse traditie ook nog zo eigenzinnig aan, dat ze algauw voer voor fijnproevers wordt.”
“Dat ze zou eindigen met ,,Hold on, hold on”, de meest autobiografische song die ze ooit schreef, was te voorzien. Het is een van de beste songs die dit jaar al verschenen, een klein wonder van harmonie en sfeer, gezegend met een mysterieuze tekst over het gevecht tussen moraal en de demonen in jezelf.”
“Neko Case is een van de boeiendste Amerikaanse artiesten van het moment, zonder twijfel een groeier. Nu ze op een groter label (Anti) zit, is het tijd dat ze ook in Europa bekender wordt.”

Ik denk dat dit de eerste keer is dat ik de Vlaamse pers citeer. Maar ik kon er niet aan weerstaan. Het enige wat ik mij afvraag is waarom er geen woord af kon voor Catherine Irwin, nochtans ook een meer dan middelmatige ‘country noir’ zangeres. Ik vind ‘country noir’ overigens een uitstekende omschrijving voor dit genre. En het besef dat je als ‘fijnproever’ niet alleen staat geeft een bijzonder aangenaam gevoel. Mijn dag kan niet meer stuk, maar dat zeer terzijde gezegd.

VERLIEFD OP NEKO CASE

Gisteren dat concert van Neko Case & Her Boyfriends. Of hoe heet haar band? Want die schijnt nogal eens van naam te veranderen. Wat kan ik nog schrijven zonder op een teenager te zullen lijken? Ik denk dat ik voor een keer eens aan écriture automatique ga doen. Hold on to that teenage feeling… Impressies, associaties, dingen die in mijn hoofd zitten, feiten, verzinsels… Ik ben alleen al een bewonderaar van Neko Case omdat ze een heel mooie cover opnam van The Train From Kansas City van the Shangri Las. Minder goed dan de originele versie, maar beter dan die meisjes het deden is niet mogelijk: de Shangri Las waren het hoogtepunt van de meisjespopmuziek, ‘the leaders of the pack’. Neko Case werd in 1970 geboren in Alexandria. Misschien is het daardoor dat haar teksten zo literair zijn? Het is alvast geen bakvissenpoëzie in de ‘stijl’ van Avril Lavigne, Robbie Williams & Serge Simonart. Neko Case stamt af van een oud Oekraïens geslacht. Dat waren daar allemaal nihilisten in de negentiende eeuw. Er was daar in die jaren niets te doen. Daarom trokken vele Oekraïeners naar Canada en de wouden van Oregon, op zoek naar goud en pelsdieren. In zekere zin kan het nog altijd. Lees er TC Boyle maar op na. Niet dat die afkomst, dat ‘eigen volk’, veel uitmaakt. Of toch wel? Kennelijk heeft de zangeres voor de teksten van haar jongste cd, Fox Confessor Brings the Flood, inspiratie gezocht in de geschiedenis van haar voorouders, in verhalen, mythen en sagen uit Oekraïne. Daarmee is nogmaals bewezen dat countrymuziek niet zuiver op de graat is. Het is een hybride volksmuziekvorm, de invloeden komen van overal waar je reizen kan. Alexandria ligt in Virginia. België in Congo, Vlaanderen in Oost- en West-Vlaanderen.

Neko Case zag er gisteren uit als een vermoeide vos, niet meer in staat tot streken. Nogmaals een vermoeide zangeres! Ja, ook weer zulk uitgeput meisje, net als Bettye Lavette een week of zo geleden. Wat is dat toch met die vrouwen van tegenwoordig, jong en oud? Overigens is zondag niet de beste dag om naar een rockconcert te gaan. Zelf zit je al met ‘maandag op het werk’ in je hoofd en de muzikanten gaan onder hun kater of hun cold turkey gebukt en zijn verward en humeurig. Dat was nu niet anders dan toen ik ooit Television in de Botanique zag spelen. Tom Verlaine, een groots gitarist, was die avond bovendien zeer boos omdat een of andere klootzak zijn gitaar had gestolen. In die tijd werden trouwens geregeld wat oudere mannen vermoord tussen de struiken en plantjes van de Botanique. Ik had die avond een kater van hier tot in Antwerpen. Om vijf uur ’s ochtends had ik nog op de foor rondgehangen, tussen immense roze beren en miereneters. En toch niet vermoord. Some guys have all the luck.

Neko Case is een Oekraïense schone, of heb ik dat al geschreven, met haar dikke rode haren en doordringende oogopslag. Soms kijkt ze je echt brutaal in de ogen. Ik zag haar ook een jaloerse blik werpen op mijn Bettye Lavette T-shirt. Ze is sexy, zonder dat ze daar veel inspanningen voor doet. Ze had geen make-up op. Ze droeg een heel gewone, maar toch stijlvolle jeans en een Fleetwood Mac niemendalletje van een T-shirt aan. Ze had niets te vertellen. Ze zong. Eerst was dat gewoon zingen, geleidelijk aan werd het hart en ziel. (Dit lijkt wel wat op de stijl van James Ellroy, geloof ik. Of heb ik weer teveel bourbon gedronken? Die man begint elke zin met hetzelfde woord. Die man is een schrijven. Die man kan schrijven. Die man verdient veel geld.)

Haar tweede cd Furnace Room Lullaby, uit 2000 kreeg lovende kritieken in de ‘muziektijdschriften.’ Ook de daaropvolgende cd’s, Blacklisted en The Tigers Have Spoken kenden succes bij degenen die zich kenners noemen. Kenners… Pfff… De opkomst gisteren in de Botanique gaf eerder de indruk dat een debutante het podium zou betreden.

Het zogenaamde voorprogramma was ik bijna vergeten. Neen, Catherine Irwin (van de alternatieve countrygroep Freakwater) is evenmin een groentje. Haar set was boeiend en overtuigend. Het was zo’n vrouw alleen met gedeconstrueerde traditionele liederen uit de Appalachen en blasfemische gospel en ze stond daar op dat podium met in haar blikveld allemaal onbekenden, die in die kelder bijeen waren gekomen zonder eigenlijk goed te weten waarom. Waarom eigenlijk? Waarom in vredesnaam in deze witloofkelder? Songs uitgevoerd zoals het hoort, in de stijl van The Carter Family en the Louvin Brothers, maar koel en soms cynisch. Catherine Irwin vond het jammer dat de apothekers gesloten waren, omdat de “hoestsiroop zo goed is in België”. Ook ‘ons’ witloof werd bejubeld; daartegenover staat volgens Irwin dat Kentucky, waar zij woont, slechts weinig te bieden heeft. En bourbon dan, vroeg iemand in het publiek zich luid af. Ja, zei Catherine Irwin, en de Kentucky Derby (waar Hunter Thompson zo waanzinnig aanstekelijk over heeft geschreven, lang voor hij zich een kogel door de kop heeft geschoten). Het begon meteen goed met My One Desire, en ging door in de traditie van ontsporing, onoverkomelijke honger en doodsdrift, met als hoogtepunt Will You Miss Me When I’m Gone van The Carter Family. Een mooie, sterke vrouw, met ongetwijfeld haar zwakke kanten. Veel van haar liederen gaan over drank, religie, slechte seks en het zich verdrinken in diepe, donkere rivieren.

Als ik het goed heb begrepen werd Neko Case begeleid door Jon Rauhouse (pedal steel), Tom Ray (bas, maar we konden de man niet zien, omdat hij achter een zuil stond te spelen), Paul Rigby (gitaar), Kelly Hogan (backing vocals) en Jason Creps (drums). Jon Rauhouse is een van de de beste pedal steelgitaristen die ik ooit aan het ‘werk’ zag. Ik zet dit woord tussen aanhalingstekens omdat ik me afvraag of je musiceren werken mag noemen.
Veel van de songs die de vermoeide maar vurige zangeres ten gehore bracht met haar dwingende, aan Patsy Cline’s verwante stem, kwamen uit Fox Confessor Brings the Flood: Maybe Sparrow (met een mooi la dee da dee da dee dum), Star Witness, Dirty Knife, Fox Confessor Brings the Flood, Margaret Vs. Pauline, That Teenage Feeling (alleen al de titel is een manifest), en Hold On, Hold On (“the most tender place in my heart is for strangers”), de afsluiter voor de encores kwamen. Tussen die songs werden wat oude parels rondgestrooid, zoals I Wish I Was The Moon Tonight (uit Black Listed) en een onvergetelijke versie van Dylans Buckets Of Rain, echt perfect uitgevoerd.
Een mooi assortiment instrumenten stond op het veel te kleine podium van de witloofzaal, waaronder een aantal oogstrelende akoestische gitaren, ook zo’n rode Gibson Hummingbird, die Neko Case regelmatig ter hand nam. Met haar zeer kleine vingers. Deze gitaar past goed bij haar liedjes, waar vogels vaak in figureren, en bij haar aantrekkelijke rode lokken.
En dan was er de tweede en laatste afsluiter, de gospel John Saw That Number. Waarna we in de kou van de witloof bar stonden. De concertzaal is een gezellige ongezellige kelder, met zuilen die het zicht hinderen. Gisteravond bevond zich daar bovendien nogal wat onbeschoft volk. Tijdens het optreden van Catherine Irwin stonden er twee mannen van zeker twee meter voor ons, en voor alle andere kleine(re) mensen. Of is dat niet onbeschoft? Vermoedelijk wordt daar niet meer over nagedacht. Zoals de Belgen niet nadenken bij het instappen in bussen of treinen of trams. (Ikke ikke ikke en de rest kan stikke.) Tijdens het optreden van Neko Case en haar vrienden kronkelde, ik weet niet hoe ik het anders moet noemen, voor me een vreselijk onbeschoft schepsel, volgens A. was het een vrouw, vet en met heel veel haar op het hoofd. Vanaf een bepaald ogenblik zag ik geen Neko Case meer maar alleen nog die vette kop en dat haar (dat ik helaas ook kon ruiken). Maar wat geeft het! Laat de mensen maar onbeschoft zijn. Ik geraak altijd nog wel op de metro, op de bus, op de tram, op de trein. Desnoods sta ik een kwartiertje. Als ik maar niet ben zoals de anderen. Als ik maar een glimp kan opvangen van een vrouw als Catherine Irwin, van een vrouw als Neko Case, van een steelgitaarspeler als Jon Rayhouse, van een Gibson Hummingbird. Dat volstaat. Dat maakt me gelukkig. En ook dit nog:

Last night I dreamt I’ve forgotten my name
‘Cause I sold my soul
But I woke just the same
I’m so lonely,
I wish I was the moon tonight.