Gaarne schreef ik weer trillende verzen
mijn hartslag in elke klinker
in elke medeklinker kloppend
van je lippen rode kersen in de zomer
In mijn verdoofde kamer op een zondag
-middag om twee uur voor het raam gezeten
op zoek naar oogstrelende woorden
voor de schittering in mijn leven nacht en dag
Met Johnny & June en ‘North to Alaska’
en jij die achter Finse berken verdwijnt
je vleugels van licht nog net zichtbaar
jij morgen weer hier de liefde verklarend
Maar inmiddels zijn zinderende uren en dagen
verdorrende maanden en jaren geworden
Johnny & June dood Alaska een koud vuur –
en ach op mijn tafel smakeloos mijn kersen.
Ω
Afbeelding: Henri de Braekeleer (Antwerpen, 11 juni 1840 – aldaar, 20 juli 1888), De man in de stoel, 1876