Voor Richard Hawley
Wat zeg je over de geur van onze lelies, zei ze.
Een code van berouw, zei hij
Jij warhoofd vol kronkels, zei ze.
Het is maar een lied, zei hij.
Dat hoor ik, zei ze, maar een droef lied.
De stem van de wereld, zei hij.
Ondergangsstemming, dat is wat het is, zei ze.
Als nu de zon nog zou schijnen, zei hij.
Ja, zei ze, lang genoeg rouwkleren gedragen.
Rouw is altijd wel stijlvol, zei hij.
Rouw en huwelijk, zei ze.
Mooi Martin.
PS.
Ach, onze Vlaamse taal is soms profetisch en verhullend.
T-rouwen is houwen.
En zelfs in het huwelijk zit een lijk verborgen.
LikeLike
een mooi commentaar, Uvi
LikeLike
Mooi ja. Maar dat verborgen lijk spreek je wel anders uit dan het onverborgene.
LikeLike
Wat is er nu aan de hand met jou, Martin?
Een stuk uit je leven gesneden?
LikeLike