LEUK

Anderlecht, 14 mei 2012.

Op 16 mei 2012 vroeg ik me af wat ik nog eens een keer leuk zou vinden. Ik stelde vast dat ik alles al leuk had gevonden, dat er niets meer overbleef om leuk te vinden. Er bleef werkelijk niets meer over. Ik geloof dat ik vervolgens de hele tijd met het de handen in het haar heb gezeten. Vanaf dan ben ik vrij snel helemaal kaal geworden. Vooral omdat ik me zo heb moeten inspannen om toch maar weer dingen leuk te gaan vinden. Als ik nu eerlijk ben is het vandaag nog veel erger. In 2012 was ik nog ironisch. Nu is het allemaal echt: er is niets leuks meer onder de zon en de maan.
Tenzij dan de zon en de maan zelf, wat schaduw en wat regen. Een tomaat, een forel, asperges, een liedje van Ann Briggs, I Wish I Was A Mole In The Ground van Bascom Lamar Lunsford. Tenzij een boek of twee van W.G. Sebald (niet écht leuk, wel meesterlijk), een film van Jan Komasa (ook niet écht leuk, wel aangrijpend). Tenzij mijn allerleukste vrienden (en welke vrienden zijn nu niet leuk!). Tenzij de meeste rivieren en zeeën en de sterren in een donkere streek zonder lintbebouwing. Tenzij tapirs (die ik nooit in het echt heb gezien), olifanten en panda’s. Tenzij de verhalen van Heinrich Von Kleist. Tenzij… Laat mij er maar mee ophouden: er zijn te veel leuke dingen om ze allemaal op te kunnen sommen.