Voor Margarethe Von Trotta en Jutta Lampe.
Lucht heeft geen gewicht, minder nog
Dan de ziel wordt beweerd en in je ogen
De lokroep van het zuiderlicht.
Van de oceanen heb je elke druppel geteld,
Al het zoute water geteld in je ogenblik
Buiten de tijd gerekend, de klok stilgevallen.
Toch moesten ook die dromen lood worden
Naamate de dag vorderde, van geschiedenis
Vervuld. Niets dan lood in de tijd.
De tijd die je niet in de ogen kijkt.
De tijd die je naam niet wil kennen.
De tijd die lichaam noch ziel ontziet.