LABYRINT EN FILM

labyrint metro londen

“In geen enkele film is de doolhof die gevormd wordt door bewustzijn en herinneringen zo krachtig in beeld gebracht en geanalyseerd als in dit meesterwerk” lees ik in een filmencyclopedie over ‘L’année dernière à Marienbad’ van Alain Resnais. Het scenario voor de film was van Alain Robbe-Grillet, de godfather van de nouveau roman. Als basis gebruikte Robbe-Grillet Adolfo Bioy Casares’ roman ‘De uitvinding van Morel’, een van mijn uitverkoren boeken. Het is een roman waarin weinig gebeurt en geen echt verhaal wordt verteld. Bioy Casares was overigens een goede vriend van Jorge Luis Borges, de bedenker van honderden labyrinten.
In het park in ‘L’année dernière à Marienbad’ werpen de menselijke figuren een schaduw maar de bomen niet.

De uitspraak uit de encyclopedie, die geheel terecht is, heeft me aan het denken gezet – over doolhoven of labyrinten. Een drietal dagen geleden gebruikte ik de metaforen ‘wespennest’ en ‘labyrint’ om mijn weblog mee aan te duiden. Aangezien ‘L’année dernière à Marienbad’ een van mijn tien favoriete films is en bovendien de enige die ik zelf heb geprojecteerd tijdens mijn zeer korte carrière als filmoperator in de bioscoop, kan dat geen toeval zijn. Voor een deel is mijn wereldbeeld gevormd door die film, en uiteraard door nog heel wat andere films. Mijn wereldbeeld is labyrintisch omdat veel van die films, niet alleen ‘L’année dernière à Marienbad’, labyrintisch zijn.

Het aantal meesterwerken waarin de protagonisten ronddwalen in letterlijke of figuurlijke doolhoven kan ik niet op tien vingers tellen. Toch zal ik me, omdat ik het niet kan laten, aan een korte opsomming wagen:
‘The Shining’ van Stanley Kubrick bevat zowel het innerlijke labyrint van de schrijver als het uiterlijke labyrint in de tuin, en het huis waar de schrijver gek in wordt is ook een labyrint; ‘Satyricon’ van Fellini is een afdaling in het labyrint van de onderwereld; ‘Barbarella’ van Roger Vadim toont de toeschouwer een labyrint vanuit de hoogte gezien, met Barbarella op de rug van een Engel; ‘Zabriskie Point’ van Antonioni is een trip door en boven een labyrint in Death Valley, waar zich tevens de ‘absolute’ liefde voltrekt; in ‘L’avventura’, ook van Antonioni, verdwijnt Monica Vitti op een eiland dat een waar labyrint is; in ‘Rear Window’ van Hitchcok is het gebouw met de vele kamers aan de overkant het labyrint, samen met James Stewart krijgt de toeschouwer een idee van wat zich in die kamers afspeelt; in ‘The Searchers’ van John Ford worden sneeuwlandschappen, de woestijn en vooral Monument Valley als labyrinten voorgesteld; in ‘Der Engel über Berlin’ van Wim Wenders wordt Berlijn een labyrint genoemd, “waar je ook gaat, je stuit altijd op de Muur” zegt Curt Bois in deze film uit 1987, maar ook nu de muur al lang is afgebroken stuit je er nog op; Hitchcocks ‘Vertigo’ is een spiraal, maar een spiraal is in zekere zin ook een labyrint. Hier beëindig ik mijn opsomming, want is niet elke film een labyrint?
Of zoals Anton Haakman schrijft in ‘Achter de spiegel’: “Een doolhof van optische illusies, dat is natuurlijk een uitstekende aanleiding voor het illusionistische medium film om zichzelf te kijk te zetten – en dat is uiteindelijk het enige waartoe ieder medium tot in de perfectie in staat is.”

Volgens de verteller in Borges’ ‘De twee koningen en de twee labyrinten’ is het bouwen van een labyrint waarin zij die er binnengaan verdwalen een onbeschaamdheid “omdat de verwarring en het wonder onder de bedrijvigheden vallen van een God en niet van de mensen.”

Foto: Martin Pulaski

 

Auteur: Martin Pulaski

Dichter, schrijver, blogger, filosoof, DJ. Liefde voor steden, literatuur, muziek, film, kunsten, nachtleven. Radioprogramma ‘Zéro de conduite’ op Radio Centraal Antwerpen 106.7 fm en streaming.

6 gedachten over “LABYRINT EN FILM”

  1. wellicht niet echt ter zake doend, maar een doolhof en een labyrint, dat zijn toch twee verschillende dingen?
    Have a nice time in B.

    Like

  2. In La Jalousie van Robbe-Grillet staat het labyrint anders ook erg centraal, met name door het beeld van het spinnenweb dat zo vaak terugkomt en minutieus beschreven wordt.

    Like

  3. Maar ik weet niet of La Jalousie verfilmd is, natuurlijk 😉

    Trouwens… Die schaduw waar je het in je postscriptum over hebt, doet me dan weer denken aan de boom uit “En attendant Godot”. En zo kunnen we weer verder labyrintisch associëren ;-). (Wat trouwens dé karakteristieke eigensvhap van creativiteit schijnt te zijn).

    Like

  4. Net zoals weblogs en verwijzingen daarin naar andere weblogs, links, hypertext… eigenlijk de web-versies van intertekstualiteit vormen.

    (En nu ga ik mijn monologue intérieur het zwijgen opleggen).

    Like

  5. Gewoon nog één ding…: kaleidoscoop. Dat is een woord dat ik in je blogs mis. Al even stukjes-en-brokjes-achtig en afhankelijk van, maar het klinkt minder verstikkend / verstrikkend als labyrint maar draagt veel meer de “potentie tot” in zich. Neen?

    Like

  6. Eva, als kind ‘speelde’ ik vaak met een kaleidoscoop, dat kan ik me nog levendig herinneren. maar hoe? wat zag ik? een ongeordende wereld van vormen en kleuren. zo ongeveer.
    omdat het een spel was kon ik er mijn weg uit vinden. waar ik nu gekomen ben kan ik me geen beeld meer vormen van wat ik toen zeer precies in de kaleidoscoop zag. ik zou lsd moeten nemen of iets dergelijks. het belangrijkste lijkt me dat ongeordende, die speelse chaos.
    het labyrint daarentegen is een ernstige, ordelijke ‘wereld’. alles ziet er netjes uit, er is een duidelijke weg, de hagen zijn gesnoeid, er zijn steenmannetjes, etcetera. het enige probleem is dat je er niet uit raakt. maar ik moet toegeven dat het vaak aangenaam is om in een labyrint te verdwalen. om er ‘rond te hangen’.
    zouden we het labyrint met de tekst (syntaxis) kunnen vergelijken en de kaleidoscoop met de plastische kunsten? it’s just a guess.

    Sodade, ik heb een labyrint altijd met een doolhof verward. een doolhof ligt natuurlijk meer voor de hand – en je geraakt er gemakkelijker uit – dan een labyrint. maar je hebt gelijk, er is een verschil. ik laat het aan jou als etymoloog over om dat uit de doeken te doen, ik ben te moe en sta op het punt om naar een labyrint te vertrekken: berlijn. nog twee keer slapen in mijn droomdoolhof.

    Like

Reacties zijn gesloten.

%d bloggers liken dit: