Vorige vrijdag zag ik op Arte Laure Adler, een al wat oudere maar nog bijzonder mooie vrouw en directrice van France Culture, de zogenaamde schandaalauteur Michel Houellebecq interviewen. Dit feit op zich betekent natuurlijk niets: de man heeft een nieuw boek uit en er daar moeten zoveel als mogelijk exemplaren van worden verkocht. Wat wel zeer merkwaardig was en alle lof verdient was het zeldzame fenomeen dat een interviewer haar gesprekspartner liet uitspreken, en zelfs liet aarzelen en, nog ongewoner, zwijgen. Soms duurden Houellebecqs monologen meerdere minuten en zat hij volgens mij te raaskallen. Maar dat geeft niet, integendeel, iemand die raaskalt op televisie en niet onderbroken wordt door een of andere brulaap met een slecht kapsel is een evenement op zich.
Een paar jaar geleden waarschuwde Jacques Derrida voor het verloren gaan van het denken in de media, precies doordat mensen die denken en – uitzonderlijk – aan het woord gelaten worden nooit de kans krijgen om hun gedachten uit te spreken. Bij denken hoort veel twijfel, aarzeling, stilte. In de media rust daar een taboe op. Alleen vlotte jongens en meisjes krijgen enige aandacht. Laura Adler probeert nu kennelijk het denken en het ongehinderd uitspreken van gedachten voor de ondergang te behoeden. Hopelijk zal ze in haar opzet slagen. Een eenling kan heel veel bereiken.
“Nous, les spectateurs, assistons impuissants à l’homogénéisation inexorable d’un modèle télévisuel régi par l’esprit de profit et l’obsession de la concurrence.”
Laure Adler