IK ZEI ‘JA’ AL HEEL VROEG

Ik zei ‘ja’, al heel vroeg.
Maar ik zei vooral ‘nee’.
‘Laat me met rust.
Laat me niet met rust’.
“Deze wereld is jullie makelij.
Niet die van mij.
Ik ben maar een passagier.
Een niemendal.
Een strijkijzer op een operatietafel.
Ik ben geen dit en geen dat.
Een aasgier ben ik niet.
Ik heb geen naam.
Met de ene rug het beest.
Wankel in de winkelstraten
Met jullie merkwinkels
Waar al het lelijke wordt verhandeld.
Al het lelijke van de wereld.
Al het overbodige.
Aan mij heb je een lastige klant.
Een armoedzaaier.
Zie me zaaien: zint het je niet?”
Ik zei ‘ja’, al heel vroeg.
Maar ik zei vooral ‘nee’.
‘Laat me met rust.
Laat me niet met rust’.
“Klimmen naar de top van de ijsberg
Is niet mijn sterkste kant.
Ik keek van boven naar beneden
En zag tinnen soldaten bloed vergieten
Voor een emmer vloeibaar goud.
Of voor een emmer stront.
Dat maakte niet uit.
Het kwam op winnen aan.
En een naam in de annalen gegrift.”
Ik zei ‘ja’, al heel vroeg.
Maar ik zei vooral ‘nee’.
‘Laat me met rust.
Laat me niet met rust.’
“Van beneden naar boven keek ik
En ik zag laarzen, modieuze schoenen
Me schoppen waar het pijn deed.
Vrienden beten in het stof:
Ze kozen de zachte dood.
Alles liever dan door jullie
Uitgehongerd, uitgelachen, uitgerangeerd
Te worden.
Met woorden uit het leven uitgesloten
Te worden.
Alsof ze geen geestdriftige mensen waren
Met hun ogen glinsterend van de plannen.”
Ik zei ‘ja’, al heel vroeg.
Maar ik zei vooral ‘nee’.
‘Laat me met rust.
Laat me niet met rust.’
“Ik had een schorre stem.
Ik sprak niet.
Ik zei ‘I don’t care anymore’.
Je weet maar nooit
Wie je vijanden zijn.
Maar als je naar beneden gaat,
Naar de vallei,
Dan weet je het al snel,
Wie je vrienden zijn.
Als je honger lijdt
En iemand geeft je brood
En wijn en woorden.
Ook al heb je een schorre stem
Geeft toch een vrouw je liefde.
En haar kus
Is de proef op de som.”
Ik zei ‘ja’, al heel vroeg.
Maar ik zei vooral ‘nee’.
‘Laat me met rust.
Laat me niet met rust.’
“Mijn hart vanavond is gevuld met wrok.
Maar niet voor lang.
Morgen dans ik weer, een derwisj,
Morgen dans ik in de armen van sjamaan.
Morgen omhelst me mijn geliefde.
Morgen geef ik je kussen.
De kleuren en de geuren van de wereld.
Morgen ben ik er voor jou.
En voor jou.
Come rain or come shine.
Ik val voor je neer, met onbedekt hoofd
Als voor de bliksem.
Ik ben je geliefde, je bruidegom in de avond.
Je hebt vele namen, maar blijft onbekend
Als een god die nog niet is ontsluierd
Een bloem die moet ontluiken
In heel veel toekomst.
Ik ben je donker dier.
Je mededogen ben ik en jij dat van mij.
Ik ben je tijger.
Ik ben je lekkere kip.
Maar smaak ik ook goed?
Mijn hart vanavond is gevuld met wrok.”
Ik zei ‘ja’, al heel vroeg.
Maar ik zei vooral ‘nee’.
‘Laat me met rust.
Laat me niet met rust.’
“Laten we nu dansen schat,
Naar de zijkant van de wereld.
Laten we dansen voor de doden
En voor degenen die nog leven
Met een vonk in hun ogen.
Eerlijke leugenaars, valse vrienden,
Bedriegers die talloos veel
kwalen helen.
Laten we nu dansen schat,
En de nacht, de dag vergeten –
Alsof zij even niet bestaan.
Evenmin als de klootzakken
Die je hart, je zenuwen verzuren.
Laten we nu dansen en bidden
Voor wat nog rest
Van het vuur in ons, het vonkje.”

 

 

Auteur: Martin Pulaski

Dichter, schrijver, blogger, filosoof, DJ. Liefde voor steden, literatuur, muziek, film, kunsten, nachtleven. Radioprogramma ‘Zéro de conduite’ op Radio Centraal Antwerpen 106.7 fm en streaming.

2 gedachten over “IK ZEI ‘JA’ AL HEEL VROEG”

  1. Dank je, blogonious, voor je immens begrip. maar wat je voorstelt, dat is mij niet echt gegeven – bovendien wens ik het niet eens. ik denk trouwens dat ze zelf omdat ze niet anders kunnen plaats zullen maken. ook voor jou, trouwens.

    Wat dit allemaal niet echt minder wanhopig maakt. I’ve got blisters on my fingers!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

    Like

Reacties zijn gesloten.

%d bloggers liken dit: