Misschien is de ondertoon van wat ik schrijf melancholie. Dat is goed mogelijk. Ik geloof echter niet dat ik depressief ben, dat mijn teksten depressief zijn, of dat ik de potentiële lezers ervan depressief wil maken. Ik geloof zelfs dat ik een optimist ben, zij het op enigszins verdoken wijze. Vaak denk ik dat het allemaal beter zal worden, ook al kijk ik in de spiegel en zie ik mijn aftakeling. Wat er gebeurt is dat ik die aftakeling aanvaard. Ik geef toe: niet altijd, lang niet altijd. Heel dikwijls denk ik, bijvoorbeeld, dat ik achttien ben of zevenentwintig, tegen beter weten in. Plots maakt zich een gevoel van onoverwinnelijkheid van me meester. Dat zijn werkelijk gevaarlijke momenten. Door aan zulke gevoelens toe te geven creëer ik mijn zeer persoonlijke hel. Die hel is altijd in mij aanwezig, als een roofdier dat op de loer ligt om mijn vlees te eten, als een nachtbruid die me wil verleiden om me vervolgens in de goot te laten liggen vloeken en spugen. Het is een grillige, angstaanjagende ruïne, in volle opbouw; het zijn geen architecten, maar folteraars en beulen die ze construëren. Binnen haar muren geldt maar één wet en dat is die van het lijden.
De voorbije dagen heb ik er mij eens te meer, ten prooi aan ontspoorde euforie, in laten afglijden, want het is in de diepte dat je gaat, als je daarnaartoe gaat. Die donkere weg leidt nooit omhoog. Ik weet echter niet of de weg omhoog niet even gevaarlijk, even donker, even pijnlijk is. De weg omhoog sla ik niet in. Ik kan niet goed klimmen, raak snel buiten adem. Maar afdalen… Zo vaak…Wat heb ik daar te zoeken? Ben ik mijn Euridyke kwijt?
Nur deinetwegen, schöne Eurydike,
preise ich meine Qualen:
Denn nach dem Leid wird man glücklicher
und nach den Schmerzen fröhlicher.
Neen, mijn Euridyke zoek ik daar niet. Het is iets anders, iets ingewikkelds, een ‘film noir’ met zeven subplots; ik kan er niet over schrijven. Overigens, als ik haar daar zou vinden, zou ik haar niet mogen bekijken, en wat heb je er dan aan? Neen, ik kan er niets over kwijt. Malcolm Lowry heeft dat op perfecte wijze gedaan. Daar is niet veel aan toe te voegen. Je hoort er ook over spreken – neen, klagen – in de eenvoudige songs van Hank Williams en de rauwe blues en gospel van Blind Willie Johnson
Lord, I just can’t keep from crying sometimes
Lord, I just can’t keep from crying sometimes
When my heart’s full of sorrow and my eyes are filled with tears
Lord, I just can’t keep from crying sometimes
Je moet wel die ‘bezeten’ stem horen, zoals ze werkelijk klinkt. De woorden alleen stellen niet veel voor. Er zijn geen woorden voor de eigen hel. Misschien kun je die donkere wereld alleen maar in de spiegel zien, op bepaalde heldere dagen. Misschien had Wittgenstein gelijk, met zijn uitspraak, die ondertussen zo’n cliché is geworden. Ik wilde er helemaal niets over zeggen. Maar hoe moest ik mijn afwezigheid dan verklaren?
Check ook ne keer : http://www.spamula.net/
LikeLike