STEALING TOMORROW FROM TODAY

redstar

Voor Bernard Dewulf

Hoe vind je de weg terug naar de woorden? Hoe vind ik de weg terug naar jou? Vertel ik je gewoonweg de waarheid over mijn dagen, over mijn tijd, over mijn leven? Dat was toch van in het begin al de bedoeling? Hoe komt het dan dat ik stil ben gevallen? Dat deze droogte blijft voortduren? Een dagboek dan maar? Alles opnieuw leren, duidelijke taal spreken, nuances, subtekst, stijl, ritme – het vermijden van fait divers en banaliteiten. Van overbodige banaliteiten, want het banale kan soms interessant zijn. Je zou bijvoorbeeld kunnen beweren dat er niets opmerkelijks is aan het ontslag van enkele medewerkers van een krant. Er worden alle dagen mensen ontslagen. Inderdaad een banaliteit, maar in dit geval een waar dieper op in moet worden gegaan. En dat gebeurt. Op Facebook is al een groep opgericht om te protesteren tegen het ontslag van Bernard Dewulf en de andere medewerkers van De Morgen. Net zoals de financiële en de economische crisis wijzen deze ontslagen op een kapitalisme dat niet blind is, zoals soms wordt beweerd, maar doelgericht bepaalde mensen – en instellingen – vernietigt, of dat alleszins probeert. Een zeer doelgerichte machine, in handen van enkele machtige en wrede geldwolven. Of is dit weer zo’n paranoïde samenzweringstheorie?

Er is op Facebook een groep opgericht… Maar wanneer kranten het zwijgen wordt opgelegd is de tijd rijp voor verstrekkendere,meer  ingrijpende acties. Je denkt dan al gauw aan opstand, staking, sabotage, revolutie. Maar dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Voor mij zeker, omdat ik zwak ben en ten prooi aan – opnieuw – een zware aanval van donkere melancholie. Het is alsof mijn hoofd vol modder zit, mijn hele lichaam zit in de modder, ik kan amper ademhalen, amper bewegen. Elke poging tot een gedachte doet pijn. Ik wil echter niet klagen. Ik probeer te ontsnappen aan deze toestand door bijvoorbeeld naar een concert te gaan, zoals gisteren naar de sublieme Great Lake Swimmers in de Botanique. Maar hoe mooi het concert ook was, de pijn ging niet weg. Ja, even, toen ik aan de bar stond om een pils te bestellen en in gesprek raakte met enkele jonge mannen. Ze hadden mijn communistisch insigne gezien, in mijn knoopsgat – een kleinood dat ik ooit in Berlijn op een rommelmarkt heb gekocht. Is dat nu ernstig of is het ironie, vroegen ze (in het Frans). Ik zei dat het zowel het ene als het andere was. We lachten. Niemand van deze mensen gelooft nog in de traditionele partijen, zelfs Ecolo en Groen! gaan niet ver genoeg.  En toch lachten we. We bleven wat staan praten. We waren echte Belgen; een jongen kwam uit Antwerpen, maar sprak Frans, een andere uit Brussel, nog iemand uit Eupen en was drietalig. Niemand van ons wilde dat aan België werd geraakt: ik niet, Laura niet, en die jonge mensen nog veel minder. Maar welke doordeweekse politicus springt in de bres voor België?

Later, toen de taxi voor onze deur stopte vroeg ik aan de taxichauffeur hoeveel het was. Negentien euro, zei hij. Ik vond het nogal veel, maar was blij dat ik thuis was en gaf hem een briefje van twintig. De man reed al tweeëntwintig jaar met een taxi, ongeveer zo lang als ik voor de overheid werk. Nu het licht was in de taxi zag hij mijn communistisch insigne. Dat is wel iets bijzonders, wat jij daar je in je knoopsgat hebt zitten, zei hij. Ik wist niet goed hoe ik moest reageren… Een communist die twintig euro betaalt voor een taxirit? Hij gaf me vijf euro terug. Twintig is veel te veel, zei hij. Waarna hij uitstapte en naar zijn koffer ging. Kom, zei hij, ik heb iets voor je. Het was een pamflet van de Pvda+: “Stop het politieke circus” las ik.

En zo ben ik weer in gang geschoten. Zo kom ik weer dichter bij jou. Schrijven is geen tijdverdrijf voor gecultiveerde mensen. Schrijven is een zaak van leven en dood. Schrijven is een vorm van haat en een vorm van liefde.

De titel verwijst naar de song ‘Stealing Tomorrow’ van Great Lake Swimmers.

FACEBOOK EN VRIENDSCHAP

katrin

 

Ik weet dat het al na middernacht is, maar voor mij is het nog altijd woensdag. De tijd is een eigenaardige notie. De manier waarop je met je tijd omgaat is misschien dezelfde als die waarop je met je vrienden omgaat, wie zal het zeggen en heeft het belang? Ik las onlangs ergens in een of ander blaadje een lezersbrief van iemand die zich voortdurend op feiten beriep. Feiten tegen beweringen, waren het. Maar als je iets beweert over een feit is het toch al een bewering, of niet? Wat zijn feiten dan eigenlijk? Is de wereld alles wat het geval is? Ik vraag het mij af.

Alleszins ben ik later thuis gekomen dan ik gewoon ben. Daardoor is het voor mij nog steeds woensdag. Vandaag las ik iets merkwaardigs. Bernard Dewulf had het in zijn column in De Morgen over de vriendschap. Het is een ironisch stukje over vooral facebook en de manier waarop daar met vriendschap wordt omgegaan.  “Er moet onmetelijk veel vriendschap zijn nu in de wereld”, luidt zijn eerste zin. Ongetwijfeld ironisch, zoals de hele beschaafde wereld ironisch is. Want het spreekt vanzelf dat al die mensen, mezelf erbij, die op zoek gaan naar vriendschap in de cyberwereld, de ‘echte’ vriendschap in de ‘echte’ wereld missen. Er zijn duidelijk zeer veel eenzame mensen in de wereld.

Bernard Dewulf keurt facebook als fenomeen niet echt af, en hij wil meteen met iedereen vriendschap sluiten, maar niet met zijn (echte) vrienden. Hij maakt daarmee een terecht onderscheid tussen de vrienden van vlees en bloed die je vaak al jaren kent en de cybervrienden die je niet echt kent. Of is dat onderscheid toch niet helemaal terecht? Want hoe goed ken je je goede vrienden? Weet je hoe zij de wereld ervaren? Hoe zij jou zien? Wat zij voor jou voelen? Weet je wel wat vriendschap is? Zou je je leven geven voor een vriend? De kans is groot dat je je cybervrienden nog minder goed kent, maar deze vriendschappen houden een mogelijkheid in, een belofte. Door via facebook met honderd mensen bevriend te zijn ben je niet minder eenzaam, maar je krijgt alvast het gevoel dat je ergens bijhoort, dat je minder onzichtbaar bent, dat je morgen misschien al met een van die vrienden een koffie kunt gaan drinken. Of een boek schrijven. Of wat dan ook doen. It’s a wide open road.

 

Foto: Martin Pulaski, 2007