Foto: Martin Pulaski
Ik wil al heel lang iets schrijven over Tim Hardin, een van mijn antihelden, (waarvan ik er nogal wat heb, geloof ik). Antihelden zijn vaak de echte helden, net omdat ze geen echte helden zijn. Je kunt Arthur Rimbaud toch moeilijk een held noemen? Rambo? President John F. Kennedy? De zeven samoerai? Koningin Fabiola? Ach, laat maar, ik mag vooral de draad niet verliezen, terwijl ik daar nu net zoveel zin in heb. Verdwalen in vreemde woorden, in vertrouwde zinnen, als in gevaarlijke steegjes, na middernacht. ‘Cul-de-sac’ heb ik overigens altijd al een mooie uitdrukking gevonden. Maar mijn wijze van verdwalen is geen echt dwalen, ik blijf meestal op mijn hoede, mijn bewustzijn is minder vaak uitgeschakeld dan je wel eens zou kunnen denken. Ik ben meestal voorzichtig, in steden net zo goed als in woestijnen. Ja, en ook in wat ik schrijf ben ik een voorzichtige jongen, en beland ik al snel weer op het juiste pad.
Dinsdagavond ben ik aan dit stukje begonnen, maar door allerlei toestanden, waaronder aangename, een etentje met een goede vriendin, en onaangename, fijn stof in het appartement, de indringende geur van verf, een bezoek aan het UZ in Jette (waarover later misschien meer), heb ik niet door kunnen werken. Schrijven is inderdaad werken, ook als is het maar voor een blog (iets waar Supermannen als Serge Simonart op neerkijken), ook al is het een aangenaam tijdverdrijf. Schrijven is niet wachten op inspiratie, want die komt niet. Schrijven is bedenken, combineren, uitvinden. Is het niet vooral vragen stellen?
Nu wil ik dit ‘verhaal’ toch afwerken. Gisteren liep ik na het bezoek aan het ziekenhuis even een consumptietempel binnen, en daar vond ik een zeer ontroerende langspeelplaat, getiteld ‘The Future Is Unwritten – Joe Strummer’. Joe Strummer bewonder ik mateloos. Dank zij hem en enkele van zijn geestverwanten ben ik destijds opnieuw naar rock & roll gaan luisteren. Tot mijn spijt heb ik Joe’s radioprogramma nooit kunnen beluisteren. Deze soundtrack van een documentaire film van Julien Temple is een hulde aan de muzikant Joe Strummer, maar ook aan de radiomaker van Radio Clash. Waarom vertel ik dit nu eigenlijk? Omdat een van de songs op de soundtrack, toevallig of niet, ‘Black Sheep Boy’ van Tim Hardin is. En deze middag kreeg ik een sms van mijn vriend, mister Koen, verblijvend in het Verre Westen van België, of ik niet eens een best-of-cd van Tim Hardin wil samenstellen (en aan mijn Laura vragen welke liederen van Hardin zij het liefste hoort). Toevalligheden.
Zoals je weet of niet weet ben ik al zeer lang een bewonderaar van John Lennon. Maar was het niet zielig – en typisch – dat niemand, ook ik niet, treurde toen Tim Hardins dode lichaam een paar dagen na de moord op John werd aangetroffen, als ik me nog goed herinner in een stinkend appartement ergens aan de Westkust, waarschijnlijk in Los Angeles. Onze vreselijke woede en onze ontzaglijke droefheid waren uitsluitend naar een dode held, gevallen aan de ingang van de New Yorkse Dakota Building gegaan, en we wisten meteen dat ‘Rosemary’s Baby’ daar voor een deel was gefilmd en dat die en die er hadden gewoond of nog woonden, onder meer Lauren Bacall. Over John Lennon wisten we alles, maar dan ook alles.
Wat wisten we over Tim Hardin? Laat in december 1980 drong het tot me door dat hij dood was, gestorven van de drugs waar hij al jaren mee knoeide. Sinds hij als vrijwilliger (‘marine’) gevochten had in een of andere kleine smerige oorlog, waar het Amerikaanse bestel – ook nu nog – zo in excelleert. Misschien vocht hij ook helemaal nergens tegen niemand, want Tim was net zoals Bob Dylan zeer goed in het verzinnen van zijn biografie. Tim Hardin beweerde ooit dat hij een rechtstreekse afstammeling was van de bloeddorstige outlaw John Wesley Hardin. Wat wisten we nog meer? Dat hij een bewonderaar was van Hank Williams, hij had er een lied over geschreven, waarin hij hem ‘mijn vriend’ noemde. En Nico had ongetwijfeld veel van Tim Hardin gehouden, vermoedden we. Zij was geen ‘hypnotist collector’ maar verzamelde gretig singer-songwriters zoals onder meer de jonge Jackson Browne, John Cale, Lou Reed, Jim Morrison, en wie weet wie nog allemaal. Haar mooiste elegie zong ze voor een andere junkie, Lenny Bruce. Het was een song van Tim Hardin. Zo staat het toch op de hoes van ‘Nico: Chelsea Girl’. De originele versie heb ik nooit gehoord. Arnold Rijpens zal daar wel meer over weten.
Ik hield van de songs van Tim Hardin en hoe ouder ik word hoe meer ik er van houd. Ik weet niet meer hoe ik de zanger ontdekt heb, maar zeer waarschijnlijk door zijn songs. Want daar was hij een meester in. Hoewel hij heel vaak stal, zoals alle folkzangers en singer-songwriters en rock & rollers deden en nog altijd doen. Maar waren het the Four Tops met ‘If I Were A Carpenter’, of was het de halve crooner / halve rock & roller en deeltijdse folkie Bobby Darin, (herinner je ‘Splish Splash’ en ‘Dream Lover’) door wie ik hem op het spoor kwam? Er waren tevens uitstekende beatgroepen die zijn composities coverden, zoals the Small Faces (‘Red Balloon’, ‘If I Were A Carpenter’), en Tee-Set (‘Hang On To A Dream’). Dan was er nog de cover van ‘Reason To Believe’ door the Youngbloods, die mij tot tranen bewoog. Rod Stewarts versie van dat nummer is trouwens ook erg mooi.
Ongetwijfeld heb ik Tim Hardin voor het eerst gehoord op Radio London of in het Nederlandse radioprogramma Superclean Dream Machine. En het was zeker in Amsterdam, op het Waterlooplein, op een zeer koude dag in maart of april 1970, dat ik de eerste keer een elpee van Tim Hardin kocht. Ik bezit ze nog altijd en zal er pas afscheid van nemen als de tijd is gekomen. Maar laten we niet melodramatisch worden. Ik heb mijn cd’s al op een stapeltje gelegd. Straks of morgen begin ik aan die compilatie. Ik zal er wat mooie covers tussen mixen, ‘Black Sheep Boy’ door Scott Walker, ‘Shiloh Town’ door Mark Lanegan, een nummer dat ik als ik met wat vrienden heb zitten drinken soms ook wel eens stukzing. Ik kan namelijk helemaal niet zingen. Maar je moet slechts enkele akkoorden kennen om het te kunnen spelen. En voldoende whisky drinken om er zeker van te zijn dat je het kunt zingen.
Tim Hardin was een tedere, echt mannelijke zanger. Daarom denk ik dat alle vrouwen hem graag horen. Zoals de mooie actrice die zijn geliefde werd en waarover hij zo aandoenlijk zingt in ‘Lady Came From Baltimore’. Her name was Susan Moore. Maar in werkelijkheid enigszins anders gespeld. Zoals de ‘John Wesley Harding’ van Bob Dylan.
Als je niets van Tim Hardin bezit raad ik deze compilaties aan:
Hang On To A Dream: The Verve Recordings (Polydor / Chronicles)
Simple Songs Of Freedom : The Tim Hardin Collection (Columbia / Legacy)
De Verve-opnamen werden geproduceerd door Erik Jacobsen, die ook met the Lovin’ Spoonful samenwerkte, en later tegen de tijdsgeest van de jaren tachtig in voor de fijne sound van Chris Isaak zou zorgen. Ik vergat nog te vermelden dat Tim Hardins ‘You’ve Got A Reputation’ een stevige country-uitvoering kreeg van the Byrds, met Gram Parsons als zanger. Het was bedoeld voor hun ‘Sweetheart Of the Radio’, maar werd uiteindelijk niet geselecteerd. Pas in 1990 gaf Columbia het nummer vrij, op de eerste Byrds box.
Ik moet hier nog aan toevoegen dat de compilatie ‘Hang On To A Dream’, een absolute aanrader, nog maar moeilijk te vinden is. Zelf heb ik deze dubbel-cd in een klein winkeltje in Cambridge, vlakbij de Harvard universiteit, gevonden. Vreselijk duur, want het was in een tijd dat een dollar heel veel geld kostte. Bovendien is Cambridge geen goedkoop stadje. Maar Tim Hardin was die prijs en die reis waard.
Φ
Foto boven: Martin Pulaski. Op de foto A. met ‘The Best Of Tim Hardin’, de elpee die ik op het Waterlooplein vond. De ‘figurante’ komt niet uit Baltimore, en het is nooit mijn bedoeling geweest haar geld en juwelen te stelen, en toch kreeg ik haar liefde.
Een mysterieuze figuur, die Tim Hardin. Ik hoorde hem voor het eerst in 1987 toen ‘How can we hang on to a dream’ om god weet welke reden terug op single uitgebracht werd. Die song heeft me nooit meer losgelaten en begin vorig jaar kreeg ik de 2cd ‘Hang on to a dream: the verve recordings’ als verjaardagscadeau van onze allerbeste vrienden. Een prachtcadeau; één van die allermooiste dingen die ik ooit gekregen heb. Enkele weken daarvoor had ik me overigens al de LP ‘Nine’ gekocht in The Collector, omdat ik persé het origineel wilde hebben van ‘Shiloh town’. Toch vind ik de Mark Lanegan interpretatie 1001 keer beter; ik mag ze op regendagen ook graag meezingen en meetokkelen op mijn oude versleten gitaar. Ik ga dat zo meteen nog eens doen zie.
LikeLike
Dat is inderdaad een prachtig cadeau, Roen. Jij hebt ongetwijfeld een al even prachtige collectie. ‘Nine’ heb ik nooit aangeschaft, omdat ervan beweert was dat het zeer teleurstellend was om er naar te luisteren. Maar op Simple Songs Of Freedom staan wel een aantal van die tracks.
Ik vind beide versies van Shiloh Town aangrijpend.
LikeLike
Bij nader inzien staat op Simple Songs Of Freedom niets uit 9. De versie hierop van Shiloh Town is blijkbaar nog een andere. Deze is alvast zeer mooi. Ze werd opgenomen op 12 september 1968 in Nashville, met uitstekende sessiemuzikanten, waaronder Kenny Buttrey en David Briggs.
LikeLike
Zegt het me weinig… de naam van de zanger, de songtitels. Maar goed, ik heb zo een auditief geheugen… dus: youtube…
Enfin, ja ik herken dus wel degelijk wat van die man zijn werk.
Ik heb daar onder ander een aantal erg mooie gitaarintro’s gehoord, van in de tijd dat toeters en bellen nog niet nodig waren. Verdraaid, van in de tijd dat ikzelf nog wel eens durfde tokkelen.
Tja.
LikeLike
The Verve Recordings heb ik gewoon op de zondagsmarkt in Genk gekocht. Voor 400 BEF. Blij als een kind was ik, want ik was al zo lang op zoek naar iets van Tim Hardin.
En ik werd niet teleurgesteld: niet één, maar meteen twee van de aller, allermooiste platen ooit staan er op. Tim Hardin I en Tim Hardin II. En dan krijg je er nog een volle cd bluescovers en outtakes bovenop.
Iets dat mij altijd heeft geïntrigeerd: volgens de hoesnota’s is er twee jaar verlopen tussen het moment dat deze songs werden opgenomen en dat ze werden uitgebracht. Is dat zo en waarom?
LikeLike
En wat ‘Eulogy To Lenny Bruce’ betreft is hier een interessante link: http://www.saidthegramophone.com/archives/said_the_guests_will.php
LikeLike
en zo’n mooie titels.
LikeLike
Peerke bedankt voor de link naar een uitstekend, en zeer goed geschreven artikel van Will Sheff. Nu moet ik absoluut alle platen van Okkervil River aanschaffen. Dat zal ook weer een hele onderneming worden.
