DENK JE NOG AAN MIJ, LIEVELING?

Marcel Proust is zo’n verrukkelijke schrijver dat hij mij zin geeft om hem heel vaak te citeren, wat ik nochtans probeer te vermijden. Want wat voor zin heeft het te herhalen wat al in een boek staat? Wellicht doe je daar jezelf een plezier mee, het plezier van het lezen en het citeren, maar of je lezers er iets aan hebben is nog maar de vraag. Je rukt een passage los uit haar context, uit de in dit geval lange stroom van het ‘verhaal’, hoewel Proust niet echt een verhaal vertelt, en plaatst ze in een andere context, zonder het oorspronkelijke ‘ervoor’ en ‘erna’. Misschien wil je je eigen stroom met die mooie citaten verfraaien, haar oevers verstevigen, ze beter bevaarbaar maken, er meer diepte aan geven, zodat ze voor de zwemmer even gevaarlijk wordt als de Schelde of de Mississippi?
Want telkens weer zie je in dat je eigen verhaal niet altijd veel om het lijf heeft, het doet je veeleer denken aan de hoeren aan het Noordstation, waar je met de trein naar Antwerpen zo vaak voorbijrijdt: je vangt een flits op van hun zachte huid, maar altijd van ver, nooit kom je in hun nabijheid, nooit raak je hun huid aan. De ‘treinreiziger’ die station Hoochiekoochie passeert zal soms ook een flits schoonheid opvangen, maar dan stuit hij al gauw op een banale uitspraak, of een slecht geformuleerde zin – want er is altijd haast mee gemoeid, alsof de duivel de schrijver op de hielen zit – of hij gaat voorbij aan een schitterend gedicht zonder dat hij de tijd heeft kunnen nemen om het te lezen.

Toch kan ik het ook deze keer niet laten Proust aan te halen, enkele zinnen uit ‘Sodom en Gomorra’:
“Maar, zoals wij ook van het richtinggevoel zijn verstoken, waarmee bepaalde vogels zijn toegerust, zo missen wij het gevoel voor zichtbaarheid, zoals wij dat voor afstanden missen, in de waan levend dat wij van nabij belangstellend gevolgd worden door de mensen die juist nooit aan ons denken, en niet bevroedend dat wij onderwijl het voorwerp zijn van andermans grootste zorg.”

 

Auteur: Martin Pulaski

Dichter, schrijver, blogger, filosoof, DJ. Liefde voor steden, literatuur, muziek, film, kunsten, nachtleven. Radioprogramma ‘Zéro de conduite’ op Radio Centraal Antwerpen 106.7 fm en streaming.

8 gedachten over “DENK JE NOG AAN MIJ, LIEVELING?”

  1. Anderzijds : soms zeggen citaten beter dan je zelf kan wat je eigenlijk wil zeggen (ofzo). En bovendien : lezen anderen (die misschien nooit aan het hele werk toekomen) dezelfde zinnen die misschien ook voor hen betekenis kunnen hebben. Of krijgen, want inderdaad ontstaan nieuwe contexten en associaties, en dus betekenissen. Tenslotte wil ik citaten ook weleens bekijken als ‘literaire’ virussen, die zichzelf grenzenloos verspreiden (zonder dat de originele drager er nog vat op heeft), en soms muteren en – wie weet – zelfs nieuwe vormen van ‘literair’ leven veroorzaken …

    Like

  2. kan ik het soms gewoon niet laten, en is het sterker dan mezelf : “Een goede zin is waar.” (Connie Palmen, in De vriendschap)

    Like

  3. Ik houd van citaten. Het stoort me niet als ze gebruikt worden. Het heeft ook niet de connotatie die je hier omschrijft, voor mij althans niet.
    Citaten maken me bovendien vaak nieuwsgierig. Ik heb niet het idee dat de schrijver die zich van een citaat bedient dit doet uit gemakzucht of om zijn eigen tekst een gouden randje te geven.
    Het citaat van Proust hier is mooi!

    Like

  4. enkele citaten waren voor mij een stukje van de aanzet tot lezen.
    zijn ze ook niet een beetje ‘lezen in lezen’?
    Maar in feite kwam ik je even groeten. Dag Martin, maar ook dag Roen, via deze veel sterkte, dag Sodade, dag Cjarel, dag MT, dag Herman? dag al de anderen.

    Like

  5. ik vrees dat de vertaling niet helemaal klopt: het gaat niet om richtingsgevoel maar om de zin (voor richting), de zintuiglijkheid….

    Like

  6. Natuurlijk ben ik ook gek op citaten. Ik vroeg me gewoon af of ik door veelvuldig te citeren geen ‘misbruik’ maak van andere schrijvers, die hard hebben gezwoegd aan hun zinnen. Maar de opmerkingen die hier staan zijn terecht. Bedankt voor de moeite.
    (Overigens heb ik geloof ik maar één zin geciteerd.)

    Like

  7. martin, jij zal me kunnen vertellen of je de verschillende delen van a la recherche du temps perdu ook los van elkaar kunt lezen. of moet je ergens beginnen?

    Like

  8. je kunt de delen afzonderlijk lezen, zeker ‘een liefde van swann’, dat is een mooie roman in de roman, maar je beleeft toch wel meer plezier als je het werk van voren naar achteren leest.

    Like

Reacties zijn gesloten.

%d bloggers liken dit: