DE RAMSHOORN SCHALT

Lissabon, 23 december 2014. Rivier van de tijd, rivier van het leven.

Vandaag bestaat hoochiekoochie achttien jaar. Ik heb er geen idee van hoe dat is kunnen gebeuren. Wat was mijn bedoeling? Waar wilde ik met dat soort van publicatie naartoe? Zette ik gewoon maar wat aarzelende passen op drijfzand, bestaande uit miljarden superkleine www-korrels? Was dat vermetel of naïef van me? Zou er ooit iemand zo gek zijn om ook nog te lezen wat ik ging schrijven? Er waren zo al zoveel boeken, om nog maar te zwijgen van kranten- en tijdschriftartikels en columns.

Wat speelde er in mijn hoofd op 8 maart 2005? Had ik al een idee van de thema’s die ik wilde behandelen? Van de stijl? Van de genres? Zou ik me alleen maar aan proza, aan non-fiction wagen, of ook ruimte en tijd geven aan verhalen, dromen, theaterdialogen, en aan het hoogste, aan poëzie? Zou ik zo realistisch en zo eerlijk mogelijk schrijven, een keuze die ik gemaakt had na het lezen van de verhalen van Raymond Carver in het midden van de jaren tachtig [1], en, een hele tijd later, de Bekentenissen van Jean-Jacques Rousseau? Dat proces was al wat eerder begonnen, en wel met de lectuur van Dashiell Hammett, Raymond Chandler, James M. Cain en Ross McDonald. De hardboiled-stijl. Mogelijk begon mijn ommekeer van toen met de neo-noir film Hammett (1982) van Wim Wenders. Tot dan had ik in een stijl/vorm geschreven die met de term ander proza [2] werd aangeduid. Dat was een doodlopend spoor gebleken. Literatuur die de meeste schrijvers en recensenten verwierpen en zelfs haatten. Literatuur als een vorm van zelfmoord. Denk bijvoorbeeld aan het tragische einde van de schrijver Daniel Robberechts. Zou ik nu dankzij dit nieuw medium opnieuw met de taal die mij gegeven was en die ik mij had toegeëigend gaan experimenteren?

Vandaag vermoed ik dat ik het helemaal niet wist. Dat ik niets wist. Weet je ooit iets, beste lezer? Dat ik goed en snel kon typen, daar was ik zeker van. Sneller dan Billy the Kid kon schieten. Ik beschikte over een voorraad behoorlijke teksten, waaraan ik doorgaans lang had gewerkt. Met af en toe een onderbreking hield ik een dagboek bij. De inhoud daarvan zal soms boeiend geweest zijn, soms niet meer dan gezeur. Mocht ik stilvallen in mijn productie dan had ik alvast een reservoir. Al wilde ik helemaal niet en nooit stilvallen? Overigens, wat was er mis met af een toe een lange minuut stilte?

Ondertussen heeft de tijd niet stilgestaan. Een groot deel van de mensheid leeft in zo goed als volstrekt andere omstandigheden dan in 2005, al werden de rampen en catastrofes en crisissen die zich nu voordoen toen zeker al wel aangekondigd. Mensen, dieren, planten, alle soorten zijn met uitsterven bedreigd. Het lot van de aarde is onzeker. Hoe lang zal zij nog bestaan? Hoe lang zal het universum nog bestaan? De angst voor de bom die ons als kind wakker hield is terug. Mij resten niet veel levensjaren meer. Een groot deel van mijn generatiegenoten, die smalend boomers worden genoemd, hoewel wij allemaal anders zijn (“I am large, I contain multitudes”), is dood. Heel wat van mijn vrienden zijn vertrokken naar een van de onbekende woestenijen in het Altijd Elders.

Mijn woorden en zinnen van na 2005, sommige ouder, staan hier nog. Lange en korte paragrafen. Geslaagde, minder geslaagde, verwenste. Hoe lang nog, dat weet niemand.

Het gaat niet goed met de literatuur, las ik alweer in de krant. Als mijn blog literatuur is, en dat is het geval, dan zou het daar bijgevolg ook niet goed mee gaan. Ondanks de bewering van drie jaar geleden dat ik meer hits heb dan the Beatles, Elvis en La Esterella samen. Gaat het niet goed met hoochiekoochie? Ook dat weet ik niet. Al krijgen mijn kamers nog bezoekers en is er nog aandacht voor mijn greatest hits.

Ik heb nooit van het woord blog gehouden. Het klinkt mij te log. Maar zo heet dit schrijfding nu eenmaal. Voor de merknaam hoochiekoochie loop ik evenmin warm. Te snel gekozen, maar na achttien jaar kan ik hem onmogelijk veranderen. Wie mijn blog niet kent zal in de eerste plaats denken dat het hier al blues is wat de klok slaat, terwijl ik het in wezen alleen maar over seks en alcohol wil hebben. Hoe langer hoe minder over alcohol, hoe langer hoe meer over seks. Al zie je dat niet meteen. Is niet alle schrijven, is niet alle kunst seks, of om het wat mooier uit te drukken, zijn wij niet met zijn allen dienaars (m/v) van eros? Zingen wij niet met zijn allen in het dissonante en min of meer dronken koor van het verlangen?

Nu zou ik een naam kiezen als beeldverlies (naar een woord van Peter Handke). Ik denk ook al lang aan scherven. Schemerzone is niet slecht. Maar het is en blijft hoochiekoochie en dat is ook goed.



[1] Raymond Carver, The Stories of Raymond Carver, Picador, 1985

[2] De titel Ander proza was gekozen omdat deze minder pretentieus en ‘aanstootgevend’ was dan experimenteel of modernistisch. Ik dacht toen ook aan de destijds bij ons bekende Zwitserse bloemlezing Poésie à l’écart, Poésie der Abseitigen. Sybren Polet, De revisor, jaargang 30.

Lissabon, 23 december 2014. Op zoek naar een magische drank.

DEVIL’S ISLAND

devils island (2)

Mogelijk werd al gedacht dat ik naar Devil’s Island was verbannen, maar dat was dan een verkeerde conclusie. Nooit eerder was ik zoveel uur per dag aanwezig dan de voorbije drie maanden. Onzichtbaar, dat wel. Aanwezig hier, aan de achterkant van mijn blog, om aan de zichtbare voorkant te werken. Na de export van Skynet – ik wil die naam niet meer horen – naar WordPress zag hoochiekoochie er niet meer uit. Het leek wel of er een stijloorlog had gewoed, een layout-revolutie. Hoewel ik me bij het woord revolutie mooiere dingen voorstel.
In zekere zin was ik dan toch naar Devil’s Island verbannen, want daar leek hoochiekoochie op, of op welke andere plek dan ook waar het niet aangenaam is om te vertoeven.

1978 teksten en op z’n minst evenveel foto’s zijn gedurende die hete zomerdagen de revue gepasseerd en werden door mij gecorrigeerd en (wat de foto’s betreft) waar nodig vervangen of verbeterd. Aan de teksten zelf is qua vorm en inhoud niets veranderd.
Hopelijk is er nu ruimte en komt er nu tijd voor nieuwe woorden, nieuwe verhalen. Voor spannende avonturen en meeslepende verzinsels, voor mysterieuze mijmeringen en ongerijmde onthullingen. Moet het? Ja, het moet.

EEN NIEUWE LENTE, EEN NIEUW HOOCHIEKOOCHIE

hoochiekoochie 25 4 2018 (2)

Misschien was je al op de hoogte, misschien ook niet. Mijn blog hoochiekoochie, mijn levenswerk sinds maart 2005, was ‘eigendom’ van Proximus, voorheen Belgacom. Op 31 mei dit jaar zal Proximus zijn blogservice (skynetblogs) beëindigen. Dat betekent dat er vanaf die datum van hoochiekoochie zoals het al die jaren was geen spoor meer zal overblijven. Zo verdwijnt mijn belangrijkste literaire werk, duizenden pagina’s tekst: kortverhalen; mijmeringen; autobiografische fragmenten; gedichten; beschouwingen over film, muziek, kunst; playlists van mijn radioprogramma Zéro de conduite, en veel meer. Zo verdwijnen honderden met zorg gekozen foto’s en andere illustraties.
Mijn blog telt op dit ogenblik meer dan 3,3 miljoen bezoekers. In NetworkedBlogs heeft hoochiekoochie 1.135 volgers.
Omdat ik geen uitgever heb en de voorbije vijftien jaar weinig in tijdschriften heb gepubliceerd kwam het nieuws van die ‘verdwijning’ bijzonder hard aan.

Maar ik heb de voorbije veertien dagen niet stilgezeten. En ik heb ook veel hulp gekregen van heel wat fijne en vakkundige mensen. Waarvoor mijn dank. Zo heb ik mijn blog onder dezelfde naam hoochiekoochie in WordPress kunnen importeren. Alle oude teksten, vanaf maart 2005, staan hier nu weer, samen met zowat alle illustraties en commentaren die er deel van uitmaken.
De stijl van mijn blog is voortaan evenwel anders, soberder, transparanter, met minder verwijzingen, cultuurgeschiedenis en pedagogie. De nadruk ligt nu op de woorden, op de teksten, op de verhalen.
Er is zeker nog werk aan de layout van mijn nieuw blog, er zijn nog heel wat schoonheidsfouten.  Maar dat komt wel goed. Het slechte nieuws van twee weken geleden is zo min of meer geneutraliseerd. Het heeft geleid tot deze kleine renaissance in mijn schrijvend en ontwerpend leven.

Hopelijk beleven jullie in de toekomst nog meer lees- en kijkplezier aan mijn blog dan in het verleden.  Of mogelijk horen jullie er nu voor het eerst van… Wees welkom op het vernieuwde hoochiekoochie!

hoochiekoochieblog 25 4 2018 nieuw (2)

TIEN JAAR LATER

 

IMG_1487.JPG

Gisteren bestond Hoochiekoochie precies tien jaar. Het leek mij een goed moment voor wat gemijmer over de tijd, en voor enige bedenkingen over bloggen, schrijven en publiceren. Over hoe en in welke mate de wereld op die tien jaar veranderd is en zeker ook de literatuur, die daar een – steeds minder belangwekkend – onderdeel van is. Over de media, de communicatiemiddelen, de sociale netwerken en de rol die ik daar zelf met mijn blog en op andere manieren in speel.

Maar ik bevind me op een klein eiland middenin de Atlantische Oceaan: La Palma. Een eiland waar ik me tien jaar geleden ook al bevond. Ik weet niet wat het is, maar hier hangt iets in de lucht of zit iets in de (vulkanische) grond dat redelijk denken noch schrijven bevordert. Of zit dat iets in mezelf, is het een weerstand die ik zou moeten overwinnen (maar niet kan)? Houdt mijn – hopelijk tijdelijke – onmacht verband met ver weg van huis zijn, ver weg van de ‘normale’ gedragspatronen, de gewoontes, de beweegsystemen, de af te leggen afstanden? Met het slapen in een weliswaar comfortabel maar toch vreemd bed (van waaruit ik zowel de bergen als de oceaan kan zien, als ik de gordijnen openlaat)? En met de maan, de volle maan, en de sterren zo helder en zo dichtbij?

Wie zal het zeggen? Ik vind niet één zinnig woord om nu iets over Hoochiekoochie mee te delen. Geen enkele gedachte komt mijn hersens pijnigen of strelen. Buiten waait de wind, maar binnenin mij is het windstil.

Een ding wil ik echter zeker doen: alle trouwe en ontrouwe lezers van mijn blog vanuit het diepste van mijn hart dank zeggen voor hun tijd en aandacht en constructieve bijdragen. Zonder hen, zonder jullie, zou ik me ongetwijfeld al na enkele weken teruggetrokken hebben uit dit hachelijke avontuur. Er zou echt heel gauw een einde gekomen zijn aan deze ‘fantastic voyage’. Nu echter blijft de bestemming achter de horizon verborgen, ook al is dit werk altijd al een eindspel geweest, een laatste bedrijf, en zijn de teerlingen voor eens en voor altijd geworpen. Niet alleen omdat het een spel is laten we dit werk toch ook gedeeltelijk aan het toeval over. De stijl, de vorm, de inhoud, de duur van het laatste bedrijf kent niemand.

Inmiddels is de wind gaan liggen. Het is een zachte, heldere dag geworden. De zon gaat stilaan onder. Tijd voor een glas wijn dat ik samen met mijn levensgezellin op jullie gezondheid zal drinken.

Foto: MP, Los Llanos, 9 3 2015

 

LEUGEN, WAARHEID, MELANCHOLIE

MelencoliaDurer.jpg

Er zijn geen leugens onder de zon. Ga ze ook maar niet zoeken in een ander vuur of onder een steen, in de schaduw van een olm, een belfort. Ga ze zeker niet zoeken in de doolhoven van industriezones noch in een kluis in een huis aan een donker meer in een buitenland. Dat is tijdverlies, zelfs als je ervan uitgaat dat de tijd niet bestaat, dat hij alleen maar een concept is, een manier van denken, deel van een wereldbeeld.

Er is alleen maar waarheid en niets dan de waarheid. Of ik je dat nu zweer of niet verandert niets aan de situatie. Wat je om je heen ziet – verlaten en drukke straten, pleinen, vogelnesten, bijenkorven, flatgebouwen, metrostations -, dat is niemandsland. Een land zonder koning, zonder onderdanen, zonder zonde, zonder genade, een land vooral zonder schaamte. Waar zelfs de strengste wetten in het onbekende ontstaan en er weer terugkeren – het nog niet bekende dat even waar is als het bekende, alleen weet niemand in het niemandsland het al. Of daar lijkt het toch op, maar het is ook waar dat er altijd bevoorrechten zijn, dat er altijd een voorhoede is. Aan wat die hoede voorafgaat weet ik ook weer niet en ik ken ook geen mens die het wel zou kunnen weten. Wat ik wel denk te weten is dat allen, zoals dieren, aan die wervelwind van wetten onderworpen zijn, dat niets door hun mazen kan glippen. Ook degenen die niet uit de boot vallen raken in hun netten verstrikt.

Alles wat zich voordoet en niet voordoet is waar. Elke citroenschil, elke schimmel, elke dromedaris, elke droom, elke splitsing, elke wonde is waar. Er is alleen maar waarheid. Er zijn geen leugens onder de zon. Zo is het en zo zal het worden. Zet nu maar een punt achter al dat zoeken en nauwgezet en goedbedoeld onderzoeken. Je nieuwsgierigheid zal wel ergens anders, in een ander niemandsland, wortel schieten.

Vorige nacht werd ik wakker en raakte maar moeilijk weer in slaap. Terwijl mijn vrouw lindethee voor me maakte sloeg ik nog even ‘Het boek der rusteloosheid’* van Pessoa open, een bijna ideaal slaapmiddel. Daar las ik dit:

“Waarom schrijf ik tegenstrijdige en niet met elkaar te verenigen processen van dromen en dromen leren? Waarschijnlijk omdat ik er zozeer de gewoonte van heb gemaakt het verkeerde als het ware te ervaren en wat ik droom even duidelijk waar te nemen als wat ik zie, dat ik het menselijke en volgens mij valse onderscheidingsvermogen tussen waarheid en leugens heb verloren.”

De eerste zin begreep ik niet. Het zal wel aan mijn slaapkop liggen, dacht ik, maar nu ben ik wakker en ik begrijp hem nog niet. Het is me echter om de tweede zin te doen. Nu heb ik die, geruime tijd geleden, al meermaals gelezen en is de gedachte mij misschien bijgebleven. Maar alleszins heb ik er bij het neerschrijven van het bovenstaande niet aan gedacht. De trigger voor de tekst was Martin Scorsese’s film ‘The Wolf Of Wall Street’: die gaat in zekere zin ook over de waarheid. Alles wat je in zijn film ziet is waar, hoe overdreven het soms ook lijkt.

Mijn blog bestaat nu bijna acht jaar. Waarom heb ik hem ‘hoochiekoochie’ genoemd? Had ik een slaapkop, was ik beneveld of was het een kater? Niet dat ik het een slechte naam vind, maar ik besef nu heel goed dat hij de lading niet dekt. Melencolia, de gravure uit 1514 van Dürer indachtig, zou veel beter geweest zijn. Maar wellicht bestaan er duizenden blogs die ‘melencolia’ heten. Zelfs hoochiecoochie bestond in 2006 al, vandaar de afschuwelijke maar gelukkig ook kafkaiaanse K. Overigens zou ‘melencolia’ nooit kunnen aanzetten tot dansen terwijl hoochiekoochie, in weerwil van de occasionele zwartgalligheid, bijna niets anders beoogt te doen.

*Zoals ongeveer alles van Fernando Pessoa een boek dat niet af is, wat een modern kunstwerk betaamt. Een boek, een kunstwerk, dat pretendeert af te zijn, voltooid, is volgens Adorno een leugen. Ook dat is waarheid.

Beelden: Melencolia, Albrecht Dürer, 1514.

Ω
Een fragment uit mijn dagboek: “Strijd tegen de leugens zeg ik, maar wat is dan de waarheid? Hoe vind ik de waarheid? Berusten in de inertie, is dat de waarheid aanvaarden? Toegeven dat alles voor niets is geweest… Dat mijn leven (en tegelijk zoveel andere levens) overbodig is… Ik neem aan dat dàt niet de waarheid is.” (5 mei 1980).

Dat was toen, dit is nu. Want ja, ook dat is waarheid.

 

BLOGS: EEN GEVAARLIJK FENOMEEN

Nathalie Lubbe Bakker, een barmeisje uit New York, las ik vanmorgen ik in De Standaard, werd ontslagen omdat ze in haar blog al dan niet werkelijk gebeurde activiteiten van Belgisch minister van Defensie De Crem had beschreven. Het artikel eindigt met deze verbazingwekkende, angstaanjagende en woede opwekkende weergave van De Crems oproep in de Kamer:

“Verbeten deed De Crem een oproep tot het halfrond: ‘Ik wil van deze gelegenheid en dit non-event gebruik maken om een gevaarlijk fenomeen in onze maatschappij te signaleren. Wij leven in een tijdgeest waarin het iedereen vrij staat naar goeddunken en zonder enige verantwoordelijkheid op blogs te gaan posten. Dit overstijgt zelfs het moddergooien. Het is bijna onmogelijk om zich daartegen te verdedigen. Iedereen van u is een potentieel slachtoffer.’ Luid applaus op de banken, zelfs hier en daar van de oppositie.”

Wil de minister de vrijheid van het woord, de vrijheid van mening en overtuiging aan banden leggen en de moet de verbeelding weer onder de plaveien worden verborgen?Zullen kranten straks ondergronds moeten worden gedrukt en boeken in gefotokopieerde vorm stieken in donkere kroegen worden doorgegeven?

 

OVER DE WAARDE VAN HOOCHIEKOOCHIE

Uit mijn vorige notitie mag duidelijk blijken dat ik niet voor mezelf schrijf maar wel voor jou, beste lezer. En wellicht omdat ik het fijn vind dat mijn ijdelheid wordt gestreeld door je aandacht. Ik vind het eveneens fijn om jouw ijdelheid te strelen door je zomaar toegang te geven tot wat er zich in mijn hoofd – en in mijn leven – afspeelt en door je af en toe met symbolische rijkdom te overladen.

Maar ik zal er niet langer doekjes om winden. Ik probeer zo goed mogelijk en zo eerlijk mogelijk te schrijven over mensen en dingen waarover ik iets weet, of over persoonlijke ervaringen die ik voldoende algemeen vind en waarvan ik denk dat ‘de anderen’ er iets aan hebben; daarnaast is het mijn bedoeling een beetje schoonheid aan de wereld toe te voegen. Dat werd tot woensdag 13 februari kennelijk zeer op prijs gesteld. Wat ik op bijna drie jaar zorgvuldig en geduldig, met veel toewijding, heb opgebouwd gooien de computers van Skynet nu helemaal overhoop. Wellicht is het idioot van me maar ik erger me mateloos aan deze op hol geslagen toestand. Ja, bijna drie jaar heb ik hard gewerkt – en ook veel plezier beleefd – aan het maken van deze literaire ‘puzzel’ die hoochiekoochie heet. Ik ben van mening dat deze teksten even veel waarde hebben als wanneer ze in een boek zouden gedrukt staan. Voor mij is deze wijze van ‘publiceren’ bijna ideaal om een enigszins substantieel publiek te bereiken, omdat het mij aan voldoende sociale vaardigheden en overredingskracht ontbreekt om door te dringen in literaire kringen en cenakels en om uitgevers te overtuigen van de waarde en de schoonheid van mijn geschriften. Op deze manier sla ik immers de schakel van het uitgeven over. Maar bijna altijd besteed ik evenveel zorg aan de eindredactie van wat hier verschijnt als wanneer het voor een boek zou zijn bestemd. Ik heb de indruk dat een aantal lezers dat ingezien heeft en dat mijn hoge positie in de verschillende lijsten echt wel te danken was aan de kwaliteit van wat ik onder woorden breng. Nu zijn die blijken van waardering op enkele dagen teniet gedaan.

Ik geloof niet dat deze klachten uit zelfgenoegzaamheid voortvloeien, of geuit worden omdat ik elitair of arrogant zou zijn. Toch is er – daar kan niemand onderuit – duidelijk een verschil in kwaliteit (en inhoudelijke duurzaamheid) tussen de blogs. Waarmee ik niet wil zeggen dat bloggers die andere ambities hebben dan ik idioten zijn. Integendeel. Voor mij is vrijheid geen hol begrip, dus iedereen mag doen wat hij wil zolang hij mij of degenen die mij dierbaar zijn maar niet kwetst. Maar verwacht van mij geen respect voor mensen die anderen napraten of voor degenen die alleen maar paragrafen en prentjes knippen en plakken. Ik heb ook geen respect voor postzegelverzamelaars. Ze laten me onverschillig. Ik kan me niet met alles bezighouden. Mijn liefde gaat uit naar gepassioneerde mensen, naar mensen die zich inzetten voor een project van de verbeelding en het plezier. Mijn liefde gaat uit naar mensen die het leven liefhebben en de anderen als gelijken behandelen. In mijn hart is plaats voor vreugde en verdriet. Ik geef toe dat mijn levensvreugde vaak wordt overschaduwd door mijn angst voor de dood. Maar ik merk dat ik aan een belijdenis begonnen ben, en dat was niet mijn bedoeling.

Dit zijn hopelijk mijn laatste woorden over dit onderwerp. Nu ga ik lezen en inspiratie zoeken voor nieuwe teksten, voor morgen, overmorgen en de volgende jaren.

BLOGGERS ZIJN NIET GEK

Teksten schrijven voor een blog is geen verplichting. Niemand vraagt erom, tenzij jijzelf. Het is om die reden een moeilijke opdracht. Je weet niet of wat je schrijft ook gelezen wordt. En je hebt er veel discipline voor nodig. Je moet zowat elke dag iets interessants schrijven, anders verliezen de potentiële lezers zeker hun aandacht. Eigenlijk moet je je voor je blog met hart en ziel inzetten, alsof het literatuur of rock & roll is. Je moet je stijl verzorgen en de inhoud niet uit het oog verliezen. Je moet dus fraaie zinnen bedenken, die logisch op elkaar volgen. Je moet af en toe verrassend uit de hoek komen, dus niet elke dag hetzelfde verhaal. En het is nog beter als je tekst een soort van plot of pointe bevat.
Als je autobiografisch schrijft moet je er zorg voor dragen dat jezelf niet helemaal blootgeeft – en zeker met degenen die je dierbaar zijn mag je dat niet doen. Tussen autobiografie en exhibitionisme loopt er maar een fijne grens. Als je over onderwerpen schrijft die je nauw aan het hart liggen, zoals muziek, literatuur, film, moet je voorzichtig zijn dat je geen banaliteiten of gemeenplaatsen vertelt, dingen die iedereen al lang weet en in elke encyclopedie kunnen worden opgezocht. Je moet een originele invalshoek hebben. Je moet iets te vertellen hebben. Er zijn nog talloos veel andere dingen waar je moet op letten als je teksten voor een blog schrijft. Het is een verdomd moeilijke opdracht en je wordt er niet eens voor betaald. Je moet wel gek zijn om je met zulk gekkenwerk bezig te houden.
Maar niet helemaal. Want het is een groot genoegen als je reacties krijgt van mensen die je teksten hebben gelezen en zeggen dat ze het mooi vonden, of zich herkenden in wat je schreef. Als je niet voor jezelf maar voor de anderen schrijft, geeft dat soms zeer veel voldoening. Het is een vorm van communicatie die heel direct kan zijn. Het kan zelfs gebeuren dat je andere bloggers beter leert kennen dan bijvoorbeeld je collega’s op het werk. Om die reden is het geen gekkenwerk. Om die reden moet je niet helemaal gek zijn om teksten voor een blog te schrijven. Lang leve de bloggers!

EEN MILJOEN

Ik maakte net een wandeling in de stad, kocht pralines voor mijn collega’s en een tijdschrift om de tijd te doden. Terug in mijn vertrouwde omgeving stelde ik vast dat de miljoenste bezoeker al de deur uit was. Ik heb haar of hem niet kunnen begroeten of bedanken. Misschien maakt het nu niet meer uit, nu hij of zij al zo lang weer weg is, maar ik wil die miljoenste bezoeker toch hartelijk bedanken.

Ik ben nooit aan dit project begonnen om er succes mee te krijgen, maar nu ik toch wat succes schijn te hebben maakt dat me wel blij. Bijval genieten zonder erom gevraagd te hebben en zonder er toegevingen voor te doen is een mooie zaak. I THANK YOU! (op de wijze van Sam & Dave.)

TOAST

Terwijl ik te slapen lag is de 200.000ste bezoeker of bezoekster van hoochiekoochie langsgekomen. Jammer dat ik haar of hem niet digitaal heb kunnen omhelzen. Laura en ik zullen hier thuis vanavond een glas champagne drinken en klinken op de gezondheid van die welkome gast en het – voor mij onverklaarbare – succes van mijn weblog, dat ook jullie weblog is. Zonder jullie aanmoedigingen, commentaren, kritische opmerkingen en gewone ‘bezoeken’ zou hoochiekoochie al lang niet meer bestaan.

Soms denk ik dat ik dit allemaal voor mezelf doe, dat het een zuiver egoïstische aangelegenheid is, maar als ik er wat dieper over nadenk besef ik dat vooral wil delen. Ik wil jullie toegang geven tot boeken, films, muziek, kunstwerken, ontmoetingen, tot alles wat mij gemaakt heeft wie ik ben. In dat lang verhaal van mij, waarvan het einde niet in zicht is, wil ik openhartig zijn en zo eerlijk mogelijk. Ik wil over mijn momenten van geluk en euforie vertellen maar mijn tegenslagen krijgen ook hun plaats. Ja, ik wil eerlijk en openhartig zijn, maar niet naïef. Elke mens heeft zijn geheimen nodig om te kunnen overleven, zo ook ik. Mijn geheimen geef ik niet prijs. Maar dat betekent niet dat ik leugens vertel. Ik kan dat zelfs niet. Indien ik de gave van het liegen wel bezat, zou ik romans schrijven.

 

STORM EN CHAOS

stilte,zwijgen,storm,chaos,ego,verbeelding,lamoriniere,nachtleven,drinken,zingen,vriendschap

Als ik zo stil blijf zal ik mijn kroon snel kwijt zijn. Bij Sargasso kijken ze onder meer naar gaten in je blog. Ik denk dat ze heel wat punten aftrekken als je een paar dagen niets meedeelt. Maar maakt het iets uit, een kroon of geen kroon? Als je stil bent, ben je stil en dat is nog meer zo als de wereld je sprakeloos maakt. In mijn geval is de toestand omkeerbaar, denk ik. Want deze sprakeloosheid heeft zowel met vreugde als met verdriet te maken. Als het alleen maar droefheid zou zijn, erger dan blues, dan zou ik wellicht niet meer spreken en zeker niet meer schrijven. Maar gelukkig zijn er momenten van diepe vreugde, van extase zelfs. Ik denk dat ik vooral stil ben omdat ik die momenten moet verwerken. Ik moet nog wat afstand nemen van wat ik de voorbije dagen heb beleefd. Daarna zal ik er wellicht iets over vertellen. Nu zoemen ruzies, ongenoegen, schaterlachen met een verre vriendin, WC Fields, David Lynch, een adembenemend concert van Misia, twee feestjes en een leuk avondje met een nabije vriendin als een hoorbare koorts in mijn hoofd. Alsof het een droom was herinner ik me ook twee zingende meisjes met wie ik vorige dinsdag in Le Coq zat. Alsof het een droom was, maar het was geen droom. Bijna een zelfde storm als buiten woedt in mijn denken, in mijn onbewuste en in mijn verbeelding. Dat is niet de geschikte toestand van waaruit je een samenhangende tekst kunt opbouwen. Storm en chaos kunnen wel interessant zijn, maar de chaos meedelen is voor mij – zeker op dit ogenblik – onbegonnen werk. Ik heb kennelijk de weg naar de (positieve) leegte, die open plek in mijn metaforisch bos, nog niet gevonden. Maar ik geef het zoeken niet op. Misschien moet ik eerst wat bomen omhakken, ook al is dat ecologisch weinig verantwoord. Tenzij het zo goed als dode bomen zijn. Terwijl ik die bomen omhak zal ik eveneens mijn ego wat strelen.

 

Afbeelding: landschap van Jean-Pierre-François Lamorinière.

SATAN ‘SCHRIJFT’ SPAM

satan

Beerputbewoners hebben mijn blog bevuild met hun laat-kapitalistische stinkende boodschappen, beter bekend als spam. Denken zij dat wij hun vuiligheid (Viagra, Dolzan, Xanax) zullen aanschaffen of dat wij meteen naar Bangkok zullen vertrekken om daar kinderen te gaan verkrachten? Ze zijn letterlijk aan het verkeerde adres. Als ik geneesmiddelen nodig heb ga ik naar de arts. Kinderen zijn de toekomst. Niemand weet of zij geen nieuwe Gandhi of Shakespeare zullen worden. Wie kinderen schendt verdient levend gevild te worden. Ik twijfel er geen ogenblik aan of deze beerputbewoners stinken uit hun bek. Zelfs uit hun codes stijgt zwavellucht op.

Ik begrijp dat ik niet het enige doelwit ben van deze praktijken, maar dat is een schrale troost. Het blijft een verschrikking om datgene wat je met liefde en veel inzet aan de wereld heb geschonken bezoedeld aan te treffen na een aangenaam verblijf bij vrienden in het buitenland. Het is een nog grotere verschrikking als je vaststelt dat ze een deel van hun smerigheid plaatsen bij een foto van een dierbare overleden vriend. Ik twijfel er geen ogenblik aan dat ze dat weten, cynisch en destructief als ze zijn. Ik heb al een stukje moeten wissen omdat het onbegonnen werk was de honderden woordfaeces te verwijderen. Nu ga ik zo lang als ik er geduld voor heb verder wieden in dit elektronisch dagboek. Wat maakt dit alles mij moedeloos. Enkele van de teksten die ik destijds heb gepost zal ik opnieuw publiek maken, als ze tenminste niet al te tijdsgebonden zijn. De fijne stukjes commentaar zullen er helaas niet meer bij staan.

GEDWARSBOOMD

Iedereen zal het al wel weten, maar gisteravond wist kennelijk niemand het: er konden geen berichten meer worden gepost. Ik deel dit even mee omdat de tekst hieronder, tot de nacht behoort. Het is bijvoorbeeld niet gebruikelijk dat mijn levensgezellin om 9.30 ’s uur morgens in bed ligt, wat lezers die het vorige niet weten zouden kunnen veronderstellen. Een andere zaak is dat ik geen pastis drink op mijn ‘nuchtere maag’. Ik drink zelfs geen pastis voor zonsondergang. Ik heb gisteravond tot ongeveer één uur verwoede pogingen gedaan om van die tekst een hoochiekoochietekst te maken. Het wilde niet lukken, ik raakte behoorlijk gefrusteerd, en uiteindelijk zeer boos vanwege de verloren tijd. Ten einde raad heb ik mijn computer afgesloten en ben ik op mijn bed gaan liggen, naast Laura, die inderdaad lekker lag te slapen. Het gevolg van die hele toestand is dat ik nu doodmoe ben. Maar hebben we dat niet over voor de kunst?

GOEDE MENSEN

Graag wil ik alle lezers van hoochiekoochie danken voor al hun bezoeken, en misschien lezen zij ook wel eens een stukje, wie weet. Niets verbaast me nog. Vooral wil ik degenen dank zeggen die hier regelmatig langs komen en me de voorbije dagen beterschap hebben gewenst en een fijne en verkwikkende reis. Ik waardeer dat zeer, het is een hart onder de riem. Toch wil ik er even op wijzen dat ik nog niet weg ben… Het zou kunnen dat hier toch nog wat geweeklaag of enige verontwaardiging zal verschijnen. Of anders aanbiddingen, lofzangen, gedweep met die of die. Misschien wat bagatellen over mijn dagelijks bestaan, dat kan ook.
Om heel precies te zijn vertrekken wij maandagochtend om vier uur ’s ochtends. Ik heb dus nog even de tijd.

GELAUWERD

radio,sargasso,blogs,bekroning,trots,hoochiekoochie,voorbereiding,zero de conduite,2006
Icoon

Vandaag heb ik een leeg hoofd. Ik heb niet echt iets te vertellen en dat doe ik dan ook beter niet. Ik kan me van de voorbije twee dagen maar één ding herinneren dat de moeite waard is om te vermelden: ik heb liggen schaterlachen in mijn slaap. Een heerlijke ervaring. Overigens weet ik hoe ik aan dat lege hoofd kom. De radio. Mijn programma. Ik investeer al mijn gevoelens en emoties in die muziek. Daarna moet ik weer opgeladen worden. Maar laat me niet beginnen met van dat gepsychologiseer…

Dan is er toch nog iets anders: ik kan hier heel moeilijk zwijgen over mijn gevoel van trots. Het zit namelijk zo. De website Sargasso uit Nederland heeft een overzicht van de situatie in weblogland gepubliceerd in het kader van de ‘Battle of the Blogs 2006’. Hoochiekoochie heeft van Sargasso een kroontje gekregen. Met andere woorden: hoochiekoochie is nu in het bezit van het Sargasso Kwaliteits Keurmerk! Het is wel wat vreemd omdat ik helemaal aan geen battle of the blogs heb meegedaan. Maar dat hoeft ook niet. Sargasso stuurt zelf acht scouts op pad om de kwaliteit van de weblogs te beoordelen. En voilà, nu kan ik op mijn lauweren rusten. Of, neen, net niet. Voortaan ken ik geen rust meer. Ik vrees dat ik mijn reis zal moeten annuleren. Want je kunt dat keurmerk ook verliezen, door bijvoorbeeld te weinig te posten. Maar als ik nu eens niets te vertellen heb? Wat dan? Hemeltje.

