Dat je alleen in clichés over muziek kunt schrijven is uitermate storend. Weinigen is het gegeven een behoorlijke, inzichtelijke en gevoelvolle recensie van een rockconcert of van een cd te schrijven. Zelf kan ik het niet, de muziek is te heilig, mijn woorden te profaan. En toch kan ik er soms niet aan weerstaan. Soms wil ik mijn enthousiasme meedelen, zoals nu over het concert van Patti Smith in de AB gisteren. Maar wat kan ik meer zeggen dan dat het een schitterend, geïnspireerd, warm, levensbevestigend concert was? Dat ik er van genoten heb. Dat er nog weinig muzikanten, zangers of zangeressen zijn, die me zo uit mezelf kunnen halen en meevoeren naar een andere dimensie.
Patti Smith bezweert, met haar stem, haar ogen, haar gebaren, af en toe met de betoverende tonen van haar klarinet. De muziek van haar band stijgt naar het hoofd, verwarmt de hersens en stimuleert de verbeelding. Ze is als een sterke en heilzame drug, zonder neveneffecten. Vervoering is het resultaat van de tomeloze energie waarmee Patti Smith haar songs bezielt. Soms is het alsof ze engelen en duivels ten tonele voert, die daar dan even in innige omhelzing met elkaar staan te dansen, zich herinnerend dat William Blake zowel met de hemel- als de helbewoners converseerde. Patti Smith had alle recht om te zingen dat ze ervaring had. Ze legde – onuitgesproken, maar onmiskenbaar – het verband tussen Are You Experienced? van Jimi Hendrix en The Songs Of Innocence And Experience van William Blake. Het verband was vooral aanwezig in haar klarinetsolo. En wij, het publiek, konden deelhebben aan die ervaring. Soms ook zag ik hier en daar een paradijsvogel in de zaal klapwieken, onder meer toen Patti Smith een ‘dérèglement de tous les sens’ bewerkstelligde tijdens de voordracht van Birdland, een song geïnspireerd door de autobiografie van Peter Reich, de zoon van de grote Wilhelm Reich. En wat nog meer? Smells Like Teen Spirit was een lang aangehouden ingehouden extase. Wie anders dan Patti Smith slaagt erin om een hele zaal Feed Your Head te laten meezingen – en niemand die nog aan Grace Slick denkt, tenzij uren later bij het drinken van enkele liters bier, om weer op adem te komen. Natuurlijk was er ook het omineuze Privilege (Set Me Free), waar ik het gisteren al over had, waarin de protagonist niet alleen vloekend wacht op een god, maar ook smeekt om energie. De protagonist die om energie smeekt kan Patti Smith zelf niet zijn. Ik ken namelijk niemand die zoveel energie uitstraalt. Zou ze die uit het bronwater halen of uit de Marrokaanse muntthee of uit de cakejes uit Amsterdam? Of gewoon uit zichzelf?
Wat een mooi cadeau was dat voor Ann Demeulemeester, en voor ons allemaal, die romantische cover van Lou Reeds Perfect Day… En wat een ontroerende verschijning van George Harrison toen Within You Without You werd uitgevoerd. Pissing In A River, dan maar, of Gloria, met de absolute beginselverklaring ‘Jesus died for somebody’s sins but not mine’ – waar ook weer het refrein door de hele zaal, nu helemaal uitzinnig, werd meegezongen. Een mooi intermezzo van Lenny Kaye, trouwens, met zijn cover van You’re Pushing Too Hard, oorspronkelijk van The Seeds. In 1971 voor hij gitarist werd in de Patti Smith Group schonk Lenny Kaye ons de baanbrekende en invloedrijke compilatie Nuggets: Original Artyfacts From the First Psychedelic Era 1965-1968, een verzameling van 24 vroege punk rock-pareltjes.
Wat nog meer? De apotheose van Rock & Roll Nigger, met deze onsterfelijke regels:
Jimi Hendrix was a nigger.
Jesus Christ and Grandma, too.
Jackson Pollock was a nigger.
Nigger, nigger, nigger, nigger,
nigger, nigger, nigger.
Outside of society, they’re waitin’ for me.
Outside of society, if you’re looking,
that’s where you’ll find me.
Outside of society, they’re waitin’ for me.
Outside of society.
Ik had een zeer vreemd gevoel toen ik ‘outside of society’ meebrulde, dat moet ik eerlijkheidshalve toegeven. Maar dat doet niets af aan de waarde van dit concert. Mijn excuses voor de clichés. Ik kon niet anders.