WORSTELEN MET DE TIJD

Je zit te wachten op de tijd, de dagen toen zij er nog niet was. Toen jij er nog niet was. Iets wat lijkt op een voorafgegane geschiedenis, een biografie die nog moet geschreven worden. Er was eens. Er zal eens. Once upon a time you dressed so fine. Dat moest nog komen, zal nog komen. Er is altijd die rode jurk die je vanuit het verleden naar de toekomst zal dragen en Van Morrison hoor je al zingen: Fair play to you. Je zit te wachten op haar vermoeide blik, die zo betovert, ook als ze niet moe is, alleen maar door het leven geraakt, als door een blinde god, een engel met net iets te kleine vleugels om als een kraanvogel weg te vliegen, naar landen die we in die dagen nog niet kenden.

Wat kenden we voor de tijd? Alsof de kinderjaren de sleutel bezitten tot een geheim dat ons leven rijker zou kunnen maken en onze omhelzingen hartstochtelijker. We kennen niets en we weten niets zonder de jaren. Dagen in valleien en op heuvels, in Europese steden en in Azië, films, oude trofeeën door grootouders uit Congo meegebracht, souvenirs uit de tweede wereldoorlog, het gekreun in een kleine koude kamer in Amsterdam. Postzegelverzamelingen met beeltenissen van alle koningen van de wereld, allemaal dood nu. Het leven van onontdekte volkeren door televisieploegen ontluisterd. En vervolgens breekt de algemene ontluistering aan. Beautiful friend!

Het was mooi om op klokken te schieten, zodat de wijzers stilvielen, las ik in een oud boek. Ja, dat moet mooi zijn geweest. Toen we nog geen namen hadden, of onze namen nog niet besmeurd waren door de anderen, degenen die ons de das om willen doen, degenen die het nooit goed met ons voor hebben gehad. Want je weet heel goed dat zulke mensen bestaan. Ze zitten hun ziel uit  te spuwen als ze het water van hun aardappelen afgieten in de gootsteen. Ze weten niet wat ze willen. Ze willen vooruit in het leven en gaan over lijken. Ze gaan ervoor. Ze hebben nooit een ziel gehad. De ziel bestaat niet, zeggen ze, en er bestaat nog veel minder een eeuwig leven.

Had ik een geweer ik schoot niet op mensen of dieren, maar op klokken. Maar waarom op klokken? Is er iets mooiers dan een klok? Je mag nooit onberedeneerde uitspraken doen. Op wat zou ik dan wel schieten? Mieren zijn dieren. Laat me even nadenken; misschien zou ik best op geweren schieten. Ik heb altijd van westerns gehouden, vooral van die scènes in westerns waar de ene revolverheld de andere zijn revolver uit de hand wegschiet. Niemand sterft, maar er is een spel gespeeld en een van beiden heeft gewonnen. Het mooie is ook hoe ze eerst met hun voetstappen de grond meten, en dat je weet dat ze zich aan de regels kunnen onttrekken en de andere in de rug schieten. Dat gebeurt. Ik denk dat het nu de regel is. Als ik nog kan denken, in deze sterke tijd, die zich zo wellustig aan me opdringt, bijna alsof hij wil zeggen dat ik niet besta, geen voetnoot ben in de geschiedenis, maar een atoom tussen massa’s andere atomen.

De tijd bestaat niet, maar telt toch al onze stappen, naar elkaar toe en van elkaar weg – en alle andere denkbare stappen die we zetten, en zelfs datgene wat sommigen misstappen noemen. Er is geen maat, maar alles wordt gemeten. Elk lied is wiskunde, ook al voel je alleen je hart kloppen. Maar je hart klopt matig. Ook al is het een verraderlijk hart, of een trouw hart, of een laf hart, het klopt matig. In een huis of in een schip op de donkere oceaan. Je hart klopt op het ritme van je verlangen. Het verlangen van je ziel. Vergis je niet! De menselijke driften maken een mens driftig en dom. Maar je verlangen wijst je de weg naar de sirene die je niet kent en niet wil kennen maar wil ontsluieren. Je verlangen is een raadsel op zoek naar een raadsel. In haar mysteries wil het worden ingewijd – en daarna vallen licht en duisternis in je leven samen en misschien kan de tijd dan gewoon zijn zin doen. Alsof hij het voor het zeggen heeft, zonder taal, zonder teken.

tijd, kindertijd, western, paradijs, klok, dagen, uren, verlangen, driften, freud, psychoanalyse, dood, leven, genot, lust,

Finis Gloriae Mundi, Valdes Leal

Auteur: Martin Pulaski

Dichter, schrijver, blogger, DJ, sensitivist. Stadsleven, literatuur, muziek, film, kunsten. Radioprogramma ‘Zéro de conduite’ op Radio Centraal Antwerpen 106.7 fm en streaming.

9 gedachten over “WORSTELEN MET DE TIJD”

  1. Dag Martin,
    Mooi. Ik lees je graag. Als je verdrinkt in vrouwen.
    Of in het enkelvoud. Van de trouw.
    Eerste twee alinea’s genieten dan ook mijn leesvoorkeur.
    Zonder het geheel te willen ‘verkleinen’.
    Je zit zo in de tekst. En dat voel je.

    Like

  2. Dag Martin,
    Precies om dat ‘verdrinken in vrouwen’ durf ik me als vrouw hier bijna niet te vertonen. Maar ik doe het nu toch, omdat ik je sinds enkele maanden lees (dank je, Uvi..) en nu kan aanhaken op je wonderschone tekst. Vooral in de laatste alinea, maar ook om ‘Fair play to you’ in de eerste, dat het gemoed zo bewerkt, zoals je daarna beschrijft.
    hartelijke groet van

    Like

  3. @Uvi: Uvi, ik weet niet hoe het met mijn trouw is gesteld. Nogal goed, denk ik. Maar wie kent zichzelf, zijn verlangens? Alleszins ben jij een trouwe lezer, waarvoor ik je zeer dankbaar ben. Jouw (en andere) commentaren stimuleren mij telkens, en weten vaak mijn moedeloosheid en somberheid weg te jagen. Maar waarom toch denk je dat ik verdrink in vrouwen? Ik zie graag vrouwen, over het algemeen zijn ze zachter en begripvoller, kennen meer mededogen, dan mannen. Maar of ik in vrouwen verdrink? Ik vrees dat ik een beetje in mezelf verdrink. Overigens is de tekst hierboven voornamelijk geïnspireerd door mannen: Slavoj Zizek, Rainer Maria Rilke en Gaston Bachelard. Maar ik geef toe dat er veel autobiografische elementen in verwerkt zijn.
    @Oestha: vind jij ook al dat ik ‘verdrink in vrouwen’? Misschien wel, ik weet het niet. Ik geloof vooral in de liefde. Maar ik hoop dat ik niets kwetsends of denigrerends over vrouwen schrijf. Ik vind dat de vrouwen op een hoger niveau staan dan de mannen. Daarom begrijp ik niet goed waarom je schrik zou hebben om mijn teksten te lezen. Commentaren zoals die van jou zijn bijzonder stimulerend. Door te reageren word je deel van de tekst. Fair Play is een van mijn favoriete songs. Bedankt voor je mooie woorden, Oestha.

    Like

  4. Dag Martin,
    Geen schrik hier om je te lezen, dat is een misverstand. Met ‘vertonen’ doelde ik op zichtbaar worden in de vorm van een commentaar. Nee, je geeft juist veel reden tot lezen. Zo divers, zo veel tekst en ideeen, zoveel affiniteit die ik heb met je muziekkeuze.
    Het ‘verdrinken’ zegt evenveel over mijn lezen als over jouw schrijven. De vraag wat ik vind laat ik dus maar even, uit goede bedoeling overigens. Ik kan het niet bestrijden, de vrouwen die op een hoger niveau staan.. maar de mannen ken ik ook. En jij vast ook.
    hartelijk,

    Like

  5. Martin,
    en Oestha,
    Ken je een mooiere dood
    dan te verdrinken in een vrouw.
    Dit kan toch enkel een oratorische vraag zijn.
    En Oestha,
    ik hoop dat je nu en dan toch nog eens langskomt.
    Vergeet de gids niet.

    Like

  6. Dag Oestha,
    Het was inderdaad een misverstand van me. Er is een duidelijk verschil tussen lezen en becommentariëren. Fijn dat er die affiniteit is in muzikale smaak.
    En ja, ik ken de mannen ook een beetje. Ik ben er zelf een. Maar soms verbaas ik mezelf nog. Soms begrijp ik niets van wat ik doe en wat en wie ik ben.
    Tot een volgende keer.

    Like

  7. Uvi, het was niet echt een retorische vraag hoor. Ik wil niet meteen verdrinken, niet in het water en niet in vrouwen. Ik wil nog niet sterven. Ik weet dat je het niet letterlijk bedoelt, maar toch.
    Ik zie graag vrouwen, maar heb toch eerder het gevoel dat ik in mezelf verdrink. En in de wereld, waar jij zo gevat over schrijft.
    Gegroet!

    Like

  8. Dag Martin,
    die ‘oratorische vraag’ betrof m’n eigen woorden, hoor.
    Maar ik begrijp best wat je mij wil duidelijk maken.
    Vergeet niet dat ik nog altijd een spelend jongetje ben (homo ludens)
    en het alfabet is m’n geliefkoosd speelterrein.
    Vandaar ook dat ik hier graag kom.
    “We kennen niets en we weten niets zonder de jaren.”
    En daarom ook wil ik al eens een ‘pretentieloos kroniekje’ schrijven.
    Ik gaf je daar een (poging tot) antwoord, Martin.

    Like

Reacties zijn gesloten.

%d bloggers liken dit: