Foto: Agnes Anquinet. Menchu en ik in bar Manteca, Cadiz
16 april 2016. Een mooie zonnige dag, in Cadiz met Menchu. De koortsblaasjes van een lange ziekte nog zichtbaar. Een longontsteking achter de rug, ik had enkele weken het bed moeten houden. De hoest bleef lange tijd aanslepen. Maar dan daar aan de Atlantische Oceaan en dicht bij de straat van Gibraltar het overweldigende en helende licht, een onverwoestbare vriendschap en liefde op het zoveelste gezicht. Vandaag, zeven jaar later, grijsgrauwe wolken, lusteloosheid en, dat mag ik zeker niet vergeten, evenmin ver van hier, oorlog en vernietiging van jonge en oudere levens. Wat te doen?
Mogelijk kan alleen een vriend of een vriendin die tegenover me zit en met me praat mij uit deze geestelijke verlamming bevrijden. De heldere klanken van een conversatie met gemurmel van andere mensen op de achtergrond terwijl er even geen tijd is. Een stroom van betekenisvolle woorden onderbroken door rinkelend lachen dat rijmt op dat van de glazen waarmee we op elkaars gezondheid drinken.
Je schaduw is je meer nabij dan de woorden van je beste vriend, dan de lippen van je geliefde. Toch vergeet je zijn aanwezigheid negen keren op tien. Hoe vaak kijk je niet naar hem zonder hem werkelijk te zien? Ik weet alles van je, zegt hij als de avond valt. Maar luister je naar hem? Mogelijk wel, maar dan gebaar je van krommenaas. Wat ik betwijfel. Overigens maakt het niet uit hoe je je in zijn bijzijn gedraagt en hoe je met hem omgaat: hoe ouder je wordt, hoe groter en donkerder de schaduw.
Zie je de onheilspellende wolken daarboven voorbijtrekken? Zie je, ze werpen reeds hun schaduw op een idyllisch tafereel dat je je nog maar net begon voor te stellen. Goed, het betekende nog niet veel. Het was slechts een schets, een aanzet met een 9H-potlood. Het moest, geloof ik, een soort van déjeuner sur l’herbe worden. Of had je nog iets anders in gedachten? Je bent ook zo wispelturig. Heel even baadt alles in het licht. Je gedachten zijn een ogenblik lang helder, haast krijgen ze contouren en staan op het punt vorm te geven aan iets nieuws. Maar daar heb je die vervloekte schaduw al, donkere hond in het liefdesspel van inhoud en vorm. Hoor je zijn gegrom, zijn gehuil als van een wolf uit de Karpaten? Luister. Neen, het is geen wolf, het is een blueszanger uit White Station. Al van gehoord? Het is een buurtschap in de staat Mississippi. De wolf huilt mee met het gehuil van Hubert Sumlin’s gitaar. Het lijken wel twee wolven. Daar gaat je idylle, al bijna lag je met de Sibille in het blauwe gras te stoeien. Daar gaat de toekomst die zij je zou toedichten. Je hoort geen wolven, zeg je? Bij jou is het vroeg in de ochtend, een kleine rode haan is al wat je horen kunt. Meteen al te lui om te kraaien, dat ook nog. In een lange hete zomer zonder een spoor van wat voor schaduw dan ook.
In tegenstelling tot de goden, die niet bestaan, zijn schaduwen alomtegenwoordig. In de donkere straten van een grootstad, waar het gevaar heerst, kun je nog altijd gered worden. En als je dan de hoek omgaat is het gedaan, amen en uit. Waar echter de schaduw blijft hangen blijft ook het onheil rondspoken. Op een mistige kade in Le Havre, bij de grote vrachtschepen uit Liberia in de naar petroleum riekende dokken. Je zag toch ooit de film A Kind of Loving? Daar in de straten van Manchester, waar de industrie haar doodsklokken liet luiden, hing de mist dik als stierenbloed, maar dan grijs, en had de schaduw vrij spel. Er werd een gevaarlijk spel met de liefde gespeeld. Er kwam maar geen eind aan. Niemand in van die grauwe, nevelige straten leeft lang en gelukkig. Misschien wel lang, maar zeker niet gelukkig. Herkent u uw oude schaduw niet, sprak de liefde daar in Manchester, ik ben het, uw schaduw.
Je zit een glas donkerrode Egri Bikaver te drinken en kijkt en zwijgt. Vanwege de wijn denk je terug aan Eger, die barokke stad in Hongarije, en aan Szépasszonyvölgy, de vallei van de mooie vrouwen. Aan de Dorpsfilosoof, met wie je al converserend lange wandelingen maakte in een nabijgelegen bos. Je herinnert je duizenden kleine kikkers die zonder links of rechts te kijken de straat overstaken. Veel van de diertjes overleefden de overtocht niet. Uit de jukebox opeens de stem van David Bowie. Run for the shadow. Maak je uit de voeten, liefste, de gouden jaren komen niet terug. Run for the shadow, run for the shadow [1]. Nooit eerder zag je een wijnglas zo’n grote schaduw werpen.
Als er geen liefde meer over is en je bent alleen, en niemand reikt je de hand dan is hij daar, de zwartste schaduw. Wees op je hoede als je smacht naar affectie, erkenning, en meer nog als het naar roem is. Denk aan De schaduw, dat onovertroffen verhaal van Hans Christian Andersen. Je schaduw kan zich los van je maken en met de dag donkerder en sterker worden, zodat jij op den duur de schaduw van je schaduw wordt en hij, je schaduw, niet alleen met je Sibylle, maar zeker ook met de beloning en de eer voor al je zwoegen gaat lopen. “En toen gingen ze op reis; de schaduw was dan heer en de heer was dan schaduw.”[2]
De schaduw weet het allemaal. Ook al denk je dat het maar een schaduw is, niet meer dan dat. Ook al denk je dat je hem van je af kunt schudden en als een dief door een badkamerraam ontsnappen. Vergeet het maar. Je raakt niet van hem af. Zelfs niet als hij zich van je heeft ontdaan en als een superster samen met een koningsdochter op de podia van de wereld succes na succes oogst met wat jij bedacht en componeerde. Je schaduw wacht op je.
Erewhon, 1999
[1] Come get up, my baby Run for the shadows, run for the shadows Run for the shadows in these golden years Golden Years, David Bowie
[2] Hans Christian Andersen, De schaduw, in: Sprookjes en vertellingen, vertaald door P.M. Boer-Den Hoed, M. Nijland-Van Der Meer De Walcheren, Annie Romein-Verschoor en Marie W. Vos, 1941.
Foto’s: Martin Pulaski Tekening van de schaduw: uit Sprookjes en Vertellingen, Hans Christian Andersen
Zéro de conduite is een themaprogramma gewijd aan pop/cultuur op Radio Centraal in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds. Stem af op Radio Centraal 106.7 FM en verruim je geest. Vernauwen mag ook. Het motto van deze show is: I’ve been down on the bottom of a world full of lies / I ain’t looking for nothing in anyone’s eyes / Sometimes my burden seems more than I can bear. Je kan dit programma via streaming beluisteren. Hier vind je meer informatie over Radio Centraal en andere excentrieke en wispelturige collega’s radiomakers.
Piranesi, Le carceri d’invenzione
“Halverwege onze levensreis bevond ik me in een somber woud, want ik was afgedwaald van het rechte pad.”
Zo begint De Goddelijke Komedie van Dante, de grote Italiaanse dichter uit de 13de eeuw. De vertaling van deze versregels is van Jules Grandgagnage. Ik weet niet of ik van het rechte pad ben afgeweken maar ik ben al een heel eind verder gekomen op mijn levensreis dan de verteller in De Goddelijke Komedie. Vandaag zou een donker woud me vast bevallen, zeker een waar zoveel gebeurt als in het gedicht van Dante, en waar op het einde zoveel sterren fonkelen en liefde het hele universum doet bewegen. Hier in mijn straat gebeurt maar weinig. Aan de overkant woonde ooit een dichter, Maurice Carême. Zijn huis is nu een museum maar ik zie er nooit iemand binnengaan of buitenkomen. Nee, veel gebeurt hier niet. Gelukkig hebben we talloze werelden in boeken, films en muziek.
Niet met Vergilius maar met songschrijvers en muzikanten als gids gaan we vanavond op zijn minst twee uur lang de duisternis in. Mochten we verdwalen kan het heel wat langer worden. Tijd is relatief.
Vaak is duisternis onheilspellend en lonkt er als de nacht gevallen is overal gevaar. Voor je het weet zit je in de val. Gisteren – of was het eergisteren – werd in het dorp hiernaast nog een man vermoord. Zijn moeder zwaar toegetakeld. Inbrekers van de kwalijke soort. Maar tijdens een wandeling in het Ten Bospark lachte een hoogzwangere vrouw me toe, al was dat op een zonovergoten middag.
Voor duisternis hoef je niet naar buiten en ze is er ook zonder geteisem en geboefte. Je kan thuisblijven met alle lichten aan maar in je hoofd alleen maar donkere gedachten.
Echter, niet alle duister is schrikwekkend. In het donker fonkelen de lichten van lust en liefde. Lange zomernachten vol genot waar geen einde aan komt. Tijd is relatief.
Veel schaduw en duisternis werd op muziek gezet. Dit is er een bescheiden keuze uit. Veel luisterplezier.
Gustave Doré, De Goddelijke Komedie
Wait Until Dark Scott Walker – Scott 2 – Henry Mancini – 1968
Dark Lolita – Angelo Badalamenti & Kinny Landrum – Wild At Heart – Badalamenti – 1990
Dark Days – Stuart Staples – Lucky Dog Recordings 03-04 -Staples – 2005
The Dark Is Rising – Mercury Rev – All Is Dream – Donahue/Mackowiak/Mercel – 2001
Dark Neon – Wilco – Alpha Mike Foxtrot: Rare Tracks 1994 – 2014 – Jeff Tweedy – 2014
Home After Dark – Dan Stuart – Can o’ Worms – Dan Stuart – 1995
By The Rivers Dark – Leonard Cohen – Ten New Songs – Cohen/Robinson – 2001
The Darker Days Of Me & Him – PJ Harvey – Uh Huh Her – PJ Harvey – 2004
My Dark Ages – Pere Ubu – Datapanik in the Year Zero – 1975-1977 -Ravenstine/Thomas/Krauss/Herman/Maimone – 1996
No Dark Things – Echo & The Bunnymen – Heaven Up Here – McCulloch/Pattinson/de Freitas/Sergeant – 1981
A Forest – The Cure – Seventeen Seconds – Tolhurst/Hartley/Smith/Gallup – 1980
Darklands – The Jesus & Mary Chain – Darklands – William Reid – 1987
Long Black Veil – Nick Cave & The Bad Seeds – Kicking Against The Pricks – Danny Del-Marjohn Wilkins – 1986
Big Black Mariah – Tom Waits – Rain Dogs – Tom Waits – 1985
Not Dark Yet – Bob Dylan – Time Out Of Mind – Dylan – 1997
I See A Darkness – Bonnie “Prince” Billy – I See A Darkness – Oldham – 1998
Dark Road – Richard Hawley – Lady’s Bridge – Richard Hawley – 2007
Deep Dark Hole – Los Lobos – The Neighborhood – Hidalgo/Perez – 1990
Alone In The Dark – John Hiatt – Bring The Family – John Hiatt – 1987
Dark Night – The Blasters – Testament: The Complete Slash Recordings – Dave Alvin – 1985
Dark Water – Rainer & Das Combo – Barefoot Rock With … – Ptacek – 1994
My Daddy Walked In Darkness – Gil Bateman – Instant Garage – Hoyt Axton – 1966
Dark Was The Night – Ry Cooder – Paris, Texas – Blind Willie Johnson, arr. Cooder – 1985
Dark Night Blues – Blind Willie McTell – R. Crumb’s Heroes Of Blues, Jazz & Country – Gary Atkinson/Blind Willie McTell – 1927
Black Cat Blues – John Lee Hooker – Saga Blues: Blues From the Motor City – B. Besman/John Lee Hooker – 1949
Dark and Dreary – Elmore James & His Broom Dusters – Blues After Hours – Josea – 1960
The Man In The Long Black Coat – Mark Lanegan – I’m Not There – Dylan – 2007
Dark Turn Of Mind – Gillian Welch – The Harrow & The Harvest – Rawlings/Welch – 2011
When It’s Dark – Yo La Tengo – Popular Songs – Yo La Tengo – 2009
Be Dark Night – Phosphorescent – Pride – Matthew Houck – 2007
Why Spend a Dark Night With Me? – Moondog – Moondog 2 – L. Hardin – 1970
Gustave Doré, De Goddelijke Komedie
Nawoord:
Waarom geen Darkness on the Edge of Town van Bruce Springsteen, terwijl dat toch een song is die altijd al mijn hart sneller deed kloppen? Het antwoord is simpel: ik houd al lang niet meer van het gedrum van Max Weinberg. En waarom dan geen Black Angel’s Death Song van the Velvet Underground? Ik zou het niet weten.
“Time is a jetplane — it moves too fast. Oh but what a shame that all we’ve shared can’t last…” zingt Bob Dylan in ‘You’re A Big Girl Now’. Gisteren was het een jaar geleden dat Lou Reed in Southampton overleed. Had ik niet net zo goed kunnen schrijven dat de dichter/zanger/muzikant gisteren de geest gaf? Toch is er in dat jaar, nu voorgoed begraven, tenzij de herinneringen, veel gebeurd. Het staat in de kranten, in de tijdschriften, in boeken, er zijn documentaires en reportages over, het zit opgeslagen in het geheugen van NSA. Oorlogen, plunderingen, verkrachtingen, verwoestingen, een onophoudelijke horrorshow; maar ook mooie dingen, mannen en vrouwen die verliefd werden, kinderen die liedjes zongen, nieuwe bladeren aan de bomen in april, gedroomde treinen naar werkelijke paradijselijke bestemmingen. Zo veel en zo weinig.
Mocht Lou Reed nog leven hij zou z’n schouders eens ophalen. Want was de duisternis in zijn ziel niet nog veel donkerder dan de wereld zelf? Neen, dat geloof ik niet. Lou Reed was kwetsbaar, zoals veel grote kunstenaars, maar dat liet hij slechts zelden zien. Lou Reed kende mededogen en wist wat liefde was, ‘Pale Blue Eyes’ en ‘Magic & Loss’ zijn daar maar twee bewijzen van, mocht iemand die nodig hebben. Waarom haalde hij dan z’n schouders op? Misschien om er wat stof van die donkere wereld af te schudden, wat onzin, wat leugens?
Ook al is er nog al de onsterfelijke muziek die ik hier vorig jaar opsomde, toch mis ik Lou Reed. Ik mis de man, zijn rock & roll heart, zijn bittere troostende woorden, zijn strelende venijnige stem, zijn poëzie die altijd echt en waar was, nooit onderdanig of bang maar trots en verheven, stekelige bloemen in de wereldstorm. “He wouldn’t bow down or kneel”, om nog een keer zijn geestverwant aan te halen. Tot straks Lou, in de muziekkamer.