EEN DROOM VAN IAN MCEWAN

Ian McEwan is een van mijn uitverkoren romanschrijvers van deze tijd. Ik bezit bijna al zijn boeken en heb ze ook allemaal gelezen; er is een groot verschil tussen boeken bezitten en ze lezen. De voorbije nacht ontmoette ik de schrijver in een bizarre droom. Maar zijn dromen niet altijd bizar? Wees gerust, ik zal niet in details treden. Dromen vertellen is alleen maar interessant voor de verteller, zelden of nooit voor de toehoorder.

Ik kwam met een groep jongeren in een groot en chic Londens hotel terecht. In dromen zijn hotels vaak labyrinten, net zoals in werkelijkheid overigens; dat was in dit geval niet anders. Immense kamers, lange, onduidelijke gangen, vruchteloze zoektochten naar wc of badkamer. Tot mijn grote vreugde belandde ik in een salon waar Ian McEwan op me zat te wachten. Ik zei hem wat ik hierboven al schreef. Hoeveel boeken heb je van me gelezen, vroeg hij. Allemaal, antwoordde ik. Dat kan niet, zei Ian McEwan. Hoezo dat kan niet, vroeg ik. Omdat je onmogelijk al mijn boeken kunt gelezen hebben, zei hij. Ik heb ze wel allemaal in het Engels gelezen, zei ik. Vervolgens wilde ik hem meedelen wat me zo getroffen had in zijn verhalen en romans. En ik wilde natuurlijk ook bewijzen dat ik ze stuk voor stuk had gelezen. Maar tot mijn ontzetting stelde ik vast dat ik me niet een titel kon herinneren. Niet een! Hoezeer ik me ook inspande, er kwam niets. Tot ik op de titel kwam van zijn allereerste boek, ‘First Love, Last Rites’ een verhalenbundel. Ik vermoed dat ik me die herinnerde vanwege het blote meisje op de cover (van Barnaby Hall). Dat is jeugdwerk, zei de schrijver, het is erg gedateerd. Toch heb ik dank zij die verhalen kennis met je gemaakt, zei ik. Maar ik bleef me schamen omdat de titels van zijn meesterwerken me maar niet te binnen wilden schieten. Toen Ian McEwan de kamer al lang verlaten had herinnerde ik mij opeens ‘Boetekleed’. Maar dat kan toch niet, dacht ik. Ik heb dat in het Engels gelezen. Vervolgens drong ‘De brief in Berlijn’ zich aan me op. Nog zo’n boek dat ik in het Engels had gelezen. Ik weet niet hoe lang ik heb liggen zoeken naar de oorspronkelijke titels. Net als aan de gangen van het hotel leek er geen eind aan te komen.

Kort na het ontwaken realiseerde ik me dat de Nederlandse titels die ik me in mijn droom had herinnerd net degene waren waar ik me destijds zo aan had geërgerd. Waarom maakt een vertaler of uitgever van ‘The Innocent’ ‘De brief in Berlijn’ en van ‘Atonement’ ‘Boetekleed’? Ach, wat maakt het ook allemaal uit. Als de mensen maar gelukkig zijn en als Ian McEwan maar blijft doorgaan met het schrijven van romans die je nooit meer vergeet, zelfs hun titels niet.

(‘Vergiffenis’ misschien? Of ‘verzoening’? Want op het einde van ‘Atonement’ schrijft Ian McEwan dit: “The problem these fifty-nine years has been this: how can a novelist achieve atonement when, with her absolute power of deciding outcomes, she is also God? There is no one, no entity or higher form that she can appeal to, or be reconciled with, or that can forgive her. There is nothing outside her. In her imagination she has set the limits and the terms. No atonement for God, or novelists, even if they are atheists. It was always an impossible task, and that was precisely the point. The attempt was all.”)

Auteur: Martin Pulaski

Dichter, schrijver, blogger, DJ, sensitivist. Stadsleven, literatuur, muziek, film, kunsten. Radioprogramma ‘Zéro de conduite’ op Radio Centraal Antwerpen 106.7 fm en streaming.

%d bloggers liken dit: