IN MEMORIAM WILSON PICKETT

In plaats van Wilson Pickett’s in memoriam te schrijven at ik vis en schelpen en dronk ik Chileense wijn, waarna ik me met A naar het cultureel centrum van Anderlecht begaf. De eerste keer dat ik een voet zette in een cultureel centrum buiten het centrum van Brussel-Hoofdstad! We konden er gratis drinken en frieten eten, waardoor ik nu zat ben (niet van de frieten, want daar bleef ik wijselijk af). Ik heb er voetballers van den Anderlecht gezien, talloos veel bejaarden, een fanfare, en biefstukkenpolitici natuurlijk, want straks zijn er weer verkiezingen in de dorpen. Liberalen, socialisten, katholieken, alsof het nog de negentiende eeuw is lopen ze elkaar voor de voeten en proberen een populaire mascotte te versieren. Een zekere Vincent Kompany bijvoorbeeld, bijna een gouden schoen. Maar waarom denken ze niet aan Wilson Pickett? Niet populair genoeg in deze contreien? Hij heeft toch ooit, in de jaren ’60, zijn absolute liefde verklaard aan ons allen: I’m In Love… Luister nog maar eens, dan wordt het allemaal duidelijk. Als je dacht dat je weinig betekende, dan weet je na beluistering wel dat daar niets van klopt: Wilson Pickett houdt van je. En reken maar dat hij, als je toch aan iemand gehecht mocht zijn, of aan nog iemand anders, – dat hij jaloers is op al je lieverds. A Jealous Mind, dat heeft die kerel.

Wilson Pickett’s schreeuw gaat niet in je koude kleren zitten. Of net wel. Have mercy children. Een kreet die door merg en been gaat, zoals de mensen zeggen. Maar wat betekent ze? Kunnen we ze vergelijken met de ‘betekenisloze’ uitingen van Antonin Artaud? Het theater van de wreedheid? Forget it! Bij Wilson Pickett waren het geen wrede kreten. Eerder drukten ze de absolute liefde voor de wereld, voor het leven uit. Een liefde waar hij geen weg mee wist, of toch niet altijd. Hij had er teveel van, denk ik. Teveel ziel had hij ook. Maar kun je wel teveel liefde voor de wereld en teveel ziel hebben? Wat moet ik met deze liefde, zonder god? zal hij zich misschien hebben afgevraagd. Ray Charles was daar mee begonnen: religieuze liederen, gospel, niet voor god maar voor de vrouw, op het ritme van de ziel en aangevuurd door seks en drugs (bij Ray Charles sigaretten en heroïne). De soms rauwe, soms satijnen stem, de gillende stem, het ingehouden en toch opzwepende tempo, de beat… Rhythm & blues’s got soul! Solomon Burke zette nog een stap verder met Everybody needs somebody to love (and I need you you you). The Rolling Stones toonden zich vlijtige leerlingen, imiteerden, vonden succes. Ze pikten Time Is On My Side van Irma Thomas. Maar ik lach niet met die Britse bleke kunstschoolstudentjes. Door hen leerde ik de blues en de soulmuziek kennen. If you need me was een mooi voorbeeld. Die Wilson Pickett-song stond op 12×5 van The Rolling Stones (1964). Op die LP stond ook It’s All Over Now, van Sam Cooke, goede vriend en medewerker van Pickett. Of waren het toch niet the Rolling Stones die mij met soulmuziek vertrouwd maakten? Want ik kende Ray Charles toch al. De eerste single die ik ooit kocht was I Can’t Stop Loving You. Met Brother Ray is het allemaal begonnen, en dan Solomon Burke. En dan….

Maar laten we nu, al na middernacht, Wilson Pickett in onze gedachten houden. The Wicked Pickett, met zijn kreet die zo verschilde van die van Edvard Munch. Hoezo verschilde? Ik zei het hierboven reeds, Wilson Pickett’s kreet was geen uiting van wreedheid en al evenmin van wanhoop. Wilson Pickett was een gelukkige danser, een goedgeklede exegeet van het ritme van de wereld. Altijd de beste kostuums van de stad, met bijpassende overjassen en paraplus. A woman’s man die ook mannenhoofden op hol brengt. Verleidelijke blik en steeds bereid, tot middernacht. Na middernacht wordt het moeilijker. De liefde heeft op dat uur het podium betreden. Of is met Wilson in de coulissen gedoken, een spoor van lipstick achterlatend op de trombone of de saxofoon.

In Memphis, in Muscle Shoals is het allemaal gebeurd. Daar in de studio’s was geen sprake van seks en drugs en al de andere clichés. In rhythm & blues en soul en rock gedrenkte muzikanten bespeelden hun vertrouwde instrumenten. De beste songschrijvers zaten koffiedrinkend bij elkaar en bedachten titels, verleidelijkheden, slagzinnen, woorden die rijmden op het ritme van de stad en van het hart, bedachten bijhorende danspassen. Daarna gingen ze aan de slag met de beste op het ritme van de stad en het hart rijmende zanger van de wereld. Zo ontstond Funky Broadway, Mustang Sally, In The Midnight Hour, I’m In Love, I’m A Midnight Mover. De plaats (Memphis, Muscle Shoals), de tijd (de jaren zestig), de muzikanten (de op dat ogenblik beste ritmespelers van de wereld), de componisten (Bobby Womack, Isaac Hayes, Steve Cropper, Eddy Floyd en vele anderen) en de traditie (gospel en blues). Zo. Laten we nu, lang na middernacht, Wilson Pickett maar in vrede rusten. Amen, brother, amen.

Auteur: Martin Pulaski

Dichter, schrijver, blogger, filosoof, DJ. Liefde voor steden, literatuur, muziek, film, kunsten, nachtleven. Radioprogramma ‘Zéro de conduite’ op Radio Centraal Antwerpen 106.7 fm en streaming.

%d bloggers liken dit: