Op 14 december overleed Ahmet Ertegün, samen met zijn broer Nesuhi stichter van het onafhankelijke Atlantic label, een van de belangrijkste, meest baanbrekende en succesvolle platenmaatschappijen van de vorige eeuw. Atlantic schonk ons rhythm and blues en soul, met namen als Ray Charles, Ben E. King, the Drifters, Don Covay en Aretha Franklin.
In de jaren veertig was popmuziek nog blank, stijf en seksloos. Na Ray Charles’ I’ve Got A Woman (1955) – op Atlantic – werd alles opeens en voor altijd anders. Ray Charles’ stem had nog een sterke gospelklank, de aanbedene echter was niet langer god maar de vrouw. Blanke jongens en meisjes overal ter wereld ontdekten hun heupen – en het genot van sensuele en ritmische grooves op de dansvloer. Een geweldloze revolutie! Twee Turkse broers, samen met Arif Mardin, Herb Abramson en – wat later – Jerry Wexler, hebben dit bewerkstelligd. Er waren in die periode nog andere invloedrijke labels, zoals Sun in Memphis en King in Cincinatti, maar Atlantic was een ware ijsbreker. (Soul On Ice was de titel van een zeer invloedrijk boek van de Afro-Amerikaanse leider Eldridge Cleaver.) Jerry Wexler heeft overigens een mooie autobiografie geschreven, Rhythm and the Blues, waarin die beginperiode van Atlantic uitvoerig aan bod komt.
Ahmet Ertegün heeft weliswaar de gezegende leeftijd van 83 gehaald, maar het blijft altijd erg dat een mens moet sterven. In Humo van deze week staat een mooi In Memoriam van de hand van Dirk Vermeiren. Daarin wordt echter niet vermeld – en eigenlijk is het slechts een detail – dat Ahmet Ertegün veel werk van René Magritte bezat. Via die weg was hij dan ook een beetje van bij ons. Moge hij in vrede rusten.
Sorry, ik ga hier vlug weg, dat klikt hier als zot. Precies of ik krijg om de seconde een i-lead. Waarschijnlijk panikeer ik even. Tot volgend bezoekje.
LikeLike
wat bedoel je, gidsjoris?
LikeLike