DE KOM

Een atoombom ontplofte in de omgeving van ‘Brussel’. De vrouw en ikzelf waren ongedeerd. Het beeld van de paddenstoel die langzaam opsteeg, nu al triomfantelijk boven de velden en de boomgaarden van het Pajottenland hing, bracht me geheel van streek. “Laten we vluchten!”, riep ik uit. “Laten we rennen zo hard als we kunnen. Laten we op z’n minst toch de metro nemen in de tegenovergestelde richting van de rookzuil.”
Mijn voorstel viel in een diepe kloof van stilte. Een verlossende reactie kwam er niet. We waren als verlamd, en toch werd ook wat stilletjes gelachen, ergens in de schaduw van een kleerkast.

De paddenstoelwolk ging overhellen, verplaatste zich schuin en dreigend, roodgrijs, in onze richting. Een man ging buiten kijken of het al regende. Toen hij weer binnen kwam vroeg ik hem naar de stand van zaken. Hij antwoordde bevestigend noch ontkennend. Er bleef mij nog de hoop ‘het huis’ hermetisch te kunnen afsluiten, dan zouden we toch, in zekere zin, beschut zijn tegen de radioactieve regen en allerhande giftige gassen.

Even later kwam de vrouw binnen met een porseleinen kom waarin ze, naar ze beweerde, radioactief water uit de hemel had opgevangen. Ze ging zitten, waarbij haar jurk wat openviel, en plaatste de kom in haar schoot. Ze viste er een heel aantal volstrekt identieke voorwerpen uit, die mij onbekend en nutteloos voorkwamen. Dat vissen deed ze zonder haar handen onder te dompelen in het water; ze maakte gebruik van een lange, metalen haak, die nu een roestige kleur had.
De kom in de schoot van de vrouw kreeg een onverklaarbare aantrekkingskracht op me, wat me dichter naar haar toe dreef. Alsof mijn armen en handen over een eigen vrije wil beschikten, strekten ze zich uit in de richting van de kom, met daarin het raadselachtige water.
Enkele druppels van de vloeistof raakten mijn vingers, die meteen werden verschroeid. Vooral duim en wijsvinger waren aangetast, ernstig verbrand zelfs. Het duurde niet lang eer ze helemaal waren verschrompeld. Ik vreesde dat deze vorm van besmetting, van degeneratie, zich over heel mijn lichaam zou uitzaaien.

Auteur: Martin Pulaski

Dichter, schrijver, blogger, filosoof, DJ. Liefde voor steden, literatuur, muziek, film, kunsten, nachtleven. Radioprogramma ‘Zéro de conduite’ op Radio Centraal Antwerpen 106.7 fm en streaming.

3 gedachten over “DE KOM”

  1. Dag Herman, tot ongeveer vijftien jaar geleden noteerde ik al mijn dromen, ook als ik ’s nachts wakker werd. En achteraf las ik die dan, probeerde te begrijpen wat ze betekenden. Een beetje psychoanalytisch, maar niet met zoveel nadruk op het seksuele als bij Freud.
    Nu doe ik dat niet meer. Ik heb er de tijd niet voor, en mijn dromen zijn niet meer zo bijzonder. Vroeger had ik vaker apocalyptische dromen. Dit is trouwens een oude droom, die ik gisteren heb bewerkt – ik heb er wat meer logica ingestopt. Ik heb deze droom bewerkt, omdat ik er zoveel overeenkomsten in zag met angsten die me nu ‘verlammen’.

    Like

  2. Dit verhaal schreeuwt om een vervolg, tenzij het een droom is, enfin, een nachtmerrie. Wat doet Rudy Aernoudt ineens in de aanhef? Solidariteit?

    Like

Reacties zijn gesloten.

%d bloggers liken dit: