HET PLEZIER VAN DE PARADOX

oznor

Ik maak me niet echt zorgen over indelingen in hokjes, categorieën, types, soorten. Evenmin ben ik ongerust over opsommingen, lijsten, groepen, families, enzovoort. Met het vorige stuk, over categorieën en literatuur, wilde ik alleen maar de kwestie van de grens ter sprake brengen. Wat is dit en wat is dat? Waarom delen we de wereld zo graag in? Wat zit daar achter? Heeft dat met ons verlangen naar kennis te maken? Of met iets onduidelijkers?

Wat ik even goed wilde doen was mij beschermen tegen de literatuur en de poëzie. Ik heb mij ten overstaan van die ‘wereld’ altijd afzijdig gehouden, omdat hij me te levenloos leek. Levenloosheid is een zonde, heb ik toen ik nog jong was, bij Bob Dylan gehoord. Bob Dylan is trouwens een mooi voorbeeld van literatuur die geen literatuur is en muziek die geen muziek is, maar iets anders, iets ondefinieerbaars, iets dat altijd ontsnapt aan onze indelingen en categorieën. Niet dat ik mij met Bob Dylan wil vergelijken, maar ik heb hem altijd bewonderd, en dat zal wel zijn sporen getrokken hebben. Als ik samen ben met mijn vrienden spreken wij niet over het weer, maar over Bob Dylan, altijd over Bob Dylan. Er is geen ontkomen aan, een raadsel, een mysterie…

Ik ben niet bang om niet te worden gevonden of ontdekt. Als ik had willen worden gevonden dan had ik een bedrijfje opgericht of een vzw met als missie mij onder de aandacht brengen. Ik heb geen bedrijfje opgericht. Ik hoor nergens bij, ik hoor nergens thuis. “I’m a stranger in my own home town”. Het is een paradoxale situatie, want ik verlang er natuurlijk wel naar om ergens thuis te kunnen komen. Ik verlang er ook naar om ergens bij te horen, ‘to be one of the boys’. Alleen weet ik niet wie die ‘boys’ zouden kunnen zijn (of ‘girls’). Ik heb het nogal vaak over zielsverwanten, maar zijn zielsverwanten geen illusie? Moet je als puntje bij paaltje komt de wereld niet moederziel alleen trotseren, met de taal als je wapen, ook al wil je de vrede verkondigen? De taal als je spel. De taal als een mogelijkheid om tot de taal toe te treden. Is het niet de taal die je moet troosten? Of zijn het de handen van je geliefde?

Ik wil me niet afzonderen. Ik wil weten wie ik ben. Nog niet zolang geleden heb ik me een keer geïdentificeerd met de bloggers. “Wij bloggers” heb ik geschreven. Dat meende ik natuurlijk ook. Ik geloof dat ik niet kan liegen. Maar dat weet ik niet zeker. Die identificatie was gemeend, maar na zulke momenten van identificatie komt er altijd het afstand scheppen. Je kunt niet samenvallen met datgene waarover je nadenkt of met degene met wie je praat, hoewel Virginia Woolf schreef “we melt into each other with phrases…” Die woorden van Virginia Woolf kloppen ook wel, alleen is dat met elkaar versmelten van korte duur. Alle lust wil diepe, diepe eeuwigheid, maar slechts enkele ogenblikken zijn ons gegund.

Toch wil ik niet zeggen dat ik helemaal onvindbaar wil zijn. Door hier tevoorschijn te treden vraag ik aandacht. Ja, natuurlijk, ik krijg graag aandacht. Ik zal wel een narcist zijn. Als niemand een spoor achterlaat bij mijn teksten overvalt me soms een gevoel van diepe droefheid of voel ik me nutteloos en overbodig. Ik krijg graag reacties en commentaar. Jullie geven me moed om door te gaan, zijwegen in te slaan, mezelf in de spiegel te bekijken, een Narcissus die zichzelf heruitvindt, jullie inspireren me en maken me soms boos. Het gesprek in al zijn vormen is de adem van het leven.

Veel plezier vloeit voort uit de tekst. Het plezier van de tekst van de andere. Het plezier in de tekst. Het plezier van de echo van je ‘eigen’ tekst. Het plezier van de echo van de tekst van de andere in je ‘eigen’ tekst. Het plezier van het citeren en het zich toe-eigenen van de tekst van de andere. Het spelen met het vuur van de woorden. Het strelen van woorden, het stelen van woorden. In zekere zin. In een bepaald opzicht.

Auteur: Martin Pulaski

Dichter, schrijver, blogger, filosoof, DJ. Liefde voor steden, literatuur, muziek, film, kunsten, nachtleven. Radioprogramma ‘Zéro de conduite’ op Radio Centraal Antwerpen 106.7 fm en streaming.

7 gedachten over “HET PLEZIER VAN DE PARADOX”

  1. beste Martin, als elke blogger eerlijk is dan zal hij moeten bekennen dat reacties deugd doen; erkenning, waar en hoe ook, doet altijd deugd.
    Erkenning houdt in zowel het pro, het contra als het neutraal wederwoord en ik heb zo de indruk dat sommigen daar moeite mee hebben (niet persoonlijk bedoeld, voor alle duidelijkheid).
    goedenavond nog,
    Iris

    Geliked door 1 persoon

  2. De grenzen zijn het mooist.
    De indelingen die als gereedschap dienen.
    De paradox van de aandacht.
    De woorden over woorden over woorden.
    De interpretatie van de interpretatie.
    Ik probeer hier kort te blijven. Maar het wordt te lang. Bovendien ga ik nu adem halen.
    Tot later.

    Like

  3. @iris: de nagel op de kop. voorspraak, meespraak en tegenspraak, en alle combinaties die je je daar kunt bij voorstellen.

    @evy: welke combinatie had jij voor ogen? van de paradox en het tegenovergestelde van de paradox misschien? synthese?

    Like

  4. Van alles. Van denken, voelen, muren, dozen, gaten, lagen, feiten, succes, mislukking, geluk, verdriet, ervaringen. Verleden, heden en toekomst. De synthese als je wilt.
    Dat denk ik toch. Dit is nieuw voor me, dus ik ben weer voorzichtig.
    Ik denk dat ik eerder ‘combinatie’ bedoel dan ‘synthese’.
    Tegenovergestelde van een paradox? Neen, dat denk ik niet. Ik wist zelfs niet dat dat bestond, dat tegenovergestelde. Is dat niet ingewikkeld, dat tegenovergestelde? Net of die uitkomst is meervoudig.

    Like

  5. Dag martin, niks verkeerd, hoor met praten over het weer. ik verdien er zelfs mijn boterham mee! ik ben er zeker van dat ik zonder erkenning en waardering niet kan bestaan. dat is essentieel voor mijn motivatie en swung. ik heb dylan nog maar sedert een paar jaar beginnen waarderen. Nu lijkt dat ik tijd te kort kom om die onherstelbare schade in te halen. maar we doen ons best. gemeende nachtgroet. marc

    Geliked door 1 persoon

Reacties zijn gesloten.

%d bloggers liken dit: