Zaterdagavond keek ik door het raam naar de grote, verwilderde tuin. Het was bijna donker, de bomen en struiken zwiepten in de felle wind.
Er was een gat in de tuinmuur geslagen. In de richting van dat gat, bijna niet meer zichtbaar, zag ik Peter De Roover, Jan Jambon, Bart De Wever en een tweetal naamloze figuranten, zich uit de voeten maken. Ze liepen gebukt, met angstige passen, alsof ze zich schaamden. Bijna al waren ze opgeslokt door het donkerste donker, het grote en ultieme Niets. Nog enkele seconden in de schaduw en dan weg, voor altijd. Dat is het lot van landvernietigers, dacht ik.
Zondagochtend ging ik even poolshoogte nemen. Van de hopelijk voor goed verdwenen vluchtelingen geen spoor. Mogelijk had de felle regen hun voetafdrukken uitgewist. Maar ook het gat in de muur was er niet langer. Goed, dacht ik, dan zijn we veilig, dan kunnen ze niet meer terugkeren. En zeker niet via deze tuin. Nimby!
∞
Afbeelding: Odilon Redon, Afdaling in de hel, 1873.
toeval wil dat ik deze week ‘de boot’ doorgestuurd kreeg van een vriendin,
als afbeelding voor mijn ziel…
als jouw ziel meer lijkt op jouw schilderij
dan wens ik je meer blauw in je hoop, dag Martin.
LikeGeliked door 1 persoon
Super goeie tekst!!! Dank je. Ingrid
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je, Ingrid!
LikeLike
bizar Martin,
je ‘liket’ tot tweemaal toe mijn reactie, maar ze is er vanonder gemuisd.
In de val gelopen?
LikeGeliked door 1 persoon
Uvi, ik weet niet wat er mis is gegaan. Maar ik heb duidelijk iets verkeerd gedaan met het goedkeuren van je reactie. Het was nochtans een heel mooi bootje van Odilon Redon, waarvoor mijn dank.
LikeLike
Jan(bom)dorie, gelukkig hebben ze het bij mij zover niet gebracht. Je moet dringend je afweer vergroten. Vitamines bijvoorbeeld of sterkere koffie drinken.
LikeGeliked door 1 persoon
Ha ha ha! Dat doe ik al. En het helpt…
LikeLike