Ik heb zo’n beetje de indruk dat ik jaren achtereen in hetzelfde boek heb zitten lezen. Gelukkig is George Eliots ‘Middlemarch’ nu uit. Negenhonderdzestien pagina’s heb ik doorgebracht in het gezelschap van Dorothea Brooke, Rosamond Vincy, Will Ladislaw, Fred Vincy, Caleb Garth (die mij altijd weer aan Garth Hudson deed denken), Edward Casaubon, de bankier Bulstrode en de onfortuinlijke dokter Lydgate, in een fictieve regio ergens in Engeland omstreeks 1830. Een geheel andere wereld dan degene waar we nu in leven, en toch maakt veel van wat er in de roman gebeurt een zeer vertrouwde indruk. De meeste personages zouden net zo goed nu kunnen leven; hun emoties, verlangens, dromen, ziektes, tegenslagen, geluksmomenten, liefdes en de tientallen misverstanden zijn helemaal van deze tijd. Daarom heb ik geen spijt van de in Middlemarch geïnvesteerde uren. Het is een onbetwist meesterwerk dat iedereen zou moeten lezen. Het is een van die zeldzame boeken die je verzoenen met de wereld en de mensen.
Al die maanden heeft er in België een politiek crisis gewoed waarmee ik nauwelijks begaan ben geweest. Mijn dagen zijn in een waas gehuld, ’s nachts jaagt de ene nachtmerrie de andere weg en word ik badend in het zweet wakker. Overdag ben ik uitgeput maar zoek ik toch naar een zin. Ik neem geneesmiddelen, massa’s vitamines, en omega-3, om aan de slag te kunnen gaan. Ik heb meerdere opdrachten; de ene, het werk, is een uiterlijke noodzaak, om te overleven en de andere, het schrijven, is een innerlijke noodzaak, om geen zelfmoord te plegen. Ik houd van het leven en wil me niet zomaar van uitputting overgeven aan leegte en uitzichtloosheid. Maar ik weet het niet. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik ben nog niet wanhopig, maar sta wel op het punt om de strijd op te geven.
Toch blijf ik cd’s en boeken kopen, alsof er niets veranderd is, alsof ik even snel en intens lees als twintig jaar geleden en de muziek mij naar even hoge sferen zal brengen als in 1968 en 1977. Die tijd is lang voorbij. Er zijn geen hogere sferen en ik bewandel mijn pad in traagheid. De warmte verandert mij in een slak, zonder beschermend huisje; neen, ik wandel naakt en kwetsbaar. Het is helemaal niet de trotse naaktheid van Moby Grape en Cat Power in ‘Naked If I Want To’. Het is een beschamende en lachwekkende naaktheid en traagheid. Ik schrijf dit neer, niet als zelfbeklag maar als een stand van zaken. Straks drink ik wijn bij het eten en luister naar the Gutter Twins en Karen Dalton. Straks lees ik de wederwaardigheden van een andere loser, maar dan wel een loser met succes, ik bedoel de autobiografie van Mark Oliver Everett, ‘Things the Granchildren Should Know’. Straks kijk ik voor de zoveelste keer naar de genadeloze film ‘Sweet Smell Of Success’ van Alexander Mackendrick. Straks val ik in een diepe, droomloze slaap. En volgende week laat ik mijn fiets herstellen. Want wat ik vooral mis is beweging. Leven is niet alleen luisteren en lezen, maar zeker ook bewegen.
“Ver weg in de welvende lucht was het parelmoeren licht en ze voelde de grootheid van de wereld en de menigvuldigheid van het ontwaken van mensen tot arbeid en lijdzaamheid. Ze maakte deel uit van dat onbewuste, kloppende leven en kon er vanuit haar comfortabele onderkomen niet zomaar als toeschouwer naar kijken, noch haar ogen afwenden in zelfbeklag.”
George Eliot, Middlemarch
ik hoop dat je nog erg veel zal schrijven.
LikeLike
Schrijven is, ook voor mij, een innerlijke noodzaak om geen zelfmoord te plegen. Maar om dan, zoals jij doet, in één adem eraan toe te voegen dat ik van het leven houd, da’s een brug te ver voor mij. Ik krijg dat niet over mijn lippen.
LikeLike
Daniël, de uitspraak ‘ik houd van het leven’ is maar gedeeltelijk waar. Maar het is zeker geen leugen. In heel wat van mijn handelingen zit een doodsverlangen, maar andere daden zijn levensbevestigend, dat is niets nieuws. Eros en thanatos. Maar ‘ik houd van het leven’ is ook een bezwering, die het mij mogelijk moet maken mijn dag door te komen en vooral om nog de deur uit te gaan.
Evy, ik ben wat dat veelschrijven nogal pessimistisch. Ik hoop dat ik nog de energie vind om te schrijven wat ik noodzakelijk acht. Veel moeite doen om wat gezever en gezeik te produceren, daar heb ik geen zin meer in. Waar het op aankomt is dat ik nog iets maak dat ertoe doet, dat nieuwe betekenis geeft, dat begrip en schoonheid in de wereld brengt. Grote woorden, dat wel. Maar het is dan ook zondag.
LikeLike
ik bedoelde geen aantallen woorden.
LikeLike
Ik bedoelde ook geen aantallen woorden. Ik had het over de inhoud, maar ook over de kwaliteit van de vorm. Het is nu toch al wel duidelijk dat ik veel minder schrijf?
LikeLike
ja, juist, geen aantallen.
LikeLike
Er is niets (en er zou nooit mogen zijn iets) beschamends of lachwekkends in naaktheid, niet in overdrachtelijke noch in letterlijke zin.
En bewegen… is inderdaad letterlijk een remedie tegen blokkeren, stase… Ik hoop dat je fiets snel hersteld geraakt.
Stom commentaar, er is zoveel te zeggen hierover.
LikeLike
Je hebt gelijk, sodade, en ik dank je voor dat gelijk. Maar het gevoel van schaamte is er, ook al is dat onterecht, nergens op gebaseerd.
En misschien koop ik wel een nieuwe fiets, ik moet eerst wat rekenen.
LikeLike
Mag ik? (ik heb er van wakker gelegen): dit is een tekst die staat als een huis, eerder als een piramide.
ik hou wel van dat citaat. ik heb dat boek hier op de stapel liggen. het is wel een dik boek.
LikeLike