DE VERDWIJNING VAN DE CIPRES UIT ONZE TUIN

agnes+cipres

Laura was nog maar net thuis van het werk gisteravond toen ze me riep om even te komen kijken door het raam van onze slaapkamer. Van daaruit heb je het beste zicht op ‘onze’ tuin. Het was een stralende februariavond, de wolken in het Westen kleurden al wat rood. Had je dat al gezien, vroeg ze. Onze boom is weg. Welke boom, vroeg ik. De grote cipres, zei ze. En inderdaad, de hoge cipres, die zo vaak voor afleiding heeft gezorgd in ons leven, was verdwenen. Ik was de hele dag thuis geweest en ik had helemaal niet gemerkt dat iemand de boom was komen omzagen en uit de tuin verwijderen. Het is een vreemd zicht, de tuin zo leeg en in de nabije verte de vuile achterkant van merendeels lelijke huizen en de vele hokken die erachter ‘gebouwd’ zijn. Honden, duiven, ganzen, hanen, geiten, stuk voor stuk dieren die er grauw en ziekelijk uitzien. Die ene cipres onttrok die lelijkheid aan ons zicht, aan onze schone zielen. Vaak zaten er vreemde vogels in onze boom, soms zelfs de limoengroene parkieten van een buurvrouw. Waar moeten die parkieten nu naartoe als ze eens een luchtje willen scheppen? En hoe moeten wij ons onttrekken aan de nieuwsgierige blikken van de onbekenden in de vuile huizen aan de overkant? Elke mens maakt – na de verbanning uit het paradijs – bewust of onbewust een moordkuil van zijn hart, las ik afgelopen nacht nog, zowel in een roman van Georges Simenon als in een surrealistisch manifest van André Breton.

Ik moet hier in het licht van voorgaande discussies en commentaren verduidelijken dat de tuin niet echt van ons is. Ik kan er niet zelf in werken. Een keer per jaar wordt hij door studenten van de tuinschool aan een mij volstrekt onduidelijke orde onderworpen. De grote tuin hoort bij de gelijkvloerse verdieping, waar een nogal mysterieus bedrijfje is gevestigd, dat geld leent aan een bepaalde categorie van mensen die een huis bouwen maar daar het geld niet voor schijnen te hebben. In ons huurcontract staat dat wij van de tuin gebruik mogen maken, maar dat doen we nooit. We moeten daarvoor immers een hele afstand afleggen en tenslotte via de kelder de tuin betreden. Je kunt net zo goed naar het Astridpark gaan, dat is hier maar honderd meter vandaan. Het is wel een mooie tuin om naar te kijken, vooral als hij er wild bijligt. Dan denk ik vaak aan Virginia Woolfs To The Lighthouse, waar een tuin in voorkomt die er vooral in het hoofdstuk ‘Time Passes’ nog veel wilder bijligt. Liggen? Neen, je ziet en hoort hem groeien in de betoverende en vaak ook ontluisterende woorden en zinnen van Virginia Woolf. De tuin van Voltaire zijn we inmiddels grondig vergeten.

Foto: Laura met op de achtergrond de tuin en de cipres, M.P.

 

Auteur: Martin Pulaski

Dichter, schrijver, blogger, filosoof, DJ. Liefde voor steden, literatuur, muziek, film, kunsten, nachtleven. Radioprogramma ‘Zéro de conduite’ op Radio Centraal Antwerpen 106.7 fm en streaming.

6 gedachten over “DE VERDWIJNING VAN DE CIPRES UIT ONZE TUIN”

  1. Wauw Martin, je maakt je huiswerk wel grondig naar aanleiding van het aangehaalde citaat.
    Een nachtelijke avonturentocht in het surrealistisch manifest. Is dat niet gevaarlijk?

    Like

  2. Dag theorix, ja dat hele ‘gesprek’ heeft me wel inspiratie gegeven. In feite is het wel grappig. Bovendien zijn we het wellicht meer eens met elkaar dan we denken. Ik weet het niet.
    Wat die avonturentoch betreft, dat viel wel mee, ik kon toch niet slapen.

    Like

  3. To the Lighthouse kwam ik vandaag meerdere keren tegen, staat op mijn lijst, nabije toekomst.
    Ja cipres, denk ik toch?
    Voltaire niet op mijn lijst, mss ooit, kan morgen al anders zijn.

    Like

  4. Iets van een boom is als een dief bij dag in alle stilte verdwenen. Of zijn de ramen zo dubbel dat je niets hoort? Er is echter naar het schijnt geen bouwvergunning nodig om een boom om te hakken, anders had je protest kunnen aantekenen. Ach, ze sturen je gewoon de boom in.
    En Evy, dat van Voltaire stond hier in hoochiekoochie al eerder bij de commentaren. Voltaire is geen must maar een lust.

    Like

  5. Bij ons is er wel degelijk een ‘kapvergunning’ nodig voor het omhakken van bomen. In Brussel niet?
    Marc, ja, ik las het, dank je, ooit lees ik hem mss wel, nog veel lezen en leven te gaan.

    Like

  6. Ik heb geen verstand van vergunningen. Mijn vader had een visvergunning, maar dat is ongeveer alles dat ik over dat onderwerp kan zeggen. De cipres was ook onze eigendom niet. Ik weet niet wie de beslissing heeft genomen, de eigenaar van het pand of het bedrijf op de gelijkvloerse verdieping. Trouwens, de boom is nu toch weg.

    Like

Reacties zijn gesloten.

%d bloggers liken dit: