2008: DE BESTE NIEUWE CD’S

Hier dan, na al dat getwijfel en gewik en geweeg, mijn top-20 van cd’s die mij het afgelopen jaar ontroering, plezier, en warme voeten hebben bezorgd. Sommige van de muzikanten, zangers en zangeressen hebben mij werkelijk verbaasd. Van andere was ik zeker dat ze goede platen zouden maken. Een verrassende lijst zal dit zeker niet zijn. Calexico staat op één omdat ze met ‘Carried To Dust’ hun beste elpee hebben gemaakt. Hun onvergetelijk optreden in de AB zal zeker ook niet vreemd zijn aan deze ereplaats. Over de overweldigende schoonheid van de muziek van Fleet Foxes is ongeveer iedereen het eens. Hun concert is voor altijd in mijn geheugen gegrift, zo lang mijn geheugen nog meegaat, bedoel ik. Ook Drive-By Truckers hebben dit jaar hun beste plaat gemaakt, een mix van stevige rock ‘n’ roll en kippenvelveroorzakende country ballads. Jason Isbell heeft de groep verlaten, maar blijkbaar heeft dat geen schade aangericht. Ook Bon Ivers plaats is geen verrassing. Het is echt wel een van de mooiste platen van het jaar. Zijn bezwerende falsetto kan je onmogelijk onberoerd laten. Lambchops ‘OH (ohio)’ is hun beste sinds ‘Nixon’. Hun concert in de AB was indrukwekkend:  sprankelende gitaarrock en funky gefluister van Kurt Wagner.

Ondanks mijn gevorderde leeftijd, of misschien juist daardoor, ben ik een onvoorwaardelijke fan van Cat Power. ‘Jukebox’ is een uitstekende coverplaat, met zeer eigenzinnige versies van klassiekers en minder bekende nummers als ‘Silver Stallion’ en ‘Aretha Sing For Me’. Sommige recensenten hadden problemen met haar liefdesverklaring aan Bob Dylan, ‘Song To Bobby’, maar ik vind het een ontwapenend nummer. Lang leve Cat Power! Met de klasse van Isobel Campbell en Mark Lanegan zijn we al vertrouwd. Het is een onwaarschijnlijk duo – dat er nu al twee keer in is geslaagd om op een unieke manier samen te werken en meeslepende, bluesy, folky en voodoo-achtige songs op te nemen. Emmylou Harris klinkt misschien wat braaf in vergelijking met wat ze op haar vorige elpees ten gehore bracht, maar na een voldoende aantal beluisteringen hoor je andere, niet zo brave lagen in deze bijna traditionele countryplaat.

Het haast tragische lot van Jakob Dylan is dat zijn vader de meest gerespecteerde songschrijver van de voorbije vijftig jaar is. Hoe kun je daar mee wedijveren? Hij probeerde het door met zijn Wallflowers mainstream rock te brengen. Een project dat moest mislukken, omdat mainstream mainstream blijft. Nu zoekt hij zijn echte stem, en heeft die grotendeels gevonden en aanvaard. Jakob Dylan heeft tevens aanvaard dat hij de zoon van zijn vader is.

Van Micah P. Hinson dacht ik eerst dat het een vrouw was. Ik kocht de cd voor de mooie foto’s van een sexy meisje op de hoes. Maar Micah P. Hinson is een man, en tevens een uitstekend singer-songwriter. Ik weet niet of Mariee Sioux’ elpee dit jaar is verschenen. Alleszins was het dit jaar dat ze mij heeft weten te betoveren met haar ijle, poëtische luisterliedjes. Dankzij deze dame is mijn lijstje ook niet volledig blank. Willard Grant Conspiracy heeft nog nooit een slechte plaat gemaakt. Wat ‘Pilgrim Road’ betreft vrees ik dat ze de heer hebben gevonden. Hoewel er mag getwijfeld worden. In ‘The Great Deceiver’ vraagt zanger Rober Fisher bijna wanhopig “where is my god and savior / where is my sharp-eyed son / where is my god and savior / where is my great deceiver?”

Ik houd nog altijd heel veel van Talking Heads’ ‘Remain In Light’, in de sound waarvan Brian Eno zo’n grote rol speelde. Ook ‘My Life In the Bush Of Ghosts’ is natuurlijk een mijlpaal. De nieuwe samenwerking tussen David Byrne en Brian Eno had een meer popachtige elpee als resultaat, maar toch met nog voldoende ‘twists’. Overigens is David Byrne nog altijd een uitstekend tekstschrijver. De jongste plaat van Elvis Costello & the Imposters is gewoon erg goed. ‘Okkervil River’ heb ik eigenlijk pas dit jaar ontdekt. Elk jaar word ik wat trager. Ik had een artikel over Tim Hardin geschreven, en zo vernam ik dat Will Sheff al een hele tijd geleden een concept-elpee heeft gewijd aan de tragische singer-songwriter, met als titel ‘Black Sheep Boy’. Dankzij Lonesome Zorro ben ik vertrouwd geraakt met de meeste platen van Okkervil River. ‘The Stand Ins’ is uitstekend, Will Sheffs teksten hebben een zeer hoog niveau. Ik weet niet waarom Conor Oberst in mijn top-20 staat. Ik heb een soort van haat-liefdeverhouding met de man. Live is hij overweldigend. Op de plaat staan een aantal schitterende songs. Ik wil hem een kans geven. Dat verdient hij. Als American Music Club een plaat uitbrengt moet ze in mijn lijst, zo simpel is dat. Mark Eitzel is misschien geen genie, maar het scheelt niet veel. En Vudi is een fantastische gitarist. Een van de beste concerten die ik dit jaar heb bijgewoond was dat van Mercury Rev. ‘Snowflake Midnight’ is wat een groeiplaat wordt genoemd. Geen cactus maar een exotische bloem, die vooral ’s nachts bedwelmende geuren vrijgeeft. Nick Cave is goede wijn, ook al is de man een geheelonthouder. Mooie editie, trouwens. Justin Townes Earle is de zoon van Steve Earle. ‘The Good Life’ is een zeer geslaagd en vrolijk debuut. Nog veel luisterplezier!

De twintig beste 

1.    Calexico – Carried To Dust
2.    Fleet Foxes – Fleet Foxes
3.    Drive-By Truckers – Brighter Than Creations Dark
4.    Bon Iver – For Emma, Forever Ago
5.    Lambchop – OH (ohio)
6.    Cat Power – Juke Box
7.    Isobel Campbell & Mark Lanegan – Sunday at Devil Dirt
8.    Emmylou Harris – All I Intended To Be
9.    Jakob Dylan – Seeing Things
10.  Mica P. Hinson and the Red Empire Orchestra
11.  Mariee Sioux – Faces in the Rocks
12.  William Grant Conspiracy – Pilgrim Road
13.  David Byrne/Brian Eno – Everything That Happens Will Happen Today
14.  Elvis Costello & the Imposters – Momofuku
15.  Okkervil River – The Stand Ins
16.  Conor Oberst – Conor Oberst
17.  American Music Club – The Golden Age
18.  Mercury Rev – Snowflake Midnight
19.  Nick Cave & the Bad Seeds – Dig!!! Lazarus Dig!!!
20.  Justin Townes Earle – the Good Life

Kwaliteit

De platen hieronder hebben zeker wel kwaliteiten, maar desondanks haalden ze de top-20 niet.

Al Green – Lay It Down
Deus – Vantage Point
Ry Cooder – I, Flathead
Joan As A Police Woman – To Survive
Randy Newman – Harps and Angels
The Felice Brothers – The Felice Brothers
The Last Shadow Puppets – The Age Of Understatement
Beck – Modern Guilt

Tegenvallers

En dit zijn de tegenvallers van het jaar. Ik wil hierover niet in details treden, omdat ik niet graag iets negatiefs zeg over muzikanten, kunstenaars, schrijvers. Deze mensen werken hard en doen hun best – maar het kan al eens tegenvallen.

Ryan Adams & the Cardinals – Cardinology
Lucinda Williams – Little Honey
Shelby Lynne – Just A Little Lovin’
The Gutter Twins – Saturnalia
Brian Wilson – That Lucky Old Sun
Gary Louris – Vagabonds

Songs

De songs die ik het liefst heb gehoord:

Calexico – Slowness
Fleet Foxes – White Winter Hymnal
Cat Power – I Believe In You
Deus – The Vanishing Of Maria Schneider
Jakob Dylan – On  Up The Mountain
Bon Iver – Skinny Love
Drive-By Truckers – I’m Sorry Huston

That’s all folks!

2008: MUSIC MAESTRO, PLEASE!

Ik schreef het al op Roens blog: er valt voor mij niet aan overzichtslijsten te ontsnappen, het zit me in het bloed, ik doe het al sinds 1969, it’s too late to stop now. Eigenlijk doe ik dit al veel langer. Ik was een van de eerste medewerkers aan Humo’s Toppers van Tobbers. Elke week liet ik mijn medeleerlingen aan het Atheneum in Tongeren stemmen op een hitlijst die ik zelf had samengesteld. Meestal was ik eerlijk, maar ik moet tot mijn schaamte toegeven dat ik soms wel eens vals speelde om the Rolling Stones, the Kinks of the Who op nummer één te krijgen. Die lijsten werden aanvankelijk integraal per school gepubliceerd, met de naam van de samensteller erbij. Daar was ik dan zo trots op, mijn naam daar gedrukt te zien. Wilde ik eigenlijk in het diepst van mijn gedachten al een bekende Vlaming worden, een diersoort die toen nog niet bestond?

Er is geen weg terug, ik zal mijn voornemens van een week of zo geleden voornemens laten en mij naar het onvermijdelijke plooien. Verwacht van mij echter geen sterke uitspraken, sluitende argumenten, kreten van bewondering, krachttermen om mijn keuzes kracht bij te zetten. Niets van dat alles. Verwacht van mij enkele bondige lijstjes, gebaseerd op wat ik me nog herinner, op wat me ontroerd heeft of anderszins getroffen. Mijn kennis van de hedendaagse populaire muziek is beperkt. Ik vind het erg dat de zwarte muziek van nu mij zo vreemd is, terwijl ik toch door en door een soulliefhebber ben. Erg is ook dat ik bijna uitsluitend de Angelsaksische muziek ken, en dan nog vooral het genre dat Americana wordt genoemd. Mijn kennis van oudere populaire en minder populaire muziek is gelukkig wat ruimer. Ik mag graag luisteren naar coole jazz, reggae, blues, western swing, bepaalde klassieke muziek, soundtracks, Franse zangeressen, fado, flamenco, rockabilly, boogie woogie, tin pan alley deuntjes, gospel, muziek uit Mali en Pakistan. Maar dat is allemaal oud en onmogelijk in categorieën of lijsten onder te brengen.

Om al enigszins aan de mogelijke nieuwsgierigheid van de lezer tegemoet te komen volgt hier een overzicht van langspeelplaten die in 2008 opnieuw werden uitgebracht, en nieuwe compilaties, iets waar vooral het Britse label Ace bijzonder goed in is. Neem gerust van me aan dat dit geen volledige lijst is, ook niet van wat ik graag heb gehoord. Er zijn grote gaten in mijn geheugen.

Opnieuw uitgebracht

Dillard & Clark – The Fantastic Expedition Of Dillard and Clark
The Lemonheads – It’s A Shame About Ray
Nick Lowe – Jesus Of Cool
Dennis Wilson – Pacific Ocean Blue
Creedence Clearwater Revival – Cosmo’s Factory
The Flying Burrito Bros – The Flying Burrito Bros / Last Of the Red Hot Burritos
Dave Mason & Cass Elliot – Dave Mason & Cass Elliott

Compilaties

Various Artists – Break-A-Way – The Songs Of Jackie DeShannon  1961-1967
Various Artists – Time Is On My Side – The Jerry Ragavoy Story 1953-2003
Various Artists – Blame It On the Dogg – The Swamp Dogg Anthology 1968-1978
Various Artists – Do-Wah-Diddy – Words And Music By Ellie Greenwich And Jeff Barry
Various Artists – On Vine Street – The Early Songs Of Randy Newman
Various Artists – Twist And Shout Volume 1 – The Bert Berns Story 1960-1964
Various Artists – In the Naked City
PF Sloan – Here’s Where I Belong – The Best Of the Dunhill Years 1965-1967
Bob Lind – Elusive Butterfly – The Complete Jack Nitzsche Sessions
The Undertones – An Anthology
Ry Cooder – The UFO has landed
Kevin Ayers – Songs For Insane Times: An Anthology 1969-1980
Eels – Useless Trinkets
Tammy Wynette & George Jones – Duets

Varia

Enkele plaatjes die ik in het buitenland (Berlijn, Lissabon) en in de koopjes vond en die me plezierige momenten hebben verschaft:

Arlo Guthrie – Running Down the Road (met Ry Cooder en Clarence White!)
Blossom Toes – We Are Ever So Clean
Jackson Browne – Saturate Before Using
The Clique – Sugar On Sunday
Bo Diddley – Bo Diddley Is A Gunslinger (+ bonustracks)
The Adverts – Crossing the Red Sea with the Adverts
Aretha Franklin – Amazing Grace – The Complete Recordings
New York Dolls – New York Dolls
Richard & Linda Thompson – in Concert, November 1975

Deze laatste lijst moet zeker nog aangevuld worden, maar daar heb ik nu even geen zin in. In een volgende aflevering lees je wat ik gekozen heb als beste nieuwe elpees van 2008.

 

MAN IN HET DONKER (EN HET LICHT)

murakami

Ik wil geen negatief klinkend jaaroverzicht schrijven. Maar ik wil toch beginnen met de waarschuwing dat ongeveer alles wat ik in 2008 beleefde in het teken stond van neerslachtigheid, melancholie, burn out, chronische vermoeidheid en de vloek van antidepressiva. Mijn geheugen is erdoor achteruit gegaan. Zowel synthetisch als analytisch denken valt me moeilijk. Ik ben bang voor cijfers, maar dat heb ik altijd wat gehad. Faalangst gecombineerd met perfectionisme. Ik wil zoveel mogelijk meemaken, bijwonen, zien, maar ik kan om een mij onbekende reden nog maar moeilijk de deur uit. Mijn levensgezellin stimuleert me daarin, zij is er nauwelijks in geïnteresseerd om – vooral ’s avonds – nog buiten te komen. Net als ik houdt ze van het leven en de kunst maar het werk slorpt het leeuwendeel van haar energie op.

In weerwil van die donkere schaduwen die op mijn levenspad vielen heb ik ook helder licht gezien, momenten van schoonheid beleefd, en fijne, lieve mensen ontmoet of er onrechtstreeks mee gecommuniceerd. De vriendschap is gebleven, ik haat niet, ik verkies nog steeds de liefde boven de oorlog. Ik ben vaak in mijn kamers gebleven maar heb ook korte, intense reizen gemaakt. In het zonlicht viel alle ellende van me af. Ik was dan soms opnieuw in de wereld, tegenwoordig, verzoend met mijn omgeving en met mezelf. Aan de Atlantische oceaan voelde ik een soort extase bij het zien van die immense hemel, met slechts hier en daar een wolk. En zover je kon zien alleen maar zand, water, schelpen. In de verte twee wandelaars. En ver achter mij mijn vrouw die rustig op een bank zat te lezen in een boek van Murakami.

Haruki Murakami heeft mezelf ook genoegen gedaan. Ik denk dat hij de beste schrijver van deze tijd is, maar ik kan er moeilijk over oordelen, omdat de tijd van het vele lezen voor mij voorbij schijnt te zijn. Wat ik doe is terugdenken aan de boeken die ik vroeger heb gelezen. Soms neem ik er nog eens een ter hand en lees een fragment. Hölderlin, TS Eliot, James Joyce, Cesare Pavese. Altijd kleine stukjes. Gewoon een boek vasthouden, er eens aan ruiken, is al een plezier. Ik las voor het eerst een boek van Richard Rorty, ‘Contingentie, ironie & solidariteit’: het maakte grote indruk op me. Hij is een filosoof die ik over het hoofd heb gezien toen hij nog leefde.  Mijn vriendin Inge wees me op het bestaan van Richard Yates. ‘Revolutionary Road’, een roman uit 1961, is droevig maar mooi een honderd procent echt. Er wordt veel in gedronken. Gelachen heb ik vooral met Hanif Kureishi. In zijn roman ‘Something To Tell You’ herkende ik heel veel van mezelf. Kureishi schrijft over mijn generatie, of liever, over de kleine minderheid van mijn generatie die het in het midden van de jaren zestig aandurfde een ander leven te gaan leiden, voor nieuwe muziek, film, theater en mode te kiezen. Want vaak wordt gezegd, die of die generatie, en dan worden daar alle positieve eigenschappen aan toegeschreven van die enkelingen die op hun tijd vooruit waren. Het spijt me als dit verwaand klinkt, maar zo is het nu eenmaal.

Ik heb nog andere mooie, ontroerende boeken gelezen, waaronder ‘Grijze Dagen’ – de titel zegt al veel – van Philippe Claudel, het zeer poëtische maar beangstigende ‘The Road’ van Cormac McCarthy, een geniale schrijver die dankzij de broers Coen ook in dit land wat meer aandacht kreeg, een aantal romans van de onvolprezen Joseph Roth (met dank aan Bart D., om mij hier op te wijzen), ‘Het duister zichtbaar’, een boek over depressie, van William Styron, ‘Party tijdens de blitz’ van Elias Canetti, ‘Kitchen’ van Banana Yoshimoto, een Japanse schrijfster die ik op het spoor kwam dankzij mijn Portugese vriendin Cristina, Rilkes ‘Brieven aan een jonge dichter’, ‘Poe – A Life Cut Short’, een korte maar uitstekende biografie van Edgar Allan Poe door Peter Ackroyd, een meester in het genre. Deze zomer had ik het genoegen een van mijn literaire helden, Paul Auster, in levenden lijve te zien in het Paleis voor Schone Kunsten, waar zijn film ‘The Inner Life Of Martin Frost’ werd vertoond. Ik zou het nooit geweten hebben als Valérie er me niet over had aangesproken. Paul Auster heeft prachtige ogen en een heel mooie vrouw, Siri Hustvedt, die er gelukkig ook bij was. Na afloop was er een signeersessie, maar ik had geen zin om in die lange rij te staan voor een handdruk, een handtekening (en een glimlach van Siri Hustvedt). Ik ben wel meteen haar boek gaan kopen en heb het ook gelezen. ‘The Sorrows of An American’ is zeer mooi geschreven, maar de plot bracht me soms in de war. Overigens is het hoofdpersonage net als in Kureishi’s laatste roman een psychoanalyst. Net wat ik nodig heb. Vanzelfsprekend heb ik Paul Austers ‘Man in the Dark’ in een ruk uitgelezen, en nu ben ik alweer vergeten waar die roman eigenlijk over ging. Dat geheugen! Maar ik val in herhaling.

De mooiste, rijkste, heerlijkste boeken die ik het voorbije jaar heb gelezen zijn twee klassiekers: ‘Middlemarch’ van George Eliot en ‘Lucien Leuwen’ van Stendhal. Hieruit mag duidelijk blijken dat ik geen recensies lees, maar me wel laat adviseren door vrienden. Oh, ja, een erg boeiend boek is ook ‘Things the Grandchildren Should Know’ van Mark Oliver Everett, beter bekend als zanger/songschrijver van Eels.

Tussen dat lezen door at ik aardappelen, soep, vis, brood, dronk wijn en luisterde naar muziek. Meer daarover in een volgende aflevering.

LIEFDE IS VOOR DWAZEN : DE NIEUWE POPULAIRE MUZIEK IS VOOR IEDEREEN

ironwine

Het gaat goed met de jonge populaire muziek. Ik hoor geregeld mooie nieuwe songs, en luister op MySpace vaak verbaasd en verwonderd naar opnames van bands, zangers en zangeressen waarvan ik nooit eerder had gehoord. De echte ‘Americana’ (een term waar ik niet echt gek op ben, evenmin houd ik van de benaming alt.country) van bands als Drive-By Truckers, Gillian Welch & Dave Rawlings, Calexico en zo meer is nog altijd springlevend. Een band als Willard Grant Conspiracy wordt almaar beter door met nieuwe vormen te experimenteren. Dat kan ook wel eens tegenvallen, zoals bij Wilco (‘a ghost is born’) en Calexico (‘Garden Ruin’) in het verleden: wellicht kreeg het experiment meer aandacht dan de traditie, en zorgde dat voor een wanverhouding. Het is nu eenmaal een regel dat alle vormen van populaire muziek, ook jazz, op traditie zijn gebaseerd. Als daar te gretig van wordt afgeweken, zoals in bepaalde extreme vormen van Free Jazz, dan valt de spanning uit de muziek weg en haakt de luisteraar af. Het is dan alleen maar experiment, er is geen vaste grond, de luisteraar voelt zich duizelig worden of krijgt plotseling hevige hoofdpijn, zonder familiale voorgeschiedenis. Maar hoe dan ook moet populaire muziek het van experiment, van vernieuwing hebben om levendig te blijven en aan te spreken. Als je altijd maar hetzelfde herhaalt bloed je dood. Dat lijkt me voor alle kunstvormen een geldige analyse. Bij iemand als Dwight Yoakam lijkt me dat het geval te zijn.

Veel van wat ik op MySpace hoor en echt fascinerend vind lijkt me een verzoening te zijn van diverse soorten populaire muziek (folk, blues, country) en avant-garde. Junkie XL had het vorige zondag in Zomergasten nog over het belang van een avant-garde componist als Stockhausen. Frank Zappa verwees heel vaak naar Edgar Varèse. Je stuit ook vaak op John Cage, Gyorgy Ligeti en Luigi Nono. Allerlei experimenten met oude instrumenten gecombineerd met elektronica en meestal voorzien van een beat klinken nu vaak bijzonder boeiend. Experimenten met elektronica voor allerlei obscure soundtracks spelen een belangrijke rol, maar ook mainstreamfilmcomponisten als Henry Mancini, Ennio Morricone en Bernard Hermann leveren vruchtbare grondtonen. Er wordt bovendien weer veel aandacht aan de stem gegeven. Men zegt dan: die of die band grijpt terug naar Crosby, Stills & Nash. Maar heel wat van de jongere zangers en zangeressen zijn klassiek geschoold en kennen heel wat meer dan de pop en folk uit de jaren zestig en zeventig. De stemmen van Fleet Foxes bijvoorbeeld zijn even mooi als die van de Beach Boys, maar je hebt de indruk dat de Foxes ook goed naar Gregoriaanse muziek hebben geluisterd.

Om een kort verhaal kort te houden: ik heb op dit ogenblik de indruk dat 2008 een vruchtbaar jaar is voor de popmuziek, vergelijkbaar met 1956, 1965, 1977 en 1991. Ik hoop later dit jaar wat meer berichten uit de chaos van mijn muzikale microcosmos de wereld in te kunnen sturen. Muziek is tenslotte een van de weinige menselijke verwezenlijkingen die mij nog kunnen ontroeren en op die manier in leven houden.

Hieronder Bon Iver (een alias voor Justin Vernon) begeleid door the Bowerbirds met ‘Love’s For Fools’, live in the Bowery Ballroom in New York, een erg fijne concertzaal. Bon Iver treedt op in de Brusselse Botanique op 3 oktober later dit jaar.