ONENIGHEID / TEMPEST

Foto: Martin Pulaski, zomer 2009

Die week hoorde ik alleen maar Bob Dylan. Niet zo ongewoon voor mij, maar ik nu wilde ik te weten komen welke Bob Dylan mij het meest raakte, het meest ontroerde. Ik kon het maar niet eens worden met mezelf, met de stemmen in mij, met de stemmen in jou, met de vele paradoxale stemmen – en maskers – van de zanger. Op een donderdag koos ik voor John Wesley Harding, jij koos voor Blonde On Blonde, Dylan zelf gaf kennelijk de voorkeur aan zijn nieuw werk, Tempest. Je weet het. Bob Dylan is de grootmeester van de onenigheid. Lees zijn teksten, beluister zijn songs, hoor zijn raspende, soms bijtende stem. Niets is het bij hem eens met niets, niemand met niemand.

In het Centraal station omhelsden we elkaar, zoals Renaldo en Clara, of waren het Bob en Sara – of waren het onze doodgewone, ongemaskerde zelven, zonder show, zonder make up? Meteen steeg je warmte me naar het hoofd. Het leek of er jaren tussen ons in vergetelheid waren opgelost. Als in zwavelzuur. Jaren die ondanks hun onzichtbaarheid op onze huid prikkels als van oude cactussen, in ons innerlijk landschap sporen als van vossen of wolven hadden achtergelaten. Zoals zo vaak als we elkaar terugzagen hadden we weinig te verbergen: we waren open en oprecht voor elkaar. Wat verhuld bleef wisten we niet of wilden we niet weten.

Ik had er veel zin in. Je ogen, de wind die door de gemene straten joeg, de late zomerzon, het schuim in de cafés, elkaar dromen vertellen en, liever nog, verhalen van verrukkelijke waanzin. Niet weten waar je loopt omdat de wind in je hoofd is gaan liggen en de zon opeens niets meer wil verklaren. Wat is het heerlijk om op die manier te verdwalen en ergens aan te komen waar alles vertrouwd lijkt, maar toch unheimlich is. Alsof wilde rozen geen doornen hebben en iedereen op korte tijd heeft leren lachen. De hele wereld, of dat stuk dat je ervan ziet, wordt opeens even erotisch en opgewonden als jij. Lust dringt binnen in voorbijgangers, in interieurs, in het spel van licht en schaduw, lust geeft alle dingen een bedwelmende geur.

En zo opeens verdwijnt de onenigheid. Is iedereen het eens met iedereen en niemand leeft nog in onmin met niemand. Want van in het begin is iedereen heilig als een eiland, is iedereen een naakt lichaam dat moet beminnen om te kunnen vergaan.

Auteur: Martin Pulaski

Dichter, schrijver, blogger, filosoof, DJ. Liefde voor steden, literatuur, muziek, film, kunsten, nachtleven. Radioprogramma ‘Zéro de conduite’ op Radio Centraal Antwerpen 106.7 fm en streaming.

%d bloggers liken dit: