Laura en ik wonen in een appartement dat we huren. Dat is ongewoon voor mensen van onze leeftijd. Zowat iedereen die we kennen bezit een huis, een auto, soms zelfs een ‘buitenverblijf’. Voor mijn autoloos bestaan heb ik een duidelijke uitleg. Ik heb nooit willen rijden. Op mijn negentiende ben ik in de hoofdstad gaan wonen, en daar is een auto meer een last dan een lust. Voor grote afstanden maakte ik gebruik van mijn duim. Dat ging heel goed in die dagen. Nu zijn er goedkope vluchten, zolang het nog duurt. Ik was een groene jongen toen er nog maar weinig groene jongens waren, hoewel iemand als Stephen Stills al wel een ‘Ecology Song’ had, en er was natuurlijk ook ‘Big Yellow Taxi’ van Joni Mitchell, wat later nog eens gecoverd werd door Bob Dylan.
Waarom we geen huis hebben heeft voor een deel met vroegere armoede, te maken, werkloosheid, economische crisis in de jaren zeventig, maar ook met onverschilligheid en verkeerde keuzes. En ik dacht altijd, je kunt het toch niet met je meenemen op je laatste reis. En was eigendom geen vorm van diefstal?
Op dit ogenblik wordt er aan het huis gewerkt. Al meer dan vijf jaar slapen wij in een vochtige slaapkamer. Vocht sijpelde er binnen, het was er klam, koud, heel ongezond. In mijn werkkamer, waar het grootste deel van mijn boeken staat, regende het zelfs binnen. Al die jaren hebben wij de eigenaar gebeld en aangetekende brieven gestuurd. Dat er iets moest gebeuren, dat ik elk jaar zieker werd. Er gebeurde niets. En nu opeens, als mijn vakantie begint, als ik wat wil schrijven, van de rust genieten, staan de arbeiders voor de deur. Het dak is een paar weken geleden hersteld. Daar hebben we geen last van gehad. De dakwerkers gingen via een ladder het dak op. Ik heb hen maar enkele keren gezien. Nu wordt er binnen gewerkt. De schimmel en het rot moet van de muren, er moet opnieuw worden geplamuurd. Overal verfschilfers, overal stof. Ik kan maar moeilijk ademhalen. En ik voel me niet op mijn gemak. Als ik een boterham wil eten voel ik me bijna een indringer in mijn eigen keuken, want daar wordt ook gewerkt, daar ligt ook overal stof.
Aan een vriendin schreef ik: “ Ik ben een socialist. Maar dat is niet meer dan theorie. De praktijk is dat ik overgevoelig ben; hoe erg, dat besef ik nu pas. Ik wist het wel, maar dat het mij tot in mijn kern kon raken, dat wist ik niet. Dat belet me niet om respect te hebben voor arbeiders. Maar ik kan met hen niet op een ongedwongen wijze omgaan, ik ken hun taal niet, hun codes; ik heb het nooit geleerd.”
Destijds toen ik klein was mocht ik van mijn vader nooit iets doen op het schip, schoonmaken na het lossen van een vracht, de stuurhut verven, binnen vernissen, geen sprake van, want ik was zogenaamd zwak en ziek. Ik was een astmalijdertje. Maar die houding van mijn vader heeft me pas écht zwak gemaakt. Wat mijn vader natuurlijk niet wist, hij was geen psycholoog, zijn bedoelingen waren goed. Het hard labeur was voor mijn oudere, veel sterkere broer ( hij heeft evenmin een eigen huis). Ik moest maar lezen of naar muziek luisteren. Of fietsen met de vrienden. Of, later, toneelstukjes spelen. Toch jeukten mijn vingers om een verfborstel vast te houden, toch wilde ik de handen uit de mouwen steken. En nu verdraag ik niets meer.
Daaruit concluderen dat ik mij verheven voel boven een arbeider, dat zou verkeerd zijn, want het is gewoonweg niet zo. Ik vind dat iemand die boeken leest ook niet beter is dan iemand die geen boeken leest. Nee, ik ben gewoonweg anders. Het is een hypergevoeligheid, en die is niet alleen lichamelijk.
Nu wacht ik op het einde van de zomer, de rustige dagen van de herfst. Op een tijd dat ik eindelijk mijn meesterwerk kan schrijven. Ja.
Foto’s: Martin Pulaski, juni 2008.