WERKEN EN DROMEN

after midnight

Het is al een hele tijd geleden dat ik een dagboek bijhield. Ik moest er elke dag iets in noteren, ook op dagen dat ik niets te vertellen had, het was een ware obsessie. Geleidelijk aan nam die innerlijke dwang af. Ik ging berusten in het feit dat er periodes zijn in het leven die niet de moeite waard zijn om bij stil te staan, of dat die er wel zijn maar dat je de energie niet hebt om er iets mee te doen. Er kwam minder en minder in mijn dagboeken terecht. Soms kreeg ik maar twee of drie bladzijden op een heel jaar gevuld. Ik ben er dan maar mee gestopt. Wellicht had ik voldoende gezeten en gezwegen, mijn ‘onbewuste’ dwong mij om in beweging te komen, om te leven. De stad in, de nacht, dansen, rock & roll, reizen. De orde die het dagboek aan mijn leven had gegeven maakte plaats voor chaos. Alles verbrokkelde. Waar geloofde ik nog in? Wat waren mijn idealen? Waarom was ik tegen uitbuiting en onderdrukking, waarom noemde ik mij progressief en verdedigde ik de vrijheid van denken en doen? Ik had geen houvast meer. Erger nog, misschien, was dat ik mijn dromen vergat. Ik werd ’s morgens of ’s middags of ’s avonds wakker en er was niets meer over van het ‘nachtelijk’ bestaan, geen spoor (zeker geen bewust spoor). Ik wist met zekerheid dat ik nog droomde maar doordat ik de dromen niet meer systematisch noteerde in mijn dagboek – of nachtboek – bleven ze in het onbewuste achter. De hersenen waren niet soepel genoeg meer om ze in heldere beelden en zinnen om te zetten, om ze te vertellen. Af en toe noteerde ik nog wel eens iets op een stukje papier, maar dat was uitzonderlijk, op reis bijvoorbeeld. En zo is het nog altijd. Maar ik wil daar verandering in brengen. Ik houd nu ongeveer een jaar een weblog bij. Dat is natuurlijk niet hetzelfde als een dagboek. Een dagboek is een gesprek met jezelf, een weblog is mededeling. Je spreekt de anderen rechtstreeks aan (of toe). Wees gerust: ik zal hier geen bladzijden vol dromen noteren, want dat is zeer vervelend. Maar ik wil samen met het werk aan deze notities toch ook opnieuw op zoek gaan naar mijn nachtelijke schatten en verschrikkingen, en wat ik op die manier opdelf als grondstof gebruiken voor allerlei kunststukjes en duizelingwekkende evenwichtsoefeningen.

In ‘Donderslag op muziek. Een keuze uit zijn kladboeken’ van Lichtenberg (1742-1799) las ik vanmorgen het volgende:
“Wanneer ik in een droom met iemand redetwist en hij weerspreekt en onderricht mij, ben ik het die mijzelf onderricht, dus nadenkt. Dat nadenken wordt dus als een vorm van gesprek beschouwd. Kunnen wij ons er dan over verbazen dat volken in vroegere tijden datgene wat zij met betrekking tot de slang dachten (zoals Eva deed) als volgt uitdrukten: ‘De slang sprak tot mij. De Heer sprak tot mij. Mijn geest sprak tot mij.’ Omdat wij eigenlijk niet precies weten waar wij denken, kunnen wij onze gedachten de plaats toewijzen die wij verkiezen. Zoals men kan spreken dat het lijkt alsof het gesprokene van een ander afkomstig is, zo kan men ook denken dat het lijkt alsof wat wij denken tegen ons wordt gezegd: het daimonion van Socrates enzovoort. Hoe verbazend veel zou nog door middel van dromen kunnen worden ontwikkeld.”

Foto: After Midnight, Martin Pulaski, 2005

20.000 MIJLPALEN BOVEN ZEE

Afgelopen nacht is mijn 20.000ste bezoeker hier langs geweest? Wie zou het geweest zijn. Ik was er graag bij geweest, ik ben lang opgebleven, heb mijn computer waakzaam in het oog gehouden, maar het werd echt te laat, en nu is het weer te laat. De 20.000ste bezoeker is alweer weg. Of bezoekster natuurlijk, dat is hetzelfde. Neen, dat is niet hetzelfde. Ik wil je bedanken, lieve bezoekster of bezoeker, jij geeft me de zin en de moed om hier geregeld een deel van mijn leven en van mijn ziel in schijfjes gesneden en tot letters herleid als klein geschenk aan te bieden. Een geschenk dat ik om een mij onbekende reden aan jou, aan de wereld verschuldigd bent. Misschien vanuit het verlangen om me te verzoenen?