JOHN CALE: VUILEKONTENROCKANDROLL IN HET PALEIS

johncale5

Vorige week zag ik Paul Auster in zaal Henry Le Boeuf  van het Paleis voor Schone Kunsten ( ik weiger de kinderachtige naam Bozar te gebruiken).  Gisteravond keerde ik er terug om een concert van John Cale bij te wonen. Ook al heb ik kritiek op de naam van de instelling en het overwegend Franstalig aanbod van boeken en dvd’s in de artshop, moet ik toegeven dat de bar heerlijk is. Wat een verschil met bijvoorbeeld die van de AB! Je krijgt er je drankjes in echte glazen, de wijn is er lekker en niet te duur. Een pils kost er maar twee euro. Maar foto’s maken mag je er niet. Daarom moet je zelf maar eens gaan kijken.

Wat  verwachtte ik van het concert? Een eigenzinnige vorm van melancholische akoestisch-elektronische kamermuziek, enigszins storend, maar toch passend bij de beau monde van de beaux arts. Oh la la! Et une coupe de champagne, please. Ik zou dat mooi hebben gevonden, denk ik. Ik zou geen kippenvel hebben gekregen, koud noch warm hebben gezweet, maar ik zou hebben genoten van die zoete, wat verwrongen melodieën die alleen John Cale kan bedenken.

Wat kregen we echter? Dirty Ass Rock And Roll, ladies and gentlemen! Echte laagbijdegrondse vuilekontenrockandroll. Maar werd John Cale ooit een asshole genoemd? Never! Dit was een concert waar jonge kereltjes – als ze er al bij waren geweest – veel genoegen aan hadden kunnen beleven en bovendien hadden ze er nog iets van kunnen opsteken. Bijvoorbeeld: hoe speel ik een power chord, hoe speel ik een riff, zonder banaal of volstrekt overbodig te klinken. John Cale ging tegen de geest van de beaux arts in, het paleis dat verkondigt dat het niet alleen maar rock and roll is. (John Cale trad op in het kader van ‘It’s NOT only rock and roll’.) Wel, beste Paul Dujardin, het is wel only rock and roll. Als je het over rock and roll wilt hebben en je nodigt John Cale uit dan kun je zulke dingen verwachten: the real thing, sex and drugs and rock and roll. Alles wat je lichaam nodig heeft, om het nog niet te hebben over je geest. De schitterende gitaarduetten die naar de seventies verwezen (denk daarbij aan the Allman Brothers) van John Cale met zijn – mij onbekende – gitarist gingen nooit zweven dank zij het uitstekende laagbijdegrondse en toch hoogvliegende gedrum van, ja, van de drummer natuurlijk. De basspeler hield zich wat op de achtergrond, maar hij verloor het ritme en de plots opduikende tempowisselingen niet uit het oor. Ergens links op het podium zat iemand de klanken te behandelen. John Cale greep vooral terug naar zijn composities uit zijn beginperiode, nadat hij de Velvet Underground had verlaten: ‘Helen Of Troy’, ‘Gun’, ‘Paris 1919’, ‘Pablo Picasso’ (van Jonathan Richman , of: John Cale speelt Modern Lovers die Velvet Underground spelen ), ‘Fear Is A Man’s Best Friend’, ‘Ship Of Fools’, ‘Big White Cloud’ (voor mij het hoogtepunt), ‘The Ballad Of Cable Hogue’ – allemaal even mooi en ontroerend. Vanop plaats D17 in de corbeille zag ik de Welshman plotseling heel jong worden. Hij zong en speelde ‘Things’, een recentere compositie, uit HoboSapiens (“the things you do in Denver when you’re dead”, een mooie hommage aan Warren Zevon). Daar stond hij, zeventien of achttien, met een elektrische gitaar, voor altijd jong, zich lavend aan Belgisch water, water uit Spa. Het beste water van de wereld voor de meest verrassende avant-garde rock and roll componist van de wereld. Ik vraag me af wat de champagneheren en –dames gevoeld hebben bij deze reëel bestaande punkrock.  En de ‘fans’ die nog altijd denken dat Cale zijn hoogtepunt bereikte met zijn postmoderne versie van Elvis’ ‘Heartbreak Hotel’, dat gisteravond als openingsnummer werd vermorzeld.
Toen John Cale en zijn band terugkwamen voor een encore dacht ik heel even dat zij de hele set opnieuw zouden spelen, en daarna nog eens en zo 840 keer.

Oh, wat ben ik blij dat ik bij dit concert aanwezig was, en dat ik me goed voelde. Ik had mijn lichtgrijs pak aangetrokken. Maar ik zag veel mannen in jeans. Onze kansen zijn nog niet verkeken. De verbeelding heeft nog wat in de pap te brokken. Hier en daar zie ik zelfs een gek het gekkenhuis besturen.