Kijk, Martin, het kan verkeren (zie Bredero). Ik leed niet aan astma of aan wat dan ook en mijn vader wou ook niet dat ik een of meer handen uit de mouwen stak. Hetzelfde lot ondegingen twee van drie broers. En toch heb ik inmiddels twee huizen + een auto en begrijp ik die ondertaaltjes van de arbeiders ook nauwelijks. Desalniettemin blijf ik aan de basis een socialist. Zo ergens tot in de kist. Ik arbeid met de hand als ik geen PC heb om mee te schrijven. Binnen een week of zo beginnen ze in mijn huis alhier ook wat te vertimmeren. Hou de moed erin en ga alvast desnoods in het café om de hoek wat schrijven.
LikeLike
Ik heb ook een diep verlangen naar de rust van de herfst, Martin. Buiten lijkt het nu ook wel herfst, maar dat is slechts schijn. Er is geen rust. Iedereen in mijn omgeving meent vanalles te moeten doen en dus ook hier in huis (ons eigen huis). En ook ik ben daar hypergevoelig voor. Die hypergevoeligheid zorgt ervoor dat ik mijn goesting niet kan doen (schrijven, muziek beluisteren, lezen), en niets is erger dan je goesting niet te kunnen doen. Ik ben op zoek naar rust en ruimte in mijn eigen huis die er op dit moment gewoonweg niet is door al die drukte hier in huis. Was het maar al 16 oktober…
LikeLike
Lees eens in’ Hoog Sensitieve Personen ‘ van Elaine N.Aron ( 25ste druk,Uitgeverij Archipel )
” Hoe blijf je overeind als de wereld je overweldigt ”
LikeLike
Ja, ooit probeerde ik ook wel eens iets te zijn. Een socialist (om geen liberaal te hoeven zijn). Een groene (om geen socialist meer te hoeven zijn)… Het ene om niets te maken te hebben met het andere. Eenmaal de opties voorbij, kom je als vanzelf weer bij jezelf terecht.
LikeLike
Marc, ik stap alleen een café binnen om er te drinken.
Roen, ik houd wel van de zomer, maar ergens ver weg van hier. Een lange, zachte zomer. Het lawaai maakt me gek, maar vandaag is het even stil – en daar val ik dan weer van in slaap. Het is ook nooit goed.
Mie, kun je niet vertellen wat er in staat? Ik ben zo moe.
Ja, shake, je komt altijd weer bij jezelf terecht, helaas wilde ik al bijna schrijven.
LikeLike
Het lijkt me anders wel leuk om een huisbaas te hebben die de rekeningen betaalt en straks kunnen jullie weer genieten…
LikeLike
Onze huur is acht jaar geleden verdubbeld, sinds 2000 om precies te zijn. We zijn met die absurde eis akkoord gegaan omdat er een gentlemen’s agreement was (niet met een notaris erbij of zo) dat er grondige werken zouden worden uitgevoerd. Onder meer een nieuw dak, nieuwe, dubbele ramen, de achtergevel zou worden geschilderd, en vele andere dingen. Die verplichtingen van de verhuurder staan overigens allemaal in het huurcontract dat gebaseerd is op de huurwet. Na acht jaar is de eigenaar aan enkele van die werken begonnen. Waarvoor denk je dat we eigenlijk huishuur betalen? Doordat er nog altijd geen dubbele ramen zijn, en er overal kieren zijn moeten we ook nog eens schandalig hoge energierekeningen betalen? Wie is daar verantwoordelijk voor? Of moeten we zelf in de eigendom van iemand anders zulke duren kosten laten doen? Bovendien voel ik me schuldig omdat ik, weliswaaar onvrijwillig, meedoe aan de luchtvervuiling, waar ik zelf dan ook nog eens heel veel last van heb.
Als ik 20 jaar jonger was zou ik meteen een heel groot en duur huis kopen, ook al heb ik geen baksteen in mijn maag, maar brandend zuur. Genieten, dat doen ze in soaps op alle Vlaamse televisiezenders.
LikeLike
Martin, dank voor alle mooie dingen die ik hier lees.
En in de herfst wachten wij op de rustige dagen van de winter. Enzovoort. Toch?
Ik zou je willen uitnodigen om op mijn voorbije weblog de categorie ‘Adrian Borland en The Sound’ en ‘muziek’ te lezen. Heb je wel eens iets van Borland gehoord?
LikeLike
Bedankt voor je commentaar, Willemien. Bedoel je dat je zelf niet meer voor je weblog schrijft? Ik vind dat je er moet mee doorgaan. Er is al voldoende waardeloze rommel om ons heen. Een tegengewicht als dat van jou kunnen we niet missen.
Ja, ik ken the Sound en Adrian Borland. Ik heb daarover iets op je blog geschreven.
LikeLike