ENKELE WOORDEN OVER DE KERSENTUIN

Tsjechov, Anton

Ik zou nog terugkomen op ‘De kersentuin’ van Tsjechov in de regie van Raven Ruëll. Bij nader inzien heb ik er niet veel meer over te vertellen. Ik zou dan een studie moeten maken over het werk van Tsjechov, over thema’s als eenzaamheid, melancholie, verveling en berusting. Daar heb ik geen tijd voor. Bovendien is dit niet de geschikte plaats voor zulke beschouwingen. Ik kan de voorstelling in de KVS wel warm aanbevelen. In weerwil van de melancholische ondertoon van het stuk kan er veel worden gelachen, vooral met de onweerstaanbare Lukas Smolders als de zakenman Lopachin. De regie van Ruëll is gebaseerd op aanbevelingen van Tsjechov zelf: hij zag De kersentuin als een komedie, niet als een melodrama. Revolutionair theater is dit dus niet. Maar dat geeft niet. Het is gewoon heel goed. Ga eens een avondje uit, het is echt genieten. En zoals ik al zei: voor degenen die op zoek zijn naar echte schoonheid gekoppeld aan acteertalent is er Katrien De Ruysscher.

Over Mark Everett alias eels zou ik ook nog iets vertellen. Maar dat tragische verhaal heeft al in Humo gestaan, in de inleiding van de bespreking van ‘eels with Strings, Live at Town Hall’. Waarom het hier dan nog een keer herhalen? Het leven is kort, we moeten onze tijd niet verknoeien. Laten we gewoon naar de man zijn werk luisteren. Al mijn woorden zijn in vergelijking daarmee veel drukte om niets. Mag ik aan de liefhebber van melancholische liederen dan meteen nog drie cd’s van Richard Hawley aanbevelen: Coles Corner, Lowedges en vooral Late Night Final. Ik heb deze hemelse muziek, die niet van deze tijd is, nu pas ontdekt. Is dat erg? Natuurlijk niet, want ik geniet er nu van, en zal dat zonder twijfel over tien jaar ook nog doen.

 

ONTMOETING MET KRISTIEN DIELTIENS

Slaapgebrek verstoort mijn waarnemingsvermogen en veroorzaakt geheugenstoornissen. Ik doe nog weinig. Ik ben moe. Ik bedoel met weinig doen: weinig schrijven. Gisteren heb ik huishoudelijke taken gedaan, boodschappen, enzovoort. Daarna heb ik mijn lichaam uitgebreid verzorgd. Dat is ook nodig. Mijn scheerapparaat is wel al een tijdje stuk, waardoor ik nu meestal met een modieuze stoppelbaard rondloop. Ik heb het niet zo voor modieuze stoppelbaarden, maar ik heb nog geen tijd gevonden om een nieuw apparaat te kopen. Eigenlijk had ik wel al tijd, maar dan dwingt mijn verslaving mij in de richting van de muziekwinkels, de boekenwinkels. Stoppelbaard dus. Om drie uur moest ik in de stad zijn, in café Cirio. Ik had een afspraak met een mij toen nog onbekende dame; nu ken ik haar al wat beter. Ze schrijft kinderboeken, jeugdboeken. Ik had nooit gedacht dat ik ooit nog kennis zou maken met een schrijfster van zulke boeken. Nooit heb ik kinderboeken gelezen. Ik ben meteen met het serieuze werk begonnen, als je Bob Morane, James Bond, Maigret en The Saint serieus werk wilt noemen.

Door dat gesprek gisteren ben ik begonnen te denken dat jeugdliteratuur net zo ‘serieus’ is als literatuur voor volwassenen. Dat er evenveel inzet, helder bewustzijn en energie voor nodig is. Discipline natuurlijk ook. Zonder discipline geraak je nergens. Ik wil hier verder over deze ontmoeting niets vertellen. Hoochiekoochie is wel een doorlopende autobiografie, een soort van ego-psychoanalyse (dat kost me minder dan bij een psychiater, ik heb al twee zulke analyses achter de rug, ga stilaan op Woody Allen lijken), maar er zijn grenzen aan mijn openhartigheid. Ik wil hier niet zomaar alles en iedereen te grabbel gooien. De schrijfster is alvast een zeer fascinerende vrouw. Het was een aangenaam, maar wel nogal intens gesprek. Die intensiteit heeft ervoor gezorgd dat mijn vermoeidheid tijdelijk is verdwenen. De schrijfster, mijn vrouw en ik zijn dan nog samen tapas gaan eten. We zullen elkaar zeker nog terugzien.

Het lijkt wel of ik aan een opstel bezig ben. Waarschijnlijk schrijf ik enigszins infantiel doordat ik een katertje heb. Want na het eten van de tapas moesten we in de KVS zijn, voor een voorstelling van De Kerstentuin. Een geslaagde voorstelling, vooral omdat er bijzonder goed in werd geacteerd. Regisseur Raven Ruëll heeft Tjechovs stuk met weinig eerbied onder handen genomen. Dat is een goede zaak. Eigenlijk was het een echte vaudeville. We hebben heel veel gelachen. Als iets goed is herken ik er mij in, en dat was nu verscheidene keren het geval. Toch werd mijn aandacht af en toe afgeleid, waarschijnlijk onder invloed van het bier in de Cirio en de wijn bij de tapas en ten gevolge van de uitputting. Ik zat dan even te mijmeren, of na te denken over iets wat ik wilde schrijven, of, ja, dat moet ik toch ook bekennen, ik zat gewoon te kijken naar Katrien De Ruysscher, zonder nog naar de tekst te luisteren. Wat een mooie en sexy actrice! Maar als we dan tijdens de receptie dicht bij elkaar staan durf ik toch niets tegen haar zeggen. Ook niet zomaar gewoon dat ik het een zeer geslaagde opvoering vond of iets dergelijks. Neen, zelfs geen koetjes en kalfjes. Evenmin geeft ik de andere acteurs en actrices een compliment. Ik wil dat bijzonder graag doen, altijd, maar ik kan het niet. We drinken dan maar bier en eten lekkere hapjes en voelen ons oud en eenzaam. Schuchter zijn is geen pretje.

Ik wil later wat dieper ingaan op dit stuk, want Tsjechov is natuurlijk schitterend, een geniaal schrijver en toneelauteur. Maar nu zit ik met die kater. Ik ga nog wat flessen water naar boven dragen. Gisteren heeft Caddyhome een honderdtal flessen mineraalwater geleverd. Die moeten nu allemaal naar boven.