Later zaten we met Mister Koen en Mister Shaketown en nog enkele van hun vrienden in de Ravenstein, die vroeger aan de ambtenaren toebehoorde, maar nu een soort niemandsland is geworden, een plaats waar niemand zich echt thuis voelt, maar die wel uitnodigt om jezelf te worden, om je aanwezigheid bekend te maken aan de ruimte. We dronken er koud bier, zagen verloren gelopen ‘punks’ voorbijstrompelen en stelden vast dat de Turken van de Duitsers hadden verloren. En we vroegen ons af welke plaat van John Cale de beste is, ‘Paris 1919’ of ‘Music For a New Society’? De wedstrijd John Cale-Lou Reed bleef onbeslist.

Auteur: Martin Pulaski

Dichter, schrijver, blogger, filosoof, DJ. Liefde voor steden, literatuur, muziek, film, kunsten, nachtleven. Radioprogramma ‘Zéro de conduite’ op Radio Centraal Antwerpen 106.7 fm en streaming.

10 gedachten over “JOHN CALE: VUILEKONTENROCKANDROLL IN HET PALEIS”

  1. Voor een keertje geen verslagje op Shaketown, want 1) ik heb geen foto’s en 2) hier staat het allemaal al perfect beschreven.
    Toen één of andere idioot ‘we love you, johnny’ door de zaal scandeerde, schudde Cale zijn (bonte) kop en murmelde ‘WTF’… The right attitude for R’n’R.

    En daarna, ja ’t was gezellig daar in de ravenstein. See yah.

    Like

  2. Ja, zelfs vanop mijn afstand zag ik die schampere uitdrukking op Cales gezicht verschijnen.

    Charles, ik weet het nog niet, ik moet veel rusten! En ik heb nog geen kaarten, misschien is het concert al uitverkocht?

    Like

  3. Mijn stem gaat in ieder geval naar Paris 1919: een van de allerbeste platen ooit.
    Al heb ik nooit begrepen wat die vogeltjes plots in de titelsong komen doen.

    Like

  4. wàt een verslag! ik kan door je woorden haast voelen hoe je ervan genoten hebt. proficiat martin!
    goed ook om te lezen dat er nog mensen met blue jeans rondlopen.

    Like

  5. Dank je Roen.

    Peerke, Paris 1919 is ook mijn favoriete JC. Misschien zitten die vogeltjes in de bomen van de Champs Elysées?

    Eddie, wat ik nog vergat: het was fijn je (opnieuw) te ontmoeten. De volgende keer mag het gerust wat langer zijn.

    Charles, ik ben eens naar de prijzen voor Lou Reed gaan kijken. Voor een goeie plaats betaal je 80 euro en dat weiger ik. Voor dat geld heb ik Calexico, Lambchop en Mercury Rev samen.

    Like

  6. Dirty Ass Rock ’n Roll, dat kan hij (en is hij) zonder twijfel. maar voor mij blijft John Cale vooral de ‘gentleman’ van de rock: hard en teder tegelijk, af en toe een beetje dissonant, maar vooral iemand met heel veel ‘stijl’.

    Like

  7. “Dit was een concert waar jonge kereltjes – als ze er al bij waren geweest – veel genoegen aan hadden kunnen beleven en bovendien hadden ze er nog iets van kunnen opsteken.”

    Ik was er in ieder geval, achttien lentes oud en volop genietend van een lekkere brok Dirty ass rock ‘n’ roll.

    Goed verslag trouwens; het geeft perfect weer hoe ik over het concert denk. Keep it up, lad!

    Like

  8. pp, john cale is een man met veel gezichten. of anders gezegd, er zijn meerdere john cales. er is de avant-garde kunstenaar, de elektrische vioolspeler en pianist van the velvet underground, de producere van patti smith en the stooges, de vertrouweling van andy warhol, de welshman, de surrealist, de wereldreiziger (alvast in zijn teksten), de junkie (denk aan sabotage/live) en zeker ook de gentleman, zoals hij vooral in Paris 1919 verschijnt, maar op heel wat andere songs op andere platen, en op zijn vele soundtracks, onder meer bij de prachtige film ‘n’oublie pas que tu vas mourir’. Ik ben het daarom volledig met je eens.

    Like

  9. Joey, fijn dat je mijn ironie kunt appreciëren. Natuulijk heb ik wel gezien dat er jonge mensen aanwezig waren, en dat doet me veel plezier, en het zal john cale nog veel meer plezier doen. Op muziek, en zeker niet op rock ’n roll mag geen leeftijd staan. Het beste uit het verleden moet doorgegeven worden aan de nieuwe generaties, en de oudere generaties mogen eigenlijk niet stil blijven staan in hun ‘eigen goede oude’ tijd, want dat is bullshit. Elke tijd heeft zijn goede en kwade momenten, en zijn onzin en zijn sublieme kunstenaars (en gewone mensen).
    Bedankt voor je fijne reactie.

    Like

Reacties zijn gesloten.

%d bloggers liken dit: