1972: DRAAIKOLK

2020-07-03-varia-rundgren1

Wat vond ik in 1972 boeiende en vernieuwende popmuziek? Welke langspeelplaten hebben wat mij betreft de genadeloze tand des tijds zonder veel schade doorstaan? Die vragen probeer ik te beantwoorden met een alweer lang uitgevallen lijst, voorafgegaan door een aantal bedenkingen om er meer tastbaarheid en zichtbaarheid aan te geven. Om er het ritme van mijn ervaringen aan toe te voegen. Wel wil ik er mij voor hoeden hier geen memoires van te maken. Ik zal nooit memoires schrijven, ik ben sir Winston Churchill niet. Evenmin zal ik prijsgeven wie ik werkelijk ben. Waarom niet? Omdat ik niet weet wie ik ben, ik heb er alleen maar het raden naar. Wat ik schrijf zijn altijd alleen maar flarden, scherven van spiegelbeelden.

Vandaag zijn we zoals gezegd in 1972 aangekomen. Waarmee het erop lijkt dat deze reeks toch chronologisch aan het worden is, wat ik aanvankelijk helemaal niet wilde. Als ik nu terugdenk aan dat jaar, los van mijn leven, lijkt het wel alsof alles toen muziek was, gecomponeerd door zowel god als de duivel. We werden meegesleurd in een muzikale draaikolk, een ervaring die ons in navolging van Pete Townshends Tommy doof, stom en blind maakte. Toen we weer boven water kwamen, ogenschijnlijk gezuiverd, waren we alleen van onze onschuld verlost. We beseften al enigszins dat er geen bevrijding mogelijk was. [1] De echte bevrijdingsbewegingen voltrokken zich in boeken (en films), in de taal. Buiten de boeken bleef het spel van macht en geld de wereld en de samenlevingsvormen beheersen. Hoe kon ik dat alles als muziek ervaren? Waarschijnlijk omdat het allemaal zo muzikaal klonk. Luister maar naar de formulering van enkele gebeurtenissen.

Bloody Sunday in Derry. The Troubles. Richard Nixon bezoekt China en de Sovjet-Unie. Apollo 17 landt op de maan. De laatste maanwandelaars zijn Harrison Schmitt en Eugene Cernan. Andreas Baader, Holger Meins en Ulrike Meinhof gearresteerd. Zwarte september tijdens de 20ste Olympische Spelen in München. Last Tango in Paris van Bernardo Bertolucci, met Marlon Brando en Maria Schneider. Deliverance van John Boorman, een film zonder vrouwen maar wel met dueling banjos. The Getaway van Sam Peckinpah, met Ali McGraw en Steve McQueen. Toots Thielemans. A Clockwork Orange van Stanley Kubrick. Dr. Brodsky: Sin? What’s all this about sin? Alex: That! Using Ludwig van like that! He did no harm to anyone. Beethoven just wrote music! Dr. Brodsky: Are you referring to the background score? Le charme discret de la bourgeoisie van Luis Buñuel. Aguirre, der Zorn Gottes van Werner Herzog. Fear and Loathing in Las Vegas van Hunter S. Thompson. Dood: Mahalia Jackson, Clyde McPhatter, Ezra Pound, Danny Whitten en Kenny Dorham.

clockwork2

Onzekerheid, verwarring en chaos beïnvloeden de stijl in mode en popmuziek. Zijn de meisjes nog sexy, dragen ze nog minirokjes? Veeleer bell bottoms (“olifantenpijpen”) en plateauschoenen. Maar nog altijd geen beha’s, zoals je kunt zien op de hoes van Carly Simons No Secrets. Uniseks. Glam rock en Blaxploitation. De baanbrekende elpee Nuggets: Original Artyfacts from the First Psychedelic Era, 1965–1968, samengesteld door Lenny Kaye, verschijnt dat jaar. De daarop verzamelde songs liggen mee aan de basis van punk rock, een stroming die pas enkele jaren later populair zal worden.

In juni 1972 wordt ingebroken in het hoofdkwartier van de democratische partij in Washington. De gevolgen van Watergate zijn vandaag nog steeds voelbaar. Mogelijk begon toen de eindtijd, waar we nu in leven.

Ons privéleven draaide rond alternatieven voor de massacultuur. Antiautoritaire opvoeding, nieuwe ideeën over het huwelijk en het gezin. Belangrijke namen waren Summerhill, Germaine Greer, Roel van Duijn, Kropotkin, Theodore Roszak, Angela Davis, George Jackson, George Ohsawa (zen-macrobiotiek), Ronald Laing, Jan Foudraine, et cetera. Benevens veel filosofische werken om onze studie tot een goed einde te kunnen brengen. Leopold Flam, onze belangrijkste professor filosofie, stimuleerde me om nog meer – en anders – te lezen dan ik al deed. Hij wekte bij mij interesse op voor dromen en sprookjes. Ik ging een dag- en een nachtboek bijhouden. Hij drukte mij op het hart dat ik bij het schrijven mijn verbeelding de vrije loop zou laten gaan. Van die vrije loop ben ik later teruggekomen. Een uur per week liet de professor ons klassieke muziek en avant-garde beluisteren.

Ons kleine gezin woonde nu samen met een aantal vrienden in een pand in Watermaal-Bosvoorde. Onze benedenbuur Rudi S. liet me Nick Drake horen, waar ik toen niet warm voor liep. Dat kwam pas veel later. Dank zij hem ontdekte ik de eerste elpee van Roxy Music, die me meteen beviel. Glam heeft me verder nooit veel gezegd. Toch begon ik in de ban van David Bowie te komen en was Transformer van Lou Reed een van de elpees die in die dagen mijn hoofd het meest op hol brachten. Maar Lou Reed was altijd al veel meer dan glam geweest. Minder glamoureus, meer van de aarde, klonk de muziek van de nieuwe band Manassas van Stephen Stills en Chris Hillman, waarvan het debuut daar bij ons in de Visélaan vaak werd gedraaid. Hoogst bewonderenswaardig vond ik Todd Rundgren omdat hij zoveel kon en dat allemaal zo perfect deed. Something/Anything was een synthese van ongeveer alle popmuziek die ik tot dan had gehoord. Zoals Todd Rundgren leek te willen versmelten met de opnamestudio waarin hij musiceerde en met de instrumenten die hij bespeelde zo wilde ik samenvloeien met mijn beste vrienden en met onze rode muziekkamer en met de klanken die uit de luidsprekers stroomden.

Keep the good, leave the bad
Take a few of these, the sweeter memories
Don’t forget them please, the sweeter memories [2]

2020-07-03-transformer1

  1. Something/Anything – Todd Rundgren
  2. Lou Reed / Transformer – Lou Reed
  3. Exile On Main Street – The Rolling Stones
  4. Can’t Buy a Thrill – Steely Dan
  5. Clear Spot / The Spotlight Kid – Captain Beefheart and His Magic Band
  6. Sail Away – Randy Newman
  7. Into The Purple Valley / Boomer’s Story – Ry Cooder
  8. Ululu – Jesse Ed Davis
  9. John’s Gumbo – Dr. John
  10. Roxy Music – Roxy Music
  11. Harvest – Neil Young
  12. Saint Dominic’s Preview – Van Morrison
  13. Manassas – Stephen Stills & Manassas
  14. Eat A Peach – The Allman Brothers Band
  15. Bobby Charles – Bobby Charles
  16. Diamonds In The Rough – John Prine
  17. Who Came First – Pete Townshend
  18. Naturally / Really – J.J. Cale
  19. Jackson Browne (Saturate Before Using) – Jackson Browne
  20. Rhymes And Reasons – Carole King
  21. Recall The Beginning… A Journey From Eden – Steve Miller Band
  22. The Rise And Fall of Ziggy Stardust And The Spiders From Mars – David Bowie
  23. All the Young Dudes – Mott the Hoople
  24. Pink Moon – Nick Drake
  25. Fanny Hill – Fanny
  26. Thank You For… – Bridget St. John
  27. Jackie – Jackie DeShannon
  28. Never A Dull Moment – Rod Stewart
  29. Young, Gifted and Black – Aretha Franklin
  30. Talking Book / Music of My Mind – Stevie Wonder
  31. Superfly – Curtis Mayfield
  32. I’m Still in Love With You / Let’s Stay Together – Al Green
  33. Carney – Leon Russell
  34. Third Down, 110 To Go – Jesse Winchester
  35. Will The Circle Be Unbroken – Nitty Gritty Dirt Band
  36. #1 Record – Big Star
  37. Stealers Wheel – Stealers Wheel
  38. Hendrix in the West – Jimi Hendrix
  39. Rock of Ages – The Band
  40. Hot Licks, Cold Steel & Truckers’ Favorites – Commander Cody & His Lost Planet Airmen
  41. Back Stabbers – The O’Jays
  42. Understanding – Bobby Womack
  43. Some Time In New York City – John Lennon & Yoko Ono
  44. The Academy In Peril – John Cale
  45. Et Si Je M’en Vais Avant Toi – Françoise Hardy
  46. For the Roses – Joni Mitchell
  47. Sailin’ Shoes – Little Feat
  48. Everybody’s In Show-Biz – The Kinks
  49. Carl And The Passions – So Tough – The Beach Boys
  50. Whatevershebringswesing – Kevin Ayers
  51. No Secrets – Carly Simon
  52. Greetings From L.A. – Tim Buckley
  53. Matching Mole – Matching Mole
  54. Toulouse Street – The Doobie Brothers
  55. Play The Blues – Buddy Guy & Junior Wells
  56. Trouble Man – Marvin Gaye
  57. The Train I’m On – Tony Joe White
  58. Paul Simon – Paul Simon
  59. Son Of Schmilsson – Harry Nilsson
  60. Tigers Will Survive – Ian Matthews
  61. Mordicai Jones – Link Wray
  62. The Late Great Townes Van Zandt / High, Low And In Between – Townes Van Zandt
  63. Historical Figures And Ancient Heads – Canned Heat
  64. Life, Love And Faith – Allen Toussaint
  65. Discover America – Van Dyke Parks
  66. Burgers – Hot Tuna
  67. Greenhouse – Leo Kottke
  68. Garden Party – Rick Nelson & The Stone Canyon Band
  69. Long John Silver – Jefferson Airplane
  70. Gypsy Cowboy / Powerglide – New Riders Of The Purple Sage
  71. 1 + 1 – Grin
  72. Blue River – Eric Andersen
  73. Machine Gun Co. – Mike Cooper
  74. Wind of Change – Peter Frampton
  75. Seven Bridges Road – Steve Young
  76. Candi Staton – Candi Staton
  77. Bobby Whitlock – Bobby Whitlock
  78. Rockpile – Dave Edmunds
  79. In Search Of Amelia Earhart – Plainsong
  80. The Harder They Come – Jimmy Cliff

Al deze langspeelplaten zou je in de categorie popmuziek of rock kunnen onderbrengen. Andere genres heb ik niet in de lijst opgenomen. Niet wegens aversie maar wegens gebrek aan kennis. Niet alle vermelde albums heb ik al in 1972 leren waarderen. Voor sommige ervan heeft het tien, twintig jaar geduurd eer ik ze heb ontdekt. Dat geldt vooral voor soul en nogal wat folk.

  1. Last tango7

[1] Ik besef nu dat het solodebuut van John Lennon, John Lennon/Plastic Ono Band, verschenen op 11 december 1970, dergelijke (voor)gevoelens al gestalte had gegeven. The dream is over…

[2] Todd Rundgren, Sweeter Memories

1971: INDIANEN EN OUTLAWS

jessewinchester

Opgedragen aan Roen Hetzwoen.

Om mijn lijst van uitverkoren elpees van 1971 wat context te geven laat ik eerst enkele vermeldenswaardige historische en autobiografische gebeurtenissen de revue passeren.
Alan Shepard maakt een wandeling op de maan. Dat avontuur lijkt nog maar weinig aardbewoners te interesseren. Igor Stravinski overlijdt. Brussel wordt onder de voet gelopen door boze boeren. Er breekt een oorlog uit tussen India en Pakistan. Het vroegere Oost-Pakistan wordt onafhankelijk en krijgt de naam Bangla Desh. Greenpeace wordt opgericht.  Congo heet voortaan Zaïre – tot het weer Congo wordt. Pablo Neruda, dichter van Canto General, ontvangt de Nobelprijs voor literatuur. Op 3 juli wordt Jim Morrison in Parijs dood aangetroffen in zijn badkuip. Na een periode van verdriet om het vroegtijdig overlijden van de geliefde zanger krijg ik last van een nieuwe fobie: de angst om te sterven in een ligbad.

Voor mezelf en mijn toenmalige vrouw was 26 mei de mooiste en gelukzaligste dag van heel dat jaar:  in hospitaal Solbosch in Elsene werd ons eerste en enige kind geboren, een zoontje. Wij gaven hem een ‘muzikale’ en voor die tijd in onze streken ongewone voornaam. Om nu mogelijk niet meer zo duidelijke redenen waren we fans van zowel Jesse Ed Davis als van Jesse Winchester. Jesse Ed Davis, een supergitarist, was een Kiowa Indiaan, wat in die tijd betekende dat hij door velen – the silent majority – als een outsider werd beschouwd. Hij had Taj Mahal [1] begeleid op diens debuut en eind 1970 was zijn eerste eigen album uitgekomen. In die eerste maanden van 1971 leek Jesse Davis! geen afscheid te willen nemen van mijn platenspeler. Euforisch werd ik vooral van Every Night Is Saturday Night, melancholisch van Rock ‘n’ Roll Gypsies, een nummer van Roger Tillison. Alleen al de hoes kon ik urenlang als in een roes zitten bestuderen. Ik was echter niet alleen een fan van Jesse Ed Davis, ik was ook sterk begaan met het lot van de Amerikaanse Indianen. Het boek Bury My Heart at Wounded Knee: An Indian History of the American West (1970) [2] van Dee Brown had op mij diepe indruk gemaakt. Ook de film Soldier Blue (1970) van Ralph Nelson [3] maakte duidelijk dat wat de Verenigde Staten in Vietnam uitvraten in het verlengde lag van de systematische uitroeiing van de oorspronkelijke bewoners van hun ‘eigen land’. De titelsong was van de Amerikaans-Indiaanse singer-songwriter en activiste Buffy Saint-Marie.

sitting-bull
Sitting Bull

Jesse Winchester, geboren in Louisiana en opgegroeid in Tennessee, was in 1967 om aan de militaire dienst en de oorlog in Vietnam te ontsnappen naar Canada gevlucht. In 1970 was op het Bearsville-label zijn schitterende debuutplaat uitgekomen. Daarop werd hij begeleid door Robbie Robertson en Levon Helm van the Band, in die dagen een van drie of vier groepen waar ik het meest naar opkeek. Luister een keer naar Payday, Biloxi, The Brand New Tennessee Waltz, Yankee Lady en Black Dog, stuk voor stuk tijdloze songs.
En dan was er nog de brutale westernheld Jesse James. Net als Bob Dylan in zijn John Wesley Harding had ik een nogal geïdealiseerd beeld van revolverhelden uit de Far West. Jesse James was niet echt een koelbloedige moordenaar, vond ik. Immers, hij stal van de rijken en gaf het geld aan de armen.

Jesse was a man, a friend to the poor,
He’d never rob a mother or a child,
There never was a man with the law in his hand,
That could take Jesse James alive.

Zo klonk het in het de oude folksong Jesse James, die we kenden in de versie van Woody Guthrie. Hij kwam ook al ter sprake in Bob Dylans Outlaw Blues: Well, I might look like Robert Ford / But I feel just like a Jesse James. Robert Ford was de verrader die Jesse James in de rug schoot.

jessejames
Jesse James

Zelf was ik ook graag een outlaw geweest. Maar ik was na een jaar rondhangen in de Brusselse urban jungle, onder meer als barman in De Dolle Mol, toen nog op de Kaasmarkt,  toch al een beetje op het rechte pad geraakt: op het einde van de zomer van 1971 schreven wij, zowel mijn vrouw als ikzelf, ons in voor de kandidatuur filosofie aan VUB. Wat ik naast de gebruikelijke filosofische werken bestudeerde was voornamelijk de tegencultuur: op die manier was ik dan toch nog een beetje een outlaw.

We hadden dat zalige jaar veel tijd voor muziek, maar weinig geld voor platen. Voorlopig bleven we nog arme schooiers met vage toekomstplannen. Tot onze vrienden rekenden we geen Jesse James-achtige rovers en weldoeners. Wel hadden we nu studiebeurzen en kindergeld en vrienden die net als wij ook platen kochten, vaak tweedehands, op het Vossenplein of in de koopjesbakken van de vele platenwinkels die Brussel toen nog rijk was. In heel wat van die winkels werkte personeel dat geen flauw idee had van de waarde van de platen die er werden aangeboden. Zeker niet van wat underground, alternatief, progressief werd genoemd. Dat soort albums belandde al heel snel in die koopjesbakken.

Tussen het schrijven van deze tekst en het maken van de onderstaande lange lijst door lees ik wat in Sandro Veronesi’s nieuwe roman, De Kolibrie. Op pagina 98-99 ligt Marco Carrera, het hoofdpersonage, op zijn bed te luisteren naar David Crosby’s Laughing, het laatste nummer van kant 1 van diens debuut, If I Could Only Remember My Name. De naald blijft dreigend in de laatste groef krassen. Laat dat nu toevallig of niet een van de mooiste songs van 1971 zijn.
Met de meeste albums in de lijst ben ik al een halve eeuw vertrouwd, andere heb ik pas later ontdekt en leren waarderen. Ik heb geen elpees geselecteerd die me niets zeggen of nooit heb gehoord.

  1. Sticky Fingers – The Rolling Stones
  2. Tapestry – Carole King
  3. Who’s Next – The Who
  4. If I Could Only Remember My Name – David Crosby
  5. Tupelo Honey – Van Morrison
  6. Surf’s Up – The Beach Boys
  7. 20 Granite Creek – Moby Grape
  8. Blue – Joni Mitchell
  9. Stephen Stills 2 – Stephen Stills
  10. John Prine – John Prine
  11. Crazy Horse – Crazy Horse
  12. Naturally – J.J. Cale
  13. The Return Of Doug Saldaña – Sir Douglas Quintet
  14. There’s A Riot Goin’ On – Sly And The Family Stone
  15. White Light – Gene Clark
  16. Flying Burrito Brothers – The Flying Burrito Brothers
  17. L.A. Woman – The Doors
  18. Cahoots – The Band
  19. Pearl – Janis Joplin
  20. Quicksilver – Quicksilver Messenger Service
  21. New Riders Of The Purple Sage – New Riders Of The Purple Sage
  22. Smash Your Head Against The Wall – John Entwistle
  23. Roots – Curtis Mayfield
  24. The Low Spark of High Heeled Boys – Traffic
  25. Rainbow Bridge / The Cry of Love – Jimi Hendrix
  26. Judee Sill – Judee Sill
  27. Tony Joe White – Tony Joe White
  28. Byrdmaniax / Farther Along – The Byrds
  29. Lost In The Ozone – Commander Cody & His Lost Planet Airmen
  30. Anticipation – Carly Simon
  31. At Fillmore East – The Allman Brothers Band
  32. Imagine – John Lennon
  33. Muswell Hillbillies – The Kinks
  34. Hunky Dory – David Bowie
  35. Grin – Grin
  36. Boz Scaggs & Band / Moments – Boz Scaggs
  37. Brain Capers / Wildlife – Mott The Hoople
  38. Little Feat – Little Feat
  39. Songs For Beginners – Graham Nash
  40. Bonnie Raitt – Bonnie Raitt
  41. In My Own Time – Karen Dalton
  42. Getting Ready – Freddie King
  43. Here Comes The Sun – Nina Simone
  44. What’s Going On – Marvin Gaye
  45. Al Green Gets Next to You – Al Green
  46. She Used To Wanna Be A Ballerina – Buffy Sainte-Marie
  47. La Question – Françoise Hardy
  48. Ram – Paul and Linda McCartney
  49. Nilsson Schmilsson – Nilsson
  50. Every Picture Tells A Story – Rod Stewart
  51. Rudy The Fifth – Rick Nelson
  52. Leon Russell And The Shelter People – Leon Russell
  53. Anne Briggs / The Time Has Come – Anne Briggs
  54. Linda Ronstadt – Linda Ronstadt
  55. Link Wray – Link Wray
  56. Aretha Live at Fillmore West – Aretha Franklin
  57. 4 Way Street – Crosby, Stills, Nash & Young
  58. Long Player – Faces
  59. Can I Have My Money Back? – Gerry Rafferty
  60. Bark – Jefferson Airplane
  61. Led Zeppelin IV – Led Zeppelin
  62. Delta Momma Blues – Townes Van Zandt
  63. Bryter Layter – Nick Drake
  64. ‘Frisco Mabel Joy – Mickey Newbury
  65. Live In Cook County Jail – B.B. King
  66. The Sun, Moon And Herbs – Dr. John
  67. Motel Shot – Delaney & Bonnie
  68. Deliverin’ / From The Inside – Poco
  69. If You Saw Thro’ My Eyes – Ian Matthews
  70. Doctor Hook – Dr. Hook And The Medicine Show
  71. Histoire De Melody Nelson – Serge Gainsbourg
  72. “Polnareff’s” – Michel Polnareff
  73. Journey In Satchidananda – Alice Coltrane
  74. Part Time Love – Ann Peebles
  75. Elvis Country (I’m 10,000 Years Old) – Elvis Presley
  76. The Silver Tongued Devil And I – Kris Kristofferson
  77. Gonna Take A Miracle – Laura Nyro & Labelle
  78. All Day Music – War
  79. One Year – Colin Blunstone
  80. The Concert For Bangladesh – George Harrison & Friends
  81. The North Star Grassman And The Ravens – Sandy Denny
  82. Shaft – Isaac Hayes
  83. Patchwork – Bobbie Gentry
  84. Songs For The Gentle Man – Bridget St. John
  85. America – John Fahey
  86. Mudlark – Leo Kottke
  87. Wrecked Again – Michael Chapman
  88. Bird On A Wire – Tim Hardin
  89. 200 Motels – The Mothers Of Invention
  90. Nevada Fighter – Michael Nesmith & The First National Band
  91. Performance: Rockin’ The Fillmore – Humble Pie
  92. Rock On – Humble Pie
  93. Hooker ‘N Heat – John Lee Hooker & Canned Heat
  94. Rosemary Lane – Bert Jansch
  95. From A Whisper To A Scream – Esther Phillips
  96. Live In Paris / ‘Nuff Said- Ike & Tina Turner
  97. Merry Clayton – Merry Clayton
  98. Sunfighter – Paul Kantner & Grace Slick
  99. Papa John Creach – Papa John Creach
  100. Rita Coolidge – Rita Coolidge

frankford
Robert Ford

[1] Zijn echte naam was Henry Saint Clair Fredericks. Henry bewonderde Gandhi en was gefascineerd door Indië, vandaar het pseudoniem. Het debuut van Taj Mahal verscheen in 1968 op Columbia. De band is te zien in de film The Rolling Stones Rock and Roll Circus. Jesse Ed Davis speelde ook nog op The Natch’l Blues (1968) en Giant Step (1969).

[2] The book expresses details of the history of American expansionism from a point of view that is critical of its effects on the Native Americans. Brown describes Native Americans’ displacement through forced relocations and years of warfare waged by the United States federal government. The government’s dealings are portrayed as a continuing effort to destroy the culture, religion, and way of life of Native American peoples. (Wikipedia)

[3] For Nelson’s portrayal of the boys in blue as blood crazed maniacs, who blow children’s brains out and women, shattered for ever one of America’s most enduring movie myths – that of the cavalry as good guys riding to the rescue – and rendered Soldier Blue one of the most radical films in the history of American cinema. P. B. Hurst, The Most Savage Film: Soldier Blue, Cinematic Violence and the Horrors of War, 2008

jesse-ed-davis-aa