
Martin Pulaski, Zelfportret met Jack Nicholson, 2006
Dit is het eerste deel van ‘bewogen dagen’. Deze overpeinzingen ontstonden in de periode 2005-2006. Ik heb ze de voorbije dagen gewikt en gewogen.
1.
Ik lees nog maar weinig boeken. Er was een tijd dat ik bijna onophoudelijk las, maar nu zijn er zoveel meer dingen die om aandacht vragen. Ik bedoel voornamelijk het sirenengezang van het vermaak, maar niet alleen dat. We moeten onze schaarse tijd nuttig, zinvol en gevarieerd besteden, want hij vliegt, voor we het weten is alles voorbij. Kon ik maar van dat gevoel af dat de tijd een vijand is, een dief. Kon ik maar in het nu leven. Van ogenblik tot ogenblik. En me er niet druk over maken of ik al dan niet lees, al dan niet reis, al dan niet liefheb of haat.
2.
Er bestaan twee soorten eenzaamheid. De positieve eenzaamheid die je rust brengt en je terugschenkt aan jezelf. Hoewel je in die toestand alleen bent met en in jezelf is hij toch niet mogelijk zonder gesprek, dialoog, vriendschap, etcetera. Uit de positieve eenzaamheid kan veel goeds ontstaan; ze is goed voor je geestelijke en fysieke gezondheid. Van ijdel gepraat krijg je hoofdpijn of oorontstekingen.
Je hebt eveneens negatieve eenzaamheid. Wanneer je je afgezonderd, geïsoleerd, buitengesloten voelt. Als er niemand is om mee te spreken, om mee te lachen. De andere, degene met wie je het gewicht van de wereld van je af kan schudden. Het feest van het samen-zijn. Als je dat allemaal mist. Dan is de eenzaamheid verlammend. Als je geen verwante zielen vindt. Als je het gevoel hebt dat de wereld er niet voor jou is. En het paradijs al helemaal niet.
In het paradijs is iedereen iedereens spiegelbeeld, niemand heeft er een eigen gedachte, een eigen woord. Maar natuurlijk bestaat er geen paradijs. Eenzame mensen zoals Dante en Milton hebben dat bedacht als troost. Ik heb Dante al lang niet meer gelezen, maar ik weet dat hij een eenzame mens was.
3.
Over de donkerte in mij kan ik weinig zeggen. Ik denk dat ik te weinig oog heb voor de mogelijkheden die het leven biedt. Ik denk dat ik me te veel bezig houd met het negatieve, met gemiste kansen. Maar een zwaar leven? Dat geloof ik niet. Af en toe zak ik nog eens door, en dan voel ik me een paar dagen ellendig, maar dat veroorzaakt geen ware donkerte. Want als ik doorzak – wat een lelijk woord – ontmoet ik nogal eens verwante zielen, en dat biedt troost. De troost van vreemden, zoals Tennessee Williams zei.
4.
Vaak blijf ik op allerlei vragen het antwoord schuldig. Laat mij nadenken, waarna ik hopelijk mijn gedachten op papier zal kunnen zetten. Het gaat niet om een paar lichtvoetige danspasjes. Ik wil tijdgebrek niet als excuus gebruiken. Maar ik doe het toch even. Ik werk nu enkele dagen thuis, waardoor mijn verantwoordelijkheidsgevoel ten aanzien van mijn baan toeneemt. Ik werk op een laptop die geen internetaansluiting heeft, beneden in de eetkamer, en niet hier in mijn werkkamer, waar de kans om ‘afgeleid’ te worden door boeken en sirenengezang te groot is. (Ik ben de inhoud van iTunes kwijt, meer dan zesduizend liederen; ik probeer dat al twee dagen te herstellen. Kleine problemen, het dagelijks leven…).
5.
Mijn gedachten zijn chaotisch. Ik zit met beleidsnota’s in mijn hoofd die ik moet analyseren en beoordelen. Maar ook met mijn verslaving aan mijn weblog (hoochiekoochie) en flickr. Is het wel een verslaving? Ik weet het niet. Alleszins heb ik er bewust voor gekozen om met een blog te beginnen. Ik had me uit de wereld van de ‘literaire mededeling’ teruggetrokken. Schrijven deed ik nog wel, maar de resultaten bleven in de la liggen. Af en toe deed ik eens mee aan een poëziemanifestatie of zo. Mijn laatste ontgoocheling was het einde van een literair tijdschrift hier in Brussel waar ik aan meewerkte. Brutaal heette het, voor een deel mijn geesteskind. Maar sinds mei vorig jaar heb ik me op die nieuwe vorm van mededelen gestort. Laat ik het een milde verslaving noemen.
Toch nog dit: ik denk niet dat ik vanuit een soort exhibitionisme foto’s op flickr zet. Het is eigenlijk een getuigenis, een autobiografie. Elke foto is een onderdeel van dat lange verhaal dat mijn leven is. Een verhaal met lacunes, met een subtekst, vulgair en subtiel tegelijk – en alles daartussenin.
6.
Ik ben ziek geweest, gisteren de hele dag in bed, donderdag te losgelaten feest gevierd, hybris, denken dat je alles aankunt, maar het lichaam… dat zit ook vandaag nog vol gif. En straks vertrek ik voor een personeelsfeestje naar Brugge. Alweer een feest, ik heb er geen zin meer in, kan er niet tegen. Ik zou veel liever hier alleen zijn en het gif uitzweten. Maar het zij zo.
7.
Ik ben degene die jij je voorstelt, niet degene die ik ben. Jij bent degene die ik me voorstel.
8.
Zijn we vanwege onze woorden al niet verantwoordelijk voor elkaar?
9.
Ik denk dat je kunt zweven én hier blijven, met je voeten op de grond.
10.
Het is goed dat je vrienden hebt, vrienden die je kunt vertrouwen. En: waarom geen vrienden die je niet kunt vertrouwen?