Over Gloria schreef ik al eerder. Mogelijk toonde ik deze ‘mislukte’ foto ook al een keer. Dat mag. Of niet soms? Gloria is een geweldige en sterke vrouw. Ze is een zangeres, een folkzangeres zou je haar kunnen noemen; haar stem is krachtig, gevoelig, bezield. Ze speelt uitstekend gitaar. Vaak laat ze zich begeleiden door andere muzikanten uit Valle Gran Rey. Ze weten met snareninstrumenten om te gaan en kunnen behoorlijk goed zingen. Gloria’s liedjes drukken de ziel van het Canarisch eiland La Gomera uit. Ze ís de ziel van het eiland. Deze foto is van voor de covid-ellende. Het was in het restaurant El Palmar, waar ze drie keer per week optreedt. Die avond was iedereen al naar huis. Overal waar wij komen zijn wij meestal de laatste klanten. Gloria zong nog een liedje voor mij alleen (Agnes mocht meeluisteren) en lachte haar warmste lach. Mijn nacht kon niet meer stuk.
David Lindley overleed op 3 maart. Hij was meer een schaduwmuzikant dan een ster. Het is mijn overtuiging dat musici die in de schaduw werken minder van hun ziel moeten afstaan in ruil voor roem dan zij die volop in de spotlights staan en dat zij op die manier werkelijk trouw blijven aan hun muze. David Lindley was vooral een man van de snaren. Hij liet al met finesse en authenticiteit van zich horen in de psychedelische folkband Kaleidoscope uit Californië. Hun tweede elpee, A Beacon From Mars uit 1968, was een hoogtepunt maar kende weinig bijval. Kaleidoscope maakte wereldmuziek, een woord dat in de jaren zestig waarschijnlijk nog niet bestond. Je hoort er naast psychedelische experimenten invloeden uit het Midden-Oosten en Griekenland. David Lindley en Ry Cooder waren in die broeierige tijd al verwante zielen. Beiden hielden van traditionele en meer experimentele folk en blues. Bizarre en vermetele muziek. In Engeland speelde Lindley in de band van gitarist Terry Reid, onder meer op diens hoogtepunt River uit 1973. Terug in Californië werd hij de virtuoze snarenspeler in de band van Jackson Browne en bepaalde mee de sound van tijdloze langspeelplaten als For Everyman, Late For The Sky en Running On Empty. In 1981 kwam met als titel El Rayo-X het eerste eigen werk van de stringman uit. Producer was zijn vriend Jackson Browne. Met zijn band, die ook de naam El Rayo-X meekreeg, nam Lindley enkele vrolijke, eclectische elpees op, onder meer Win This Record! en Very Greasy.
David Lindley zal – bij het niet al te grote publiek – vooral bekend zijn als begeleider, een woord dat hem oneer aandoet. Ook al deed hij dat met verve, niet alleen bij Jackson Browne en Ry Cooder maar ook bij onder meer Warren Zevon, Graham Nash, Bob Dylan, Linda Ronstadt, Henry Kaiser en zoveel andere gelauwerde muzikanten en singer-songwriters. Rust in vrede, David.
Zéro de conduite is een muziekprogramma waarin songs uit de popcultuur in het keurslijf van thema’s worden ingerijgd. Woekerende chaos wordt met liefde en toewijding overzichtelijk gemaakt. Alle zogeheten populaire genres komen aan bod, al ligt de nadruk op Angelsaksische folk, blues, country, soul en rock-‘n-roll. Onbevooroordeelde muziekliefhebbers noemen het allemaal pop. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds kan je ernaar luisteren op Radio Centraal 106.7 fm en streaming. Meer informatie over de zender en zijn medewerkers en programma’s vind je hier. Het motto van deze aflevering is: It’s just a rumour that was spread around town / Somebody said that someone got filled in / For saying that people get killed in / The result of this shipbuilding / With all the will in the world / Diving for dear life.
Bij de samenstelling van deze aflevering van Zéro de conduite stelde ik me voor dat ik in een mooi park wandelde, Hampstead Heath in Londen bijvoorbeeld, en dat de gedachten, dagdromen en invallen die er tijdens die wandeling in mijn hoofd zouden opkomen begeleid zouden worden door songs. Of dat ze mijn gedachtestroom – zeker in het geval van gepieker over armoede, ziekte en dood – zouden doorbreken. Van welke liedjes ik in mijn denkbeeldig park tijdens mijn fantasmagorische wandeling graag wilde horen maakte ik een lijst: liedjes voor een wandeling in het park. Het is geen platonische lijst geworden met daarin de absoluut allermooiste liederen voor zo’n promenade; dat zou onmogelijk geweest zijn. Niemand kan vrijblijvende lijsten maken. We leven in onze eigen tijd en worden of we het nu willen of niet op elk ogenblik beïnvloed door wat ons omgeeft. Een uitgesproken inspiratiebron was een interview met de begenadigde bass explorer Danny Thompson – uit Battersea, waar het romantische Battersea Park met de London Peace Pagoda is gelegen – in het maandblad Mojo. Danny Thompson is 83 maar zijn geest (brain) is nog 18, zegt hij. Hij speelde contrabas bij talloze legendarische muzikanten en bands, waaronder John Martyn, Pentangle, Tim Buckley, Nick Drake, Richard Thompson, Incredible String Band, Paul Weller en Kate Bush. Op die manier zijn er nogal wat nummers waarop Danny Thompson de contrabas hanteert in de lijst binnengeslopen. Met dank aan interviewer Tom Doyle. De meeste songs voor deze wandeling mogen met enige ironie easy listening worden genoemd, al zijn ze dat soms op een wat perverse manier. En er is natuurlijk op de achtergrond – die soms voorgrond wordt – de oorlog. Vandaar de traditional Oh Death, Elvis Costello’s en Clive Langer’s Shipbuilding, Jeff Tweedy’s War on War en zelfs All The Neon Lights Are Blue van de o zo miskende zanger en componist Mickey Newbury. Tim Buckley’s The Earth Is Broken (live in Londen) spreekt dan weer boekdelen over wat wij met de aarde hebben gedaan. Dat stel je zelfs vast als je in het allermooiste park je zorgen probeert te vergeten, luisterend naar het gekwinkeleer van de vogels of plots oog in oog staand met een prerafaëlitische engel. Wandelend in een park kun je verlangen naar een andere wandeling in een ander park, of in een paradijselijke tuin, zoals die van Serralves in Porto. Wat in deze pastorale aflevering zeker niet mocht ontbreken is Walk in the Park van Victoria Legrand en Alex Scally, beter bekend als Beach House.
Veel luisterplezier.
Opgedragen aan Danny Thompson. Long may you run.
Hampstead Heath, Londen. 25 juni 2014
The Earth Is Broken – Tim Buckley – Dream Letter: Live In London 1968 – Tim Buckley
Zéro de conduite is een themaprogramma gewijd aan pop/cultuur op Radio Centraal (106.7 FM) in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds. Het motto van deze show is: Black Mountain people are bad as they can be / Black Mountain people are bad as they can be / They uses gunpowder just to sweeten their tea. Je kan dit programma via streaming beluisteren. (En hier vind je meer informatie over Radio Centraal en andere excentrieke en wispelturige collega’s radiomakers).
Vorige maand ging het hier 38 keer over goud. Vandaag doen we aan omgekeerde alchimie en veranderen we goud in zwart. Zomer wordt winter. ‘50.000.000 Elvis Fans Can’t Be Wrong’ wordt ‘Man In Black’. Zwart is voor veel mensen geen sombere kleur. Waarom dragen nogal wat kunstenaars zwarte kleren? En een little black dress kan best wel sexy zijn. Op 3 december 2012, gisteren negen jaar geleden, was er al een aflevering van Zéro gewijd aan de kleur zwart. Ik zal niet herhalen wat ik toen in de inleiding schreef. Alleen dit: “Eerst dacht ik dat het een nogal somber, donker lijstje zou worden, zwart is immers de kleur van de dood en de rouw. Maar nu heb ik de indruk dat het meevalt. ‘Sweet Black Angel’ is alvast geen treurlied. Nee, met zwart kun je net zo goed naar een uitvaart als naar een swingend feest. En zo is alles altijd goed.”
‘Sweet Black Angel’ komt vandaag niet aan bod. Ik heb er zorg voor gedragen niets uit de lijst van toen te hernemen. Wat jammer is, want het waren stuk voor stuk schitterende songs. Zoals meestal het geval is bij het samenstellen van een programma laat ik me grotendeels door het toeval leiden. In dit geval was het uitgangspunt ‘I Am The Black Gold Of The Sun’ van Rotary Connection. Ik vond het zo spijtig dat het nummer niet in mijn gouden uitzending van vorige maand aan bod was kunnen komen dat ik er nu een heel programma aan heb opgehangen. Zwart goud is ook zwart. Een swingend feest zal het vanavond mogelijk niet worden, maar als je je zwarte kleren en schoenen aantrekt ben je toch al een eindje op weg. En vergeet niet wat Frank Zappa lang geleden al verkondigde: Brown shoes don’t make it!
Veel luisterplezier.
Holly Golightly
Little Black Egg – Tarnation – Mirador – Michael Stone/The Nightcrawlers
Seeing Black – Lucinda Williams – Blessed – Lucinda Williams
Black Diamond – The Replacements – Let It Be – Paul Stanley
Black Night – Green On Red – Green On Red – Dan Stuart
Black Smoke – Tindersticks – Falling Down A Mountain – Stuart A. Staples
Black Lung – Steve Earle & The Dukes – Ghosts Of West Virginia – Steve Earle
Black Moon – Peter Lewis (Moby Grape) – Peter Lewis – Peter Lewis
Black Dirt & Clay – Peter Case – Flying Saucer Blues – Peter Case
Black Arrow, Bleeding Heart – Whiskeytown – Faithless Street – Steve Grothman/Caitlin Cary/Eric Gilmore/Phil Wandscher
Cold Black Night – Fleetwood Mac – Peter Green’s Fleetwood Mac – Jeremy Spencer
Black Cat Bone – Johnny Winter – The Progressive Blues Experiment – Johnny Winter
Black Hearted Woman – The Allman Brothers Band – Skydog: The Duane Allman Retrospective – Gregg Allman
Black Limousine – The Rolling Stones – Tattoo You – Jagger/Richards
Black Train – The Gun Club – Fire Of Love – Jeffrey Lee Pierce
Black Betty – Nick Cave & The Bad Seeds – Kicking Against The Pricks – Lead Belly
Black Minnie – Mississippi Fred McDowell – Mississippi Delta Blues – Mississippi Fred McDowell
Black Cat Blues – Memphis Minnie – Hoodoo Lady: 1933-1937 – M. McCoy
Black Mountain Blues – Bessie Smith – The Essential Bessie Smith – H. Cole
Black Rat – Big Mama Thornton – Ball N’ Chain – W.M. Thornton/M. Lawlar
Black Panther – Johnny Shines – Last Night’s Dream – Johnny Shines
Black Cadillac – Lightnin’ Hopkins – His Blues: 1947-1959 – Lightnin’ Hopkiins
Black Rider – Bob Dylan – Rough And Rowdy Ways – Bob Dylan
Black Is The Color Of My True Love’s Hair – Nina Simone – Nina Simone At Town Hall – Nina Simone
Is It Because I’m Black – Syl Johnson – Dave Godin’s Deep Soul Treasures – Vol. 3 – Glenn Watts/Syl Johnson/Jimmy Jones
I Am The Black Gold Of The Sun – Rotary Connection – Hey, Love – Charles Stephney/Richard Rudolph
Blackpatch – Laura Nyro – Christmas And The Beads Of Sweat – Laura Nyro
Young, Gifted & Black – Bob & Marcia – The Story Of Jamaican Music: Reggae Hit The Town 1968-74 – Simone/Irving
Black Man Time – I Roy – Presenting I. Roy – Roy Reid
Black Starliner Must Come – Culture – Two Sevens Clash – Unknown
Black is Chant/Black is Time – The Last Poets – This is Madness – Ben Hassen
Bull Black Nova – Wilco – Wilco (The Album) – Jeff Tweedy
From Black To Blue – Yo La Tengo – And Then Nothing Turned Itself Inside-Out – Georgia Hubley/Ira Kaplan/James McNew
Black Dog On The Beach – Bill Callahan – Shepherd In A Sheepskin Vest – Bill Callahan
Black-Eyed Susan – Laura Veirs – The Triumphs & Travails Of Orphan Mae – Laura Veirs
Black Sheep Boy – Okkervil River – Black Sheep Boy – Tim Hardin
The Black Dog Runs At Night – Thought Gang – Twin Peaks – Fire Walk With Me (Music From The Motion Picture Soundtrack)- Badalamenti/Lynch
Zéro de conduite is een themaprogramma gewijd aan pop/cultuur op Radio Centraal in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds. Stem af op Radio Centraal 106.7 FM verander je leven. Het motto van deze show is : Salamanda Palaganda, oh, Palamino Blue / Salamanda Palaganda, oh, June’s Buffalo too / In the Parisian zoo, zoo, zoo, zoo, zoo. Je kunt dit programma ook via streaming beluisteren. Hier vind je meer informatie over Radio Centraal en andere excentrieke en wispelturige collega’s radiomakers.
Op deze tweede dag van 2021 breng ik een tweede deel van de reeks baanbrekers. Baanbrekers zijn pioniers, voortrekkers, wegbereiders, trailblazers. Het is mij voornamelijk te doen om songschrijvers, muzikanten, zangeressen en zangers die de popmuziek hebben veranderd, vernieuwd en verrijkt. In sommige gevallen hebben ze grenzen overschreden, maar ze kunnen ook in hun genre exemplarisch geweest zijn. Alle baanbrekers die vandaag aan bod komen, waren of zijn actief in het Verenigd Koninkrijk. Dat komt goed uit, dacht ik, nu dat Koninkrijk de Europese Unie definitief heeft verlaten. Het brexitmonster van de Tory Party en de tabloids heeft toegeslagen. Wat niets verandert aan mijn liefde voor dat land en voor sommige van zijn inwoners. Toegegeven, Scott Walker was geen Brit, maar zijn muziek is wél Brits (en Europees). Je zou zelfs kunnen beweren dat Scott, of noem hem gerust Noel Scott Engel, de Britse baanbreker par excellence was. Heeft iemand ooit meer plastische kitchen-sink songs geschreven dan hij? Raymond Douglas Davies komt in de buurt. Met een beetje goede of slechte wil zou je ze deze wegbereiders en eilandbewoners excentrieken kunnen noemen. Zeker zijn ze anders dan de meeste doordeweekse popmuzikanten. Ze hebben een aparte stijl, hun teksten zijn nogal eens whimsy.Eigenaardig vind ik geen goed equivalent voor die typische uitdrukking. Soms zijn ze nadrukkelijk traditioneel, andere keren zetten ze de traditie op hun kop. Zelfs als ze door en door Amerikaanse blues spelen, klinkt daar nog hun Britishness in door. Er was een tijd dat nagenoeg elke jongere Brit wilde worden, of op zijn minst Engelsman. Wat een dwaze droom was dat. Je kunt geen Engelsman worden, en zeker geen Britse excentriek. Al blijft er het geval Scott Walker.
Voor vandaag koos ik overwegend songs uit de periode 1970-1975. De nadruk ligt op Britse folk, folkrock en progressieve pop. Bijna alle artiesten die aan bod komen hebben een niet te verwaarlozen rol gespeeld in de verruiming van het begrip popmuziek. Sommigen van hen zijn nog steeds even relevant als toen. De Britse popjournalist Nick Kent schreef ooit: “Kevin Ayers and Syd Barrett were the two most important people in British pop music. Everything that came after came from them.” Mogelijk overdreef hij wat. Want iets gelijkaardigs zou ook gezegd kunnen worden over Richard Thompson en Sandy Denny (Fairport Convention), Donovan, the Incredible String Band, Bert Jansch en John Renbourn (Pentangle), Nick Drake, Robert Wyatt (Soft Machine), Marianne Faithfull, Slapp Happy, Fred Frith (Henry Cow en Slapp Happy), John Cale en vele anderen. Veel luisterplezier!
Long Gone Midnight – John Mayall ft. Mick Taylor – Blues From Laurel Canyon – John Mayall
Trying So Hard To Forget – Fleetwood Mac ft. Peter Green – Mr. Wonderful – Green/Adams
Lying In The Sunshine – Free ft. Paul Rodgers, Paul Kossoff – Free (Remastered) – Fraser/Kossof
Yesterday And Today – Yes ft. Jon Anderson, Peter Banks – Yes (First album, 1969) – Anderson
A Half Sunday Homage To A Whole Leonardo Da Vinci (Without Words By Richard Brautigan) – Mike Cooper – Trout Steel – Mike Cooper
Book Song – Fairport Convention ft. Ian Matthews – What We Did on Our Holidays – Richard Thompson, Ian Matthews
Bushes And Briars – Sandy Denny ft. Richard Thompson, Sneaky Pete Kleinow – Sandy – Sandy Denny
When I Get To The Border – Richard & Linda Thompson – Richard and Linda Thompson – I Want To See The Bright Lights Tonight – Richard Thompson
Feeling All The Saturday – Roy Harper – Flat Baroque and Berserk – H. Ash. Producer – Peter Jenner
No Good Trying – Syd Barrett ft. Robert Wyatt & Hugh Hopper, Soft Machine – The Madcap Laughs – Syd Barrett
Salamanda Palaganda – Tyrannosaurus Rex ft. Marc Bolan, Steve Peregrine Took – Prophet, Seers & Sages The Angels Of The Ages – Marc Bolan. Producer – Tony Visconti
Song Of The Naturalist’s Wife – Donovan ft. Tony Carr – A Gift From A Flower To A Garden – Donovan Leitch Producer – Mickey Most
The Water Song – Incredible String Band ft. Robin Williamson & Mike Heron – The Hangman’s Beautiful Daughter – Robin Williamson. Producer – Joe Boyd
Rainmaker – Michael Chapman ft. Danny Thompson – Rainmaker – Michael Chapman. Producer – Gus Dudgeon
Fat Man – Jethro Tull ft. Ian Anderson, Martin Barre, Clive Bunker – Stand Up – Ian Anderson
Want To Be With You – Bridget St John – Jumble Queen – Bridget St.John
The Time Has Come – Pentangle ft. Jacqui McShee, John Renbourn, Bert Jansch, Danny Thompson, Terry Cox – Topic: The Real Sound Of Folk Music – Ann Briggs
Come Sing Me A Happy Song To Prove We Can All Get Along The Lumpy Bumpy Long And Dusty Road – Bert Jansch ft. Terry Cox, Danny Thompson – Birthday Blues – Bert Jansch. Producer – Shell Talmy
The Garden Of Jane Delawney – Trees – The Garden Of Jane Delawney – T. Boshell. Vocaliste – Celia Humphris
Place To Be – Nick Drake – Pink Moon – Nick Drake. Producer – Joe Boyd
Let The Good Things Come – John Martyn ft. Danny Thompson, Richard Thompson, Beverley Martyn – Bless The Weather – John Martyn.
Charlemagne – John Cale ft. Stan Szeleste, Garland Jeffreys – Vintage Violence – John Cale
Why Are We Sleeping? – Soft Machine – The Soft Machine Volume One – Kevin Ayers,/Mike Ratledge/Robert Wyatt. Producer – Tom Wilson, Chas Chandler
Song For Insane Times – Kevin Ayers ft. Hugh Hopper, Mike Ratledge – Joy Of A Toy – Kevin Ayers – Producer – Peter Jenner, Kevin Ayers
Optimism – Lady June (a.k.a. June Campbell Cramer) ft. Brian Eno – Lady Junes Linguistic Leprosy – June Campbell Cramer
Kooks – David Bowie ft. Rick Wakeman, Trevor Bolder – Hunky Dory – David Bowie. Arranger – Mick Ronson; Producer – Ken Scott
Chords Of Fame – Marianne Faithfull – Rich Kid Blues – Phil Ochs. Producer – Mike Leander
Duchess – Scott Walker – Scott 4 (1969) – Noel Scott Engel. Engel. Producer – John Franz
Grey Lagoons – Roxy Music – For Your Pleasure – Bryan Ferry. Cover model – Amanda Lear. Art Direction – Nicholas De Ville
Big Day – Phil Manzanera ft. Brian Eno – Diamond Head – Eno/Manzanera. Engineer – Rhett Davies
On Some Faraway Beach – Brian Eno ft. Busta Cherry Jones, Andy Mackay – Here Come The Warm Jets – Brian Eno
Song for Che – Robert Wyatt ft. Gary Windo, Nisar Ahmad Khan – Ruth Is Stranger Than Richard – Charlie Haden. Cover Art – Alfreda Benga
Desperate Straights – Slapp Happy & Henry Cow ft. Anthony Moore, Chris Cutler – Desperate Straights – Moore. Cover Art – Peter Blegvad
She’s Bought A Hat Like Princess Marina – The Kinks – Arthur: Or The Decline And Fall Of The British Empire – Ray Davies. Greil Marcus (Rolling Stone) noemde deze conceptelpee de beste van 1969.
Hunting Tigers Out In “Indiah” – Bonzo Dog Doo-Dah Band – Tadpoles – Hargreaves/Damerell/Evans. Producer – Gus Dudgeon
Zéro de conduite is een themaprogramma gewijd aan pop/cultuur op Radio Centraal in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds. Stem af op Radio Centraal 106.7 FM: uniek in een universum met een schrikbarende toename van het aantal zwarte gaten. Het motto van deze show is I hear the sound of sorrow in the wind / Blowing down from every mile I’ve ever been.
Je kunt dit programma ook viastreaming beluisteren. Hier vind je meer informatie over Radio Centraal en andere radiomakers.
Emmylou Harris is op enkele uitzonderingen na pas laat in haar carrière zelf songs gaan schrijven. Van in het prille begin, nog voor Chris Hillman – van the Byrds en the Flying Burrito Brothers – de jonge folkie ontdekte en Gram Parsons haar vroeg voor de vrouwelijke samenzang op zijn solodebuut GP (1973), was zij al geïnteresseerd in songs die sterke emoties uitdrukten. Vanaf haar debuut, het album Gliding Bird uit 1970, heeft de zangeres op de composities van een groot aantal bekende en vooral minder bekende artiesten de onmiskenbare Emmylou-stempel gedrukt. Feit is dat de zangeres met de engelenstem, vaak overvol tristesse maar soms ook bijna ruig rockend, een voortreffelijke smaak heeft. Dat blijkt alleen al uit de grote hoeveelheid liedjes die ze doorheen de jaren op haar albums en live heeft gecoverd en uit haar talloze onovertroffen duetten. Al moet worden toegegeven dat ze in de keuze van haar repertoire vaak werd bijgestaan door partners als Brian Ahern en Rodney Crowell. Vanavond luisteren we naar de achtendertig beste songs van de tweehonderd op de Wurlitzer 2000 jukebox van Emmylou Harris, al mag er over mijn keuze, liefst achteraf, worden getwist. In sommige gevallen laat ik de originele versie horen, soms zijn het ook weer covers. Tussendoor mag de songbird zelf wat zingen, evenals haar eerste muzikale liefde, Gram Parsons.
Veel luisterplezier!
The Sweetheart Of The Rodeo – Emmylou Harris – The Ballad Of Sally Rose – Emmylou Harris/Paul Kennerley
Hickory Wind – The Byrds – Sweetheart Of The Rodeo – Gram Parsons/Bob Buchanan
Wheels – The Flying Burrito Brothers – The Gilded Palace Of Sin – Parsons/Hillman
Hebben jullie ook zo genoten van het concert van Kurt Vile, gisteren in de AB? Ik wel. Ik ben er zelfs vrolijk van geworden. Een paar danspasjes in het donker. Jammer dat het publiek nog volop aan het praten was tijdens de romantische en breekbare folk van Meg Baird en Mary Lattimore. Ik dacht, ik sluit de ogen en geef me als aan een droom over aan de geluiden van Meg’s stem, van haar gitaar, van Mary’s harp. Al gauw slenter ik over een zomers strand ergens in Engeland. De negentiende eeuw is maar net begonnen. Wat verderop zitten Shelley en Keats de zonsondergang te bewonderen.
Het lawaai van de mensen beneden was nu dat van de zee geworden. De golven grijs en blauw, witte meeuwen erboven. Meg Baird’s zachte hoge stem is in de natuur, in het grote geheel opgenomen. Het harpspel van Mary Lattimore een lichte bries. Ja, ik hoor nu de muziek die moeder aarde lang geleden toen wij mensen goed voor haar waren voortbracht.
En Kurt Vile? Kurt Vile is bescheiden en lief en speelt mooi gitaar. Hij kan er wat van! Veranderen wil hij wel, Skinny Mini, zegt hij, maar hij wil ook hetzelfde blijven. Hij is een van die kunstenaars die goed zijn in herhalen. Kurt heeft een grappige stem, een beetje die van een Flintstone of een andere mannelijke stripfiguur. Zijn teksten zijn ontwapenend. Ze dreigen te ontsporen, maar dat doen ze net niet. Onmogelijk Kurt Vile niet aan je hart te drukken. Kurt komt uit een gezin van tien kinderen en heeft geen universitair diploma. Mooi gedaan, Kurt!
(Hij is helemaal geen Kurt Weil, de wereld veranderen kan hij langs geen kanten. Vergeet dat maar. Je zal je tevreden moeten stellen met zijn wilde verbeelding.)
Gisteravond luisterde je naar muziek van de grens. De tijd van Zéro de conduite is begrensd, maar de geselecteerde muziek is dat nauwelijks. Componisten, songschrijvers, muzikanten, zangers en zangeressen nemen ons mee op hun reizen en vertellen ons over hun observaties en ervaringen. Met hen ontdekken we waarom mensen op reis vertrekken, voor korte of langere tijd, voor altijd. Waarom ze op de vlucht gaan, waarom ze in een vreemd land hun heil gaan zoeken. Met hen tasten we grenzen af. We schaffen visa, paspoorten, geschikte kleren aan. Met hen steken we grenzen over. In nieuwe streken, op het platteland of in de steden voelen we ons beter, slechter, gelukkiger, eenzamer, verstoten, verwenst, met gastvrijheid bejegend. Oude dichters zoals Remco Campert zijn begaan met ons lot. We lezen zijn droeve woorden en voelen ons getroost.
Aan de grens controleert de douane onze al dan niet schaarse bagage. Sommigen van ons worden bedreigd. In het akelige grenslicht ontwaren we politieagenten met wolfachtige honden en machinegeweren. Brutale woorden, geweld, folteringen zijn geen uitzondering.
We reizen uit liefde voor de anderen. We ontmoeten zachtaardige medemensen. In Rome, in Essaouira, in Stockholm. In Barcelona ontmoeten we Catalanen die zich goed in hun vel voelen in Spanje. Ze verschillen niet van Basken of Andalusiërs.
Onze liefde voor muziek en films voert ons naar Louisiana. We verblijven dagen en nachten in New Orleans, the Big Easy. Het is er gevaarlijk, waarschuwt Geoff Dyer ons. Maar niemand probeert ons te beroven of op een andere manier kwaad te doen. Canal Street lijkt wel de veiligste straat van de wereld. Van Louisiana reizen we door naar Texas en dan de grens over naar Mexico. Luister je mee naar Border Radio? The Blasters op A1 op de jukebox. Chain Of Fools van Aretha. Mad dog Margaritas. Naar Acapulco rijden we, op zoek naar Elvis, die er zoveel plezier beleefde en naar Bob Dylan. (Wat in hemelsnaam betekent ‘soft gut’?)
Op de spooktrein van Rickie Lee Jones zit je niet voor de kicks, maar alles wat schrik aanjaagt heeft toch een grote aantrekkingskracht. The imp of the perverse. Deed Edgar Allan Poe aan grensoverschrijdend gedrag? Met dat nichtje van hem? Een voorloper van Jerry Lee Lewis, last of the rock stars. Uit Ferriday in Louisiana afkomstig. Herinner je je Great Balls Of Fire nog, de film van Jim McBride met Dennis Quaid in de rol van Jerry Lee?
We schrikken van de volstrekt onmuzikale man Van de Lanotte, die in een straatje in Laredo de hoek omkomt. Blootshoofds. Waarom draagt hij geen sombrero? Afhandelcentra hebben we nodig voor wie de Oostendse grens oversteekt zonder papieren, brult hij. Echt waar? Afhandelcentra in de koningin van de badsteden? We geloven hem niet. Keren hem de rug toe. Gaan een bar binnen, luisteren naar liedjes over Matamoros, Vera Cruz, Oaxaco. Pas op in de steegjes van Juarez, zingt een Indiaan, de kans is groot dat ze je daar de keel oversnijden. Mijn hart is in de Highlands, aldus een oude cowboy.
Twee Belgen, uit het met de dag racistischer wordende Vlaanderen, nemen ons mee naar Memphis. Bobby Bland treedt op in de club van BB King op Beale Street. Hoor mijn verdriet, zingt hij met zijn hartverscheurende stem. Ach, we zijn zo’n vreemden in dit onvriendelijke land. Het wordt al gauw duidelijk: in Amerika is het niks beter. Old man Trump legt de rede het zwijgen op. In de dorpen zitten de meeste jongeren aan de crystal meth of erger. Overal, niet alleen in Texas, worden muren opgetrokken. De wereld wordt een grote gevangenis, een krankzinnigengesticht. Waar we ook komen stoten we op grenzen. Dat horen we veel zangers zingen. Hun oude liederen zijn weer actueel geworden. Die van Leadbelly, Cisco Houston, Woody Guthrie, Joan Baez en vele andere opstandige mannen en vrouwen.
Als de stilte intreedt herinner ik me dat ik als jongeman van een wereld zonder visa, zonder paspoorten, zonder ambassades, zonder grenzen droomde. Daar droom ik tegen beter weten in nog steeds van. Zéro de conduite, bedenk ik, is een radioprogramma voor dromers.
Ik had al een tijdje het gevoel dat Americana dood was. Maar ik zal me vergist hebben. Gisteren zag ik de toekomst van Americana, en tegelijk veel meer dan dat – want zelfs al mocht Americana dood zijn, dan zou Jason Isbell nog altijd een van de beste songschrijvers van zijn generatie zijn. Dat bewees hij gisteren met zijn no-nonsense concert in de ongezellige Witloof Bar van de Botanique, waar de helft van het publiek tegen bakstenen zuilen moet opkijken. Isbells Texaanse vriendin (of echtgenote, mocht je dat liever horen) Amanda Shires speelde het mooie openingsconcertje, zichzelf begeleidend op ukulele en viool. In de metro naar huis las ik haar teksten: helemaal anders dan die van haar vriend, minder verhalend, maar erg goed geschreven. Het poëtische en prozaïsche vullen elkaar hier uitstekend aan. Dat hoor je ook in het felle gitaarspel van Jason Isbell en de lyrische viool van Amanda Shires. Ik ben voor altijd gewonnen.
Vandaag gaat Zéro de conduite over folkrock. Het is een muzieksoort die wordt betwist, die zelfs niet zou bestaan. Folkrock is een verzinsel van de media, wordt vaak beweerd. Maar als puntje bij paaltje komt is het een mooi begrip en kun je je er als dj op baseren om een aantal opwindende songs aan elkaar te rijgen. Die opwinding zal ik best kunnen gebruiken, want ik voel me ellendig en lusteloos. Komt het door de wind, het begin van de herfst, het verdwijnen van de fellere kleuren? Ik laat folkrock beginnen met een grote hit van the Animals, hun versie van een oude blues, The House Of the Rising Sun, over een bordeel in New Orleans. Je moet ergens beginnen. Britse folkrock komt wegens tijdgebrek deze maand niet aan bod. Maar volgende maand komt er een vervolg.
You’ve Got To Hide Your Love Away – The Beatles – Help
The House Of The Rising Sun – The Animals – The Complete Animals
He’s Got No Love – The Searchers – Take Me For What I’m Worth
Till You Say You’ll Be Mine – Jackie DeShannon – Breakin’ It Up On The Beatles Tour!
Loneliest Girl In Town – Reparata & the Delrons – The Best Of Reparata & the Delrons
She Don’t Care About Time – The Byrds – Turn! Turn! Turn!
Love Minus Zero / No Limit – Bob Dylan – Bringing It All Back Home
It’s All Over Now Baby Blue – Them – The Story Of Them
Here Comes The Night – Lulu – Bert Berns Story Volume One
She Belongs To Me – The Masterminds – Hip Young Guitar Slinger
Neighbor Don’t You Worry – Buffalo Springfield – Box Set
Man With No Expression – The Hollies – At Abbey Road 1966-1970
High And Dry – The Rolling Stones – Aftermath
A Message To Pretty – Love – Love
Homeward Bound – Cher – The Best Of the Imperial Recordings
The Last Thing On My Mind – Marianne Faithfull – Live At the BBC
I’m Not Saying – Nico – Hip Young Guitar Slinger
I’ve Got A Secret (Didn’t We Shake Sugaree) – Fred Neil – Fred Neil
Black Sheep Boy – Tim Hardin – Hang On To A Dream: The Verve Recordings
Drifter’s Sunrise – Bob Lind – Elusive Butterfly
This Is What I Was Made For – The Grass Roots – Where Were You When I Needed You
What’s Exactly The Matter With Me – Barry McGuire – Upon A Painted Ocean
I Found A Girl – P.F. Sloan – Here’s Where I Belong – The Best Of the Dunhill Years
P.F. Sloan – Jimmy Webb – Words And Music
Go Where You Wanna Go – The Mamas & the Papas – All the Leaves Are Brown
You Know What I Mean – The Turtles – Hard Workin’ Man: The Jack Nitzsche Story Vol 2
Coconut Grove – The Lovin’ Spoonful – Hums Of the Lovin Spoonful
Greenwich Village Folk Song Salesman – Nancy Sinatra & Lee Hazlewood – Fairy Tales and Fantasies
Natural To Be Gone – John Hartford – The Love Album / Housing Project
Fakin It – Simon & Garfunkel – Tales From New York
Daddy Rollin’ In Your Arms – Dion – Dion
Mary, Mary – Paul Butterfield Blues Band – East-West
Hey Joe – Jimi Hendrix Experience – Are You Experienced?
Morning Dew – Tim Rose – Tim Rose
Treat Me Bad – Moby Grape – Truly Fine Citizen
That’s the Bag I’m In – H.P. Lovecraft – Two Originals From H.P. Lovecraft
Les gens sont fous, les temps sont flous – Jacques Dutronc – Volume 1: 1966-1967
Beatnik – Michel Polnareff – Pop à Paris Vol 5
If You Want My Love – The Nightcrawlers – The Little Black Egg
At the River’s Edge – New Colony Six – Nuggets
Under the Tree Of Love And Laughter – The Cake – More Of the Cake
Prominent Men – The Velvet Underground – Peel Slowly And See Vol 1
Sail Away – Pearls Before Swine – These Things Too
Living In the Country – Arlo Guthrie – Running Down the Road
Corrina, Corrina – Rising Sons – Rising Sons
High Flying Bird – We Five – Make Somebody Happy
The Midnight Special – Creedence Clearwater Revival – CCR 3: 1969
Midnight Cowboy – John Barry – Midnight Cowboy Soundtrack
Dit is zoals altijd een te lange lijst. Tijdens het programma worden helaas nog nummers geschrapt. Veel luisterplezier online via de website van radio centraal. Zéro de conduite is er elke eerste zaterdag van de maand van 18 tot 20 uur.
Gisteravond zat ik nog een keer te luisteren naar ‘Better Days’ van Guy Clark, de singer-songwriter uit Texas die over enkele dagen 66 wordt en in ons land nog steeds even weinig bekend is als bij het verschijnen van ‘Old No. 1’, zijn verrassend debuut uit 1975. Maar liefhebbers van americana noemen hem meestal in één adem met Townes Van Zandt en Steve Earle. Townes is inmiddels dood en een legende en Steve Earle berucht en (bijna) beroemd. Waarom vallen de liedjes van Guy Clark dan zo weinig in de smaak? In België houden maar weinig melomanen van countrymuziek; soms wordt over het genre zelfs met afgrijzen gesproken en geschreven. Waarschijnlijk te wijten aan de nasale stemmen, de realistische teksten – en in sommige gevallen aan de sentimentaliteit en de kitscherige kostuums.
Maar Guy Clark een typische countryzanger noemen zou verkeerd zijn. Zijn stijl leunt meer aan bij folk; zijn songs zijn verhalen, soms gedichten. Sentimentaliteit is hem vreemd. Hij heeft het over zeilboten, tomaten, de mandoline van Picasso, spullen die werken (“stuff you don’t hang on the wall”), gitaarsnaren, de Texaanse keuken, whisky, de laatste revolverhelden, instantkoffie, daklozen, hotelkamers, timmerlieden, enz. Je hoort op zijn platen veel plezier en bezieling, zowel in zijn warme stem als in het verfijnde spel van de muzikanten die hem begeleiden. Voor hen is het een eer erbij te mogen zijn. Je voelt aan dat ze houden van zijn levensechte songs, van zijn warme persoonlijkheid. Jammer toch dat niet wat meer muziekliefhebbers Guy Clark’s parels uit het duister tevoorschijn halen. Bij ons wordt het zelfs moeilijk om nog platen van de man te vinden. Maar de liedjesschrijver uit Texas volhardt. Zijn liefde voor het vak is groot. Ja, net als een timmerman of een meubelmaker is hij een vakman, wat hetzelfde is als een kunstenaar, zeker als je kunst als τέχνη (techné) beschouwt, wat de oude Grieken deden. Toch wordt techniek vaak als het tegenovergestelde van kunst beschouwd. Kunstenaars mogen in dat geval geen vuile handen hebben, zangers geen rauwe stem, gitaristen geen bloedende vingers. Op de hoezen van Guy Clark’s platen zie je wel eens mooie afbeeldingen van instrumenten, zelfs van schaafsel. Dat is geen toeval: de liedjesschrijver is ook ‘luthier’, hij herstelt en maakt gitaren. Is dat de reden waarom in de opnamestudio zoveel zorg wordt besteed aan de klank van gitaren, violen, mandolines, en andere snaarinstrumenten? Voor de ‘crafstman’ naar de studio trekt schaaft hij lang aan zijn teksten, dat hoor je al bij een eerste beluistering. Toch is het eindresultaat niet klinisch, niet ‘perfect’. De songs zijn ruwe diamanten, om de titel van een elpee van John Prine aan te halen.
Ja, en gisteravond kreeg ik nog een keer tranen in de ogen bij ‘Randall Knife’, het lied dat Guy Clark schreef naar aanleiding van de dood van zijn vader. Zonder sentimenteel te zijn weet de zanger met die song toch keer op keer het hart te raken. ‘Better Days’ is waarschijnlijk zijn beste langspeelplaat, maar heel zijn oeuvre verdient bestaansrecht. Schitterend is ook ‘I Don’t Love You Much Do I’, terug te vinden op ‘Boats To Build’ en op de pas verschenen ‘Songbird’-box van Emmylou Harris. En er is nog veel meer moois. Zal ik nog eens een lijstje maken?