Waarom heb ik mij de voorbije nacht zo opgewonden over Dirk Steenhaut? Hij en zijn schrijfsels zijn dat niet waard. Waarschijnlijk reageer ik zo intens omdat ik oververmoeid ben. Ik heb de voorbije twee weken gemiddeld vier à vijf uur geslapen, soms, zoals afgelopen nacht, maar twee uur. Ik ben niet moe en ik ben uitgeput. Neen, hij is het niet waard. Steenhaut niet, en al de anderen niet. Schrijven moet je over het goede en over het bijzondere, over het ongewone en het unieke, maar dat is veel moeilijker. Je vindt er heel vaak geen woorden voor, bijzondere, ongewone, unieke woorden. Een eigen taal, zoals Louis Paul Boon er een had, zoals James Joyce er een had, zoals Franz Kafka er een had. Jij hebt die taal niet. Daardoor verval je snel in boosheid en geklaag. De boze mens voegt niets toe aan de wereld, tenzij hij zijn boosheid verrukkelijk verwoordt of in beelden uitdrukt. Ik voeg niets toe aan de wereld, alleen maar lacunes, ongenoegen, twistvragen. Ook ik ken geen synoniemen voor bloemkool of kabeljauw.
Ik heb weer dertigtal foto’s op flickr gepost, van mijn studiereis naar Jaén, een provincie in Andalousië. En nu heb ik al zin om ze ongeveer allemaal weer te wissen, maar dat kan niet meer, want bezoekers hebben al hier en daar commentaren geschreven. Waarom wil ik ze weer wissen? Omdat ik ze niet uniek en ongewoon vind. Omdat iedereen die foto’s had kunnen maken. Je moet alleen maar een digitaal fototoestel hebben en klikken, klikken, klikken. Ja, ik voel me weer eens dom en waardeloos. Maar dat gaat wel weer voorbij en dan ben ik weer de koning van mijn kamers en weet ik over alles alles.
Foto: Jaén, 2005