Nu weet ik ook waarom ik Eulogy To Lenny Bruce nooit heb gehoord. Het nummer staat op Tim Hardin 3, een live-plaat die ik nooit heb willen kopen (ik dacht dat ik alle nummers al in studioversie had).
Je vraag in verband met het lange tijdsverloop tussen opname en release van zijn eerste Verve-platen kan ik niet met zekerheid beantwoorden. Ik denk dat het met business te maken had. Tim had eerst een contract bij Columbia, maar die platenmaatschappij heeft toen niets met hem gedaan. Hij heeft vervolgens een contract gekregen bij Verve. Misschien stond hij nog onder contract bij Columbia toen hij al die prachtige nummers voor Tim Hardin 1 en Tim Hardin 2 opnam? De elpees zijn, zoals je weet, respectievelijk in juli 1966 en april 1967 verschenen. De opnames gebeurden tussen mei 1964 en augustus 1966.
LikeLike
Hi Martin
Ik heb alle cd’s van Okkervile River.
Heb je Windows Live Messenger?… dat is gemakkelijk om ze naar je te verzenden.
LikeLike
Zorroj, ja, ik heb msn.
LikeLike
Tim Hardin als oorlogsvrijwilliger? Ik zou bijna zeggen, in zijn eigen woorden: ‘Most of what you read is made of lies’.
LikeLike
lonesome_zorro@live.com
voeg me maar toe…
Het zijn: 10 ful cd’s waaronder 2 live cd’s
een aantal ep’s en singels en nog iets speciaals.
LikeLike
‘k Heb Hang on to a dream besteld via internet, nu nog afwachten of ik hem effectief ook ga ontvangen. ‘k Heb ook de seksuele revolutie van W. Reich besteld, in de franse versie. Een andere was op het eerste zicht niet te krijgen, maar voor mij geen probleem. Bedankt om die interessante tips te geven!
LikeLike
” Rimbaud,Baudelaire ,Gérard de Nerval,Germain Nouveau,Raymond Roussel,Philoxène Boyer… De voorlopers van …
Het subtiele,de verbeelding ( neen,niet de fantasie!) de droomwereld van de Nerval.Mijn grote passie,mijn maitresse.Maar ook de drie grote singer -songwriters Tim Buckley,Tim Rose en Tim Hardin.De heilige drievuldigheid ,behoren tot mijn uitverkorenen.Al hun vinyl in mijn collectie wordt mateloos gekoesterd en hun schitterende platenhoezen mogen later mijn doodskist sieren.”Poetry must allways be with us or we die” ( dixit John Keats).Ons leven is té kort om me te binden met al mijn liefdes.Kiezen is onmogelijk en geeft bij herbeluistering telkens weer de voelbare pijn van Buckley en Hardin.” Morning Dew” van Tim Rose laat me dan weer wegdromen in een landschap van eenzaamheid.Bassist felix Papalardi speelt hier schitterende baspartijen en haalt me terug uit dromenland.Neen…uit een land waar poëzie en muziek in elkaar smelten.”Rimbaud in Abessinië “was ooit een lezing die ik in Antwerpen hield.Zijn reistraject door het donkere Afrika.Zijn dodentocht door de Somalische woestijn en zijn contacten met wapenhandelaar Pierre Labattut.Zijn wapenhandel met Keizer Menelik II en zijn binnenlandse dodentocht langs het Assal zoutmeer dwarsdoorheen het Danakil gebergte…Met een knietumor op een draagberrie onder een bloedhete zon 300 honderd kilometer door de Somalische woestijn met als eindbestemming Marseille.Zijn verhaal is rond,oneindig én onsterfelijk.Net als het verhaal van zovele groten.Zij ,bovengenoemden,zijn er slechts enkelen van.
Guy Van Looy.
LikeLike
Guy, je hebt me teruggevonden. Het spijt me dat ik je niet gebeld heb, maar het zal in een moeilijke periode geweest zijn. Bovendien heb ik een soort van telefoonfobie. Maar stuur me eens een mail, als je wilt. Mijn e-mailadres is: martinpulaski@gmail.com
Zo kunnen we het contact herstellen.
Overigens heb ik door jouw reactie hier ontdekt dat er een dt-fout staat in mijn commentaar op roens commentaar (‘beweert’ in plaats van ‘beweerd’): schandalig!
LikeLike