Het is nooit mijn bedoeling geweest een recensie te schrijven over het concert van Stephen Stills in de AB eergisteren. Daarvoor ben ik te zeer bevooroordeeld. Ondanks mijn leeftijd ben ik nog steeds een fan van Stills. Dat schreef ik vorige maandag al. Misschien niet letterlijk, maar het zal toch duidelijk geweest zijn.
In de commentaren bij mijn vorig stuk over Stephen Stills is willens nillens toch recensieachtig materiaal binnengeslopen, zij het minimaal en in stukken en brokken. Voor degenen die de commentaren – die soms interessanter zijn dan de tekst erboven – niet lezen: mijn standpunt kwam erop neer dat ik de eerste, akoestische helft van het optreden schitterend vond. Prachtige songs, bevlogen gespeeld, met veel expressie en intensiteit gezongen. De cover van Dylans ‘Girl From the North Country’ raakte me in mijn ziel. Het tweede, elekrische gedeelte kon mij minder bekoren. Stephen Stills wilde teveel bewijzen dat hij een echte bluesman was. Maar slecht, laat staan vervelend, was hij nooit.
In de hierboven genoemde commentaren zijn kritische opmerkingen te lezen over de heren en dames recensenten. Waarom doen ze er niet het zwijgen toe, als ze iets niet goed vinden dat toch goed IS? Ik moet daar nu eerlijkheidshalve aan toevoegen dat ik de recensie van Dirk Steenhaut in De Morgen over het optreden van Stephen Stills heel juist vind. Ik kan er mij volledig in herkennen: hij beschrijft het concert dat ik heb bijgewoond. Geen pretentieus geleuter, geen gelul over vals zingen, of slecht gitaarspelen, maar een eerlijke beschrijving van een concert zoals er veel te weinig te zien en te horen zijn.
Daar zeg je het Martin: Dirk Steenhaut is nog één van de weinige Nederlandstalige muziekrecensenten die altijd zo eerlijk mogelijke recensies en verslagen schrijft zonder pretentieus geleuter.
Bovendien heb je volkomen gelijk: ik zag het vorig jaar na mijn pretentieuze gezeik over the eagles eindelijk ook in dat het geen zin heeft om je energie te steken in negativiteit. Waarom het werk van een goedbedoelend mens afbreken, met de grond gelijkmaken, belachelijk maken? Hebben die pretentieuze zakken (including myself) ooit zelf al eens een song geschreven? Eindelijk zag ook ik in dat ik me daar in het verleden ook al te vaak aan bezondigd heb. Een leuk, pretentieus bijdehand tekstje schrijven om iemand in de grond te boren, kan iedereen. Maar zelf muziek maken is nog wat anders.
Komt daar nog bij dat ik het de laatste tijd nogal moeilijk heb met “recensies” over concerten… Vroeger sprak men toch altijd van een concertVERSLAG? Sinds wanneer heeft iemand beslist dat concertverslagen tegenwoordig ook recensies moeten zijn?? Er is nog altijd een groot verschil tussen een recensie en een verslag. Bij een verslag moet je je aan de feiten houden waarvan je op dat moment getuige bent, maar dat zijn de “moderen” journalisten, en zeker de muziekjournalisten, van vandaag vergeten… Ze zijn “het ontstaan” van hun roeping vergeten, hetgeen het volgende was: Toen God de beroepen uitdeelde, stond één iemand langs de zijkant en noteerde hetgeen hij zag gebeuren. Toen alle beroepen uitgedeeld waren en er niks meer overbleef, vroeg de man aan God welk beroep hij dan zou moeten uitoefenen. Jij wordt journalist, sprak God, omdat jij het talent hebt om in duidelijke bewoordingen neer te schrijven waarvan je getuige bent geweest.
En precies dié fundamentele opdracht, zijn ze vandaag compleet vergeten, beste Martin…
LikeLike
Hallelujah! Praise the Lord!
(Zelf heb ik me ook al wel eens aan negativisme ‘bezondigd’, denk ik. We moeten pretentieus gezeik toch nog af kunnen keuren, of niet soms?)
Met andere woorden: zet nog eens een plaatje op van Link Wray. Of van Bobby Charles.
LikeLike
Martin, als je wilt, kan ik je een bootleg bezorgen van dit concert. Vandaag gedownload en het klinkt alleszins goed. Zo heb ik ook wat het gevoel alsof ik erbij was. En ’t is misschien een leuk souvenir voor iemand die er zelf bij was? Je laat het me maar weten…
LikeLike