“We’re all stars but some of us are looking at the gutter” las ik ergens, een uitspraak van Oscar Wilde, gelezen door een dwarsligger. Ik wilde er eerst nog “gutter twins” van maken, maar ging dat niet wat te ver? Was de oorspronkelijke omkering niet voldoende om duidelijk te maken hoe groot mijn afkeer is van gevonden uitspraken, ook al doe ik het zelf meer dan me lief is? Ik stel vast, en ik ben ervan overtuigd dat jullie dat ook doen, dat we intellectueel en qua imaginatie erg lui geworden zijn. Altijd maar herkauwen als koeien, ja, als verdomde koeien, of ligt die vergelijking niet voor de hand? Niet is wat het lijkt, maar door verwijzingen, citaten, gekende en minder gekende grappen, doen we alsof alles wel is zoals het is. We doen bijvoorbeeld alsof het koud is buiten, terwijl het eigenlijk warm is in vergelijking met de nucleaire winter die we ons dertig of twintig jaar geleden hadden voorgesteld, toen we met honderdduizenden op straat kwamen om onszelf tegen die vreselijke kou te verweren, om te pogen het tij nog te keren.
Het tij is niet gekeerd. Het mag dan warm zijn buiten, maar de meesten van ons liggen nog altijd in de goot en kijken naar domgemaakte sterren. Nucleaire energie wordt opnieuw als een nobele bron van warmte gepropageerd. Grenzen worden gesloten; aan mensen zoals jij en ik wordt geweigerd in een goed uitgerust ziekenhuis te sterven. Niet dat het een feest is om op een westerse operatietafel de geest te geven, maar zonder morfine of water doodgaan in een brokkelige woestijnstad lijkt me veel erger.
Ik heb geen nieuwjaarswensen, behalve deze: dat iedereen overal welkom zou zijn, dat we allemaal zouden kunnen inzien dat we af en toe naar dezelfde volle maan kijken. En dat iedereen, en dat is helaas een verwijzing, zonder paspoort de grenzen over zou kunnen gaan. Dat je de ene dag zonder schoenen aan je voeten de sneeuw in moet, of het schroeiende zand, en de volgende dag over groen gras in een gematigd klimaat je weg kan zoeken, omringd door vriendelijke en begripvolle soortgenoten. Dat we allemaal menschen worden, zo snel mogelijk, en liefde weer veel meer gaat betekenen dan seks en Sodom en Gomorra. Ik geloof namelijk dat er niets is waartoe de mensen niet in staat zijn. Dat kan gewoonweg niet, als je een nucleaire winter kunt bedenken en verwezenlijken. Laat het daarom nu eens een lange hete zomer van liefde worden. Een jarenlange zomer, zonder soldaten, politie, wapens, uitbuiting en verdrukking. En een Orpheus die niet omkijkt, ook al denkt hij aan de vreselijke mogelijkheid dat Euridike in de goot ligt. Mag dat? Ja, het mag.
Ω
Afbeelding: Lucas Van Leyden, Lot en zijn dochters, 1530
Liefde, warmte,…vrede, goed verwoord Martin .En een illustratie die stof tot nadenken biedt. Lot is zowel in de bijbel als in de koran te vinden. Zijn leefwereld ( de Jordaan), het Midden-Oosten, staat in vuur (Sodoma)! Wij zijn zoutpilaren geworden…
LikeLike
Mie, ja dat werk van Lucas Van Leyden biedt inderdaad meer stof tot nadenken dan mijn tekst. Toch denk ik niet dat wij allemaal zoutpilaren zijn geworden. Jij alvast niet.
LikeLike
De aard van het beestje, Martin…ik heb mij vanaf dit jaar , inderdaad , voorgenomen niet achterom te kijken, wel rondom mij en als het lukt ook vooruit. Wordt vervolgd.
Jouw tekst is zéér de moeite, zo geillustreerd( op dat incestverhaal na).Er zit zoveel symboliek verborgen in soms ogenschijnlijk banale dingen en omstandigheden. Stilstaan is de boodschap!
LikeLike