Zéro de conduite is in essentie een muziekprogramma waarin songs uit de popcultuur in het keurslijf van thema’s worden ingerijgd. Woekerende chaos wordt met liefde en toewijding overzichtelijk gemaakt. Alle zogeheten populaire genres komen aan bod, al ligt de nadruk op Amerikaanse folk, blues, country, soul en rock-‘n-roll. Sommige muziekliefhebbers noemen het allemaal pop. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds kan je ernaar luisteren op Radio Centraal 106.7 fm en streaming. Meer informatie over de zender en zijn medewerkers en programma’s vind je hier. Het motto van deze aflevering is: Hangin’ out in L.A. / And there’s nowhere to go / It ain’t Christmas if there ain’t no snow / Listening to Sheena on the radio / Oh-ho oh-ho.
Deze episode van Zéro de conduite is een hommage aan het roemruchte en mogelijk beste Nederlandstalige rockprogramma uit de jaren tachtig, Domino. Vanavond besteden we aandacht aan het eerste deel van die radioshow. Arnold Rypens stelde dat op ingenieuze wijze en met kennis van zaken samen en Guy De Pré was er de gepaste presentator van. (Er was natuurlijk ook het tweede deel, van Luc Janssen, zeker niet onverdienstelijk, wel integendeel. Maar dat zetten we, vanavond althans, tussen haakjes). Voor Domino bleven we met plezier een paar uur langer thuis en ontdekten op die manier dat er zelfs in de ellendige jaren tachtig nog boeiende en springlevende rock-‘n-roll muziek werd gespeeld en op plaat gezet. Er werd zelfs op echte instrumenten gespeeld. Als beginnende radiomaker van het wekelijks programma Shangri-La, op Radio Centraal, vond ik veel inspiratie in Domino. In het programma van Arnold Rypens, mogelijk meer bekend van zijn boek en website The Originals, leerde ik vooral jonge Amerikaanse bands kennen. Wat we te horen kregen was een genre dat later americana en alt.country zou worden genoemden. Veel van de bands die in Domino de revue passeerden grepen terug naar de wortels van rock-‘n-roll: blues, country en de sound van de Sun records in Memphis. Het was deze muzikanten evenwel niet om een nostalgietrip te doen, het ging niet om slaafse reconstructies. De songs die ze opnamen sprankelden van leven en drukten net zo goed de tijdsgeest uit als de prefab van groepjes als Haircut 100, Duran Duran en Spandau Ballet. Er werd niet alleen opgekeken naar de Sun sound – en niet te vergeten: the Velvet Underground – en dergelijke meer, er was tegelijk een revival van psychedelische pop van de sixties aan de gang, vaak geïnjecteerd met een flinke dosis punk. Ook de powerpop van groepen als Big Star kwam aan bod. Ongeveer alles wat we in Domino hoorden (ook in deel twee), schudde ons wakker uit onze muzikale winterslaap. De opera’s van Wagner konden weer de kast in.
Veel luister- en dansplezier!
Domino – Cramps – Off The Bone – Sam Phillips
Rock And Roll Till The Cows Come Home – The Tail Gators – Swamp Rock – Tail Gators
If I Had Possession Over Judgement Day – Rainer & Das Combo – Barefoot Rock With Rainer & Das Combo – Robert Johnson
Take It Off – Alex Chilton – High Priest – Eve Darby
Little Honey – The Blasters – Testament: The Complete Slash Recordings – John Doe/Dave Alvin
Saint Behind The Glass – Los Lobos – Kiko – David Hidalgo/Louie Pérez
Sweet Misery Blues – Violent Femmes – Hallowed Ground – Gordon Gano
Still Holding On To You – Dream Syndicate – Medicine Show – Steve Wynn
Here Comes A Regular – The Replacements – Tim – Paul Westerberg
Die dag in augustus werd ik pas omstreeks het middaguur wakker. Beneden in het Groot Vertrek zat Senga aan de keukentafel te lezen in Film en Televisie. Wat lees je, vroeg ik. Een boeiende recensie van Ronnie Pede over Renaldo & Clara, zei Senga. Je hebt in de oude tijdschriften zitten neuzen, zei ik. Zo oud is dit nu ook weer niet, zei ze. Toch wel een jaar, zei ik. De tijd gaat snel, zei Senga. Je hebt ze toch weer niet allemaal door elkaar gehaald, zei ik. Ik heb die oude Photo van jou weer bovenop de stapel gelegd, zei ze. Senga zag er verrukkelijk uit, in haar lila T-shirt met de expressieve kop van Jim Morrison erop afgebeeld. In de zomer liep Senga graag in haar blote kont rond, maar nu Gabriëlla bij ons woonde was ze wat betamelijker geworden. Ik kwam wat dichterbij om te zien welke zedige oplossing ze voor vandaag gevonden had. Het was een kort dun rokje in wit katoen, dat wat meer aan de verbeelding overliet dan een blote kont, maar niet zo heel veel meer. Senga leek ervan uit te gaan dat mijn voorstellingsvermogen eerder klein was. Daarin vergiste ze zich. Gabriëlla was het andere uiterste. Ook in de zomer liep ze gekleed alsof het elk moment zou kunnen gaan vriezen. Steevast droeg ze een jeans, een T-shirt en daarover meestal nog eens een slobbertrui. Nooit zag het zonlicht haar blote benen. En toch had ze iets, maar om dat te zien moest je over een bijzondere gave beschikken. Verbeelding volstond niet.
Photo, juli 1979
Ik had Lost in the Ozone van Commander Cody & His Lost Planet Airmen op de platenspeler gelegd. Het concert van die countryrock band, de onwaarschijnlijke opener voor Elliott Murphy op de Brusselse Grote Markt, was bij mij in de smaak gevallen, maar in vergelijking met de blonde rockdichter zag het er allemaal wat vulgair uit en klonk het ook zo. Toch kon ik nog altijd genieten van songs als Seeds and Stems (Again) en Lost In the Ozone. Ondertussen had mijn verrukkelijke Syngala de tafel gedekt. Je moet weten dat ik haar af en toe met veel plezier een andere naam gaf. Syngala paste klankmatig goed bij Bengaals vuur, vond ik Net als mijn geliefde kon dat lang, rustig en toch fel branden.
Ik dronk drie koppen van Senga’s sterke koffie, want ik voelde me erg moe. Van wat kon dat zijn? In de Mort Subite hadden we niet meer dan twee of drie glazen bier gedronken… Van schrijven zou er niets meer in huis komen vandaag. Ik vroeg Senga of ik haar wat uit De triomf van het leven mocht voorlezen. Dat vond ze een prima voorstel.
We gingen in de bruine zetels zitten, Senga en Jim Morrison tegenover me, en ik begon te lezen.
Triomf van het leven
Het leven is het leven. Rampzalige tautologie, die alles omvat en toch niets betekent. Bestond zij maar niet, of had ik ze maar meteen geschrapt. Wekenlang houdt die uitspraak me nu al in haar ban. ’s Nachts kan ik er niet van slapen, overdag belet ze mij te werken. Aan niets anders kan ik nog denken dan aan het leven dat het leven is.
Sinds het ogenblik dat deze tautologie mij een van die prachtige vondsten leek heb ik al twee cahiers volgeschreven. Geen woord van mezelf. Uitsluitend fragmenten van bekende en minder bekende denkers en dichters. Gedachten, beschouwingen, uitspraken over de zin, de oorsprong, het doel en zelfs de absurditeit van het leven. Tijdens dit voorbereidend werk, van krampachtig associatieve aard, was me opgevallen dat zowat alle auteurs het vooral en steeds weer over de dood hadden, of op zijn minst over de vervlechting van leven en dood.
Ik wierp een steelse blik op Senga, haar bevallige blote benen gekruist. Ze zat met de ogen toe en leek aandachtig te luisteren. Mijn tekst verveelde me. Veel liever had ik lekker met haar gevrijd. Haar lijf nog getaand door de zon van de Camargue. Maar zelfs de gedachte aan al die opwinding putte me uit.
De volksmond leert ons dat het leven een strijd is. Charles Darwin heeft die wijsheid wetenschappelijk onderbouwd. Ook bij Hegel, Marx en zelfs Nietzsche vinden we ettelijke passages over strijd, oorlog, destructie, volstrekte negativiteit terug. Arthur Schopenhauer, voorloper van de Weense School en inspiratiebron voor Samuel Beckett, ziet het leven als één lange ontgoocheling. “Wat ligt er toch een afstand tussen het begin en het einde van ons leven: het begin met de waan van de begeerte en de verrukking van de wellust, het einde met de vernietiging van alle organen en de stank van rottende lijken…” De wereld is een boeteoord, een strafkolonie, vindt hij. Schopenhauers epigoon Sigmund Freud is niet minder fatalistisch. Het levenloze (steen) was eerder aanwezig dan wat leeft (adem) en alles wat leeft neigt naar deze oorspronkelijke toestand. Het doel van het leven is de dood.Ik weet dat ik de psychoanalyse hiermee geweld aandoe.
Freuds belangstelling voor de klassieke tragedie bracht me op het spoor van Sophocles: Niet geboren zijn is ’t allerbeste, dan, als tweede, dat wie in het licht verscheen snel daarheen weer keer’, vanwaar hij kwam, want wanneer de jeugd verdwijnt met haar onbezonnenheid, wat plaag van smart is ’s mensen lot dan vreemd?
Het klinkt allemaal nogal somber, zei Senga. Ja, zei ik, ik weet het. Maar het blijft niet alleen maar kommer en kwel. De weg naar het licht begint in duisternis. Wil je dat ik voor vandaag ermee ophoud? Nee, hoor, zei Senga, lees maar door. Ik wil liever met je vrijen, zei ik, zoals je daar nu zit, zo’n lekkere vrucht. Dat is pas leven. Senga stond op, stapte blootsvoets naar me toe, bukte zich en kuste me lang op de mond.
Een paar uur later zaten we in alle rust Winstons te roken en een glas Gewürztraminer te drinken. De smaak van die wijn deed mij altijd aan onze eerste kus denken. Tijd voor Tim Buckleys Happy Sad, met daarop het magnifieke Buzzin’ Fly. Weet je wat, Senga, morgen lees ik alleen mijn bevindingen voor, of een aantal ervan, boeiende tekstfragmenten die ik over het thema heb gevonden. Want mijn essay is beslist nog niet af; het is nu nog erg onevenwichtig. Lang niet zo geslaagd als Taferelen van onverschilligheid. Wat erg dat Guy zich bij het lezen van dat verhaal herkend heeft in Ergo Verdussen, of was het in Jacky Avontuur, zei Senga. Heel erg en heel onterecht, zei ik. In wie van die twee idioten, die de verteller met een roestig zwaard dreigt te zullen onthoofden, weet ik eigenlijk niet. Ik heb Guy een brief geschreven om hem op het hart te drukken dat ik hem hoegenaamd niet als model heb genomen. Mogelijk zit hij hem nu al te lezen en komt alles nog goed tussen ons.
Zéro de conduite is in essentie een muziekprogramma waarin songs uit de popcultuur in het keurslijf van thema’s worden ‘geperst’. Woekerende chaos wordt enigszins overzichtelijk gemaakt. Alle zogeheten populaire genres komen aan bod, al ligt de nadruk op Amerikaanse folk, blues, country en rock-‘n-roll. Sommige muziekliefhebbers noemen het allemaal pop. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds kan je ernaar luisteren op Radio Centraal 106.7 fm en streaming. Meer informatie over de zender en zijn medewerkers en programma’s vind je hier. Het motto van deze aflevering is: You bit your lover in the bed, / Come here I`ll break your lousy head / Our nation must be saved and freed / You been accused of murder, how do you plead?
I Spit On Your Grave, Meir Zarchi
Op 10 april begint de Goede Week. Voor wie het nog niet of niet meer zou weten: dan worden het lijden, sterven en de verrijzenis van Jezus herdacht. Ik heb altijd meer interesse gehad voor de wederopstanding dan voor het lijden en sterven maar in deze tragische tijd kan ik niet aan de dood voorbijgaan. Aan gewonde en stervende mensen en dieren, aan bloed. Hoewel we er liever niet aan denken of naar kijken is het er altijd. Bloed. Vaak wordt deze vloeistof in één adem met zweet en tranen genoemd. In elk tijdperk, in elk leven, in elk gezin, in elke woning wordt er gebloed. Elke dag vloeit her en der bloed. Op sommige dagen en in sommige periodes – zoals nu – is de hoeveelheid bloedverlies groter dan anders. (We kunnen ons het volume ervan zelfs niet meer voorstellen.) Dan zijn we triest en bang en voelen we ons hulpeloos. We zoeken naar middelen om het bloeden te stelpen maar vinden er geen. Het lijkt erop dat sommige bloedingen vanzelf moeten ophouden. Hopen en bidden en en beven veranderen niets aan deze situatie. Het is een schaakspel dat niemand kan winnen. Ook de koning en de koningin hebben gapende wonden. Al begrijp ik dat zelfs gebeden die niet worden verhoord toch troost kunnen bieden, vooral als ze in delicate tempels, kerken, synagogen en moskeeën worden gezongen of in stilte uitgesproken. Eveneens begrijp ik dat kunst, ook die waarin bloedige taferelen worden afgebeeld, het Martelaarschap van de heilige Agatha door Giovanni Batistta Tiepolo bijvoorbeeld, of Saturnus verslindt zijn zoon door Francisco de Goya, ons kunnen helpen de ogen te sluiten voor het afschuwelijke, voor de horror. Zelfs bloederige horrorfilms als Trouble Every Day van Claire Denis, Grave (Raw) van Julie Ducorneau en La reine Margot van Patrice Chéreau kunnen ons afleiden van wat ginds, niet zo heel ver van hier, gaande is. Misschien kunnen ook deze 31 bloederige songs dat?
Ondanks alles veel luisterplezier en dat er gauw vrede mag komen.
Trouble Every Day, Claire Denis
The Blood – The Zion Travelers – Down By The River – L.C. Cohen
I Know His Blood Can Make Me Whole – Blind Willie Johnson – The Complete Blind Willie Johnson – Blind Willie Johnson
I’ve Got Blood In My Eyes For You – Mississippi Sheiks – Honey Babe Let The Deal Go Down: The Best Of Mississippi Sheiks – L. Carter
Bloodshot Eyes – Wynonie Harris – King R&B Box Set Vol. 1 – Penny Hall
Blood Is Redder Than Wine – Little Willie Littlefield – Going Back To Kay Cee – Leiber/Stoller
Lust Of The Blood – Jerry Lee Lewis – Theme Time Radio Hour, Show 80: Blood – Jack Good/Ray Pohlman/William Shakespeare
Bleeding All Over The Place (Alternate Mix) – Randy Newman – Guilty: 30 Years Of Randy Newman – Randy Newman/Goethe/Milton
It’s About Blood – Steve Earle & The Dukes – Ghosts Of West Virginia – Steve Earle
Pay In Blood – Bob Dylan – Tempest – Bob Dylan
Let it Bleed – The Rolling Stones – Let It Bleed – Mick Jagger/Keith Richards
Hot Blood – Lucinda Williams – Sweet Old World – Lucinda Williams
Blood, Sweat and Murder – Nick Cave & Warren Ellis ft. Scott Biram – Hell Or High Water (OST) – Scott Biram
Sleeping In Blood City – The Gun Club – Miami – Jeffrey Lee Pierce
Heroin – The Velvet Underground – The Velvet Underground & Nico 45th Anniversary [ Deluxe Edition Vol.1] – Lou Reed
Zéro de conduite is een themaprogramma gewijd aan pop/cultuur in songs op Radio Centraal (106.7 FM) in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds. Het motto van deze aflevering is: Some jack of diamonds kicked her heart around / Did they know they were walking on holy ground? / Almost called it a day so many times / Didn’t know what it felt like to be alive. Je kan dit programma via streaming beluisteren. (En hier vind je meer informatie over Radio Centraal en andere excentrieke en wispelturige collega’s radiomakers).
Vanavond geen songs over oorlog en evenmin over vrede, al is vrede het enige waar wij – die de aarde nauwelijks hebben beroerd en de zon nauwelijks hebben gezien – op dit ogenblik naar verlangen. Vanavond draait alles rond Mark Lanegan, die op 22 februari in het Ierse stadje Killarney plots overleed. (Dat ‘Kill’ in de plaatsnaam valt mij nu pas op.) Tot de oorlog uitbrak werd er veel meer over Mark Lanegan geschreven, en vaak met liefde, dan ik had durven te verwachten. De waanzin van de tiran Poetin en het agressieve, militaristische antwoord daarop van veel Europese en Amerikaanse politici, zetten een punt achter deze mooie treurnis. Opgeblazen kortzichtigheid, opportunisme en winstbejag alom. Er wordt over oorlog gepraat alsof het drinkwater is. Wie van hen denkt aan onze acht miljard soortgenoten en aan de talloze dieren en planten die de aarde bewonen? Zelf schreef ik ook over de voortreffelijke zanger en songschrijver. Ik verwijs naar die tekst in plaats van hier een nieuwe inleiding te schrijven. De songs die aan bod komen zijn in de eerste plaats die van hemzelf en van een aantal van zijn samenwerkingsverbanden (Soulsavers, Isobel Campbell, the Gutter Twins, Duke Garwood), met daarnaast werk van muzikanten, componisten en zangers die hij bewonderde, die voorbeelden voor hem waren. Je ziet de namen hieronder staan. Mogelijk was Jeffrey Lee Pierce voor Lanegan de muzikale held bij uitstek. Hij was echter niet de enige: de zanger uit Ellensburg in de staat Washington had een ruime blik en een open oor. Zijn coverplaten I’ll Take Care Of You (1999) en Imitations (2013) horen bij de allerbeste op dat gebied. Zijn interpretatie van klassieke pop- en folksongs moet niet onderdoen voor de manier waarop Elvis Presley, Billie Holiday, Otis Redding en Frank Sinatra dat deden. Toch heb ik er de voorkeur aan gegeven om van die liedjes de originele versies te draaien, niet omdat ze beter zijn, maar om het mij niet te gemakkelijk te maken. Wie I’ll Take Care Of You niet in zijn/haar bezit heeft raad ik aan om meteen naar de platenwinkel te lopen of te fietsen en dat sublieme meesterwerk aan te schaffen. Hopelijk is het in voorraad.
Ondanks alles veel luisterplezier!
The Gun Club, Miami
One Way Street – Mark Lanegan – Field Songs – Mark Lanegan – 4:19
Pill Hill Serenade – Mark Lanegan – Field Songs – Mark Lanegan/Mike Johnson – 3:27
Can’t Catch The Train – Soulsavers – Broken – Ian Glover/Rich Machin/Mark Lanegan – 3:34
Carry Home – The Gun Club – Miami – Jeffrey Lee Pierce – 3:12
Kingdoms Of Rain – Mark Lanegan – Whiskey For The Holy Ghost – Mark Lanegan – 3:24
Last One In The World – Mark Lanegan – Scraps At Midnight – Mark Lanegan/Mike Johnson – 4:24
Sometimes – Pearl Jam – No Code – Eddie Vedder – 2:41
Polly – Nirvana – Nevermind – Kurt Cobain – 2:57
Blues Run The Game – Jackson C. Frank – Blues Run The Game – Jackson C. Frank – 3:34
Some Misunderstanding – Gene Clark – No Other – Gene Clark – 8:10
Man In The Long Black Coat – Bob Dylan – Oh Mercy – B. Dylan – 4:35
Strange Religion – Mark Lanegan – Bubblegum – Mark Lanegan – 4:08
Free To Walk – Isobel Campbell & Mark Lanegan – We Are Only Riders – Jeffrey Lee Pierce – 2:54
Lonely Street – Patsy Cline – Sweet Dreams: Her Complete Decca Masters (1960-1963) – Stevenson/ Belew /Sowder – 2:34
Ba-De-Da – Fred Neil – The Many Sides Of Fred Neil – Fred Neil – 3:38
Little Sadie – John Renbourn – Faro Annie – Trad. – 3:19
Snake Song – Townes Van Zandt – Flyin’ Shoes – Townes Van Zandt – 2:37
Constant Waiting – Mark Lanegan – We Are Only Riders – Jeffrey Lee Pierce – 3:41
Hoe en wanneer Mark Lanegan in mijn muzikale wereld zijn entree maakte weet ik niet meer. Van zijn band Screaming Trees kende ik lange tijd alleen maar de naam. Grunge was een trend die me niet meteen aansprak, al was ik zeker wel onder de indruk van sommige songs van Nirvana en Pearl Jam. Omdat ik al sinds meer dan een halve eeuw een bewonderaar ben van het werk van Tim Hardin vermoed ik dat I’ll Take Care of You (1999) het startpunt was van mijn liefde voor de zanger Mark Lanegan. Die voor de songschrijver werd kort daarna aangewakkerd. I’ll Take Care Of You is een van de mooiste coveralbums die ik ken, met veel toewijding en inlevingsvermogen uitgevoerd. Shilo Town is maar een van de vele parels op die plaat. De donkere, warme, volle en diepe stem van de zanger doet elke nuance van Tim Hardins compositie recht aan. Carry Home is even aangrijpend als het origineel van the Gun Club. Mark Lanegan zwakt het sublieme pathos van Jeffrey Lee Pierce wat af en vult de vrijgekomen ruimte in met antieke droefheid en tragiek. Altijd als ik dit nummer hoor denk ik aan de film Light Sleeper, het meesterwerk van Paul Schrader, met Willem Dafoe in de rol van een drugsdealer, een tragische antiheld uit de grootstad.
Vervolgens kwam Field Songs (2001), een elpee die voor mij het songschrijftalent van Lanegan openbaarde. Hoe kon het ook anders, met aangrijpende songs als One Way Street en Kimiko’s Dream House? Mark Lanegan was een van die vocalisten met een authentiek, meteen herkenbaar timbre. Je hoorde in zijn songs aardedonkere kleuren, maar ergens in een duister hoekje scheen er ook altijd wat bevrijdend licht. Schoonheid redt. De ellende van het leven wordt draaglijk. De zanger weet je altijd te raken, te ontroeren en te troosten, zeker met zijn gloeiendste songs, zoals Kingdoms Of Rain op Whisky For The Holy Ghost (1994), Last One In The World op Scraps At Midnight (1998), Little Willie John en Strange Religion op Bubblegum (2004) en St Louis Elegy op Blues Funeral (2012). Om maar enkele parels te noemen.
Some Jack of Diamonds kicked her heart around Did they know they were walking on holy ground? [Strange Religion]
Mede dank zij de vurige pleidooien van mijn vriend Roen Hetzwoen, ben ik al gauw naar het vroege werk van de singer-songwriter uit het troosteloze stadje Ellensburg in de staat Washington gaan luisteren: The Winding Sheet (1990), Whisky For The Holy Ghost (1993) en Scraps At Midnight (1998). Elke song daarop, hoewel niet altijd perfect, was een openbaring voor me. De kwaliteit van Lanegans werk zou met de jaren zelfs toenemen. De veelzijdigheid ervan. De intensiteit. Ook de muziek die voortkwam uit talloze samenwerkingen met andere, altijd boeiende artiesten vond haar weg naar mijn hart, met als hoogtepunt de broeierige platen met Isobel Campbell.
Uit zijn aangrijpende autobiografie Sing Backwards and Weep, dat ik tijdens de eerste lockdown las, blijkt dat Lanegans talent zich niet beperkte tot songs schrijven. Het boek getuigt van groot schrijverschap. Door zijn welsprekende rauwheid grijpt het je bij de keel. Je leest – en voelt – er het leven van de jonge kunstenaar zoals het werkelijk was. Pijnlijk, wanhopig, tragisch en soms grappig.
Mark Lanegan leek onverwoestbaar. Maar niets is wat het lijkt, ook het leven niet. Alleen aan de dood valt niet te twijfelen. Hij werd 57.
If death rides a white horse Then I ain’t seen him yet And I have seen some things That I can’t soon forget
When death comes creeping in Oh he don’t speak a word The heavens they don’t part No trumpeter is heard When death comes creeping in [Death Rides a White Horse]
Veronica Bennett (Ronnie Spector) with Phil Spector
Zéro de conduite is een themaprogramma gewijd aan pop/cultuur in songs op Radio Centraal (106.7 FM) in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds. Het motto van deze aflevering is: You’re just a bastard kid, / And you got no name / Cause you’re living with me, / We’re one and the same. Je kan dit programma via streaming beluisteren. (En hier vind je meer informatie over Radio Centraal en andere excentrieke en wispelturige collega’s radiomakers).
13th Floor Elevators
De voorbije dagen wilde ik om diverse redenen nog een keer vluchten naar een tijd waarin alles eenvoudiger en intenser leek, naar een vorm van popmuziek die je meteen warm maakte en altijd opwindend was. Ik bedoel de beat, soul en vroege punk van circa het midden van de jaren zestig. Hoewel het een periode van verandering en revolte was, van provocatie, lijkt het nu of er in die dagen toch grote eensgezindheid bestond over hoe de nieuwe wereld er moest gaan uitzien. Om geen andere dan escapistische redenen koos ik 43 exemplarische songs uit dat tijdsgewricht. Mijn enige criterium daarbij was dat ze meteen genot moesten verschaffen, je vanaf het eerste akkoord moesten laten vergeten waar en wie je bent. Eerst wilde ik een jongensprogramma, omdat we in de sixties zo vaak jongens onder elkaar waren, maar songs van alleen maar van en voor jongens vond ik wat triest. Toen al en nu nog meer. Vandaar de toegevoegde waarde van de meisjes. (In werkelijkheid was en is de waarde van meisjes helemaal niet toegevoegd maar onschatbaar. Ik heb het over de naïeve spirit van lang vervlogen dagen.)
Opgedragen aan Ronnie Spector (Veronica Bennett), aan alle Veronica’s van toen en nu, aan Monica Vitti, aan the Yardbirds zoals ze te zien waren in Michelangelo Antonioni’s Blow-Up. Aan Michael Caine in de film Alfie, aan Rita Tushingham in Smashing Time, aan Riot On Sunset Strip en aan Barbarella. Aan Cathy McGowan van Ready Steady Go!, aan Uschi Nerke van Beat-Club. Met dank aan de televisieprogramma’s Moef Ga Ga, Fenklup, Tienerklanken, Hoepla!, Hullaballoo, Shindig en Pop Shop.
Veel luister- en dansplezier!
