Nu weer de oude vertrouwde onrustige slaap, met om het half uur wakker worden om te kijken of het nog geen half acht is. Het is nog maar drie uur, half vier, et cetera. Over dat patroon maak ik me minder zorgen dat over een lange, diepe slaap waaruit ik me maar met moeite los kan rukken. Mensen zijn vreemde wezens, niets menselijks is ons vreemd.
Een vriend liet me een onbekend lied van the Byrds horen. Het stond op een tape die uit een grote witte magical mystery box kwam. Daar zat nog ander materiaal in, onder meer palimpsesten, teksten die van achteren naar voor waren geschreven, mystieke traktaten, kosmische muziek. De song zelf was mooier dan om het even wat the Byrds ooit op plaat hebben gezet, mooier dan ‘Draft Morning’ en ‘Hickory Wind’. Hij klonk ook als een palimpsest, meerlagig, met zang en instrumenten die in sommige gedeeltes achterstevoren waren gemixt. Toch was het geluid helder, transparant (niet als glas maar als vleugels van grote witte vlinders in de zon). Het was de ‘typische’ sound van the Byrds, maar nog meer pastoraal, met nog meer hunker, met een duidelijk uitgesproken verlangen naar eenwording met de natuur, met het Al – en daar tegenover de melancholie die het gevolg is van de onmogelijkheid van zo’n eenwording. De verscheurdheid van de mens die alleen staat in de natuur, zoals een personage op een doek van Caspar David Friedrich. Een verscheurdheid die met veel schoonheid – tedere en etherische geluiden, harmonieuze zangpartijen – wordt uitgedrukt, niet met brutaliteit, niet met geluidsterreur. Het lukte me om hier en daar een woord van de achterstevoren geschreven tekst te ontcijferen. Ik besefte dat ik hier de sleutel kon vinden voor de deur naar een andere vorm van waarnemen en ervaren. Maar dan had ik geduld nodig en tijd.
Het is erg mistig maar je voelt dat de zon er al door wil dringen. Nog even wachten voor ik de ramen open. Frisse lucht in deze kamers.
Het is niet goed als de patronen die je dagen bepalen een routine worden. De herhaling – van altijd dezelfde handelingen op dezelfde uren van de dag – is een kwelling, een koud vuur dat je opbrandt zonder dat je er erg in hebt. Herhaling en routine maken je oud en moe. Maar anderzijds heb je discipline nodig om te kunnen werken, om ‘geestelijk’** te kunnen leven. Chaos maakt je net zo goed kapot als orde. Is het mogelijk de ene dag chaotisch te leven en de andere gedisciplineerd, de ene dag als een anarchist de andere als een emotionele fascist (om eens een uitdrukking van Elvis Costello te gebruiken)?
Na lang geaarzel en nietszeggende argumenten pro en contra dan toch naar de cinema. ‘Hail, Caesar!’ van de gebroeders Coen. Ik heb van al hun films genoten, van hun stijl, hun humor, hun dialogen, van alles. Het meest van al van ‘Fargo’, in mijn ogen een meesterwerk van zwarte humor. Soms doet het werk van de broers me wat aan dat van Mel Brooks denken. Maar heb ik destijds niet veel van Mel Brooks gehouden? De Coens doen het echter allemaal nog beter. Niet alleen de humor, de satire en pastiche maar ook en vooral het verbeelden (in beeld brengen) van de tijd, van specifieke tijdsperiodes. Van ruimte in de tijd, van locaties en personages. En er is bij hen niet alleen maar humor en satire maar ook drama, passie en zelfs tragedie. In ‘Hail, Caesar!’ sprak de eigenlijke intrige, het Christus-verhaal zal ik het maar noemen, mij meer aan dan de ‘fragmenten’ – elk in een specifiek genre, melodrama, musical, western, zwemfilm – die er zijn in ingebed. Het maakt mij niet uit of dat verhaal ernstig mag genomen worden of niet, voor mij is het een mooi voorbeeld van een kleine heroïsche strijd tegen corruptie, verleiding, bedrog, zelfverlies. Het is niet nodig om in Jezus, de duivel of god te geloven om geraakt te worden door een passiespel. De fragmenten, pastiches van Hollywoodgenres zoals die in het begin van de jaren vijftig werden gedraaid, vond ik bijwijlen minder geslaagd. Zeker de musical ‘No Dames!’ had beter gekund. Waarschijnlijk was het budget van de regisseur van de matrozenfilm wat te klein om zo’n dansnummer tot in de kleinste details te verzorgen. Het is zelfs mogelijk dat de gebroeders Coen het zo bedoeld hebben. Het meeste pret heb ik beleefd aan de vergadering met de geestelijken waarin over de aard van god en Jezus wordt geredetwist, aan de bijeenkomst van de communistische scenaristen en aan de stukjes met Scarlett Johansson (voor mij voor altijd het meisje uit ‘Lost In Translation’, nu wel erg grofgebekt), Tilda Swinton (voor altijd de echtgenote van David Bowie) en Frances McDormand (voor altijd een zwangere politieagente).
Ik ging ervan uit dat ‘Hail, Caesar!’ een film voor het zogeheten ‘grote publiek’ was. Maar gelukkig is dat niet het geval. Alleszins heb ik geen geur van popcorn opgesnoven.
Op televisie ging het over de uitverkoop van de Europese Unie, het bedriegen en uitpersen van de Belgische bevolking, vooral van degenen die het financieel of op ander gebied moeilijk hebben, de grote meerderheid dus, en over de gunsten, geschenken en privileges van ‘onze’ regering voor de superrijken. Walgelijk spektakel. Escapisme is een tijdelijke oplossing, maar wat meer en meer noodzakelijk wordt is actie. Dat we eindelijk op straat komen en onze woede uiten, dat we eindelijk deze verdomde regeringen naar huis sturen en mensen verkiezen die ons werkelijk en rechtstreeks vertegenwoordigen.
Ω
*Stemmingswisselingen iii
**’Geestelijk leven’, is er iemand die die uitdrukking nog gebruikt?