VANUIT EEN STILLE KAMER

dav

In deze kamer is het nu stil. Dat gebeurt wel vaker. Soms beluister ik wat muziek, meestal niet veel meer dan fragmenten. Dat gebeurt als ik mijn radioprogramma voorbereid. Nu helemaal geen muziek. Ik wil deze stilte voelen ook al vind ik er afleiding noch troost in. Waarom dan wil ik deze zo onwereldse, omineuze stilte voelen, in haar hele raadselachtige omvang ervaren? Ik weet het niet. Is het een manifestatie van de aantrekkingskracht van de horror, het verlangen naar de schoonheid van het afschuwelijke? Een vorm van binnenskamers ramptoerisme? Ik denk het niet. Het is van een andere orde. Deze ervaring van de stilte duurt maar heel kort. Te kort om er veel betekenissen aan te geven, om er theorieën over te bedenken. Wat ik hoe dan ook niet zou doen, gevoelsmens als ik ben, op een onverklaarbare wijze afkerig van abstracties, schema’s en systemen. Heel graag zou ik deze absoluut zuivere stilte, die tegelijk zo afschuwelijk onzuiver is, laten zoals ze is. Nog even laten voortduren. Nog even. Alsof er geen tijd bestaat.

Alleen al de bloedsomloop is tijd. De ademhaling. Het ritme van het hart. Het geklop en getrek en getintel van de zenuwen. In mijn hoofd duurt de stilte maar een ogenblik. In mijn hoofd is geen stilte en ook geen rust. Je kent de geluiden en de onrust die ik nu zou kunnen beschrijven. Je leeft zelf in deze stilte gevuld met koortsachtige geluiden, je hoort stemmen zonder lichaam, muziek zonder instrumenten, onzichtbare machines en motoren, afwezige vliegtuigen (ook niet boven het kanaal Brussel-Charleroi). Je hoort het gedreun van de tijd, het geraas en gebral van deze dagen in dit pandemonium. Er is geen stilte, en is dat niet goed?

Wordt het nog beter? Zijn er mooie dagen in het verschiet?  In boeken hebben we gelezen over de pest, over volksverhuizingen, over oorlogen die dertig jaar, tachtig jaar duurden, over de Groote Oorlog, over de Spaanse griep, over de oorlog van 1940-45 en de ergste gruwelen ooit door mensen begaan, over de Koude Oorlog en de schuilkelders, over the War Game, over de Cubaanse Crisis (toen mijn moeder kilo’s suiker en zout en bakmeel en tonnetjes pekelharing ging kopen).
Aan al die momenten van ontzetting zijn we niet ten onder gegaan. Miljoenen en miljoenen en miljoenen mensen zijn ten onder gegaan, maar wij niet. Mogelijk zullen we lijden, ontberen maar onze tijd is nog niet gekomen. Er is nog werk te doen. We hebben veel goed te maken. De schade die we de aarde hebben toegebracht moeten we herstellen. We moeten de dieren en de planten nog bedanken voor hun gastvrijheid en gulheid. We moeten nog liedjes zingen. Nieuwe liedjes, ongehoord, begeleid op instrumenten die nog moeten worden uitgevonden. Maar eerst moet deze zuivere, zo afschuwelijk vuile stilte, worden bezworen.

 

ZERO DE CONDUITE: ROOMS

2016-10-27-avignon-lyon 293

Zéro de conduite is een POPprogramma op Radio Centraal in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 ’s avonds. Een muzikaal evenement voor allen en voor niemand. Uniek in het universum. Stem af op 106.7 FM.
Je kunt Zéro via streaming beluisteren. Hier vind je meer informatie over de radio.

Een groot gedeelte van onze levens speelt zich af in kamers. Slaapkamers, verloskamers, wachtkamers, hotelkamers, eetkamers, speelkamers, mansardekamers, muziekkamers, donkere kamers, ziekenhuiskamers, droomkamers, zolderkamers, schrijfkamers, werkkamers, achterkamers, woonkamers. Vertrekken waarin we verblijven. Waarin we ademhalen, dromen, eten, slapen, vrijen, elkaar strelen, masturberen, folteren, spelen, musiceren, lezen, afzien, mijmeren, denken, haten, moorden, plannen, zuchten, zingen, luisteren, ruiken, voelen, smaken, tellen, hallucineren, vertellen, verzinnen, beminnen, liegen, luieren, schreeuwen, bedriegen, verlangen, versieren, huidcellen verliezen, ziek worden, genezen, sterven, leven, verblijven. Waaruit we vertrekken. Geen wonder dat over kamers duizenden liedjes werden gemaakt. Geen wonder dat ‘kamers’ vanavond het thema is dat al onze aandacht krijgt.

Veel luisterplezier.

 

When You Walk In The Room – You Won’t Forget Me – Jackie DeShannon – Jackie DeShannon

In My Room – Portrait – Prieto, Pockriss, Vance – The Walker Brothers

In My Room – Surfer Girl – Brian Wilson, Gary Usher – The Beach Boys

In My Lonely Room – The Definitive Collection (Single) – Lamont Dozier, Brian Holland, Eddie Holland – Martha Reeves & The Vandellas

7 Rooms Of Gloom – Reach Out! – Brian Holland, Eddie Holland, Lamont Dozier – The Four Tops

My Lonely Room – The OKeh Rhythm & Blues Story 1949-1957 – Titus Turner – Titus Turner

Smokey Room – The Complete Chess Masters – Lowell Fulson – Lowell Fulson

The Back Room – Bang Masters – Van Morrison – Van Morrison

Blue Motel Room – Hejira – Joni Mitchell – Joni Mitchell

I Can See a Room – The High Country – Willy Vlautin – Richmond Fontaine

Laundry Room – I And Love And You – Scott Avett, Seth Avett – The Avett Brothers

Eva & Willie’s Room – Stranger than Paradise  (soundtrack) –  John Lurie – John Lurie

Gambling Bar Room Blues – Jimmie Rodgers 1932 : No Hard Times – Rodgers, Alley – Jimmie Rodgers

Fifty Miles Of Elbow Room – Anthology Of American Folk Music, Vol. 2B: Social Music – Traditional – Rev. F. W. McGee

A Dimly Lit Room – Once Upon A Time In The West – Ennio Morricone – Ennio Morricone

Call Across Rooms – Ruins – Liz Harris – Grouper

Room Without A View – Pal Judy – Judy Nylon – Judy Nylon & Crucial

Rented Rooms – Curtains – Alistair McAuley, David Boulter, Dickon Hinchliffe, Mark Colwill, Neil Fraser, Stuart A. Staples – Tindersticks

A Measured Room – Music For Films – Brian Eno – Brian Eno

Room 101 – Red Exposure – Damon Edge, Helios Creed – Chrome

Room 8 – Mudlark – Leo Kottke – Leo Kottke

Store Room – Songs Of Leonard Cohen – Leonard Cohen – Leonard Cohen

Tesla’s Hotel Room – Last Days of Wonder –  Brett Sparks, Rennie Sparks – The Handsome Family

Hotel Room – Coles Corner – Richard Hawley – Richard Hawley

Candy’s Room – Darkness On The Edge Of Town – Bruce Springsteen – Bruce Springsteen

Room Full Of Mirrors – First Rays Of The New Rising Sun – Jimi Hendrix – Jimi Hendrix Experience

White Room – Wheels Of Fire – Jack Bruce, Peter Brown – Cream

(Further Reflections) In The Room Of Percussion – Tangerine Dream – Pumer, Daltrey – Kaleidoscope UK

One Room Country Shack – Kooper Session – Mercy Dee Walton – Al Kooper & Shuggie Otis

Stranger In The Room – Fully Qualified Survivor – Michael Chapman – Michael Chapman

Rubber Room – Top 30 – Porter Wagoner – Alex Chilton

Little Room – White Blood Cells – Jack White- The White Stripes

Room To Live – Hip Priest And Kamerads – Scanlon, Smith – The Fall

2018-06-03-nice-lyon 119

Bonus Tracks (zelf beluisteren):

Two Rooms – The Good Earth – Bill Million, Glenn Mercer – The Feelies

Notes From The Waiting Room – Everything’s Fine – Willard Grant Conspiracy – Willard Grant Conspiracy

The Room Nobody Lives In – John B. Sebastian – Sebastian – John Sebastian

Sailing Round The Room – All I Intended To Be – Emmylou Harris – Emmylou Harris

Love From Room 109 At The Islander (On Pacific Coast Highway) – Happy Sad – Tim Buckley – Tim Buckley

A View From Her Room – La Variete – Kernowski – Weekend

Up In Her Room – A Web Of Sound – Sky Saxon – The Seeds

Gloria – The “Angy” Young Them! – Van Morrison – Them

Research, presentatie en techniek: Martin Pulaski

 

KEITJES

eenzaam

Hij zat opgesloten in een muffe kamer met alleen een wekker en hij was bang. Kon hij er toch uit ontsnappen! Maar hoe, daar had hij geen idee van, er waren geen ramen en de stevige deur was op slot. Geen sleutel. Hij was naakt, voelde zich als op het moment van zijn geboorte, wat vreemd was, want van die lentedag in de twintigste eeuw herinnerde hij zich hoegenaamd niets.

Hij ontwaakte in een donkere straat. Geleidelijk aan werd het zicht wat beter, maar alles bleef desondanks nevelig, in een waas gehuld. De voorbijgangers silhouetten. Waar ben ik, vroeg hij aan niemand bepaald. De mensen om hem heen leken hem niet te zien. Was hij dan niet meer dan een schaduw? Alleszins liepen ze onverstoord door, met langzame tred, tot ze niet verder konden. Ze verzamelden zich op een plein waar de straatverlichting nog brandde. Niemand zei een woord, ze waren net zo vreemd voor elkaar als voor hem. Schaduwen. Ze wierpen keitjes voor zich uit tot ze door hun voorraad heen waren, dan hielden ze op om de keitjes weer te verzamelen. Zo ging het lange tijd door. Het geluid van de witte steentjes die het plaveisel raakten leek op het getik van de wekker in de gesloten kamer.

Je bent dood, dacht hij, in de muffe kamer ben je gestorven. Voortaan zal je zoals die andere schaduwen alleen nog keitjes werpen en de seconden tellen. Er is geen noemenswaardige wereld meer. Er valt niets over te zeggen, daarom zwijgt iedereen. Als er geen wereld meer is ben je dood, zo eenvoudig is het.

In het begin was het alles of niets, dacht hij, zoals bij Ibsen. Was ik uit die kamer ontsnapt was het alles geworden, of was er toch veel mogelijk geweest, veel wegen om te begaan, in alle richtingen, gedachten om te denken, dromen om te dromen, handen, ogen, zachtaardige dieren, of gewoon maar een hoge boom om in te klimmen, maar het is niets geworden. Het was alles of niets, en ik had geen enkele keuze.

Antwerpen 1977 – Brussel 2014
Foto: Martin Pulaski

SUB SPECIE AETERNITATIS

love itself

De zon schijnt door de wat vuile ramen, daarbuiten de nu nog kale bomen van het Astridpark en het groteske voetbalstadion. Nog verder de stad met al haar verlokkingen en gevaren. Je kunt er te voet naartoe, maar dat is ver. Beter de metro nemen, of de tram, of de bus – allemaal mogelijkheden vlak bij de deur. Maar ik blijf binnen omdat het moet. Ik ben ziek. Ik typ dit nu vlug met één hand, mijn rechter; mijn linkerarm kan ik niet bewegen, omdat een spier in mijn nek is ontstoken. Dat doet nogal wat pijn, vooral ’s nachts als ik er wakker van lig. Het is ook bijzonder vervelend omdat ik nu niet kan werken. Ik kan bijvoorbeeld mijn hoofd niet draaien, naar links noch rechts. Ik kijk nu recht naar het scherm. Wees gerust, ik zal niets citeren, dat gaat gewoon niet, of ik zou het citaat van een andere website moeten knippen en hier dan in plakken. Maar dat zal ik niet doen. Naast die spierontsteking ben ik ook nog opgezadeld met een virale infectie van de luchtwegen. Kop, keel, neus… Veel geklaag en veel wol, tegen de kou. Dat de winter maar gauw het land verlaat. Hij is nu lang genoeg onder ons geweest.

Ach, het is allemaal niet zo belangrijk, sub specie aeternitatis. Ik moet mezelf gewoon beter verzorgen, binnen mijn grenzen blijven, de gulden middenweg niet uit het oog verliezen. Nu moet ik deze kleine kwalen verduren. Er zijn boeken, misschien kan ik toch een uiltje knappen na het lichte middagmaal en daarna als het kan een film bekijken. Wat zachte muziek beluisteren, een glaasje water drinken. Vooral niet moeilijk doen en het niemand lastig maken.

BALLINGSCHAP IN DE SCHADUW

Het is zo’n heerlijke zomerdag. En toch kom je je kamer niet uit… Waarom ga je geen ommetje maken? Op wat zit je te wachten? Het is nog lang eer Laura thuiskomt van kantoor. Hier valt niets te verrichten.
Jazeker, je kan voor het open venster gaan staan, zoals die man van De Braekeleer, dan zie je wat er op straat gebeurt en wie weet vang je wel een glimp op van iemand aan de overkant… Een jonge vrouw, wie weet, met weinig kleren aan, warm als het is. Maar ik heb in dat gebouw nog nooit iemand gezien. Misschien staat het wel leeg. In onze straat gebeurt overigens nooit iets. Heel uitzonderlijk eens wat blikschade. Meer niet.

Hoewel dat allemaal niet zo zeker is. Hoe vaak dwaalt je aandacht niet af van de straat. Van de hele wereld en haar stand van zaken. Een niet te stuiten stroom van herinneringen dringt zich aan je op. Voor je het weet zit je op de rand van je tafel, roerloos als een hagedis op een of ander zonnig muurtje in Arles. Je treedt uit je observerende zelf om als een zielig persoontje rond te dolen in een schimmig labyrint, bevolkt door groteske figuren die je nauwelijks herkent. De kracht die hen in beeld brengt kan zeker niet van realisme worden beschuldigd. Soms gebeurt het dat je jezelf tussen de schimmen uit je verleden ziet lopen. Of je maakt een fietstocht met je vrienden, naar Geleen in Nederland. Het is zo’n heerlijke zomerdag. Er is nog geen gewicht in je leven. …Dan voel je ineens weer dat gewicht van vandaag. Misschien omdat je de zon in je ogen voelt schijnen. Het leven is geen pretje. Je bent terug en je vraagt je af hoe het komt dat onze zintuigen zich als wij in onze gedachten of denkbeelden verzinken aan het reële onttrekken. Kunnen wij dan nooit waarnemen, voelen en denken tegelijk?

Ik neem maar plaats aan mijn tafel. Waar zouden mijn vrienden nu zijn?
Ze laten niets meer van zich horen. Vroeger was dat wel anders. Ze lieten mij nooit met rust. En als ze niet aan mijn deur hingen zat er altijd wel een brief van ze in de bus. Zelf schreef ik ook onafgebroken brieven aan mijn vrienden. Duizenden brieven hebben ze van mij ontvangen. In elke omslag, dacht ik, stop ik een stukje van mijn schaduw. Maar bij nader inzien was het niet mijn schaduw die ik onder hen heb verdeeld. In elke brief zat een stukje van mijn ego. Zodat er nu alleen nog schaduw overblijft. Maar schaduw of zelf, wat maakt het uit in een wereld bevolkt door schaduwen. Plato had gelijk. Het ware leven speelt zich elders af. Nooit daar waar je je bevindt. Zelf, schaduw : het zijn twee verschillende woorden, meer niet. Woorden die me vaak beletten te denken, die me al even vaak beletten te leven omdat ze mij in hun ban houden met hun luister, hun abracadabra. Stukjes zelf waren die brieven. Stukjes licht taalspel, overstromend van verbeelding en verwachting. Stukjes schuimend utopia. Geen wonder dat ik veel vrienden had. Ik schonk hen stukjes van dat andere leven dat in die tijd in mij ontwaakte. Uit de wereld waar dat andere leven zich afspeelt ben ik al lang verbannen. Soms als ik droom ben ik er weer even. Het lijkt enigszins op wat er gebeurt op het eiland van Adolfo Bioy Casares. Bij het ontwaken blijft er nauwelijks een spoor van over. Alleen een onverklaarbaar verdriet wijst er op dat ik er weer geweest ben.

Een balling heeft niet veel te vertellen. Zijn bron is opgedroogd, denkt hij. Hij kan zich tot zijn eigen oren beperken, natuurlijk, een zichzelf met verhaaltjes uit de kindertijd in slaap wiegen. Zichzelf wijs maken hoe mooi het leven als kind was. Dat is het enige wat de balling nog rest : dat zoete paradijs der kinderjaren.Het is toch wel een mooie tafel. Volstaat dat dan niet, aan zo’n mooie tafel zitten? Met een dak boven je hoofd. De halve wereld moet het met veel minder doen. Neen. Je hebt geen spijt. Alles wat voorbij is zit veilig opgeborgen in je geheugen. Het is dood en het leeft tegelijkertijd. Spijt is trouwens een lachwekkende emotie. Maar dat geeft niet. Ik heb niets tegen mensen die spijt hebben. En een lachwekkende mens kan een andere lachwekkende mens het leven redden. Dat is al gebeurd. Je moet doen wat je moet doen. Als je graag pralines eet, moet je pralines eten. Zo simpel is het. En als je ze niet kunt betalen? Dan moet iemand anders dat maar doen.