Moby Grape
Boys – The Beatles – Please Please Me – Dixon/Farrell – 2:28
Leaving Here – Eddie Holland – Motown Nuggets – Dozier/Holland – 2:26
Ain’t That Peculiar – Marvin Gaye – Moods Of Marvin Gaye – Robinson/Moore/Tarplin/Rogers – 3:01
I’m Ready For Love – Martha Reeves & The Vandellas – Watchout! – Brian Holland/Eddie Holland/Lamont Dozier – 2:57
Danger Heartbreak Dead Ahead – The Marvelettes – The Definitive Collection – Stevenson/Hunter/Paul – 2:32
Is This What I Get For Loving You? – The Ronettes featuring Veronica – Presenting The Fabulous Ronettes – Goffin/King/Spector – 3:22
Pain In My Heart – The Rolling Stones – The Rolling Stones, Now! – Aaron Neville/Naomi Neville – 2:15
But I Ain’t Got You – Remains – Barry & The Remains – V. Miller Jr. – 2:12
From a Buick 6 – Bob Dylan – Highway 61 Revisited (2010 Mono Version) – Bob Dylan – 3:10
Don’t Start Crying Now – Them – The Story of Them Featuring Van Morrison – Van Morrison – 2:06
I Can Only Give You Everything – The Troggs – Trogglodynamite – Scott/Coulter – 3:26
I’m Not Like Everybody Else – The Kinks – Face To Face – Ray Davies – 3:29
Circles (Instant Party) – The Who – My Generation – Pete Townshend – 3:13
E Too D – The Small Faces – Small Faces – The Decca Years 1965 – 1967 – Ronnie Lane/Steve Marriott – 3:04
How Does It Feel To Feel – The Creation – How Does It Feel To Feel – Garner/Philips – 3:08
Give Him A Great Big Kiss – The Shangri-Las – Sophisticated Boom Boom: The Shadow Morton Story – George Morton – 2:14
Younger Generation Blues – Janis Ian – Janis Ian – Janis Ian – 3:13
Your Good Girl’s Gonna Go Bad – Cookie Jackson – Behind Closed Doors – Billy Sherrill/Glenn Sutton – 2:46
Sticks And Stones – Mitch Ryder – Mitch Ryders Sings the Hits – Glover/Turner – 2:35
Get Outta My Life – Syndicate Of Sound – The Hush Records Story – Baskin/Gonzalez – 2:41
Walk Upon The Water – The Move – The Move – Roy Wood – 3:15
Stone Free – Jimi Hendrix Experience – Are You Experienced? – Jimi Hendrix – 3:36
Mr Farmer – The Seeds – A Web Of Sound – Sky Saxon – 2:51
Fire Engine – 13th Floor Elevators – The Psychedelic Sounds Of The 13th Floor Elevators – R. Erickson/S. Sutherland/T. Hall – 3:22
I’m Not Talking – The Yardbirds – For Your Love – Mose Allison – 2:36
Kick Out The James – MC5 – Joe Strummer: The Future Is Unwritten Soundtrack – MC5 – 3:01
Real Cool Time – The Stooges – The Stooges – Iggy Pop – 2:33
Seven & Seven Is – Love – Da Capo – Arthur Lee – 2:19
I’m Gonna Make You Mine – Shadows Of Knight – Nuggets: Original Artyfacts From The First Psychedelic Era, Vol. 2 – Carl D’Errico/William Carr/Carole Bayer – 2:34
(I’m Not Your) Steppin’ Stone – The Monkees – The Monkees Greatest Hits – Boyce/Hart – 2:23
Ups & Downs – Paul Revere & The Raiders – The Essential Ride: ’63 -’67 – M. Lindsay/Terry Melcher – 2:53
Medication – Chocolate Watch Band – The Inner Mystique – Ben DiTosti/M. Alton – 2:09
Mud In Your Eye – Les Fleur De Lys – Nuggets II: Original Artyfacts From The British Empire And Beyond, Vol. 1 – Phil Sawyer/Chris Andrews – 3:03
Gonna Find Me A Substitute – The Pretty Things – Get The Picture? – Turner – 2:58
Men kan proberen een brood te bakken, maar men probeert geen schepping. Willem Elsschot, Kaas
Antwerpen, 7 augustus 1979
Vandaag is er weer dat oude verlangen naar orde, zowel in mijn onmiddellijke omgeving als in mijn denken en werkmethode. Mijn dagindeling moet afgebakend zijn. Om negen uur moet ik aan deze werktafel zitten, voor vijven mag ik alleen naar de keuken om ’s middags wat te eten en koffie te drinken. De rest van de tijd moet ik lezen en vooral schrijven. Dagboeknotities, indien mogelijk gedichten, proza: liefst in die volgorde. De orde die ik bedoel heeft geen politieke of maatschappelijke betekenis. Een chaotische samenleving lijkt me ondoenbaar maar liever dat nog dan de orde van de tirannie, de orde van het duizendjarige rijk, zoals we die kennen uit de propagandafilms van Leni Riefenstahl. Ik heb orde nodig als antidotum tegen de chaos in mezelf. Het is de orde, de helderheid van de dag tegenover het troebele, onoverzichtelijke van de nacht. Alleen als er orde is en alles op zijn plaats staat kan ik schrijven. Toch mag ik geen tijd verliezen met boeken klasseren. De zucht naar orde en classificatie kan immers pathologische vormen aannemen.
Als ik het goed begrepen heb houdt deze drang van me verband met wat Claude Lévi-Strauss in zijn werk La pensée sauvage [1] voor ogen heeft. “Deze behoefte aan orde vormt de grondslag van wat wij het wilde denken noemen, maar alleen in zoverre dat het de basis is van alle denken”.
Vanwege de connotaties gebruik ik het woord orde niet graag. Ik noem het liever indelen, klasseren, onderbrengen, rubriceren, enzovoort.
Opeens was het avond. Giuseppe had ons geïnviteerd. Er zat een briefje van hem in de bus. Het leek bijna een formele uitnodiging. Het is al zeker een maand geleden dat we elkaar nog gezien hebben, las ik. Ik heb een verrassing voor jullie. En zijn jullie niet nieuwsgierig naar de lotgevallen van het poesje? Jullie moeten vanavond naar de Vinkenstraat komen. Waarom had hij niet aangebeld; of hadden we de deurbel weer niet gehoord?
Wat zag het er ordelijk uit bij mijn vriend. Hij weet dat ik zelden lang bij hem blijf hangen. Bijna altijd krijg ik er vanwege het stof dat zich gedurende maanden, misschien wel jaren heeft opgestapeld een hevige niesbui, soms zelfs een astma-aanval. Nu echter was alles comme il faut. Nergens bespeurde ik een stofje. Giuseppe had zelfs de keuken geschilderd. Zijn potjes met kruiden stonden daar mooi naast elkaar op alfabet gerangschikt. Ik heb me altijd afgevraagd hoe mensen in vuile, slecht verluchte en verlichte kamers kunnen nadenken en werken. Voor Giuseppe was dat kennelijk geen probleem. Het was voor ons, voor mij en Senga, dat hij zich zo had afgesloofd. Toch leek het mij ook voor Giuseppe een verbetering. De huidige staat van zijn woning zou zijn vrijetijd heel wat aangenamer maken, dacht ik.
Giuseppe had allerlei lekkers in huis gehaald. Jullie lusten toch Franse kazen? Hij duidde ze voor ons aan: Ami du Chambertin, Beaufort de Savoie, Boule des Moins, Brébis d’Oleron, Brie de Melun, Camembert de Normandie, Cantal, Caprice des Dieux, Chaumes, Emmentaler, Explorateur, Fromage de Coucouron, Gruyère de Savoie, Mâconnais, Munster, Pavé du Berry, Persillé de Sainte-Foy, Petit Montagnard, Rambol, Rigotte de Sainte-Colombe, Roquefort, Saint-Aubin, Saint-Paulin, Suprême des ducs, Tomme de Montagne, Vieux de Lille. Italiaanse kazen liggen mij niet zo, maar ik heb er toch maar wat van in huis gehaald, vervolgde hij: Bastardo del Grappa, Caciocavallo, Caprino della Val Brevenna, Crema del Friuli, Dolcezza d’Asiago, Furmaggitt di Montevecchia, Gorgonzola, Maiorchino di Novara di Sicilia, Montasio, Murazzano, Ostrica di montagna, Pecorino, Provola delle Madonie, Santo Stefano d’Aveto, Taleggio, Tumazzu di vacca en Zufi.
Hij had nog meer lekkers voor ons: dadels, garnalen, olijven, salami en vijgen. Duvels voor hem, rode wijn voor ons. Twee flessen Old Grand-Dad bourbon, mijn favoriet merk. Mogelijk was dat ook al voor John Steinbeck het geval. De whisky uit Kentucky is een trouwe metgezel op diens Travels With Charley. Raymond Chandler moet er ook van gehouden hebben, waarom anders zou hij in zijn meesterwerk The Long Goodbye zijn personage, de detective Philip Marlowe, die bourbon hebben laten aanbieden aan diens vriend?
Zoals zo vaak met Giuseppe hebben we die avond veel gepalaverd. Er zijn me alleen maar vage echo’s van die conversatie bijgebleven. Dat Giuseppe het poesje niet lang bij hem thuis had gehouden maar al gauw aan zijn Brusselse vriend Bert V. had meegegeven, had Gabriëlla ons al verteld. Giuseppe deed daar wat geheimzinnig over. Mogelijk had hij het naar een verlaten terrein in Mortsel Oude-God gebracht en daar aan zijn – of was het haar? – lot overgelaten. Senga noch ik konden ons er boos over maken. Het poesje was onze verantwoordelijkheid geweest. Als iemand zich schuldig moest voelen was ik het. Terwijl ik al jaren aan het verkondigen was dat het maar eens gedaan moest zijn met al die schuldgevoelens.
Zeker zullen Lowell George en Herbert Marcuse ter sprake zijn gekomen. De zanger van Little Feat, die nog maar pas zijn eerste en enige solo-elpee Thanks I’ll Eat It Here had uitgebracht, was een paar dagen tevoren aan een overdosis cocaïne overleden. Giuseppe was van in het begin een fan geweest van Little Feat. Hij had er bij mij vaak op aangedrongen om hun platen te beluisteren. Inmiddels was ik erg gaan houden van nummers als Brides of Jesus, I’ve Been the One, Truck Sop Girl en vooral Willin’. En wat te denken van Fat Man in the Bathtub? Waarschijnlijk was het niet de cocaïne die Lowell George de das omdeed, zei Giuseppe. Het was vraatzucht en obesitas. Op het einde woog hij bijna 150 kilo. De titel van zijn elpee laat aan duidelijkheid weinig te wensen over, zei ik. Dixie Chicken ook niet, meende Senga. Er viel even een stilte. Dan kwam Marcuse aan de beurt. Ik vertelde nog een keer dat ik op het Ritcs voor professor Kruithof aan een werk over De eendimensionale mens was begonnen. Maar dat ik er al gauw de brui aan had gegeven. Die mislukking, je mag het ook weigering noemen, had ertoe bijgedragen dat ik maar ineens met mijn hele filmstudie was gestopt. Te veel eendimensionale mensen op die school, zei ik. Marcuse is op dezelfde dag gestorven als Lowell George, zei Giuseppe. We waren toen net terug uit de Provence, zei Senga. Ons gesprek ging daarna over onze verregaande vervreemding. Jazeker, ook die van ons, ons gebrek aan kritisch bewustzijn, hoe wij onze eigen repressie bijna omhelzen. Kijk maar, ik ben al er best tevreden mee dat ik als een slaaf met de tram mag rijden. En wij met het bestaan van dat autoritaire Bijzonder Tijd Kader. Inmiddels waren we al aan onze tweede fles Old Grand-Dad begonnen.
Giuseppe bezat een klein wit tv-toestel. THX 1138, de eerste film van George Lucas, wordt uitgezonden, zei hij. Zullen we eens kijken? Ik houd niet van sciencefiction, zei Senga. Ik ook niet, zei ik. Ach, zei, Giuseppe, wat zijn jullie vervreemd van de werkelijkheid. Laten we toch even kijken. Dat deden we, en we waren danig onder de indruk. Met mijn dronken kop moest ik aan La passion de Jeanne D’Arc denken. Dat kwam waarschijnlijk door die kale koppen. Iedereen is kaalgeschoren in die film. Seks is verboden, drugs zijn verplicht. Wat betekent toch THX 1138, vroeg Senga. Dat moet toch iets betekenen? Het zal het kenteken van Lucas’ nummerplaat geweest zijn, zei Giuseppe. Zet je nog een plaatje van Little Feat op, vroeg ik, het geluid van je sciencefiction tv stelt niets voor. Terwijl Giuseppe een langspeelplaat oplegde slikte THX zijn drugs en keek naar holobroadcasts. Dat is toch Robert Duvall, riep Senga uit. Jazeker, en SEN 5241 is Donald Pleasence, zei Giuseppe. Of vice versa, zei ik.
Opeens zakte je ineen. Je leek wel comateus, zei Senga de dag nadien, nadat ik mijn roes had uitgeslapen. Giuseppe heeft een taxi gebeld. De chauffeur wilde je eerst niet in zijn auto. Hij was bang dat je zijn mooie wagen zou onderkotsen. Zijn woorden. De zak. Ik heb hemel en aarde moeten bewegen om hem ervan te verzekeren dat je niet zou overgeven, ha ha. Dat je dat nooit doet, ha ha. Alsof het ‘s nachts niet vaak zatte mensen zijn die een taxi laten opbellen, zei ik. Het is de enige legale mogelijkheid om je op zo’n uur dronken te verplaatsen. Je hebt hier dan nog tot negen uur op de grond gelegen. Ik kreeg je niet de trap op, je leek wel van lood. Heb je bij me zitten waken, vroeg ik. Wat dacht je, zei Senga. Wat ben je toch een engeltje, zei ik, kom eens wat dichter bij me. Heb je zin, vroeg ik. Wat dacht je, zei Senga.
In geen ander jaar zag ik meer films dan in 2021. Dat is een zekerheid. Er waren maar weinig avonden dat ik geen film zag, een verblijf van twee weken in Berlijn in september, toen het met die ellendige pandemie de goede kant leek op te gaan, uitgezonderd. Zoals veel van mijn generatiegenoten houd ik al sinds mijn kinderjaren van speelfilms. Tot 1984, het dystopische jaar van Big Brother, toevallig ook het jaar dat wij een televisietoestel konden aanschaffen, dankzij een kleine erfenis van A., zagen wij die nagenoeg altijd in de bioscoop. Eerst was dat met mijn ouders in een van de talloze Antwerpse bioscopen en daarna als adolescent, alleen of met vrienden, in dorpscinema’s. Van Zorro, Shane, High Noon en Man of the West via James Bond, Modesty Blaise en Barbarella naar – heel wat later – de kunstfilms van Antonioni, Bertolucci, Fassbinder, Wim Wenders, Kurosawa, Tarkovski en vele andere Grote Regisseurs. Ook na het jaar van ‘war is peace’, ‘freedom is slavery’ en ‘ignorance is strength’, bleef ik het grote boven het kleine scherm verkiezen. (Ik houd dit stukje al dan niet persoonlijke historie zo kort mogelijk.)
Geleidelijk aan kregen, zoals ook weer bij veel van mijn tijdgenoten, videotapes, dvd’s en Blu-ray-schijfjes de bovenhand. Zo blijkt nogmaals hoezeer de meesten van ons onderworpen zijn aan wat de markt ons dicteert. Noodgedwongen gebeurt sinds februari 2020 filmkijken alleen nog maar op het kleine scherm. Mubi had ik al vrij vroeg ontdekt. Nu kwamen er Netflix en Cinemember bij. Af en toe was er toevallig ook nog eens een keer een niet al te middelmatige film op Canvas of op een van de Nederlandse zenders. (Door gehoorproblemen kon ik niet langer films kijken zonder ondertitels, wat Arte, BBC en alle Franstalige zenders uitsloot. Waar het filmaanbod overigens elk jaar wat schaarser werd.)
Vanwege de pandemie was niet alleen het bioscoopbezoek weggevallen. Hetzelfde gebeurde met theater- en dansvoorstellingen en met concerten. Uit musea en kunstgalerijen bleven we weg. Kunstwerken zag ik nog uitsluitend op mijn laptop, rampzalig voor mezelf en meer nog voor de kunstenaars. Zelfs al voer je geen gesprek met ze, is er toch altijd dialoog. We zagen haast geen vrienden en familie meer, we reisden niet langer. We bleven thuis. Ik weet dat dit allemaal niet zo uitzonderlijk is, maar wil het hier desondanks noteren. Meer dan een kleine getuigenis over deze tijd is het niet.
Overdag was er naast de dagelijkse beslommeringen, waaronder de ziektegeschiedenissen, literatuur en muziek; ’s avonds vond ik – niet altijd – schoonheid en vertroosting in films. Mogelijk ging het om een vlucht. Mogelijk vervingen de filmbeelden de gemiste werkelijkheid, filmdialogen de gesprekken met vrienden, geacteerde emoties de echte emoties die vrijkomen bij echte ontmoetingen, de filmische landschappen en stadsgezichten de echte landschappen die je ziet – of veronachtzaamt, lezend in een reisgids, in een meeslepende roman – vanuit de trein en de echte steden die je doorkruist tijdens een van je onvergetelijke reizen. Waarmee ik maar wil zeggen dat films kijken in 2021 met nog meer emoties gepaard ging dan het voordien al deed.
Met het maken van onderstaande lijst ben ik een tijdje zoet geweest. Een aangenaam tijdverdrijf was het niet. Waarom deed ik het dan? Goeie vraag. De volgorde van de titels is min of meer chronologisch. Ik houd helemaal niet van puntensystemen om mijn waardering over wat dan ook uit te drukken, maar zag in dit geval geen andere oplossing. Ik kon onmogelijk over al deze films – en series – een recensie schrijven, zelfs als ik die kort had gehouden. Want in dat geval was dit een lijvig boek geworden, en het is zeker niet mijn intentie om een of andere betweterige en overbodige dikke paperback met schreeuwerige cover over film te schrijven. Mijn classificatie is nogal primitief. Waar geen sterretje staat, gaat het om een vaak maar niet altijd behoorlijke film. Een film met een ster is zeer degelijk, voortreffelijk zelfs; een film met twee sterren is uitstekend, stijlvol, klassiek. De betekenis van drie sterren is: onovertroffen, een meesterwerk. Een nul is van nul en generlei waarde. (Uitzonderlijk gebeurt het dat ik waardeloze films uitkijk.)
Wanda, Barbara Loden
Deze meesterwerken zag ik in 2021: Two-Lane Blacktop – Monte Hellman (1971); Carnival of Souls – Herk Harvey (1962); Waar is het huis van mijn vriend? – Abbos Kiarostami (1987); De wind zal ons meenemen – Abbas Kiarostami (1999); First Cow – Kelly Reichardt (2019); At Eternity’s Gate – Julian Schnabel (2018); Der Himmel über Berlin – Wim Wenders (1987); Muriel ou le temps d’un retour – Alain Resnais (1963); Cure – Kiyoshi Kurosawa (1997); 2 ou 3 choses que je sais d’elle – Jean-Luc Godard (1967); Wanda – Barbara Loden (1970); Sátántangó – Bela Tarr (1994); In a Lonely Place – Nicholas Ray (1950); Ai no korîda (Het rijk der zinnen) – Nagisa Ôshima (1976).
Der Himmel über Berlin, Wim Wenders
Dit is de volledige lijst van 208 films (waaronder enkele series):
Zéro de conduite is een themaprogramma gewijd aan pop/cultuur op Radio Centraal (106.7 FM) in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds. Het motto van deze aflevering is: I need a brand new friend who doesn’t bother me / I need a brand new friend who doesn’t trouble me / I need someone, yeah who doesn’t need me. Je kan dit programma via streaming beluisteren. (En hier vind je meer informatie over Radio Centraal en andere excentrieke en wispelturige collega’s radiomakers).
Allereerst wens ik alle luisteraars (en niet-luisteraars) een gezond en gelukkig 2022.
Voor deze eerste dag van 2022 koos ik songs uit de meest geliefde langspeelplaten van 1971. Gisteren was dat nog vijftig jaar geleden, vandaag al eenenvijftig. Bewijst dit dat tijd niet bestaat? Of dat tijd relatief is en een dag een jaar kan duren en een jaar slechts een dag? Over dat ongewoon en voor mij gelukkig jaar 1971 schreef ik in juli 2020 een korte terugblik. Daarin is veel terug te vinden over de achtergrond van de muziek die vandaag aan bod komt. Wie er meer over wil weten verwijs ik naar dat stuk. Ik voegde daar toen een lijst van mijn honderd uitverkoren elpees aan toe. Vandaag zal die er mogelijk al enigszins anders uitzien.
Veel luisterplezier.
Nina Simone
Can’t You Hear Me Knocking – The Rolling Stones – Sticky Fingers – Mick Jagger/Keith Richards – 7:16
Crack In Your Door – Little Feat – Little Feat – Lowell George- 2:19
Tell The Truth – Ike & Tina Turner – ‘Nuff Said – Ike Turner/Leon Ware – 2:57
Brave & Strong – Sly & The Family Stone – There’s a Riot Going On – Sly Stone – 3:30
Inner City Blues – Marvin Gaye – What’s Going On – Anna Gaye/Elgie Stover/James Nyx/Marvin Gaye – 5:28
Driving Wheel – Al Green – Al Green Gets Next To You – Roosevelt Sykes – 3:01
Rollin’ Stone – Humble Pie – Rock On – Chester Burnett – 6:01
Zéro de conduite is een themaprogramma gewijd aan pop/cultuur op Radio Centraal (106.7 FM) in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds. Het motto van deze show is: Black Mountain people are bad as they can be / Black Mountain people are bad as they can be / They uses gunpowder just to sweeten their tea. Je kan dit programma via streaming beluisteren. (En hier vind je meer informatie over Radio Centraal en andere excentrieke en wispelturige collega’s radiomakers).
Vorige maand ging het hier 38 keer over goud. Vandaag doen we aan omgekeerde alchimie en veranderen we goud in zwart. Zomer wordt winter. ‘50.000.000 Elvis Fans Can’t Be Wrong’ wordt ‘Man In Black’. Zwart is voor veel mensen geen sombere kleur. Waarom dragen nogal wat kunstenaars zwarte kleren? En een little black dress kan best wel sexy zijn. Op 3 december 2012, gisteren negen jaar geleden, was er al een aflevering van Zéro gewijd aan de kleur zwart. Ik zal niet herhalen wat ik toen in de inleiding schreef. Alleen dit: “Eerst dacht ik dat het een nogal somber, donker lijstje zou worden, zwart is immers de kleur van de dood en de rouw. Maar nu heb ik de indruk dat het meevalt. ‘Sweet Black Angel’ is alvast geen treurlied. Nee, met zwart kun je net zo goed naar een uitvaart als naar een swingend feest. En zo is alles altijd goed.”
‘Sweet Black Angel’ komt vandaag niet aan bod. Ik heb er zorg voor gedragen niets uit de lijst van toen te hernemen. Wat jammer is, want het waren stuk voor stuk schitterende songs. Zoals meestal het geval is bij het samenstellen van een programma laat ik me grotendeels door het toeval leiden. In dit geval was het uitgangspunt ‘I Am The Black Gold Of The Sun’ van Rotary Connection. Ik vond het zo spijtig dat het nummer niet in mijn gouden uitzending van vorige maand aan bod was kunnen komen dat ik er nu een heel programma aan heb opgehangen. Zwart goud is ook zwart. Een swingend feest zal het vanavond mogelijk niet worden, maar als je je zwarte kleren en schoenen aantrekt ben je toch al een eindje op weg. En vergeet niet wat Frank Zappa lang geleden al verkondigde: Brown shoes don’t make it!
Veel luisterplezier.
Holly Golightly
Little Black Egg – Tarnation – Mirador – Michael Stone/The Nightcrawlers
Seeing Black – Lucinda Williams – Blessed – Lucinda Williams
Black Diamond – The Replacements – Let It Be – Paul Stanley
Black Night – Green On Red – Green On Red – Dan Stuart
Black Smoke – Tindersticks – Falling Down A Mountain – Stuart A. Staples
Black Lung – Steve Earle & The Dukes – Ghosts Of West Virginia – Steve Earle
Black Moon – Peter Lewis (Moby Grape) – Peter Lewis – Peter Lewis
Black Dirt & Clay – Peter Case – Flying Saucer Blues – Peter Case
Black Arrow, Bleeding Heart – Whiskeytown – Faithless Street – Steve Grothman/Caitlin Cary/Eric Gilmore/Phil Wandscher
Cold Black Night – Fleetwood Mac – Peter Green’s Fleetwood Mac – Jeremy Spencer
Black Cat Bone – Johnny Winter – The Progressive Blues Experiment – Johnny Winter
Black Hearted Woman – The Allman Brothers Band – Skydog: The Duane Allman Retrospective – Gregg Allman
Black Limousine – The Rolling Stones – Tattoo You – Jagger/Richards
Black Train – The Gun Club – Fire Of Love – Jeffrey Lee Pierce
Black Betty – Nick Cave & The Bad Seeds – Kicking Against The Pricks – Lead Belly
Black Minnie – Mississippi Fred McDowell – Mississippi Delta Blues – Mississippi Fred McDowell
Black Cat Blues – Memphis Minnie – Hoodoo Lady: 1933-1937 – M. McCoy
Black Mountain Blues – Bessie Smith – The Essential Bessie Smith – H. Cole
Black Rat – Big Mama Thornton – Ball N’ Chain – W.M. Thornton/M. Lawlar
Black Panther – Johnny Shines – Last Night’s Dream – Johnny Shines
Black Cadillac – Lightnin’ Hopkins – His Blues: 1947-1959 – Lightnin’ Hopkiins
Black Rider – Bob Dylan – Rough And Rowdy Ways – Bob Dylan
Black Is The Color Of My True Love’s Hair – Nina Simone – Nina Simone At Town Hall – Nina Simone
Is It Because I’m Black – Syl Johnson – Dave Godin’s Deep Soul Treasures – Vol. 3 – Glenn Watts/Syl Johnson/Jimmy Jones
I Am The Black Gold Of The Sun – Rotary Connection – Hey, Love – Charles Stephney/Richard Rudolph
Blackpatch – Laura Nyro – Christmas And The Beads Of Sweat – Laura Nyro
Young, Gifted & Black – Bob & Marcia – The Story Of Jamaican Music: Reggae Hit The Town 1968-74 – Simone/Irving
Black Man Time – I Roy – Presenting I. Roy – Roy Reid
Black Starliner Must Come – Culture – Two Sevens Clash – Unknown
Black is Chant/Black is Time – The Last Poets – This is Madness – Ben Hassen
Bull Black Nova – Wilco – Wilco (The Album) – Jeff Tweedy
From Black To Blue – Yo La Tengo – And Then Nothing Turned Itself Inside-Out – Georgia Hubley/Ira Kaplan/James McNew
Black Dog On The Beach – Bill Callahan – Shepherd In A Sheepskin Vest – Bill Callahan
Black-Eyed Susan – Laura Veirs – The Triumphs & Travails Of Orphan Mae – Laura Veirs
Black Sheep Boy – Okkervil River – Black Sheep Boy – Tim Hardin
The Black Dog Runs At Night – Thought Gang – Twin Peaks – Fire Walk With Me (Music From The Motion Picture Soundtrack)- Badalamenti/Lynch
Kathy: What are you rebelling against, Johnny? Johnny: What do you got? The Wild One, László Benedek
Saintes-Maries-de-la-Mer, vrijdag 20 juli 1979
De hitte blijft en met de hitte de lethargie. Niet lang meer en we leven als kikkers. ’s Nachts zal je van mij dan alleen nog wat gekwaak horen. Al is in deze schrale moerassen wat lekkere vochtige en koele modder ver te zoeken. Mijn gekwaak zal alvast minder luid zijn dan dat van de Helse Engelen, de Teutoonse Rebels Motorcycle Club. Hun nachtlawaai stoort me niet langer, ik geniet al ietwat van hun gebrom, het enige vermaak tijdens een grotendeels slapeloze nacht. Mogelijk is hun stoere look alleen maar een code. Is hun voorkomen niet veeleer een uiting van bijna frivole speelsheid dan van adolescente ernst? Maar opgepast toch, want hun cool is dat van een dorre heide tijdens een hittegolf. In hun nabijheid speel je best niet met lucifers. Jack Kerouacs Desolation Angels zijn die jongens en meisjes alvast niet.
Het zou hier heerlijk kunnen zijn mocht er maar wat schaduw vallen en een koele zeebries opsteken. Maar er valt geen schaduw, er is alleen maar zand en steen. Na zonsondergang is het beter. Gisteravond was het zelfs goed, zo goed als het maar zijn kan. Ik zal me die kosmische ervaring van desolaatheid en eenwording, van diep vergeten, zeker nog lang herinneren. Vanwege de tropische hitte kun je overdag niets anders doen dan wat rondhangen en wachten. Ik schreef gisteren al over het koude water van de Middellandse Zee en daarbovenop de praktische problemen die samen zwemmen onmogelijk maken.
Daarom hebben we beslist om morgen te vertrekken. Als het weer ons toelaat om onze tent op te breken en met onze rugzakken tot aan de bushalte te lopen. We weten ook nog altijd niet waar naartoe. Waarschijnlijk wordt Aix-en-Provence onze bestemming. De vraag is of we die reis zullen kunnen betalen. Liften is uitgesloten. Hier in Frankrijk is een ware hetze tegen lifters aan de gang. Een lifter zou een Belgisch stel uit Gent hebben vermoord. Weinig automobilisten zullen geneigd zijn te stoppen voor twee – niet eens surfende – rare vogels. Mogelijk hebben we nog net voldoende geld voor de trein naar Aix-en-Provence en voor de treinreis naar Antwerpen. Maar dan hebben we thuis niets meer tot het einde van de maand.
Hadden we – zo arm als we waren – wel mogen vertrekken? Was dat geen vergissing? We hebben zo weinig armslag. Maar goed, we zijn hier nu en we moeten er maar het beste van zien te maken. Op dit ogenblik snak ik naar muziek, maar die hoor je hier nauwelijks, tenzij die hardrock van de gang van onze Johnny Strabler. Deze middag wel een flard Idiot Wind gehoord. Enkele vlijmscherpe woorden kwamen me uit een voorbijrijdende auto toegewaaid. Opeens voelde ik heimwee. Kon ik nu maar een elpee van Bob Dylan of Elvis Costello opleggen, dacht ik. Blood on the Tracks, This Year’s Model. Was ik maar in de Cinderella, op de dansvloer, mijn hoofd in de giftige rook. Ik heb genoeg van gezondheid en zon. Tegelijk mis ik de stilte en de roerloosheid van mijn kamer.
Waarom heb ik zo de pest in? Omdat we niet eens kunnen wandelen. Er is geen schaduw en geen eenzaamheid. Vandaag haat ik deze omgeving van verschroeid gras, uitgedroogde moerassen, flamingo’s, stieren en paarden. Alle schoonheid is verschrikkelijk. Ook die van de vrouwen op het strand, wellustig copulerend met hemel en aarde. Het lijkt wel of ze zich met elke porie overgeven aan een obscene zonnegod. Als ik hen voorbijloop voel ik geen opwinding als mijn blik op hun borsten of hun billen valt. Heel even schiet me de venijnige song Peaches van the Stranglers te binnen. Maar die is me te agressief en te misogyn. Onbewogen vervolg ik mijn moeizame passage. Dan kijk ik om en zie Senga achter me drentelen. De beweging van haar borsten in harmonie met haar voorzichtige tred. Opeens verlang ik heel intens naar haar, wil ik haar dicht tegen me aan, wil ik op haar, onder haar, in haar zijn. Spelen de vrouwen die zich hier op het strand met hun verhitte lichamen overgeven aan de elementen dan toch een rol in die plotse opflakkering van mijn lustgevoelens? Het is nog een heel eind lopen naar ons tentje.
Saintes-Maries-de-la-Mer. Foto: MP
Als ik op reis ga zoek ik vooraf hoogstzelden iets op over de streek waar ik naartoe ga. Ik wil niets weten, ik wil overal onbevangen aankomen. Geen reisgidsen voor mij. [1] Zo had ik thuis al kunnen lezen over de vogels die hier leven, hoe ze eruitzien, welke namen ze van God hebben gekregen en zo meer. Maar dan zou ik niet verrast geweest zijn door hun kleuren en hun vlucht. Mogelijk zou mij dan ook de schoonheid van de naamloos gebleven bomen zijn ontgaan, die hier in weerwil van de hitte nog weelderig bloeien. Mijn wandelingen zouden vooral oefeningen geweest zijn om mijn nog abstracte woorden in overeenstemming te brengen met de concrete dingen.
Wel wist ik dat Saintes-Maries-de-la-Mer het belangrijkste Europese bedevaartsoord is van de Roma. Ik las er wat over in een toeristische folder en daarna in een reisgids in een boekenwinkel in Arles. Elk jaar in mei komen Zigeuners uit heel Europa naar Saintes-Maries. Op 24 mei wordt het feest van hun patroonheilige, Sara, gevierd. Ze wordt Kali Sara genoemd, wat Zwarte Sara betekent. Sara, aldus de legende, was een zwarte Opper-Egyptische dienstbode van Lazarus en van zijn zussen, de drie Maria’s (Maria Magdalena, Maria van Klopas en Maria Salomé). Op de vlucht voor de Romeinen, die alle christelijke sekteleden genadeloos vervolgden, kwam Zwarte Sara hier samen met de drie Maria’s in het jaar 42 in een kleine vissersboot aan. Als aandenken aan die gebeurtenis wordt op 24 mei het beeld van de Zwarte Sara uit de crypte van de Notre-Dame-de-la-Mer gehaald en naar de Middellandse Zee gedragen. [2]
Bob Dylan, geboren op 24 mei 1941, bracht vijf jaar geleden in het gezelschap van zijn toenmalige vriend, de schilder David Oppenheim, enkele dagen in Saintes-Maries door. Er werd veel gedronken en gezongen en muziek gespeeld. Op het strand zou hij met Manitas De Plata – “l’homme aux petites mains d’argent” – hebben gejamd. Mogelijk vond Dylan hier inspiratie voor zijn song One More Cup Of Coffee (Valley Below). Maar met deze anonieme, gemaskerde en geniale kunstenaar kun je nooit zeker zijn. Dylans echtgenote, Sara Lownds, was thuisgebleven. Het huwelijk van Bob en Sara viel niet meer te redden. [3]
Ik zit te schrijven op het terras van café La Bandido. Het wordt stilaan donker. Bandieten zie ik hier niet, Zigeuners evenmin. Wel hoor ik, gelukkig niet al te luid, Radio Monte Carlo verkondigen dat je helemaal niets te verliezen hebt. Je kunt alleen maar winnen. En als je niet wint word je onzichtbaar. Kijk, dan kies ik voor onzichtbaarheid. Overigens is de zee van hieruit niet zichtbaar, wel de Arena, waar ’s avonds stierengevechten plaatsvinden. Corrida sans mise à mort, het wordt hier vijf keer per dag wordt omgeroepen vanuit een reclame-auto. De Arena, nog een plaats die we niet hebben bezocht. Ooit komen we terug, in de lente, in mei, als er schaduw valt en af en toe een koele zeebries opsteekt. [4]
[Nachten aan de Kant 51. Zomer 1979]
Arles. Foto: MP
[1] Daarin ben ik wel erg veranderd. Weken op voorhand al begin ik nu – en al vele jaren doe ik dat – aan mijn reisvoorbereidingen.
[2] “Een andere overlevering beschrijft Sara als stamhoofd van een Roma-gemeenschap die aan de monding van de Rhône leefde. Eens per jaar haalde de gemeenschap tijdens een religieuze ceremonie het beeld van Ishtari (Astarte) uit de tempel waarna het in processie naar de zee werd gedragen en gebaad werd. Op een dag had Sara een visioen, waarin ze de boodschap kreeg dat de heiligen die aanwezig waren bij Jezus’ dood zouden komen en dat zij hen moest helpen. Sara zag hen daarop aankomen in een boot over een onstuimige zee, waardoor de boot niet kon aanmeren. Maria Salomé wierp haar omslagdoek op de golven en Sara kwam erover naar hen toe. Ze hielp de opvarenden vervolgens door middel van gebed aan land te komen.” Wikipedia Veel dank aan Ben Joosten voor bijkomende informatie in dit verband.
[3] Meer over de context van One More Cup of Coffee (Valley Below): “Dylan reveals the inspiration for the rest of the lyrics during the concerts between 14 November and 16 December 1978 and also in interviews (with Paul Zollo, SongTalk, 1991, with Shelton in ’78, Jonathan Cott in ’77 and in Australia with Karen Hughes in ’78). The heart is a visit to a gypsy king in southern France. (…) Every year in Saintes-Maries-de-la-Mer a religious pilgrimage for gypsies takes place, which Dylan visited on his thirty-fourth birthday, together with his host David Oppenheim, the painter. Dylan wraps his memories of that visit in picturesque, sheer cinematic terms: “A few years ago I went over the South of France when the gypsies have their festival. It happens to be their high holy holiday, like Christmas time. Anyway, that particular day happens to be the day I was born on. It’s my birthday also. I’d heard about that for years and I went over to check it out. Just like that, I did. “So I arrived, over a town on the ocean, in the south of France. And all the gypsies were there. They were there from Hungary, Romania, France, England, Germany, all them countries. Just all along the beach. What they do for their holiday is just party for a week. So, I managed to meet the king of the gypsies over there. I don’t know how old he was, he was wearing a derby hat when I met him. He had 16 wives and 125 children. And I was very impressed of that. “Anyway, I stayed around and partied for a week, I didn’t sleep, did everything there was to do at least twice. And when it was time to leave he said, “What you want, Bob, now when our ways are gonna part?” All I needed was just to stay up one more day, just to get back to the North of France, so I asked for just please give me one more cup of coffee for the road. So they give it to me in a bag, I took it and headed off down.”” https://bob-dylan.org.uk/archives/9249
[4] Op 24 mei 2018 was ik even terug in Saintes-Maries-de-la-Mer. Van de woeste schoonheid van destijds was weinig overgebleven. Het bedevaartsoord was een consumptiehel geworden, zoals zoveel andere mooie plekken in de wereld. Van mensen in Arles hoorde ik echter dat het er in de winter nog aangenaam kan zijn. Na een uurtje walgen in de overvolle straatjes liepen we terug naar de bushalte aan de rand van het stadje. Terug naar het nog altijd lieflijke Arles.
Vanmorgen zag ik pas goed hoe erg Senga verbrand is; vooral haar nek is vuurrood maar ze heeft ook zonnebrandwonden op armen en benen. Mogelijk heeft ze koorts. Aan een thermometer hebben we niet gedacht toen we bij het vertrek onze rugzakken vulden. Aan boeken daarentegen… Ons kleine tentje biedt maar weinig comfort. We kunnen er nauwelijks in bewegen. In plaats van hoofdkussens gebruiken we onze rugzakken. Zelfs matjes hebben we niet, we liggen zo op de grond, met alleen een dun laagje bruin plastic – de onderzijde van de tent – tussen onze lichamen en de harde aarde. We hebben het nu wel begrepen: vijftien kilometer blootshoofds in de genadeloze zon van de Camargue lopen, dat doe je niet ongestraft. Om de pijn wat te verdoven en toch wat te kunnen slapen hebben we, voor ons tentje gezeten, op korte tijd twee flessen rode wijn leeggedronken. In onze roes kwamen onze tongen los en praatten we niet alleen over deze betoverende streek maar rakelden we ook herinneringen op aan ingrijpende gebeurtenissen in ons leven. Zo bleek ook dat we onze vrienden in Antwerpen toch nog niet helemaal vergeten waren. Leken we niet op personages uit de beatromans van Jack Kerouac, maar dan wel met een voorliefde voor Dante, Thomas De Quincey, Rilke en Peter Handke in plaats van boeddhisme en jazz? Ja, in die tijd waren we nog echte Europeanen.
Nu zit ik opnieuw heerlijke koffie te drinken en te schrijven op het terras van het hotel in Pont de Crau, vooral omdat het hier zo koel en rustig is en op een steenworp van de camping gelegen. Over een half uur breken we onze tent op. We gaan voor een paar dagen naar Saintes-Maries-de-la-Mer. We willen een tijdje aan zee doorbrengen. Voor de rest hebben we geen welomlijnde plannen. Mogelijk gaan we daarna nog naar Aix-en-Provence, vooral omdat we het werk van Cézanne bewonderen en zijn inspiratiebron Montagne Sainte-Victoire daar in de buurt is. Op Arles zijn we alvast wat uitgekeken, hoe pittoresk het stadje ook mag wezen. We denken dat we hier alles gezien hebben wat we wilden zien. Het antieke theater, de arena, kerken en kloosters hebben we alleen maar aan de buitenkant bezichtigd. Antieke stenen boeien mij slechts matig. Indrukwekkend is echter de begraafplaats van de gelukzaligen, Alyscamps geheten. Een heerlijke necropolis waar een mooie met bomen omzoomde laan, met aan weerszijden sarcofagen, doorloopt. Alyscamps (van Elisii Campi, Elysese velden) kreeg een plaats in Dante’s Inferno. [1]
Ik vraag me af hoe Dante’s stem zou geklonken hebben? Zacht, beheerst, streng, zalvend, teder, helder, zangerig? Een beetje zoals die van Marlon Brando in Last Tango in Paris misschien? Van stemmen gesproken. Aan het onophoudelijk gepraat van de Fransen, toch van die van deze regio, ben ik me gaan ergeren. Deze mensensoort lijkt geen ogenblik te kunnen zwijgen. Onophoudelijk dat getater zonder ook maar iets wezenlijks mee te delen. Op Radio Monte Carlo valt het nog meer op dan in het echte leven. Gisteren in de bus van Port-Saint-Louis terug naar Arles had ik vooral behoefte aan rust en stilte maar de buschauffeur gunde mij die niet. Ging hij ervan uit dat alle passagiers van dat geleuter hielden, van die dwaze spelletjes en quizzen, van het winnen en nog eens winnen? Inderdaad lijkt niemand te verliezen op Radio Monte Carlo. Het holle gepraat wordt af en toe onderbroken met Franse bombastische melodramapop, genre Michel Delpech (“Pour un flirt”, “Fais un bébé”) en Eric Charden (“L’été s’ra chaud”). De échte warme muziek van Bizet, L’Arlésienne om maar een compositie te noemen, zou me mogelijk niet hebben gestoord, maar dit pandemonium veranderde mij bijkans in een moordlustige gek. Toch kan ik niet geloven dat alle Fransen zo zijn, al kunnen Parijse intellectuelen ook flink uit hun nek lullen. Ach, mijn gezeur zal ook wel wat met vakantieverveling te maken hebben. Ik mag de mensheid zeker niet in groepen gaan indelen, in volkeren of naties bijvoorbeeld. Nationalisme is een vorm van collectieve waanzin. Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is. Met al te onverdraagzaam te gaan denken en me te gaan ergeren aan de ‘eigenaardigheden’ van de autochtonen zou ik de schoonheid van deze streek nog vergeten. En niet alleen de schoonheid van de Camargue maar ook van de mensen van hier. Van Gogh heeft die letterlijk in de verf gezet.
[Nachten aan de Kant 49. Zomer 1979]
Kwitantie Camping City, Arles, 17 juli 1979
[1] Dante, De Goddelijke Komedie, Inferno Canto IX:106-133.
Dante beschrijft hier de plek waar de ketters van alle sekten en hun volgelingen begraven liggen. De leden van Schild en vriend, anti-vaxxers en aanhangers van samenzweringstheorieën van hun tijd, zeg maar.
“Zodra ik binnen was, liet ik, verlangend om de toestand in die vesting te zien, mijn ogen rondgaan. En aan beide kanten zag ik toen een uitgestrekte vlakte vol droefenis en zware folteringen. Zoals in Arles, waar de Rhône tot stilstand komt, en in Pola, waar de Golf van Quarnero Italië’s grenzen bespoelt, allerlei graven het terrein oneffen maken, zo was dat ook daar aan alle kanten het geval, maar de manier waarop was veel gruwelijker. Want overal verspreid flikkerden vlammen, die de graftomben zo met hun gloed zengden dat geen smid ooit het ijzer gloeiender wil hebben.” Vertaald door Frans van Dooren.
Zéro de conduite is een themaprogramma gewijd aan pop/cultuur op Radio Centraal (106.7 FM) in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds. Het motto van deze show is: Keep all your crows away / Hold skinny wolves at bay / In silver piles of smiles / May all your days be gold my child. Je kan dit programma via streaming beluisteren. (En hier vind je meer informatie over Radio Centraal en andere excentrieke en wispelturige collega’s radiomakers).
Voor vanavond koos ik 38 songs over goud, de schat van de Sierra Madre. Waarom goud? Dat weet ik niet zo meteen. Mogelijk omdat goud de kleur van de herfst is. Mogelijk omdat goud ongeveer al het waardevolle symboliseert dat we vandaag moeten missen. Zelden gaan deze songs over het echte goud, de stof waar sommige mensen moorden voor plegen, oorlogen voor voeren, hele continenten voor veroveren. Goud is een metafoor voor alles wat mooi en aantrekkelijk is, voor liefde, harmonie, welvaart, voor alles wat voor altijd onbereikbaar moet blijven. Denk aan de talloze pogingen van even talloze alchemisten om goud te maken. Als ik aan goud denk, denk ik ook aan boeken over de goldrush (Californië, Klondike), die ik als kind met zoveel gretigheid las. Met mijn oudere broer wilde ik in een klein bootje de Amazone opvaren om in Mato Grosso goud en diamant te gaan zoeken. Goud is de bouwstof van talloze dromen. Goud is een gevaarlijk goedje.
Deze aflevering van Zéro de conduite draag ik op aan Martin Overheul, een goede vriend in muziek en literatuur. Op 26 oktober heeft hij ons voorgoed verlaten. In getuigenissen en in memoriams lees ik alleen maar bevestigingen van wat ik al sterk vermoedde: Martin had een hart van goud.
Toch veel luisterplezier.
Pearls Before Swine
Down The River Of Golden Dreams – Okkervil River – Down The River Of Golden Dreams – Will Sheff – 1:16
Gold Day – Sparklehorse – It’s A Wonderful Life – Mark Linkous – 4:15
The Golden Age – Beck – Sea Change – Beck – 4:37
Blue Bucket Of Gold – Sufjan Stevens – Carrie & Lowell – Sufjan Stevens – 4:44
Golden Cattle – The Low Anthem – Smart Flesh – The Low Anthem – 3:10
Montezuma – Fleet Foxes – Helplessness Blues – Robin Pecknold – 3:37
St. Ann’s Gold – Daniel Lanois – Acadie – Daniel Lanois/Malcolm Burn – 3:31
Fool’s Gold – Israel Nash Gripka – Barn Doors And Concrete Floors – Israel Nash Gripka – 4:04
Golden Rope – 16 Horsepower – Low Estate – David Eugene Edwards/Jean-Yves Tola/Keven Soll – 4:17
Gold Watch and Chain – Emmylou Harris – Roses In The Snow – A.P. Carter – 3:16
Golden Ring – Tammy Wynette & George Jones – Tears Of Fire: The 25th Anniversary Collection – Rafe VanHoy/Bobby Braddock – 3:06
The Golden Rocket – Hank Snow – The Essential Hank Snow – Clarence E. Snow – 2:47
City of Gold – Pearls Before Swine – City of Gold – Thomas Rapp – 2:57
Golden – My Morning Jacket – It Still Moves – Jim James – 4:39
Gold Rush Brides – 10,000 Maniacs – Our Time In Eden – Dennis Drew/Natalie Merchant – 3:26
Gold – Sol Seppy – The Bells Of 1 2 – Sophie Michalitsianos – 2:22
The All Golden – Van Dyke Parks – Song Cycle – Van Dyke Parks – 3:46
Golden Birdies – Captain Beefheart & The Magic Band – Clear Spot – Don Van Vliet – 1:39
Idol With The Golden Head – The Coasters – The Coasters’ Greatest Hits – Jerry Lieber/Mike Stoller – 2:23
The Legend Of The Golden Arches – Frank Zappa & The Mothers of Invention – Uncle Meat – Frank Zappa – 3:28
Diamonds & Gold – Tom Waits – Rain Dogs – Tom Waits – 2:33
Man With Golden Helmet – Radio Birdman – Radios Appear – S. Kambly – 5:40
Silver And Gold – Country Joe & the Fish – C.J. Fish – Joe McDonald – 2:47
Gold And Silver – Quicksilver Messenger Service – Live At The Summer Of Love – Duncan/Schuster- 2:18
Scarlet And Gold – 13th Floor Elevators – Bull of the Woods – Sutherland – 5:02
Voyage Into The Golden Screen – Donovan – A Gift From A Flower To A Garden – Donovan Leitch – 3:16
Golden Hair – Syd Barrett – The Madcap Laughs – Syd Barrett/James Joyce – 2:00
Golden Earrings – Gandalf – Gandalf – J. Livingston/R. Evans/V. Young – 2:48
Solid Gold – Ry Cooder – Trespass [OST] – Ry Cooder – 0:58
Golden Loom – Bob Dylan – The Bootleg Series, Vol. 1-3: – Bob Dylan/Jeff Rosen – 4:27
After The Gold Rush – Neil Young – The Archives Vol. 1: 1963-1972 [Disc 6] – Neil Young – 3:49
You Got the Silver – The Rolling Stones – Let It Bleed – Keith Richards/Mick Jagger – 2:51
Golden Years – David Bowie – Station To Station – David Bowie – 4:01
No Golden Throat – Lizzy Mercier Descloux – Press Color – Mercier Descloux – 2:38
Glitter (And not Gold) – Big Joe – Creation Rockers Vols 1 & 2 – A. Rollins – 2:26
Heart Of Gold – Bettye LaVette – Souvenirs – Neil Young – 2:22
Prophecy For the Golden Age – Cotton Mather – Kontiki – Robert Harrison/Whit Williams, Dana Myzer/Josh Gravelin – 0:56
Five Golden Sections – David Byrne – The Complete Score From “The Catherine Wheel” – Byrne – 2:53
Zéro de conduite is een themaprogramma gewijd aan pop/cultuur op Radio Centraal (106.7 FM) in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds. Het motto van deze show is: Your dreams among my dreams / Our blue seas amongst sunbeams / Shades of yellow, shades of green / These are your dreams among my dreams / Fine, fine sparrow and a fine horseman. Je kan dit programma via streaming beluisteren. (En hier vind je meer informatie over Radio Centraal en andere excentrieke en wispelturige collega’s radiomakers).
Met deze aflevering keer ik terug naar sferen, een tijdelijk concept van enkele jaren geleden. Ik laat de thema’s los – wellicht niet voor altijd – en kies voor toeval en associatie. Ik selecteerde songs die uitdrukking geven aan recente, uitzonderlijke ervaringen, aan momenten van geluk, verdriet en pijn. Aan kunstwerken en gelezen boeken. Songs die verhalen vertellen, dromen, mythen en sprookjes. Muziek die ademt als het leven en even grillig is en zich niet in afgebakende stijlen laat onderbrengen. Als er al een thema zou zijn is dat muzikaal, een ritme. Het ritme van de ziel misschien, al zijn weinigen het eens over de betekenis van dat woord.
Deze aflevering van Zéro de conduite draag ik op aan Lee ‘Scratch’ Perry, Melvin Van Peebles, Michael Chapman, Commander Cody (George Frayne) en Jean-Paul Belmondo.
Veel luisterplezier.
Ain’t Gonna Let Them Turn Us Round – Marc Ribot, Steve Earle & Tift Merritt – Songs Of Resistance: 1942 – 2018 – Marc Ribot
Abraham, Martin And John (Rehearsal) – Bob Dylan – Springtime In New York: The Bootleg Series, Vol. 16 (1980-1985) [Deluxe Edition] – Dick Holler
Cheer Up Charley – The Delines – The Imperial – Willy Vlautin
Yeah Man – Eddie Hinton – Very Extremely Dangerous – Eddie Hinton
Security – Otis Redding – Pain In My Heart (US Release) – Berry
I Got You Babe – Etta James – Call My Name – Bono
Emotional Rescue – The Rolling Stones – Emotional Rescue – Jagger, Richards
Soul Fire – Lee “Scratch” Perry – Soul Fire – An Introduction To Lee “Scratch” Perry – Lee “Scratch” Perry
Zion’s Blood – The Upsetters – Soul Fire – An Introduction To Lee “Scratch” Perry – Lee “Scratch” Perry
Mojo Woman – Melvin Van Peebles – Sweet Sweetback’s Baadasssss Song (An Opera) – Melvin Van Peebles
Slow Bones – Tony Allen & Hugh Masekela – Rejoice – Hugh Masekela/Allen
Get Happy – Sonny Rollins – A Night At The Village Vanguard – Arlen/Koehler
The Joker – Lee Morgan – Search For The New Land – Lee Morgan
Opposites – The Last Poets – This is Madness – Pudim
Passions Of A Man – Charles Mingus – Oh Yeah – Charles Mingus
Berg: Lyric Suite – 3. Allegro Misterioso – Kronos Quartet & Dawn Upshaw – Berg: Lyric Suite – Alban Berg
Take Care In Your Dreams – Tindersticks – No Treasure But Hope – Neil Fraser/Robert McKinna/David Boulter/Stuart Staples
Zopf: Giles Farnaby’s Dream – Penguin Cafe Orchestra – Music From The Penguin Cafe – Farnaby
The Singing Bridge Of Memphis, Tennessee – John Fahey – Best Of The Vanguard Years – Unknown
Axis Bent – Ryley Walker – Course In Fable – Ryley Walker
Circuit Rider – Steve Gunn – Other You – Steve Gunn
Mother I’ve Taken LSD – The Flaming Lips – American Head – The Flaming Lips
The Happy End (The Drunk Room) – Mercury Rev – Deserter’s Songs – Grasshopper/Jonathan Donahue
Sexy Sadie – The Beatles – The Beatles (White Album)- Lennon-McCartney
Hold On [Ultimate Mix] – John Lennon – Plastic Ono Band – John Lennon/Yoko Ono
Forever – The Beach Boys – Feel Flows: The Sunflower & Surf’s Up Sessions 1969-1971 – Dennis Wilson/Greg Jacobson
Zéro de conduite is een themaprogramma gewijd aan pop/cultuur op Radio Centraal in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds. Verruim je geest en stem af op Radio Centraal 106.7 fm. Waarom zou je hem blijven vernauwen? Het motto van deze show is: Blood spilled out from the hole in your heart / Over the strings of your guitar / The worn down places in the wood / That once made you feel so good. Je kan dit programma via streaming beluisteren. (En hier vind je meer informatie over Radio Centraal en andere excentrieke en wispelturige collega’s radiomakers).
Voor vanavond selecteerde ik een reeks songs die uitzonderlijke momenten in het leven als onderwerp hebben. Dat gaat van geboorte tot dood, met daartussenin de kinder- en adolescentietijd, school, verliefdheid, rebellie, geweld en oorlog, huwelijk, conflict en echtscheiding, alcoholisme, gevangenis, herinneringen en epifanieën, ouderdom en – onrechtstreeks – de troost van kunst (waaronder deze songs zelf), religie en filosofie. Vreemd genoeg zag ik achteraf, toen het al te laat was, dat ik werken en reizen niet had opgenomen in mijn overzicht van belangrijke levensmomenten. Mogelijk omdat ik nooit echt graag heb gewerkt om in mijn levensonderhoud te voorzien? André Breton wist al dat het echte leven elders was (dan op de werkplek). Met veel tegenzin heb ik een groot aantal mooie en relevante songs moeten weglaten. Ik noem er enkele: My Old School, Steely Dan; From Hank to Hendrix, Neil Young; Starting a New Life, Van Morrison; Young and Innocent Days, the Kinks; L’enfance (The Double Life Of Veronique), Zbigniew Preisner; Death of a Salesman, Low; Teenage Lobotomy, the Ramones; A Life (1895 – 1915), Mark Hollis; Life and Times on the Beach, David Kauffman & Eric Caboor; Rehab, Amy Winehouse; Country Death Song, Violent Femmes; Just Like Tom Thumb’s Blues en Boots of Spanish Leather, Bob Dylan; Life Will Pass You By, Kaleidoscope en The Last Rose of Summer van Tom Waits. Maar ook ver weg van de graanetende mensen moet je keuzes maken. En gedane zaken nemen geen keer.
Deze aflevering van Zéro de conduite draag ik op aan Nanci Griffith, Don Everly, Charlie Watts en de vrouwen en kinderen van Afghanistan.
Veel luisterplezier.
Born Under A Bad Sign – Albert King – The Very Best Of Albert King – William Bell/Booker T. Jones
Child Of Mine – Carole King – Writer – Carole King
My Only Child – Nico – Desertshore – Nico
Whenever A Teenager Cries – The Jeans – Laurie Records Story Vol 3 – Ernie Maresca
I’m Not Angry – The Everly Brothers – The Golden Hits Of The Everly Brothers – Jimmy Howard
School Day (Ring Ring Goes The Bell) – Chuck Berry – Gold: Chuck Berry – Chuck Berry
The Biggest Night Of Her Life – Harpers Bizarre – Anything Goes – Randy Newman
Sugar Mountain – Neil Young – Decade – Neil Young
Love At The Five & Dime – Nanci Griffith – The Last Of The True Believers – Nanci Griffith
Pictures Of Lily – The Who – Thirty Years Of Maximum R&B – Pete Townshend
Me And Julio Down By The Schoolyard – Paul Simon – Paul Simon – Paul Simon
Teenage Kicks – The Undertones – An Anthology – John O’Neill
Spanish Bombs – The Clash – London Calling – Joe Strummer/Mick Jones
Children Of The Revolution – Kirsty MacColl – Electric Landlady – Kirsty MacColl
In Germany Before The War – Randy Newman – Little Criminals – Randy Newman
There Is A War – Leonard Cohen – New Skin For The Old Ceremony – Leonard Cohen
Seasons Come, Seasons Go – Bobbie Gentry – The Girl From Chickasaw County: The Complete Capitol Masters – Bobbie Gentry
Charlie Watts
Single Girl, Married Girl – The Carter Family – Can the Circle Be Unbroken – A. P. Carter
Old Wedding Song – Muzsikás – Blues For Transylvania – Arranged by Sándor Csoóri
Wedding Dress – Pentangle – Reflection [2017 Remaster] – Traditional arranged by Jakcie McShee/Bert Jansch/John Renbourn/Danny Thompson/Terry Cox
Suspicious Minds – Elvis Presley – From Elvis In Memphis – Mark James
D-I-V-O-R-C-E – Tammy Wynette – D-I-V-O-R-C-E – Bobby Braddock/Curly Putman
Prison Grove – Warren Zevon – The Wind – Zevon/Calderon
Cattle And Cane – The Go-Betweens – 1978 – 1990 – Robert Forster/Grant McLennan
Goin’ Back – The Byrds – The Notorious Byrd Brothers – Carole King/Gerry Goffin
I’ll Remember – The Kinks – Face To Face – Ray Davies
Summer’s Almost Gone – The Doors – Waiting For The Sun – The Doors
Thirty Summers – Cowboy Junkies – The Caution Horses – Michael Timmins
Drunken Angel – Lucinda Williams – Car Wheels On A Gravel Road – Lucinda Williams
Where Will I Be – Emmylou Harris – Wrecking Ball – Daniel Lanois
Will The Wolf Survive? – Los Lobos – How Will The Wolf Survive? – David Hidalgo/Louie Perez
100 Years Ago – The Rolling Stones – Goats Head Soup – Mick Jagger/Keith Richards
‘Til I Die – The Beach Boys – Surf’s Up – Brian Wilson
Death Is Not the End – Bob Dylan – Down In The Groove (Remastered) – Bob Dylan
Death Of Queen Jane – Bascom Lamar Lunsford – Ballads, Banjo Tunes, And Sacred Songs Of Western North Carolina – Arranged By Bascom Lamar Lunsford
Alles is wat het lijkt; zo lijkt het althans. Of toch niet?
In een restaurant op wandelafstand van Hôtel de Lisbonne eten we couscous royal, enigszins exotisch en betaalbaar. Het is echter vooral dorst wat we hebben. De eerste karaf koele rosé is sneller leeg dan het heeft geduurd om ze te vullen. Na een dag van grotendeels kijken naar steden en landschappen en veel zwijgen raken we nu aan de praat. We zijn dan wel weg uit Antwerpen, Antwerpen is nog niet weg uit ons.
Dat ik de voorbije weken overdreven heb met drinken en feesten, zeg ik. Al waren de nachten bij Ercola, in de Mok en Cinderella’s Ballroom opwindend, ze waren ook nefast voor zowel mijn lichamelijke als geestelijke gezondheid. Het zijn feesten van vreugde en pijn, zegt Senga. Bij Ercola heb ik me zo kunnen uitleven, ik kon maar niet stoppen met dansen. Ik moet mijn leven veranderen, zeg ik. Als dat nog mogelijk is, zegt Senga. We kunnen toch niet de weg opgaan van Gabriella en zeker niet van Jacques, zeg ik. Ja, het gaat duidelijk weer de verkeerde kant op met ze, zegt Senga. De dagen dat Jacques er was hebben we bijna niet meer met elkaar gesproken. Ze hebben waarschijnlijk al die tijd aan de morfine gezeten. Mogelijk is het maar een korte terugval. Wat was het akelig stil in hun kamer, zeg ik. Maar nu zijn ze misschien al in Arcachon. Ze zouden van daaruit een voetreis naar Biarritz maken. Hopelijk zal die onderdompeling in de natuur, of wat er nog van rest, hun goed doen. Wat ze vooral nodig hebben is rust. Tweehonderd kilometer stappen, dat zou ik ook wel willen, zeg ik. Helemaal tot aan de Spaanse grens en met rechts van ons de Golf van Biskaje om ons te verfrissen. Echt, met die zware rugzakken van ons, vraagt Senga.
Zouden we nog een halve liter rosé bestellen, stelt Senga voor. Waarom ook niet, zeg ik. Hij is lekker en ons budget kan het wel aan. Maar toch, al dat drinken, opper ik. De voorbije dagen hebben we het ook weer zo bont gemaakt, met al die vrienden van ons. Die avond voor we naar de Kant zijn gegaan hebben we met Gabriella wel een hele fles Jack Daniels leeggedronken. Jacques was er nog niet, dan is Gabriella heel wat avontuurlijker en spraakzamer, zegt Senga. Al blijft ze altijd een sfinx. En dan nog met de taxi naar de stad en daar de hele nacht margarita’s gedronken, zeg ik. Mogelijk heeft Gabriella minder last van katers dan wij, met die morfine, zeg Senga. Een dag eerder had ik dan ook nog eens met Ria in de Mok bier zitten drinken en joints roken. Ik geloof dat Ria alleen maar pils drinkt. Zoals Guillaume. Zeker geen sterkedrank. Ik weet zelfs niet meer waarover ik met Ria allemaal heb gepraat. Van alles over mij zeker, nu ik er een keer niet bij was, zegt Senga. Dan alvast niets slechts, Senga. Ik was die dag zo gelukkig met die twee elpees die je voor me had gekocht. Rust Never Sleeps is voor mij nu al een van de allermooiste platen van Neil Young. Je weet toch dat ik heb zitten wenen bij Pocahontas. Zo aangrijpend is dat nummer. En dat ik The Basement Tapes nu weer kan beluisteren, Going to Acapulco, Tiny Montgomery en de rest. Wat was er toch ook alweer met dat eerste exemplaar gebeurd, vraagt Senga. Dat ligt nog bij Peter Dekkers, samen met die mooie grote editie van Un coup de dés jamais n’abolira le hasard. Hij heeft me toen zijn Born To Run uitgeleend. Ik kende Bruce Springsteen helemaal niet, alleen de naam. Je hield niet van zijn naam, dat weet ik nog, zegt Senga. Springsteen, dat is toch geen naam voor een artiest, zei je. Ach, die vooroordelen altijd, zeg ik. Zo heb ik er in overvloed. Senga, ik ben zo blij met die platen. Ik kon gewoonweg niet leven zonder die Basement Tapes. En met Rust Never Sleeps zal hetzelfde gebeuren. Pocahontas en Powderfinger zijn nu al hoogtepunten in het werk van Neil Young. Jammer dat we Peter nooit meer hebben teruggezien sinds we uit Brussel vertrokken zijn, zegt Senga. Zoveel vrienden hebben we daar achtergelaten. Ja, maar we hebben er nu andere bijgekregen. En veel van de oude vrienden zien we wel nog. Gisteren nog Willy Boy en Giuseppe en Paul Walman. Hebben we echt een halve bak tripel leeggedronken, vraagt Senga. En een hele bak Stella, zeg ik. Het was een uitbundige avond, zegt Senga. Altijd met vrienden, zeg ik. En het mooist van al is dat Giuseppe het poesje heeft meegenomen. Je was echt wanhopig, niet? Ik had mij er zo aan gehecht, dat weet je, Martin. Ik heb er nachten niet van kunnen slapen. Wat moest er met dat hulpeloze wezentje gebeuren? We konden het toch niet naar de dierenbescherming brengen om het te laten afmaken? Niemand wilde dat poesje, als dat niet erg is. Het was ziek en misschien wel blind, zeg ik. Wie wil er nu zo’n gebrekkig diertje? Ik geloof dat het mijn moederlijke instincten waren, zegt Senga. Maar het poesje wilde zelfs niet drinken. Waarom hebben we het eigenlijk geen naam gegeven?
Ik begin behoorlijk dronken te worden van al die rosé, zeg ik. Zouden we niet beter gaan slapen? Dan kunnen we morgen nog wat van Parijs zien. Laten we het Pocahontas noemen, zegt Senga. Ik hoop dat Giuseppe Pocahontas goed verzorgt, zeg ik. Ik vertrouw hem niet helemaal, zegt Senga. Hij heeft soms iets wreeds in zijn blik. Die nochtans overwegend teder en zachtaardig is. Ik heb ook iets wreeds, zeg ik. Met mij moet niet gesold worden. Ik kan gevaarlijk zijn. Ik had een Charlie Starkweather kunnen worden. Ik dacht eraan hoe waanzinnig het was geweest om voor we op reis vertrokken nog gauw naar de wapenwinkel op het Astridplein te lopen en daar twee stiletto’s te kopen, een zwart exemplaar voor Senga, een groen wat groter exemplaar voor mezelf. Waanzinnig ja, maar ik vond het wel heerlijk om mijn stiletto open te klikken, opnieuw en opnieuw. Een oefening voor je weet maar nooit. Toen ik nog een puber was had ik ook zo’n knipmes gehad. Ik dacht toen dat ik in de wieg was gelegd om misdadiger te worden. Maar opeens hoorde ik al die liedjes op de radio, Eve of Destruction, The Times They Are a-Changin’, I Got You Babe, je weet wel. Een bewijs voor de transformatieve kracht van muziek. Pop heeft van een rebel zonder reden een opstandeling met een reden gemaakt. Wederopstanding, het leidmotief van mijn leven. Anastasis. Maar nu opnieuw met een knipmes op zak.
Op 21 augustus, de verjaardag van Agnes, overleed Don Everly.
Wat ik op 7 januari 2014 na de dood van Phil Everly schreef, geldt net zo goed voor zijn broer Don. In mijn verbeelding waren de broers één onafscheidelijk geheel. Ik denk dat ik hun platen meer heb beluisterd dan die van om het welke andere popartiest of band (met waarschijnlijk een drietal uitzonderingen, Bob Dylan, the Rolling Stones en Neil Young).
Don en Phil Everly zijn voor mij altijd de voortreffelijkste broers geweest, hun samenzang was de mooiste samenzang en benaderde perfectie. Hun stemmen waren harmonieuzer nog dan die van de andere zingende broers, de Louvins, de Stanleys, en intenser dan die van the Hollies, the Searchers en the Beatles (zij het dat hun songs wat minder ingenieus zijn dan die van Lennon en McCartney, hoewel hun reguliere songschrijversduo Felice en Boudleaux Bryant ook niet mag onderschat worden). Daar kwam nog bij dat the Everly Brothers op al hun platen werden begeleid door werkelijk eersterangs sessiemuzikanten. Zij gaven hun songs een rock-‘n’-roll sound.
Hun invloed op zowat iedereen die van enige muzikale (en vocale) betekenis is in de geschiedenis van de popmuziek kan niet genoeg worden benadrukt.
Zéro de conduite is een themaprogramma gewijd aan pop/cultuur op Radio Centraal in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds. Stem af op Radio Centraal 106.7 fm en verruim je geest. Waarom zou je hem blijven vernauwen? Het motto van deze show is: The caterpillar hood / Won’t cover the head of you / Know you should / Be home in bed. Je kan dit programma via streaming beluisteren. (En hier vind je meer informatie over Radio Centraal en andere excentrieke en wispelturige collega’s radiomakers).
Mocht ik mij alle insecten uit mijn jeugd herinneren, en alle voorvallen die ermee verband houden, en die op papier zetten, met vanzelfsprekend heel wat zijsprongen en meanderende associaties, dan zou ik al gauw voldoende materiaal hebben voor een boek, bestaande uit meerdere delen; een boek dat vast een ware bestseller zou worden. Maar ik begin er niet aan. Ik ben liever een krekel en zing – niet bepaald toonvast – mee met de songs die ik hier heb verzameld. Overigens heb ik nu ik oud en nog steeds niet wijs ben niet veel meer over insecten te vertellen. Het zijn kleine diertjes die wel eens hinderlijk kunnen zijn, die me soms flink doen schrikken – en hun aantal is groot. Veel meer valt er wat mij betreft over insecten niet te melden. Ik ben Jean-Henri Fabre niet. Ik laat dan liever de insectenkenners Tom Waits en Kathleen Brennan aan het woord: hun song Army Ants is werkelijk subliem:
“The Whirligig Beetles are wary and fast with an organ to detect the ripples The Arachnid Moths lay their eggs inside other insects along the borders of fields Or roads in clusters of white cocoons The Ribbed Pine Borer is a longhorn beetle Their antennas are half the length of their body and they feed on dead red pine Robber Flies, with their immobile heads, inject a paralyzing fluid into their prey That they snatch from life in mid-air The Snow Flea’s mode of locomotion, strange and odd With a spiny tail mechanism with hooks and a protracted tube from the abdomen To enable moisture absorption The female Praying Mantis devours the male while they are mating. The male sometimes continues copulating even after the female has bitten off his head And part of his upper torso Every night wasps bite into the stem of a plant, lock their mandibles into position Stretch out at right angles to the stem and, with legs dangling, they fall asleep If one places a minute amount of liquor on a scorpion It will instantly go mad and sting itself to death The Bombardier Beetle, when disturbed Defends itself by emitting a series of explosions Sometimes setting off four or five reports in succession The noises sound like miniature popgun blasts And are accompanied by a cloud of reddish-coloured, vile-smelling fluid It is commonly known that ants keep slaves Certain species, the so-called Sanguinary Ants in particular Will raid the nests of other ant tribes and kill the queen and then kidnap many of the workers The workers are brought back to the captor’s hive where they are coerced into performing menial tasks And as we discussed last semester, the Army Ants will leave nothing but your bones Perhaps you’ve encountered some of these insects in your communities Displaying both their predatory and defense characteristics While imbedded within the walls of flesh and passing for What is most commonly recognized As human.”
Daaraan kan ik geen gebenedijd woord meer toevoegen. Veel luisterplezier!
Bobbie Gentry
Bugs – Bobbie Gentry – Ode To Billie Joe – Bobbie Gentry
Junebug Waltz – Hurray For The Riff Raff – Hurray for the Riff Raff – Alynda Lee Segarra
The Bed Bug Song – Brownie – Soul Jazz Records Presents: Calypso: Musical Poetry In The Caribbean 1955-69 – Richards
Os Grilos (Crickets Sing For Anamaria) – Marcos Valle – The Bossa Nova Exciting Jazz Samba Rhythms, Vol. 2 – Marcos Valle/Paulo Sérgio Valle
My Cricket – Leon Russell – Carney – Leon Russell
Day Of The Locusts – Bob Dylan – New Morning – B. Dylan
A Worm Is At Work – Slapp Happy & Henry Cow – Desperate Straights – Blegvad/Moore
Diet Of Worms – This Heat – This Heat – This Heat
Hey Worm! – “Little” Jimmy Dickens – Early Rock ‘n’ Roll And Rockabilly – Allison
Fly Trouble – Hank Williams – I’m Satisfied With You – Biggs/ Rose/Wilds
Human Fly – Cramps – Off The Bone – The Cramps
The Spider And The Fly – The Rolling Stones – Out Of Our Heads [USA] – Mick Jagger/Keith Richards
Flyswatter – Eels – Daisies Of The Galaxy – E
Fly On The Wall – XTC – English Settlement – Colin Moulding
I Am the Fly – Wire – Chairs Missing – Lewis/Newman
Ant Man Bee – Captain Beefheart & The Magic Band – Trout Mask Replica – Don Van Vliet
Army Ants – Tom Waits – Orphans: Brawlers, Bawlers & Bastards – Tom Waits – Kathleen Brennan
I Got Ants In My Pants – James Brown – Star Time – James Brown
The Caterpillar Crawl – The Strangers – Golden Age of American Rock & Roll – Vol 7 – Joel Hill/Ron Lynch
Caterpillars – The Handsome Family – Wilderness – Brett & Rennie Sparks
Mosquito Dance – Béla Bartók – 44 Duets For Violins On The Nyckelharpa – Béla Bartók
I’m Nature’s Mosquito – Jonathan Richman & The Modern Lovers – Home Of The Hits: The Best Of Jonathan Richman & The Modern Lovers – Jonathan Richman
Here Come The Fleas – White Noise – An Electric Storm – Vorhaus/McDonald
Maggots – Kendra Smith – Five Ways of Disappearing – Kendra Smith
Kendra Smith
Insecticide – Frank Tovey (Aka Fad Gadget) – The Fad Gadget Singles – Fad Gadget
Boris The Spider – The Who – A Quick One, While He’s Away – John Entwhistle
Black Widow Spider – Dr. John – Babylon – Dr. John Creaux
My Tiny Butterfly – Moondog – Moondog 2 – L. Hardin
Butterfly Dance – Kevin Ayers – Shooting At The Moon – Kevin Ayers
The Butterfly Collector – The Jam – The Jam Collection – Paul Weller
Butterfly Mornings – Hope Sandoval & The Warm Inventions – Bavarian Fruit Bread – Richard Gillis
Southern Butterfly – Tim Hardin – Bird On The Wire – Tim Hardin
Butterfly – Scott Walker – Scott 3 – S. Engel
Lady Bird – Nancy Sinatra & Lee Hazlewood – Nancy Sinatra & Lee Hazlewood – Lee Hazlewood
Firefly – American Music Club – California – Mark Eitzel
Dragonfly – Shack – Waterpistol – Michael Head
Muzzle Of Bees – Wilco – A Ghost is Born – Wilco
Outro With Bees (Reprise) – Neko Case – Blacklisted – Neko Case
The Predatory Wasp Of The Palisades Is Out To Get Us! – Sufjan Stevens – Come On Feel The Illinoise! – Sufjan Stevens
Waar waren we ook alweer gebleven? In de beste tijd en in de slechtste tijd, in de mooiste stad en in de lelijkste stad, met de liefste vrouwen en de meeste verachtelijke, met de voortreffelijkste vriend en de minst betrouwbare. Het was aan de vooravond van een reis naar de Camargue, meer bepaald naar een bedevaartsoord van de zigeuners, Saintes-Maries-de-la-Mer. Al zou hun trip geen bedevaart worden. Keren we na dit lange oponthoud terug naar die stad aan de stroom en naar dat jaar, keren we terug naar de Nachten met een droom? In dromen krijgt de werkelijkheid andere, mogelijk wel duidelijkere contouren. Het kan gebeuren dat de dromer verneemt hoe het nu echt zat met zijn verleden en wat hem verder in dit ondermaanse nog zoal te wachten staat.
Ik zie Martin de trappen aflopen naar de Pussycat, een obscure nachtclub in een vochtige kelder. Er is een party van bijzondere en ook wel onaangename zaken aan de gang. In het clair-obscur herkent Martin enkele vrienden en kennissen. In een hoekje zit een groepje Engelsen met akoestische gitaren uit Nazareth in Pennsylvania; mannen met baarden. Ze spelen hun idee van een cover van Lucifer Sam, een wonderlijke song die Martin en mij al in 1967 wist te betoveren.
Na een lang gesprek kan Rina mijn oude vriend zo ver krijgen dat hij met haar naar bed gaat. Het voorwerp waarnaar die daad is genoemd staat in het midden van een klein vertrek dat deel uitmaakt van de club. Martin voelt zich wat ongemakkelijk omdat hij niet weet wat Rina precies van hem verwacht. Maar de gedachte dat hij met haar gaat vrijen, dat zij hier zo helemaal naakt en wellustig bij hem ligt, zij aan de linkerkant, hij aan de rechterkant, windt hem op. Zeker het gevaarlijke van die situatie geeft hem een kick; dat om het even wie hier zomaar kan binnenstappen, zelfs Sandra. Rina giechelt en schijnt te genieten. In haar blik iets triomfantelijks. Ze heeft een overwinning behaald. Tell mama what you need, gilt ze niet al te luid. Hij komt klaar, maar veel stelt het niet voor. Hij heeft zin in meer. Rina ook, zegt ze. Ze spreken af: om zo laat in café X, op een paar minuten van de Pussycat.
Het verdomde feestje loopt ten einde. Alleen de Engelsen zitten nog in hun hoek Lucifer Sam ten gehore te brengen. Sandra heeft al haar kleren uitgetrokken. Bijna helemaal naakt ligt ze op een laag tafeltje in een andere hoek van de club. Alleen haar slipje heeft ze nog om haar knieën, haar benen zijn een beetje gespreid. Om het even wie mag haar nemen, roept ze met woede in haar stem. Martin kan de pot op. Ik wil je niet meer, brult ze. Hoor je dat, ik wil je niet meer.
Wat een ellende dat mijn vriend zijn schoenen niet terugvindt. Op blote voeten moet hij zich op de vuile, glibberige vloer wagen. Overal liggen glasscherven en ander afval. Erger nog is dat hij blootsvoets onmogelijk naar dat café X kan lopen. Een portier is naar hem toe gekomen; het is genoeg geweest met dat psychodrama van hem en Sandra en Rina. Ze moeten eruit en vlug wat. Martin probeert Sandra haar slipje weer aan te trekken en slaat haar één of ander kledingstuk om en zo vluchten ze naar buiten, de warme zomernacht in.
De volgende dag (of enkele dagen later). Sandra kan hem niets maar dan ook helemaal niets vergeven. Ik voel niets meer voor je, zegt ze. Zij gaat nu schilderen bij mijnheer Z. Natuurlijk is Martin jaloers, of ze nu schildert of komedie speelt of nog iets anders doet. Ze kijkt hem uitdagend aan als ze het over dat schilderen bij die Mijnheer Z heeft. Al gauw moet hij toegeven dat ze echt schildert: hij ziet het met zijn eigen ogen. Ze werkt aan een doek van ongeveer 1,50 op 2 meter, met olieverf, alles nagenoeg zo zwart als een winternacht. Ontwaart hij in dat donker geen twee contouren van lichamen, een links en een rechts? Als Sandra die avond thuiskomt, vraagt hij hoe dat nu zit met dat doek. Welk doek? vraagt Sandra. Dat zwarte schilderij, zegt hij. Ze weet niet waarover hij het heeft. Of doet alsof? Martin heeft me al zo vaak verteld hoe goed Sandra kan liegen. Komediespelen noemt hij dat liever.
Die vrijdag gaat Martin nog eens een kijkje nemen in de studio van mijnheer Z, gelegen in de Offerandestraat, waar ooit cinema Festa was gevestigd. In de jaren vijftig zag ik er samen met mijn ouders westerns en oorlogsfilms. Later werd de cinema gebruikt als atelier voor het vervaardigen van calicots. [1] Hij ziet de Meester en zijn leerling voor een grote, langwerpige tafel staan, Z links, Sandra rechts. En inderdaad zijn ze ook nu druk in de weer. Maar van het zwarte doek geen spoor. Wel is Sandra aan het werken aan een aquarel, niet groter dan 27 op 36 centimeter. Het is een portret van Gabriella, haar hoofd afgebeeld in een mandorla. In de vier hoeken heeft Martins geliefde waar je meestal de evangelisten aantreft vier kleine zwarte kittens geschilderd.
[1] Calicots “zijn de grote geschilderde borden aan de gevel of inkompartij van de bioscoop, waarmee de lopende films werden aangekondigd. Deze calicots werden vervaardigd op doek of panelen en steeds overschilderd, waardoor er weinig originele bewaard bleven. Voor het vervaardigen van de doeken projecteerde men een beeld op het te schilderen doek of paneel. Een oude bioscoopzaal beschikte over de mogelijkheid tot projecteren van een beeld en kreeg daarom een tweede leven als atelierruimte voor het vervaardigen van calicots.” Ann Malliet
De Festa werd ontworpen door architect Leopold Van Den Broeck.
Zéro de conduite is een themaprogramma gewijd aan pop/cultuur op Radio Centraal in Antwerpen. Elke eerste zaterdag van de maand, van 6 tot 8 uur ’s avonds. Stem af op Radio Centraal 106.7 FM en verruim je geest. Vernauwen mag ook. Het motto van deze show is: I’ve been down on the bottom of a world full of lies / I ain’t looking for nothing in anyone’s eyes / Sometimes my burden seems more than I can bear. Je kan dit programma via streaming beluisteren. Hier vind je meer informatie over Radio Centraal en andere excentrieke en wispelturige collega’s radiomakers.
Piranesi, Le carceri d’invenzione
“Halverwege onze levensreis bevond ik me in een somber woud, want ik was afgedwaald van het rechte pad.”
Zo begint De Goddelijke Komedie van Dante, de grote Italiaanse dichter uit de 13de eeuw. De vertaling van deze versregels is van Jules Grandgagnage. Ik weet niet of ik van het rechte pad ben afgeweken maar ik ben al een heel eind verder gekomen op mijn levensreis dan de verteller in De Goddelijke Komedie. Vandaag zou een donker woud me vast bevallen, zeker een waar zoveel gebeurt als in het gedicht van Dante, en waar op het einde zoveel sterren fonkelen en liefde het hele universum doet bewegen. Hier in mijn straat gebeurt maar weinig. Aan de overkant woonde ooit een dichter, Maurice Carême. Zijn huis is nu een museum maar ik zie er nooit iemand binnengaan of buitenkomen. Nee, veel gebeurt hier niet. Gelukkig hebben we talloze werelden in boeken, films en muziek.
Niet met Vergilius maar met songschrijvers en muzikanten als gids gaan we vanavond op zijn minst twee uur lang de duisternis in. Mochten we verdwalen kan het heel wat langer worden. Tijd is relatief.
Vaak is duisternis onheilspellend en lonkt er als de nacht gevallen is overal gevaar. Voor je het weet zit je in de val. Gisteren – of was het eergisteren – werd in het dorp hiernaast nog een man vermoord. Zijn moeder zwaar toegetakeld. Inbrekers van de kwalijke soort. Maar tijdens een wandeling in het Ten Bospark lachte een hoogzwangere vrouw me toe, al was dat op een zonovergoten middag.
Voor duisternis hoef je niet naar buiten en ze is er ook zonder geteisem en geboefte. Je kan thuisblijven met alle lichten aan maar in je hoofd alleen maar donkere gedachten.
Echter, niet alle duister is schrikwekkend. In het donker fonkelen de lichten van lust en liefde. Lange zomernachten vol genot waar geen einde aan komt. Tijd is relatief.
Veel schaduw en duisternis werd op muziek gezet. Dit is er een bescheiden keuze uit. Veel luisterplezier.
Gustave Doré, De Goddelijke Komedie
Wait Until Dark Scott Walker – Scott 2 – Henry Mancini – 1968
Dark Lolita – Angelo Badalamenti & Kinny Landrum – Wild At Heart – Badalamenti – 1990
Dark Days – Stuart Staples – Lucky Dog Recordings 03-04 -Staples – 2005
The Dark Is Rising – Mercury Rev – All Is Dream – Donahue/Mackowiak/Mercel – 2001
Dark Neon – Wilco – Alpha Mike Foxtrot: Rare Tracks 1994 – 2014 – Jeff Tweedy – 2014
Home After Dark – Dan Stuart – Can o’ Worms – Dan Stuart – 1995
By The Rivers Dark – Leonard Cohen – Ten New Songs – Cohen/Robinson – 2001
The Darker Days Of Me & Him – PJ Harvey – Uh Huh Her – PJ Harvey – 2004
My Dark Ages – Pere Ubu – Datapanik in the Year Zero – 1975-1977 -Ravenstine/Thomas/Krauss/Herman/Maimone – 1996
No Dark Things – Echo & The Bunnymen – Heaven Up Here – McCulloch/Pattinson/de Freitas/Sergeant – 1981
A Forest – The Cure – Seventeen Seconds – Tolhurst/Hartley/Smith/Gallup – 1980
Darklands – The Jesus & Mary Chain – Darklands – William Reid – 1987
Long Black Veil – Nick Cave & The Bad Seeds – Kicking Against The Pricks – Danny Del-Marjohn Wilkins – 1986
Big Black Mariah – Tom Waits – Rain Dogs – Tom Waits – 1985
Not Dark Yet – Bob Dylan – Time Out Of Mind – Dylan – 1997
I See A Darkness – Bonnie “Prince” Billy – I See A Darkness – Oldham – 1998
Dark Road – Richard Hawley – Lady’s Bridge – Richard Hawley – 2007
Deep Dark Hole – Los Lobos – The Neighborhood – Hidalgo/Perez – 1990
Alone In The Dark – John Hiatt – Bring The Family – John Hiatt – 1987
Dark Night – The Blasters – Testament: The Complete Slash Recordings – Dave Alvin – 1985
Dark Water – Rainer & Das Combo – Barefoot Rock With … – Ptacek – 1994
My Daddy Walked In Darkness – Gil Bateman – Instant Garage – Hoyt Axton – 1966
Dark Was The Night – Ry Cooder – Paris, Texas – Blind Willie Johnson, arr. Cooder – 1985
Dark Night Blues – Blind Willie McTell – R. Crumb’s Heroes Of Blues, Jazz & Country – Gary Atkinson/Blind Willie McTell – 1927
Black Cat Blues – John Lee Hooker – Saga Blues: Blues From the Motor City – B. Besman/John Lee Hooker – 1949
Dark and Dreary – Elmore James & His Broom Dusters – Blues After Hours – Josea – 1960
The Man In The Long Black Coat – Mark Lanegan – I’m Not There – Dylan – 2007
Dark Turn Of Mind – Gillian Welch – The Harrow & The Harvest – Rawlings/Welch – 2011
When It’s Dark – Yo La Tengo – Popular Songs – Yo La Tengo – 2009
Be Dark Night – Phosphorescent – Pride – Matthew Houck – 2007
Why Spend a Dark Night With Me? – Moondog – Moondog 2 – L. Hardin – 1970
Gustave Doré, De Goddelijke Komedie
Nawoord:
Waarom geen Darkness on the Edge of Town van Bruce Springsteen, terwijl dat toch een song is die altijd al mijn hart sneller deed kloppen? Het antwoord is simpel: ik houd al lang niet meer van het gedrum van Max Weinberg. En waarom dan geen Black Angel’s Death Song van the Velvet Underground? Ik zou het niet weten.