Herman Claeys was een goede vriend van me. Hij heeft veel miserie gekend, onder meer door zijn onvoorwaardelijke inzet voor de vrijheid van meningsuiting en voor de vrijheid in het algemeen, maar dan wel niet in de betekenis die vrijemarkt-economen en allerlei liberaal gespuis in maatpakken eraan geven. Zijn Free Press Bookshop in de Spoormakersstraat te Brussel was een unieke onderneming. Elke keer als je er binnenstapte was het alsof je een betoverde wereld betrad. Alle bestaande wetten vielen er weg, tenzij misschien die van de zwaartekracht. Toen ik pas in Brussel woonde, in september 1969, miste ik mijn lijfblad Aloha en een aantal andere undergroundtijdschriften, waaronder Rolling Stone, International Times en Chicago Seed.
Nog in Limburg was ik altijd naar Maastricht gefietst om mij van boeken, elpees en tijdschriften te voorzien. Omstreeks 1966 was Hitweek, dat later Witheek en tenslotte Aloha werd, mijn lijfblad geworden. Samen met de boeken ‘Vogelvrij’ en ‘Weergaloos’ van Simon Vinkenoog veranderde het unieke tijdschrift mijn leven. Achteraf beschouwd weet ik niet of dat al dan niet een zegen was. Alleszins begon ik te beseffen dat er dingen als vrijheid, communicatie, expressie, liefde, seks, genot en roesmiddelen bestonden. In het Atheneum in Tongeren stond ik eerst alleen met de opvattingen die ik bij Vinkenoog en in Hitweek had gelezen, maar gaandeweg ontmoette ik enkele jongens – en buiten de school ook meisjes – die interesse toonden voor de nieuwe en frisse ideeën die toen in de lucht hingen. Opeens leek het leven een droom te worden, geen geparfumeerde nachtmerrie, maar een échte dagdroom, helder en mistig tegelijk en overal kon je de geur van seringen en lelies ruiken en in groten getale vlogen de roodborstjes om ons heen. De sixties zijn omstreeks 1965 begonnen en ik schat dat zo’n twee procent van de Belgische jongeren van toen er iets van hebben opgevangen; in steden als Antwerpen, Gent, Brussel en Charleroi misschien vijf procent. Daarom ging ik steevast in Maastricht op zoek naar voedsel voor de geest. Nederland was toen een gidsland, weet je wel.
Maar goed. In Brussel ontdekte ik door toedoen van een nieuwe vriend de Free Press Book Shop. Wat later opende Herman Claeys de beatnikkelder De Dolle Mol aan de Kaasmarkt, waar vooral schrijvers zich thuisvoelden. Op de Kaasmarkt hingen de Brusselse hippies rond, tot ze er weggejaagd werden door de Belgische Opsporingsbrigade. Er moest plaats worden gemaakt voor toeristen en pitatenten. In 1971 heb ik als barman in De Dolle Mol Herman Claeys beter leren kennen. Hij was niet altijd even prettig in de omgang, maar dat was ik zelf ongetwijfeld ook niet. De rest van het verhaal over Herman en De Dolle Mol heb ik hier al eerder verteld, naar aanleiding van zijn overlijden op 29 december 2009, nu alweer bijna vijf jaar geleden.
Foto’s: Herman Claeys, Hitweek: Martin Pulaski.