NU DE VOLLE MAAN SCHIJNT IS MIJN DORST GROOT

‘It’s all in your mind’ zingt de zanger. Ik zag de volle maan, bijna als een zon die mij verblindde. Ik stelde mij die zonnige maan niet voor. Zij kwam achter de wolken uit en verdween dan weer, speelde een spelletje met me, zoals een kind dat doet met zijn speelgoed. Ik wilde blijven kijken tot ik bijna blind was, maar dat mocht niet van de donkere wolken. Ik had eerst niets geweten van een volle maan. Ik had bijna de hele dag gesuft en geslapen. Later had ik het vuil buitengezet, zoals de meeste mannen doen. De afwas had ik ook al gedaan. En wat gezellige ruzie gemaakt met mijn vrouw. Niets spectaculairs, de dagelijkse huiselijke taferelen, die overigens met veel begrip en tederheid gepaard gaan. Het is een ritueel dat sommige mensen nodig hebben om te kunnen gaan slapen. Ik stond op straat onder onze boom en zag opeens die ronde volle maan en dacht aan woorden van Paul Bowles. Herhalen wil ik ze niet, ze staan hier ergens in de marge. De volle maan herinnert je, zeker op jouw leeftijd, aan je sterfelijkheid. Omdat er niet zoveel volle manen voorkomen in een mensenleven – zeker niet volle manen die je ook echt ziet en dan nog eens voelt ook.

Geheel toevallig had ik bij het ontbijt een interview met Neil Young gelezen, een man die kennelijk alleen maar songs opneemt bij volle maan. Ik las dat hij in de tijd van ‘Harvest’ geen woorden vond om zijn geluk uit te drukken. Daardoor kwam ‘Out On The Weekend’, een song over gevonden geluk, er heel droef uit, wat tot veel verkeerde interpretaties en misverstanden leidde, ook bij mezelf. Hoe kan iemand droef zijn en tegelijk gelukkig? Iemand die me dierbaar is legde me uit hoe dat mogelijk is. Ruw geschat vijftien volle manen geleden gebeurde dat. Mijn leven is sindsdien veranderd. Ik zie veel dingen anders, in een ander perspectief, de kleuren zien er anders uit, er zijn meer lagen, wat op een impasse leek is een passie geworden.

Hoe vaak is dat niet het geval bij schrijvers, muzikanten, kunstenaars. Ze willen iets roods maken, en het wordt blauw, ze denken aan de blues maar het wordt een elektronische dance song, een gedicht is bijna af en het wordt een roman van duizend bladzijden. Ga zo maar door. ‘It was only a change of the plans’, zingt Neil Young. En ik schenk je glas nog eens vol. We drinken op de idealisten, avonturiers, surrealisten, degenen die plastic bloemen planten in de voortuin van Polanski’s huis. We drinken op het zout van de aarde en op de peper. Ook drinken we op hoe we erin slagen het profiteren en misbruiken om te buigen in werkelijk genot en uitzinnig plezier.

Je weet dat ik graag namen noem. Namen doen een tekst ontsporen. Waarom zou dat niet mogen? Een tekst is geen trein, er zitten geen echte mensen in. It’s all in your mind. Een tekst komt uit de verbeelding, uit het verleden, uit de woorden van oude idioten, uit beelden van andere teksten, uit jouw mond, uit jouw boodschappen en geintjes. Soms denk ik dat een tekst moet ontsporen om echt te zijn. Om niet als een vervelend obstakel de plaats in te nemen van het donkere object van je verlangen. Om de uitdrukking van een obsessie te zijn. Maar ik wijk af. Over obsessies wil ik het niet hebben, omdat ik nog niet meer namen wil noemen. Het moet netjes en overzichtelijk blijven. Je moet voorzichtig zijn. De wet naleven en je rekeningen betalen. Niet uit het oog verliezen wie je vrienden zijn. En de volle maan.

De wet echter weet niets van je avontuurlijke aard. De wet weet niets van je dromen. De wet geeft niet om jou. Voor de wet ben je een nummer, een geval, een case. De wet stuurt je rekeningen, deurwaarders, dokters, gewetensbezwaarden. De wet opereert je, geneest je en laat je weten dat je nog leeft en al of niet gehuwd bent. De wet geeft je een stem zonder waarde. De wet tekent je profiel. Wat betekent de wet dan nog? Nu de volle maan schijnt zou je net zo goed een bedrieger, een dief, een echtbreker, een pistolero, een gaucho, een maanzieke, een zot kunnen worden. Waarom niet? Een pervert, een nymfomane, een heilige, een mankepoot, een zielig figuur, een harlekijn, een kimono my house. Een, een, een.

Zo zit je je dan opeens op straat, zonder iets. Je zingt niet langer. Je zegt niets. Je hebt een bekertje in je handen. Je ruikt naar pis. Je vraagt niet eens meer om geld. Je houdt het bekertje omhoog. Wat geld voor wat bier. Een jonge vrouw die lekker ruikt geeft je een sandwich. Je ogen vochtig. Wat hoesten. Een herinnering van toen je aan een vijver zat te vissen met je vader. Van je vader die zei, wat ben jij een goeie visser. En dan weer terug op de Anspachlaan, uitgeblust met je beker in de hand. Je hand zoals je gezicht rood, opgezwollen. Zingen kun je niet. Je herinnert je geen woorden, van geen enkel lied, van geen enkele conversatie. Hoe heet je zus, je broer, wat is een hart, een alvleesklier, waarvoor dient een milt? Weg met die dingen. Ik wil geen organen. Alleen een euro voor een bier. Nu de volle maan schijnt is mijn dorst groot. Mijn dorst is groot, nu de volle maan op jou schijnt. Begrijp je me nu niet?

Auteur: Martin Pulaski

Dichter, schrijver, blogger, DJ, sensitivist. Stadsleven, literatuur, muziek, film, kunsten. Radioprogramma ‘Zéro de conduite’ op Radio Centraal Antwerpen 106.7 fm en streaming.

5 gedachten over “NU DE VOLLE MAAN SCHIJNT IS MIJN DORST GROOT”

  1. Hoewel ik een ouwe idioot ben, Martin,
    en gelijk op een volle maan, zou ik het arrogant vinden
    om te beweren dat ik je begrijp.
    Neen, zover durf ik niet te lezen.
    Maar verdwalen deed ik graag tussen je bleke gedachten.
    “Hoe kan iemand droef zijn en tegelijk gelukkig?”
    Het is me altijd bijgebleven.
    Julien Schoenaerts stond voor het raam en zag z’n dochter vallen. Zelfdoding.
    Toen hij erop terug blikte, omschreef hij het als ‘een schoon verdriet’.
    Ik vermoed dat dit in de buurt komt.

    Like

  2. Ik voel elke volle maan…
    Misschien moet je er een beetje gek voor zijn.
    Mooie tekst.
    ps: via jouw blok Phosphorescent leren kennen en het prachtige nr ‘cocaine lights’. Waarvoor dank.

    Like

  3. Maar Martin …..
    Hier ben ik nog eens aanbeland ,hier vertoef ik graag ondanks lang geleden ,ik reisde lang tussen de maan en de zee ,de berg en het korenveld ,de zon en de sneeuw ,ik weer hier
    en weer ontroerd en verbaasd door je innige teksten ,mooie teksten en alle superlatieven daarvoor
    enkele dagen geleden zat ik in de studio van radio centraal met Philippe G.die ik onlangs leerde kennen en dacht aan jou
    was alles vergeten ,zelfs je naam ,plots wel en hier schrijf ik je weer
    Lieve groet van het bloemenkind van Bilzen ,we waren er ooit tegelijkertijd zonder mekaar ooit te kennen
    Angela

    Like

  4. @Pelgrimpje: dank je.
    @Uvi: “Hoe kan iemand droef zijn en tegelijk gelukkig?” Je geeft daar een heel mooi en aangrijpend voorbeeld, dat van Julien Schoenaerts en zijn dochter, bedoel ik. Maar in mijn tekst (en in mijn leven) gaat het in zekere zin om het omgekeerde: de nadruk ligt op het geluk, je bent gelukkig en toch ben je tegelijk ongelukkig (zoals in de song van Neil Young.)
    @Ella Louise: bedankt voor je commentaar. En ik vind het fijn dat jij via mij bij Phosphorescent bent aanbeland. Heel mooi (ook live erg goed).
    Ja, een beetje gek zijn is niet slecht. Grenzen overschrijven, maar toch altijd een beetje voorzichtig blijven. Ik denk nu aan de beginregels van Howl van Allen Ginsberg.
    @Angela: bedankt voor je mooie commentaar. Geniet van al je reizen. Ik ben blij als je me komt lezen.

    Like

Reacties zijn gesloten.

%d bloggers liken dit: